BESCHIKKING van den 9den Mei 1919, No. 588, bepalende de opneming in het Publicatieblad van de op het eiland St. Martin (N.G.) bestaande notificatie van 1862 No. 1 en plaatselijke keuren

Geldend van 21-05-1919 t/m heden

Intitulé

BESCHIKKING van den 9den Mei 1919, No. 588, bepalende de opneming in het Publicatieblad van de op het eiland St. Martin (N.G.) bestaande notificatie van 1862 No. 1 en plaatselijke keuren

Dat de op het eiland St. Martin (N.G.) bestaande notificatie van 1 December 1862, No. 1, en de op 10 Februari 1919 aldaar bestaande plaatselijke keuren, nevens afschrift dezer beschikking in het Publicatieblad zullen worden opgenomen.

Bijlage

DE GEZAGHEBBER van St. Martin (N.G.),

In overweging genomen hebbende, dat het misbruik, dat nu en dan van de publieke wellen in het Nederlandsch gedeelte van dit eiland wordt gemaakt, eenige bepalingen vereischt, teneinde zoo veel mogelijk te zorgen, dat het water in deze natuurlijke bronnen in zuiveren staat voor een ieder beschikbaar blijve;

De adviserende Commissie gehoord;

Brengt ter kennisse van het algemeen:

1º. Dat het voortaan aan niemand veroorloofd zal zijn:

  • a.

    Om in de publieke wellen of op een geringer afstand dan 25 voeten van dezelfde, kleedingstukken of andere voorwerpen te wasschen of te spoelen; zoomede om zich daarin, of binnen de opgenoemde grenzen, te baden of te reinigen, en in het algemeen om het water in zoodanige wellen op de eene of andere wijze onzuiver te maken.

  • b.

    Om vee te drenken aan publieke wellen, welke daarvan door het bestuur bij openbare bekendmaking zijn of zullen worden uitgesloten.

2º. Dat overtreding dier bepalingen zal worden gestraft met eene gevangenzetting van niet meer dan vier dagen en eene geldboete niet te boven gaande vier gulden, gezamenlijk of afzonderlijk.

Gearresteerd te Philipsburg, St. Maartin, den 1sten December 1862.

W.H.J. van IDSINGA.

K E U R ten einde overeenstemming te brengen tusschen bestaande plaatselijke keuren en daarmede gelijk te stellen wettelijke regelingen voor het eiland Sint Martin N.G. en het bij Koninklijk besluit van den 4n. October 1913, No. 61 (P.B. No. 67) vastgestelde Wetboek van Strafrecht voor de Kolonie Ccuraçao.

Artikel I.

Bij het in werking treden van het bij Koninklijk besluit van den 4n. October 1913, No. 61 (P.B. No. 67) vastgestelde Wetboek van Strafrecht voor de Kolonie Curaçao, vervallen alle strafbepalingen alsmede alle bepalingen omtrent onderwerpen in de eerste acht titels van het eerste boek van gemeld Wetboek behandeld, welke voorkomen in bestaande plaatselijke keuren en daarmede gelijk te stellen wettelijke regelingen voor het eiland Sint Martin N.G. voor zoover bedoelde strafbepalingen niet bij deze keur gehandhaafd.

Artikel II.

Blijven voor zoover gemeld Wetboek er niet in voorziet, van kracht de strafbepalingen welke voorkomen in:

1º De Notificatie van het jaar 1962 No. 1.

2º The Local enactment of the 2nd. of August 1892, by which the existing regulations regarding the pasturing and impounding of cattle are revised, revised and amplified by the Local enactment of the 25th of October 1897.

3º The Local Ordinance of the 2nd of December 1892, containing measures for the preservation of public peace, order and safety.

Artikel III.

Deze Keur treedt in werking tegelijk met het in art. I bedoelde Wetboek.

_________

Aangezien naar het oordeel van den Raad van Politie dit een spoedvereischend geval is, zal deze keur worden afgekondigd in afwachting van eene beslissing van den Gouverneur.

Aldus gedaan door den Raad van Politie op Sint Martin N.G. in zijne vergadering van den achtsten maart des jaars 1900 en achttien.

En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort op Zaterdag den negenden Maart 1900 en achttien.

Zijnde deze keur ingevolge de artt. 130 en 132 van het Reglement op het beleid der regering, aan de bekrachtiging van den Gouverneur onderworpen.