VERORDENING van den 16den Februari 1939 tot regeling van den uitvoer van gouden munt en goud-muntmateriaal

Geldend van 23-02-1939 t/m heden

Intitulé

VERORDENING van den 16den Februari 1939 tot regeling van den uitvoer van gouden munt en goud–muntmateriaal

Artikel 1

De Gouverneur kan bij besluit bepalen, dat de uitvoer van gouden munt en goud-muntmateriaal, van een bij dat besluit te bepalen tijdstip af, tijdelijk wordt verboden, behoudens hiervan door of vanwege den Gouverneur in bepaalde gevallen te verleenen ontheffing. Het besluit behoudt zijn geldigheid tot het door den Gouverneur wordt ingetrokken, welke intrekking in het blad, waarin van Overheidswege de officiële berichten worden geplaatst, wordt bekend gemaakt.

Na het nemen van een besluit als bedoeld in het vorige lid wordt onverwijld door den Gouverneur een ontwerplandsverordening tot bekrachtiging van dat besluit aan de Staten ter goedkeuring aangeboden.

Indien het ontwerp wordt ingetrokken wordt eveneens het besluit onverwijld ingetrokken.

Artikel 2

Hij, die in strijd handelt met een verbod als bedoeld in het voorgaand artikel, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijfhonderd gulden.

De gouden munt of het goud-muntmateriaal kan worden verbeurd verklaard.

Feiten, bij dit artikel strafbaar gesteld, worden beschouwd als misdrijven.

Artikel 3

Deze landsverordening treedt in werking op den dag na dien harer afkondiging.

Artikel 4

De verordening van 30 Augustus 1935, houdende verbod tot uitvoer van Nederlandsch gemunt goud, Nederlandsch of koloniaal gemunt zilver en onbewerkt goud en zilver (P.B. 1935, No. 73) zoals gewijzigd en aangevuld bij verordening van 28 September 1936 (P.B. 1936 No. 94) is ingetrokken.