Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en de invordering van steiger- en kadegeld

Geldend van 01-01-2008 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van steiger- en kadegeld

De raad van de gemeente Boarnsterhim;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de:

”Verordening op de heffing en de invordering van steiger- en kadegeld".

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam steiger- en kadegeld wordt een recht geheven voor het innemen van een ligplaats aan een openbare steiger of kade.

Artikel 2 Belastingplicht

Het recht wordt geheven van degene, die met een vaartuig gedurende de nacht een ligplaats inneemt aan een openbare steiger of kade, welke door de gemeente wordt onderhouden.

Artikel 3 Maatstaf van heffing

Het recht bedoeld in artikel 2 wordt geheven over de lengte van de ingenomen ligplaats.

Artikel 4 Tarieven

Het recht bedraagt voor elke ingenomen ligplaats aan de steiger- of kade, als bedoeld in artikel 2, per overnachting:

1.     voor vaartuigen met een lengteklasse van minder

dan 6.01 meter € 4,00;

2.     voor vaartuigen met een lengteklasse vanaf 6.01

meter tot maximaal 20 meter € 1,00 per m1.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

Het recht wordt geheven bij wege van een schriftelijke gedagtekende kennisgeving waarop het verschuldigde bedrag staat vermeld.

Artikel 7 Termijnen van betaling

De rechten moeten worden voldaan op het moment van uitreiking van de kennisgeving.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van steiger- en kadegeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van steiger- en kadegelden.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening op de heffing en invordering van steiger- en kadegeld”, vastgesteld bij besluit van 12 november 1998, nummer 4d, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening steiger- en kadegeld".

Ondertekening

Grou, 18 december 2007

De raad voornoemd,

de griffier, drs. M. Frensel

de voorzitter, mr. P. Schadd-de Boer