VERORDENING van den 30sten Augustus 1933, houdende voorzieningen tot uitvoering van het op 31 Mei 1932 te Londen tusschen Nederland en Groot-Britannië gesloten verdrag, houdende bepalingen tot het vergemakkelijken van het voeren van rechtsgedingen

Geldend van 01-07-1935 t/m heden

Intitulé

VERORDENING van den 30sten Augustus 1933, houdende voorzieningen tot uitvoering van het op 31 Mei 1932 te Londen tusschen Nederland en Groot-Britannië gesloten verdrag, houdende bepalingen tot het vergemakkelijken van het voeren van rechtsgedingen

Algemene bepaling

Artikel 1

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het verdrag: het op 31 Mei 1932 te Londen tusschen Nederland en Groot-Britannië gesloten verdrag, houdende bepalingen tot het vergemakkelijken van het voeren van rechtsgedingen in burgerlijke en handelszaken;

    • b.

      de bevoegde Nederlandsche consulaire ambtenaar: de Nederlandsche consul-generaal te Londen of degeen, die hem vervangt.

  • 2.

    In afwijking in zooverre van het bepaalde in deze verordening, is ten aanzien van de Boven-windsche eilanden, een vertaling in het Nederlandsch van in de Engelsche taal gestelde exploiten en stukken niet verplicht.

Mededeeling van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in Curacao

Artikel 2

Oordeelt de kantonrechter, wien eene aanvrage om mededeeling van eenig stuk overeenkomstig artikel 3 van het verdrag is toegezonden of doorgezonden, dat het geval, bedoeld bij letter f van dat artikel, aanwezig is, dan zendt hij de bescheiden onder opgaaf van redenen aan den Gourverneur, die zoo noodig, na nader onderzoek, beslist.

Artikel 3

  • 1. De mededeeling van eening stuk door den kantonrechter ingevolge artikel 3 van het verdrag geschiedt door eenvoudige afgifte tegen bewijs van ontvangst.

  • 2. Is bij de aanvrage om mededeeling van het stuk verzocht deze op eene bijzondere wijze te doen geschieden, dan volgt de kantonrechter deze wijze van mededeeling, mits deze niet in strijd is met het geldende recht.

Artikel 4

Alle stukken, opgemaakt om gevolg te geven aan het verzoek om mededeeling van een gerechtelijk of buitengerechtelijk stuk, zijn vrij van de rechten van zegel en registratie.

Mededeeling van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken van uit Curaçao

Artikel 5

  • 1. Om overeenkomstig artikel 3 van het verdrag eenig stuk te doen mededeelen wordt, in afwijking van het bepaalde bij artikel 5, 7º., van het Curacaosch Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het exploit steeds gedaan aan den kantonrechter, met dien verstande, dat:

    • -

      indien het exploit een rechtsgeding betreft te voeren of aanhangig voor het hof van Justitie, het gedaan wordt aan den kantonrechter op het eiland Curaçao, en voor een kantongerecht, aan den kantonrechter op het betrokken eiland;

    • -

      indien het exploit niet reeds een te voeren of aanhangig rechtsgeding betreft, het gedaan wordt aan den kantonrechter binnen wiens rechtsgebied de verzoeker zijne woonplaats heeft.

  • 2. Onverminderd de vereischten bij het Curaçaosch Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voor het exploit gesteld, zullen daarbij in ieder geval worden vermeld de volledige namen, het adres, en de hoedanigheid van dengeen voor wien het stuk bestemd is. Tevens wordt vermeld, dat het exploit overeenkomstig artikel 3 van het verdrag moet worden medegedeeld, met opgave of eene bijzondere wijze van mededeeling wordt verlangd.

  • 3. Het exploit is vergezeld van twee geteekende afschriften en van vertalingen van deze drie bescheiden. De vertalingen moeten voor overeenstemmend zijn verklaard door een beëedigd vertaler in Curaçao. Wordt bij het exploit een afzonderlijk stuk beteekend, dan geldt het gezegde omtrent afschriften en vertalingen ook voor dit afzonderlijk stuk.

Artikel 6

De kantonrechter kan, als waarborg voor de kosten, ter zake van de mededeeling te maken, een door hem te begrooten voorschot van den deurwaarder vragen.

Artikel 7

  • 1. De kantonrechter zal het exploit met “gezien” teekenen en de in het laatste lid van artikel 5 dezer verordening bedoelde afschriften met vertalingen, ter verdere behandelijng doen toekomen aan den bevoegden Nederlandschen consulairen ambtenaar. Hij verzoekt dezen ambtenaar tevens de vertalingen voor overeenstemmend te verklaren.

  • 2. Is aan de artikelen 5 en 6 dezer verordening niet voldaan, dan weigert de kantonrechter de mededeeling der stukken, echter niet dan na getracht te hebben de naleving dier artikelen zooveel mogelijk te bevorderen.

Artikel 8

  • 1. De kantonrechter ontvangt het bewijsstuk, bedoeld bij artikel 3, letter g, van het verdrag, van den Nederlandschen consulairen ambtenaar.

  • 2. De kantonrechter kan weigeren dit bewijs aan belanghebbenden af te geven, zolang niet het geheele bedrag der kosten, ter zake van de mededeeling gemaakt, voldaan is.

Artikel 9

Verschijnt de gedaagde ten beteekenden rechtsdage niet, dan zal, indien de eischer het bewijsstuk, bedoeld bij het vorige artikel, nog niet ontvangen heeft, de rechter op verzoek van den eischer het verleenen van verstek en de behandeling der zaak tot eene volgende zitting aanhouden.

Rogatoire commisies door den Curaçaoschen rechter uit te voeren

Artikel 10

  • 1. Behoudens het bepaalde bij artikel 11 geeft de kantonrechter aan de rogatoire commissie uitvoering, voor zoover deze binnen zijn gebied moet geschieden.

  • 2. Moet de uitvoering binnen het gebied van meerdere kantongerechten geschieden, dan zendt de kantonrechter, door wien de rogatoire commissie, voor zooveel hem betreft, reeds is uitgevoerd, deze met de stukken onverwijld aan de kantonrechter, binnen wiens gebied de uitvoering alsnog geschieden moet.

  • 3. Bij verschil over de vraag, welke kantonrechter de rogatoire commissie heeft uit te voeren, beslist het hof van Justitie.

  • 4. De kantonrechter geeft van elke doorzending onverwijld kennis aan de autoriteit, welke hem de rogatoire commissie heeft overgemaakt.

Artikel 11

  • 1. Het hof van Justitie kan beslissen zelf de rogatoire commissie uit te voeren, ingeval de aard dezer commissie daartoe aanleiding geeft.

  • 2. Oordeelt de kantonrechter, wien de rogatoire commissie is overgemaakt, dat er reden kan zijn tot toepassing van het vorige lid, dan vraagt hij de beslissing van het hof.

Artikel 12

Oordeelt de kantonrechter, wien de rogatoire commissie is overgemaakt, of wien zij is voorgezonden, dat het geval, bedoeld bij letter f van artikel 7 van het verdrag, aanwezig is, dan vindt artikel 2 dezer verordening overeenkomstige toepassing.

Artikel 13

Indien een persoon, die ter zake van eene rogatoire commissie moet worden gehoord, niet vrijwillig verschijnt, geschiedt zijne oproeping ten verzoeke van de rechterlijke autoriteit, die de commissie uitvoert.

Artikel 14

Zoodra de rechter de rogatoire commissie heeft afgedaan, zendt hij de ontvangen stukken aan de betrokken buitenlandsche autoriteit terug, vermeerderd met de stukken, waaruit van de uitvoering blijkt en met eene opgave van kosten als bedoeld bij letter b van artikel 10 van het verdrag.

Artikel 15

Alle stukken, ter zake van de uitvoering van rogatoire commissies opgemaakt, zijn vrij van de rechten van zegel en van registratie.

Rogatoire commissies door den Curaçaoschen rechter opgedragen

Artikel 16

  • 1. Indien eene rogatoire commissie door den Curaçaoschen rechter overeenkomstig artikel 7 van het verdrag wordt opgedragen, zendt hij de stukken ter verdere behandeling aan den bevoegden Nederlandschen consulairen ambtenaar. De zich bij die stukken bevindende vertalingen moeten voor overeenstemmend zijn verklaard door een beëedigd vertaler in Curaçao.

  • 2. De rechter verzoekt den consulairen ambtenaar tevens de vertalingen voor overeenstemmend te verklaren.

Artikel 17

De kosten, welke ter zake van de uitvoering eener rogatoire commissie overeenkomstig het verdrag in rekening worden gebracht, vormen een deel der proceskosten, waaromtrent volgens het gemeene recht door den rechter uitspraak wordt gedaan.

Artikel 18

De rechter stelt, indien eene rogatoire commissie overeenkomstog het verdrag opgedragen is, na ontvangst der stukken, den dag vast, waarop de zaak weder ter rolle zal worden opgeroepen.

Artikel 19

Het proces-verbaal van de uitvoering eener rogatoire commissie overeenkomstig het verdrag heeft gelijke kracht als dat van den Curaçaoschen rechter.

Slotbepaling

Artikel 20

Deze verordening treedt in werking op een door den Gouverneur te bepalen tijdstip.