Besluit van den 2den Augustus 1938 ter uitvoering van artikel 378 van het Curaçaosch Wetboek van Koophandel

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

Besluit van den 2den Augustus 1938 ter uitvoering van artikel 378 van het Curaçaosch Wetboek van Koophandel.

Artikel 1

De hieronder volgende bepalingen gelden ten aanzien van de in het Curaçaosch Wetboek van Koophandel bedoelde zeeschepen en de met betrekking tot het onderwerp in dit besluit daarmede gelijkgestelde schepen, metende ten minste twintig kubieke meter bruto-inhoud, hierna verder te noemen "schepen".

Artikel 2

De overschrijving van alle akten van eigendom, van eigendomsoverdracht en van inbeslagneming, hetzij van het geheel, hetzij van een gedeelte van de in artikel 1 vermelde schepen, van de verklaringen van aanbouw betreffende die schepen, zoomede de inschrijvingen, welke op die schepen volgens den eersten titel van het Tweede Boek van het Curaçaosch Wetboek van Koophandel kunnen worden genomen, de aanteekening van de toestemmingen tot doorhaling en de verdere aanteekeningen, zullen plaats hebben op de kantoren van de hypotheekbewaarders.

Artikel 3

Het kantoor van den hypotheekbewaarder te Willemstad is tevens "Hoofdkantoor van bewaring der scheepsbewijzen" voor alle bewijzen van eigendom of inbeslagneming van- en hypotheken op de schepen in artikel 1 bedoeld, en bestemd om het verband met de gezamenlijke kantoren in stand te houden en het vereischte toezicht ten aanzien van de overschrijvingen, inschrijvingen, toestemmingen tot doorhaling en aanteekeningen uit te oefenen.

Artikel 4

  • 1. Aan ieder kantoor zal worden gehouden een dagregister (Register A), waarop de ter overschrijving of inschrijving ingeleverde stukken dag voor dag in volgorde van hunne inlevering zullen worden geboekt, en hetwelk dagelijks zal worden afgesloten, benevens drie hulpregisters, een voor de inschrijving der borderellen (Register B), een voor overschrijvingen (Register C, gesplitst in twee gedeelten: I. voor de verklaringen van eigendom en II. voor alle andere akten en stukken) en een voor overschrijving van beslagen (Register D).

  • 2. Voorts zullen aan ieder kantoor worden gehouden een Algemeen Register in kaartvorm, dienende voor de teboekstelling van schepen in dit besluit genoemd, benevens twee naamwijzers, eveneens in kaartvorm, een op naam van den eigenaar en een op naam van het schip.

  • 3. Deze teboekstelling zal plaats hebben onmiddellijk na de boeking in het dagregister en in ieder geval op denzelfden dag, waarop de ingeleverde stukken in het dagregister zijn geboekt.

  • 4. Een letterlijk afschrift van de boekingen in het dagregister, aangehouden aan andere kantoren dan het Hoofdkantoor, zal aan het "Hoofdkantoor" worden ingezonden met eene opgaaf der gedane overschrijvingen, inschrijvingen, doorhalingen, gestelde aanteekeningen, enz. Deze inzending geschiedt voor wat Curaçao, Aruba en Bonaire betreft, wekelijks en wat Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba betreft tweewekelijks en omvat de boekingen, overschrijvingen, inschrijvingen, doorhalingen, gestelde aanteekeningen, enz. van de periode beginnende met den dag van inzending van de laatste opgave tot en met den dag voorafgaande aan den dag van inzending van deze opgave.

  • 5. De bepalingen ten aanzien van deze registers, opgenomen in het Koninklijk Besluit van den 15den Augustus 1868 (P.B. 1868, 17) zoals gewijzigd bij P.B. 1927, 52, vinden overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat de boekingen in het register, bestemd voor de overschrijving van de verklaringen van eigendom, zullen plaats hebben onder een per kantoor doorloopend volgnummer.

Artikel 5

Aan het ,,Hoofdkantoor" zullen naast een algemeen register in kaartvorm aanwijzende alle aan de verschillende hypotheekkantoren te boek gestelde schepen, worden aangehouden twee naamwijzers, eveneens in kaartvorm, een op naam van den eigenaar en een op naam van het schip.

Artikel 6

  • 1. Bijlagen 1 t/m 20 bij dit besluit gevoegd, bevatten de modellen, volgens welke de in kaartvorm gehouden registers en de verklaringen, waarvan in dit besluit sprake is, zullen worden ingericht.

  • 2. De andere registers worden ingericht naar het model der registers thans bij de hypotheekbewaarders in gebruik.

  • 3. De hypotheekbewaarders mogen geene andere registers of kaarten gebruiken dan die, welke hun van gouvernementswege worden verstrekt.

Artikel 7

Degene, die in Curaçao een schip in aanbouw heeft en daarvan de teboekstelling vraagt zal ten hypotheekkantore, binnen welks kring de bouwplaats is gelegen, een verklaring van aanbouw inleveren.

Artikel 8

  • 1. Zoodra een schip, dat in Curaçao in aanbouw is, of een reeds bestaand schip voor de eerste maal zal zijn teboekgesteld, zal het jaartal, de beginletter van den naam van het kantoor (voor Curaçao-C, voor Aruba-A, voor Bonaire-B, voor St. Maarten-M, voor St. Eustatius-E en voor Saba-S), het nummer van het register van overschrijving, op het achterschip op eene van buiten in het oog vallende plaats, en op onuitwischbare wijze door een ambtenaar met scheepsmeting belast in het schip worden ingebrand of daaraan worden aangebracht en van deze inbranding of aanbrenging door diens getuigschrift moeten blijken, zonder welks overlegging de bewaarders de ter overschrijving of inschrijving ingeleverde stukken niet mogen afgeven, noch ten aanzien van het teboekgestelde schip eenigerlei andere verklaring afgeven. Wanneer het schip tengevolge van een vroegere teboekstelling reeds vroeger was gebrand, worden bij de inbranding of aanbrenging der nieuwe merken de bestaande verwijderd. Wanneer het betrokken schip buiten de Nederlandse Antillen vertoeft, geschiedt de inbranding of aanbrenging van de in dit lid bedoelde merken ter plaatse, door een door een ambtenaar met scheepsmeting belast aan te wijzen deskundig persoon.

  • 2. Zoolang die aanbrenging niet aan het schip mogelijk is, geschiedt zij aan de bouwplaats van het schip.

  • 3. Zijn de scheepsdeelen, waarop de in het eerste lid genoemde merken zijn gebrand, of waaraan zij zijn aangebracht, door nieuwe vervangen of zijn die merken geheel of gedeeltelijk onleesbaar geworden, dan zal op het verzoek, daartoe gedaan aan een ambtenaar met scheepsmeting belast, nieuwe inbranding of aanbrenging plaats vinden en daarvan door dien ambtenaar een getuigschrift worden afgegeven. Bij het verzoek moet eene verklaring worden overgelegd van den bewaarder, te wiens kantore het schip is teboekgesteld, houdende opgaaf van de in te branden of aan te brengen merken.

  • 4. Indien de bouw van een schip zoover is gevorderd, dat de inbranding of aanbrenging in of aan het schip zelf kan geschieden, kan toepassing van het vorig lid worden gevraagd.

  • 5. Indien bij herstelling of verbouwing van een schip de in het eerste lid genoemde merken zijn verwijderd of beschadigd, zal de hersteller of verbouwer het schip niet mogen afgeven, voordat deze merken weder volledig zijn aangebracht.

  • 6. Zowel de kapitein als de reder van het schip zijn gehouden er zorg voor te dragen, dat de in lid 1 van dit artikel bedoelde merken steeds in ongeschonden staat en duidelijk leesbaar worden gehouden.

  • 7. De ambtenaren van het haven- en loodswezen, van de invoerrechten en accijnzen en die van de scheepvaartinspectie zijn belast met het toezicht op de juiste naleving van het in het vorig lid bepaalde en bevoegd om terzake proces-verbaal op te maken wegens de overtredingen welke te hunner kennis komen.

Artikel 9

  • 1. Voor iedere inbranding of vernieuwde inbranding, aanbrenging of vernieuwde aanbrenging van een merk wordt door de ambtenaar met scheepsmeting belast, een basis-bedrag van f 75,- (vijf en zeventig gulden) in rekening gebracht, de kosten van het af te geven certificaat daaronder begrepen.

  • 2. Indien de in het eerste lid bedoelde werkzaamheden plaatsvinden op dagen of uren dat het kantoor van de ambtenaar met scheepsmeting belast niet voor het publiek geopend is, wordt een basis-bedrag van f 100,- (honderd gulden) in rekening gebracht.

  • 3. Boven het in de vorige leden bedoelde basis-bedrag wordt vanaf het tijdstip waarop de ambtenaar met scheepsmeting belast wegens de in het eerste lid bedoelde werkzaamheden zijn standplaats verlaat tot aan het tijdstip waarop hij deze werkzaamheden aanvangt, alsmede vanaf, het tijdstip waarop hij deze werkzaamheden heeft beëindigd tot aan het tijdstip waarop hij op zijn standplaats terugkeert, voor elk uur f 15,- (vijftien gulden) in rekening gebracht, waarbij een gedeelte van een uur voor een vol uur wordt gerekend.

  • 4. Indien van vervoermiddelen gebruik wordt gemaakt, worden de werkelijk gemaakte kosten in rekening gebracht.

  • 5. Ook indien met de ambtenaar met de scheepsmeting belast een regeling is getroffen om een inbranding te doen plaatsvinden, doch deze geen doorgang kan hebben, zonder dat daarvan aan de betrokken ambtenaar een verwijt kan worden gemaakt, worden - voor zover van toepassing - de in de vorige leden genoemde kosten in rekening gebracht.

  • 6. De volgens bovenstaande leden ontvangen gelden worden door de ambtenaar belast met scheepsmeting in 's Lands kas gestort.

Artikel 10

  • 1. Degene, die van een schip, als in artikel 1 bedoeld, de teboekstelling vraagt, zal verplicht zijn eene verklaring van eigendom in te leveren, welke verklaring in het register van schepen zal worden overgeschreven.

  • 2. Indien een schip aan meer dan één persoon behoort, zal de voornoemde verklaring de opgave bevatten van den naam en van de aandeelen van iederen mede-reeder of mede-eigenaar.

Artikel 11

  • 1. Hij die de teboekstelling van een Curaçaosch schip als bedoeld in artikel 378 van het Curacaosch Wetboek van Koophandel in het scheepsregister vraagt, zal daarbij onder toevoeging van de in artikel 11, 4de lid en artikel 12, 2de lid van het Curacaosch Zeebrievenbesluit bedoelde stukken, overleggen een verklaring, afgegeven door of namens de Minister van Verkeer en Vervoer, dat het schip is een Curaçaosch schip, welke verklaring met de aanvraag van teboekstelling wordt overgeschreven.

  • 2. Tot het verkrijgen van een verklaring, bedoeld in het eerste lid, moet degene, die de teboekstelling vraagt, of diens wettelijke vertegenwoordiger, of wanneer de aanvraag geschiedt door een reederij, waarin een boekhouder is aangesteld, eene vennootschap, eene naamlooze vennootschap, eene vereeniging of eene stichting, de boekhouder, een beheerende vennoot of een bestuurder, een door hem onderteekende aanvraag of formulier bij de Directeur van het Departement Scheepvaart en Maritieme Zaken indienen.

  • 3. De aanvrage moet bevatten:

    • a.

      den naam van het schip met vermelding van zijn inhoud;

    • b.

      de aanduiding van de samenstelling en de inrichting van het schip en van de kracht en de inrichting der werktuigen tot voortbeweging, indien het wordt voortbewogen door mechanische kracht.

  • 4. Bij de aanvraag moeten bijgevoegd worden:

    • a.

      de meetbrief, afgegeven volgens de bestaande voorschriften;

    • b.

      de bijlbrief, de koopbrief, dan wel eenig ander bewijs van eigendom;

    • c.

      de bescheiden, welke bovendien ter beoordeling van de nationaliteit van het schip noodig zijn.

  • 5. Wanneer een of meer van deze stukken ontbreken, onvolledig zijn, of niet in overeenstemming met elkander of wanneer daaruit niet blijkt, dat het schip is een Curacaosch schip, zal de Minister van Verkeer en Vervoer de verklaring weigeren bij eene met redenen omkleede beschikking.

Artikel 12

  • 1. Hij, die de overschrijving vraagt van eene akte van eigendom of van een akte, houdende een rechtstitel van eigendomsovergang, van een teboekgesteld Curaçaosch schip, zal daarbij overleggen een verklaring, afgegeven door of namens de Minister van Verkeer en Vervoer dat het schip na de overschrijving van de akte de hoedanigheid van Curaçaosch schip zal behouden, welke verklaring met de akte zal worden overgeschreven. Hetgeen in het tweede en derde lid van het voorgaand artikel is bepaald ten aanzien van de aanvraag, is ten deze van toepassing.

  • 2. Teneinde de verklaring te verkrijgen, levert de onderteekenaar bij de Directeur van het Departement Scheepvaart en Maritieme Zaken in:

    • a.

      de akte, bedoeld in lid 1, of een authentiek afschrift daarvan;

    • b.

      de bescheiden, welke bovendien ter beoordeeling van de nationaliteit van het schip noodig zijn.

  • 3. Wanneer een of meer van deze stukken ontbreken, onvolledig zijn, of niet in overeenstemming met elkander of met de aangeboden verklaring, of wel, wanneer daaruit niet blijkt, dat het schip na de overschrijving der akte onder a. genoemd, de hoedanigheid van Curaçaosch schip zal behouden, wordt de verklaring geweigerd, bij eene met redenen omkleede beschikking.

Artikel 13

  • 1. Elke akte van eigendom en elke akte, houdende een rechtstitel van eigendomsovergang, een teboekgesteld schip betreffend, moet bevatten:

    • a.

      den naam van het schip met vermelding van zijn inhoud;

    • b.

      de aanduiding van de samenstelling en de inrichting van het schip en van de kracht en de inrichting der werktuigen tot voortbeweging, indien het wordt voortbewogen door mechanische kracht;

    • c.

      den naam en het nummer van het kantoor, alwaar die teboekstelling is geschied;

  • 2. In geval de over te schrijven akte deze opgaven niet volledig inhoudt, kan hierin worden voorzien door eene aan den voet dier akte gestelde aanvullende verklaring, door of namens den belanghebbende onderteekend. Bij gebreke van die verklaring wordt de overschrijving geweigerd.

  • 3. De bepalingen van dit artikel vinden voor de processen-verbaal van inbeslagneming van teboekgestelde schepen overeenkomstige toepassing.

Artikel 14.

  • 1. Zij, die voor de eerste maal de teboekstelling van een schip in het scheepsregister vragen, zijn vrij in de keuze van het hypotheekkantoor, behoudens het bepaalde in artikel 7.

  • 2. De volgende overschrijvingen, hetzij voor het geheel, hetzij voor een aandeel, en de inschrijvingen, dit schip betreffende, zullen alleen kunnen geschieden aan het hypotheekkantoor, alwaar de eerste teboekstelling heeft plaats gehad.

  • 3. Te dien einde zullen in de akte van eigendom, in de akten, houdende een rechtstitel van eigendomsovergang, in de processen-verbaal van inbeslagneming, in de stukken, waarbij aanteekening van de toestemming tot doorhaling of eene andere aanteekening wordt gevraagd, in de hypotheekakten en in de borderellen, de naam en het nummer worden vermeld van het hypotheekkantoor, alwaar de eerste teboekstelling heeft plaats gehad.

  • 4. Ingeval zulks niet is geschied, zullen de belanghebbenden gehouden zijn, daarin door eene onderteekende aanvullende verklaring aan den voet van het desbetreffend geschrift te voorzien, bij gebreke waarvan de gevraagde overschrijving, inschrijving of aanteekening wordt geweigerd.

Artikel 15

  • 1. Degene, die de teboekstelling als afgebouwd schip vraagt ten aanzien van een schip, dat reeds als schip in aanbouw in het register voorkomt, vermeldt daarbij den naam en het nummer van het kantoor, alwaar de teboekstelling als schip in aanbouw is geschied.

  • 2. Nadat deze aanvraag is ingediend, machtigt de hypotheekbewaarder den Ambtenaar met scheepsmeting belast het schip definitief te merken.

  • 3. De in artikel 8, lid 1 genoemde merken, waarmede het schip in aanbouw is aangeduid, zullen ook dienen ter aanduiding van het voltooide schip en daarop vóór het verlaten van de werf moeten worden aangebracht. Zoolang dit niet is geschied mag het schip niet worden afgeleverd.

Artikel 16

  • 1. Om eene inschrijving op een schip of op een aandeel daarin te bewerkstelligen, stelt de schuldeischer hetzij in persoon, hetzij door een derde, aan den bewaarder, te wiens kantore het schip is teboekgesteld, twee door den schuldeischer of den derde onderteekende borderellen ter hand, waarvan het eene op de uitgegeven expeditie van den titel kan gesteld worden.

  • 2. Deze borderellen bevatten:

    • a.

      eene bepaalde aanduiding van den schuldeischer en van den schuldenaar met opgave der woonplaats, door eerstgenoemde binnen den kring van het kantoor gekozen. Is de eigenaar of aandeelhouder van het schip overleden, dan kan bij het nemen van eene inschrijving volstaan worden met de aanduiding van den overledene;

    • b.

      de dagteekening en den aard van den rechtstitel, met opgave van den ambtenaar door of ten overstaan van wien de akte is verleden of van den rechter, die het te bezwaren schip heeft aangeduid;

    • c.

      het beloop der inschuld of de begrooting der voorwaardelijke en onbepaalde rechten, welke verzekerd worden, zooals dezelve in de authentieke akte zijn opgegeven, mitsgaders den tijd, waarop de schuld opeischbaar is;

    • d.

      den naam, den bruto-inhoud van het schip en de aanduiding van hetzelve op de wijze bij het eerste lid van artikel 7 omschreven;

    • e.

      de bedingen, bedoeld in artikel 1211, No. 5 van het Burgerlijk Wetboek voor de Kolonie Curaçao, in verband met artikel 398 van het Curaçaosch Wetboek van Koophandel.

  • 3. Wanneer de inschrijving betrekking heeft op een schip in aanbouw, moet bij de borderellen worden gevoegd, de verklaring van een ambtenaar belast met de scheepsmeting, dat de bouw van het schip nog niet is voltooid.

Artikel 17

  • 1. De hypotheekbewaarder behoudt een der borderellen, teneinde dit in zijn dagregister in te schrijven onder de dagteekening van de overgave.

  • 2. Hij geeft onmiddellijk aan dengene, die de inschrijving verzocht heeft, het andere borderel terug, aan den voet van hetwelk hij den dag der overgave vermeldt.

  • 3. Indien zulks gevorderd wordt, is hij verplicht om uiterlijk binnen vier en twintig uren op dat borderel het nummer bij te voegen, waaronder de inschrijving in zijne registers heeft plaats gehad. Beide verklaringen worden door hem gedagteekend en onderteekend.

Artikel 18

  • 1. Bijaldien uit de register blijkt, dat een en hetzelfde schip op verschillende hypotheekkantoren is teboekgesteld, zal de bewaarder van het Hoofdkantoor daarvan aan den hypotheekbewaarders wien zulks aangaat, opgave moeten doen; laatstgemelden zijn verplicht om die opgave terzijde van de teboekstellingen te vermelden.

  • 2. De bewaarder van het Hoofdkantoor beslist, welke teboekstelling gehandhaafd blijft. Hij draagt zorg, dat bij de gehandhaafde teboekstelling alles wordt vermeld, wat bij de vervallen teboekstellingen is vermeld, en dat de vervallen teboekstellingen worden doorgehaald met verwijzing naar de door hem genomen beslissing. Hij maakt van zijn bevinding een proces-verbaal op en zendt dit aan het Openbaar Ministerie.

Artikel 19

  • 1. De aangifte, bedoeld in artikel 380, 2de lid, van het Curaçaosch Wetboek van Koophandel, wordt ter overschrijving aangeboden aan het kantoor, waar het schip is teboekgesteld, met aanduiding van de merken, waarmede het was gebrand.

  • 2. Voor die aangifte wordt een formulier gebezigd volgens model in bijlage 18 bij dit Besluit gevoegd.

  • 3. Wanneer den bewaarder blijkt, dat eenige omstandigheid de doorhaling van de teboekstelling van een schip wettigt, wendt hij zich tot den Kantonrechter binnen wiens kring zijn kantoor is gelegen, met het verzoek hem tot ambtshalve doorhaling machtiging te verleenen.

  • 4. Bij het daartoe strekkende, door hem onderteekende verzoekschrift, voegt de bewaarder alle bescheiden, welke tot staving daarvan kunnen dienen en te zijner beschikking staan.

  • 5. De machtiging wordt op het verzoekschrift gesteld.

  • 6. Indien van een teboekgesteld schip de naam, of de inhoud is veranderd dan wel het schip een andere wijziging heeft ondergaan, zoodanig, dat de beschrijving van het schip in het algemeen register niet meer beantwoordt aan de werkelijkheid, zal daarvan door één der in artikel 381 van het Curaçaosch Wetboek van Koophandel genoemde personen aangifte moeten worden gedaan, op de wijze, in het eerste lid voorgeschreven, met vermelding van de verandering of wijziging. De beschrijving van het schip volgens de teboekstelling wordt daarmede in overeenstemming gebracht.

Artikel 20

  • 1. Indien een schip, verkregen door het Gouvernement van Curaçao, bestemd wordt tot den openbaren dienst, zal van die bestemming, indien daarvan niet uit de overgeschreven akte van verkrijging blijkt, schriftelijk mededeeling worden gedaan door of van wege den verkrijger aan den bewaarder van het kantoor, waar het schip is teboekgesteld. Deze mededeeling, wordt ten hypotheekkantore bewaard.

  • 2. In elk geval is de bewaarder zonder machtiging tot doorhaling van de teboekstelling gehouden.

Artikel 21

  • 1. Het geschrift, waarbij een aanteekening in het scheepsregister, welke krachtens het Curaçaosch Wetboek van Koophandel kan plaats hebben, wordt gevraagd, behoort in het desbetreffend register te worden overgeschreven.

  • 2. Akten, houdende toestemming tot doorhaling van inschrijvingen of aanteekeningen worden niet overgeschreven, doch ten hypotheekkantore genummerd en bewaard.

Artikel 22

Indien in de gevallen van de artikelen 19 en 20 de teboekstelling is doorgehaald, zullen niettemin de doorhalingen van hypothecaire inschrijvingen, processen-verbaal van inbeslagneming en aanteekeningen in de vroegere teboekstellingen kunnen geschieden.

Artikel 23

  • 1. Met ingang van den dag der inwerkingtreding van dit besluit zullen de eigenaren van de schepen, in artikel 1 van dit besluit genoemd, eene verklaring van eigendom betreffende die schepen kunnen doen overschrijven ten hypotheekkantore, waar die schepen thans zijn teboekgesteld. Die eigenaren zijn daartoe binnen twee jaren na den hiervoor genoemden dag verplicht, indien op dien dag ten laste van het schip een pand of verbandbrief bestaat.

  • 2. De voorgaande artikelen van dit besluit in het bijzonder artikel 10 vinden ten aanzien van deze verklaring overeenkomstige toepassing.

  • 3. De in artikel 8 bedoelde branding zal terstond plaats hebben.

Artikel 24

  • 1. Zoodra ingevolge artikel 23 de teboekstelling overeenkomstig dit besluit is geschied, zal de bewaarder naast de teboekstelling in het scheepsregister ten aanzien van het desbetreffende schip verwijzen naar alles, wat vermeld is in de registers gehouden ingevolge de 7de afdeeling van de tweede titel van het Koninklijk Besluit van den 15den Augustus 1868 No. 63 (P.B. 1868 No. 17).

  • 2. Gelijke verwijzing geschiedt naar hetgeen, in het tijdsverloop tusschen de in het eerste lid bedoelde teboekstelling en den dag van het in werking treden van het IIde Boek van het Curaçaosch Wetboek van Koophandel, ten aanzien van het schip nog in de registers waarin zij ingevolge de 7de Afdeeling van den IIden titel van voornoemd Koninklijk Besluit zijn te boek gesteld, mocht zijn vermeld.

  • 3. Deze verwijzingen hebben de kracht van boeking (wanneer de verwijzing een pand of verbandbrief betreft, van boeking als hypotheek) van datgene, waarnaar verwezen wordt, in de nieuwe registers.

Artikel 25

  • 1. Indien in het tijdsverloop bedoeld in het tweede lid van het vorig artikel een schip, als Curaçaosch schip in het scheepsregister ingeschreven, in het oude register is gesteld ten name van een nieuwen verkrijger, is hij, te wiens name het schip staat bij het einde van dit tijdsverloop, verplicht binnen drie maanden daarna eene verklaring te doen overschrijven, als bedoeld in artikel 11, eerste lid.

  • 2. Bij niet-naleving van deze verplichting handelt de bewaarder op de wijze voorgeschreven in artikel 19, derde lid. Het bepaalde in het vierde en vijfde lid van dit artikel vindt overeenkomstige toepassing.

Artikel 26

  • 1. Wanneer een schip, dat in het daartoe bestemde scheepsregister is teboekgesteld, buitenslands aan een buitenlander is verkocht, zullen de na te noemen personen verplicht zijn om binnen twee maanden na dien verkoop ten kantore van den hypotheekbewaarder, waar het schip is teboekgesteld, aangifte te doen van dien verkoop.

  • 2. Tot deze aangifte zijn gehouden de personen, genoemd in artikel 381 van het Curaçaosch Wetboek van Koophandel, zoomede de kapitein, in het geval hij overeenkomstig het eerste lid van artikel 461 van dat Wetboek het schip heeft verkocht.

  • 3. Van het bewerkstelligen dezer aangifte zal de aangever van den bewaarder een bewijs kunnen vorderen.

Artikel 27

  • 1. De bepalingen, voorkomende in de zesde afdeeling van den XXsten titel des IIden boeks van het Burgerlijk Wetboek, zijn insgelijks ten deze toepasselijk.

  • 2. De bewaarder is verplicht van alle aanteekeningen, de teboekstelling van een schip betreffende, dadelijk mededeeling te doen aan de schuldeischers van de op dit schip ingeschreven hypotheken. Deze mededeeling wordt gezonden naar de in het borderel gekozen woonplaats. Bij niet naleving van deze verplichting is noch het Gouvernement noch de bewaarder tot vergoeding van mogelijk nadeel gehouden.

Artikel 28

Betreffende schepen, welke niet in het nieuwe register teboek gesteld kunnen worden, zullen de hypotheekbewaarders in het oude register de aanteekening stellen, dat dit register voor verdere aanteekeningen is gesloten.

Artikel 29

Dit besluit, hetwelk aangehaald kan worden als Scheepsregisterbesluit onder vermelding van het nummer en jaartal van het Publicatieblad waarin het is opgenomen, treedt in werking met ingang van den dag waarop het IIde boek van het Curaçaosch Wetboek van Koophandel geheel of gedeeltelijk in werking treedt.