Regeling vervallen per 25-03-2022

Algemene Subsidieverordening 2010 Gemeente Weesp

Geldend van 01-01-2010 t/m 24-03-2022

Intitulé

Algemene Subsidieverordening 2010 Gemeente Weesp

Hoofdstuk I INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

o (Algemene) reserve : Een overschot in het eigen vermogen waarvoor geen bestemming is bepaald.o Begroting : Het overzicht van verwachte inkomsten en uitgaven en van de reserves en voorzieningen van de aanvrager over hetjaar waarvoor ten behoeve van de uitvoering van het werk/ activiteitenplan subsidie wordt aangevraagd.o Beleidsregels : De door burgemeester en wethouders nader te stellen regels ter uitvoering van de algemene subsidieverordening. o Beleidsveld : De categorie van activiteiten waarin een subsidieaanvraag wordt ingedeeld.o Beroepskracht : Een persoon die als medewerker in loondienst is bij het bestuur van een instelling, die optreedt als werkgever, zodat er sprake is van een arbeidsverhouding.o Budgetsubsidie : Subsidie die voor een tijdvak van ten hoogste vier jaar wordt verleend aan instellingen en organisaties die voor degemeente voorzieningen verzorgen, die beroepskrachten in dienst hebben en waarmee een dienstverleningsovereenkomst is gesloten.o De wet : De Algemene Wet Bestuursrecht (Awb, wettenbank.sdu.nl).o Dienstverleningsovereenkomst: een overeenkomst ter uitvoering van een subsidiebeschikking (overeenkomstig artikel 4:36 Awb)tussen burgemeester en wethouders en de subsidieontvanger waarin afspraken zijn opgenomen met betrekking tot diensten die aan de Weesper samenlevingworden verleend in relatie tot het subsidiebedrag dat voor een vastgesteld tijdvak is verleend. o Eenmalige subsidie : Subsidie voor (een) activiteit(en) die verricht zal (zullen) worden met een eenmalig en/of experimenteel karakter.o Instelling : Een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie die zich ten doel stelt zonder winstoogmerk diensten/activiteiten teverrichten ten behoeve van de Weesper samenleving.o Jaarverslag : Verslag over het jaar waarover subsidie is verstrekt en waarin de resultaten inhoudelijk en financieel worden verantwoord en inzicht wordt gegeven in de reserves en voorzieningen.o Kalenderjaar : Het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, lopende van1 januari tot en met 31 december.o Meerjarige subsidie : Subsidie voor activiteiten die voor een periode van ten hoogste vier jaar wordt vastgesteld voor organisatieswaaraan geen budgetsubsidie is toegekend.o Natuurlijk persoon : Individu als deelnemer aan het rechtsverkeer.o Programmabegroting : De gemeentebegroting zoals vastgesteld door de gemeenteraad.o Startsubsidie : Een eenmalig subsidie om de start mogelijk te maken van door de gemeente gewenst activiteiten. Na het eerste jaarkunnen burgemeester en wethouders besluiten tot voortzetting van de subsidie indien de voortzetting van de betreffende activiteiten als gewenst wordt beschouwd en degemeenteraad ermee instemt het subsidieplafond met het betreffende subsidiebedrag te verhogen.o Stichting : Een rechtspersoon zonder leden, opgericht bij notariële acte of testament met een ideëel of sociaal doel.o Subsidie : De aanspraak op financiële middelen als bedoeld in artikel 4:21 Awb.o Subsidieplafond : Het bedrag dat als subsidie in de door de gemeenteraad vastgestelde begroting is opgenomen.o Uitvoeringssubsidie : Zie onder: Meerjarige subsidie.o Vereniging : Een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie die zich ten doel stelt zonder winstoogmerk ten behoeve van haarleden activiteiten te organiseren op het gebied van de in de statuten beschreven doelstelling.o Voorziening : Een reserve met een bepaalde bestemming.o Vrijwilliger : Medewerker zonder arbeidsovereenkomst.o Waarderingssubsidie : Een eenmalige subsidie van maximaal € 250,- ter stimulering van een activiteit of activiteiten, die degemeente gewenst of noodzakelijk acht.o Werk/activiteitenplan : Het plan van doelstellingen, beoogde activiteiten en resultaten in het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 2 Toepassing

  • 1 Deze verordening is van toepassing op het aanvragen van subsidies en op beslissingen door burgemeester en wethouders over voorlopige toekenning, afwijzing, intrekking, wijziging en vaststelling van subsidies.

  • 2 De start- en waarderingssubsidie worden behandeld als eenmalige subsidie.

  • 3 De waarderingssubsidie bedraagt maximaal € 250,- en kan ook zonder aanvraag toegekend worden door burgemeester en wethouders.

  • 4 De uitvoeringssubsidie wordt behandeld als een meerjarige subsidie.

  • 5 De toepassing van de verordening is gebonden aan de regels van deAlgemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 6 Eenmalige subsidie kan in de regel één keer aan dezelfde subsidieaanvrager worden toegekend. Bij herhaling van eenzelfde aanvraag in een daarop volgend jaar, kunnen burgemeester en wethouders besluiten de subsidie voor een tweede jaar te verlenen.

Artikel 3 Rechtspersoon

  • 1 Subsidie kan slechts worden verleend aan een rechtspersoonlijkheidbezittende organisatie (rechtspersoon).

  • 2 In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders, in afwijkingvan het gestelde in het eerste lid, maar met inachtneming van de eisen vande Awb, subsidie verlenen aan organisaties zonder volledigerechtspersoonlijkheid of aan natuurlijke personen.

  • 3 Subsidie aan natuurlijke personen kan maximaal € 250,- bedragen.

Artikel 4 Reikwijdte

  • 1 Deze verordening is van toepassing op de subsidiëring van alle activiteitendie door aanvragers in het gemeentelijk belang worden uitgevoerd enwaaraan geen andere gemeentelijke bijdrage wordt verleend

  • 2 Deze verordening is niet van toepassing op:

    • a.

      donaties, zijnde geldelijke bijdragen waarvoor de ontvangers geen directe tegenprestaties behoeven te leveren.

    • b.

      contributies, zijnde geldelijke bijdragen op grond van lidmaatschappen van de gemeente.

    • c.

      (verplichte) geldelijke bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt.

Artikel 5 Rechten van de mens

  • 1 Behoudens voorzover er sprake is van een op een specifieke doelgroepgerichte activiteit dienen activiteiten van de aanvrager open te staan vooralle groeperingen of personen, zonder onderscheid naar ras, godsdienst,levensovertuiging, sekse of seksuele geaardheid.

  • 2 De activiteiten van een organisatie mogen op geen enkele wijze strijdig zijnmet de op grond van internationale verdragen algemeen erkende rechtenvan de mens.

Artikel 6 Inhoudelijk beleid

De gemeenteraad stelt de doelstellingen voor het subsidiebeleid via beleidsregels en/of kader- of beleidsnota’s en de programmabegroting vast.

Artikel 7 Uitvoering

  • 1 Burgemeester en wethouders zijn verantwoordelijk voor de uitvoering vandeze verordening. Uitvoering houdt mede in het nemen van besluiten op aanvragen, hetaangaan van budgetsubsidie- en dienstverleningsovereenkomsten, besluiten omtrent bevoorschotting en het intrekken, wijzigen en/of beëindigen van subsidies.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen ten behoevevan de toepassing van deze verordening door:

    • a.

      beleidsregels van algemene aard of

    • b.

      beleidsregels per beleidsveld vast te stellen.

  • 3 Burgemeester en wethouders houden een register bij van aanvragen enbeschikkingen op grond van deze verordening.

  • 4 Op basis van de in het register opgenomen gegevens brengen burgemeester en wethouders jaarlijks bij de kaderbrief voor debegroting van het daarop volgende jaar verslag uit aan de gemeenteraadover de subsidietoekenning en de gronden waarop ze zijn verleend,ingetrokken, gewijzigd, beëindigd en/of geweigerd.

  • 5 Aan het eind van iedere vierjarige bestuursperiode brengen burgemeester en wethouders verslag uit van de doeltreffendheid en effecten in depraktijk van de verleende subsidies.

Artikel 8 Subsidieplafond

  • 1 Het subsidieplafond en de wijze van verdeling over de verschillendebeleidsvelden wordt via de programmabegroting jaarlijks door degemeenteraad vastgesteld.

  • 2 Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid bij dreigendeoverschrijding van het plafond bij de verdeling van het beschikbare budget, die aanvragen voorrang te geven waarvan de inwilliging in vergelijking metandere aanvragen naar verwachting:

    • a.

      van meer belang is voor het beleid waarvoor de gemeenteraad en/of burgemeester en wethouders verantwoordelijkheid dragen.

    • b.

      meer zal bijdragen aan de verwezenlijking van het doel van de subsidie.

  • 3 Indien met toepassing van het tweede lid geen voorrang kan worden bepaald, verdelen burgemeester en wethouders het beschikbare subsidiebedrag in de volgorde van ontvangst van de aanvragen.

  • 4

    • a.

      Indien een meerjarige of budgetsubsidie wordt verstrekt blijft de gemeenteraad bevoegd om tot tussentijdse vermindering van de subsidieplafonds over te gaan.

    • b.

      Burgemeester en wethouders kunnen in het geval dat sprake is van toepassing van lid 4, overgaan tot aanpassing van de verlangdeprestaties/dienstverlening.

  • 5 Van de in het vierde lid genoemde bevoegdheid wordt alleen gebruikgemaakt indien de budgettaire positie van de gemeente daar dringendaanleiding toe geeft of de gemeenteraad besluit tot aanpassing van hetbeleid. Deze verlaging wordt minimaal een half jaar vóór het begin van hetvolgend kalenderjaar bekend gemaakt.

  • 6 De subsidie wordt geweigerd indien verlening ervan zou leiden totoverschrijding van het door de gemeenteraad vastgestelde subsidieplafond.

Hoofdstuk II Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 9 Algemeen

  • 1 De subsidieontvanger moet zijn diensten/activiteiten beschikbaar stellenaan c.q. openstellen voor alle inwoners tenzij de subsidie beschikbaar isgesteld ten behoeve van door de gemeente aangewezen specifiekedoelgroepen.

  • 2 Uit de begroting moet blijken dat de subsidieontvanger met inbegrip van degemeentelijke subsidie over voldoende middelen beschikt om de gesteldedoelen te verwezenlijken.

  • 3 Bijdragen of subsidies van anderen mogen niet bij voorbaat door desubsidieontvanger worden afgewezen.

  • 4 De subsidieontvanger dient tijdig mededeling te doen van het ontbindenvan de rechtspersoon, het doen van aangifte tot faillissement of het aanvragen van surcéance van betaling.

Artikel 10

  • 1

    • a.

      Een eerste aanvraag voor subsidieverlening van budget of meerjarige subsidie dient vóór 1 april van het jaar voorafgaande aan het eerste kalenderjaar bij burgemeester en wethouders te worden ingediend.

    • b.

      Daarop volgende aanvragen voor budget of meerjarige subsidie dienen jaarlijks vóór 1 juli van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoorde subsidie wordt aangevraagd, bij burgemeester en wethouders te worden ingediend.

  • 2 Aanvragen die na afloop van de genoemde data worden ingediend,worden slechts in behandeling genomen als:

    • a.

      het subsidieplafond voor het betreffende beleidsveld nog niet is bereikt èn

    • b.

      Burgemeester en wethouders beslissen dat de inwoners of doelgroep waarvoor de voorgenomen activiteiten bestemd zijn, van het achterwege blijven van subsidie een te groot nadeel zouden ondervinden.

  • 3 Een aanvraag die weliswaar tijdig maar onvolledig is ingediend, wordtalsnog in behandeling genomen als de aanvullende informatie binnen zesweken, nadat daarom is gevraagd, volledig aan burgemeester enwethouders is verstrekt. De leden 1 en 2 blijven daarbij van toepassing.

  • 4 Een aanvraag voor een eenmalige subsidie dient uiterlijk acht weken vóórhet tijdstip waarop een begin wordt gemaakt met uitvoering van devoorgenomen activiteit bij burgemeester en wethouders te wordeningediend.

  • 5 Voor een aanvraag om subsidie kunnen burgemeester en wethouders het gebruik van daarvoor bestemde aanvraagformulieren verplicht stellen.

Artikel 11 Verstrekken gegevens en benodigde toestemming

  • 1 Bij de indiening van de aanvraag als in artikel 10, leden 1, 2 en 4, bedoelddient de aanvrager de volgende gegevens te verstrekken:

    • a.

      Een werk/activiteitenplan.

    • b.

      Een begroting.

  • 2 Bij de aanvraag als in artikel 10, lid 1 en 2, bedoeld dient de aanvrager tevens in te dienen: een goedgekeurd jaarverslag van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarin de aanvraag voor het daarop volgende jaar wordt gedaan.

  • 3 Indien een subsidieaanvraag voor het eerst wordt gedaan dient de aanvrager tevens in te dienen: de meest recent vastgestelde statuten en de oprichtingsakte van de aanvragende organisatie.

  • 4 Voor het vormen van reserves en voorzieningen dient toestemming vanburgemeester en wethouders te worden verkregen.

  • 5 De omvang van een voorziening dient gebaseerd te zijn op eenmeerjarenraming van de ten laste van de voorziening te brengen kosten.

  • 6 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd maxima vast te stellen voor de(algemene) reserves en voorzieningen van een gesubsidieerdeorganisatie/instelling.

  • 7 Als de aanvrager voor dezelfde activiteiten bij een of meerdere andere organen of organisaties een subsidie of een bijdrage heeft gevraagd, doet hij daarvan mededeling bij de subsidieaanvraag onder overlegging van debetreffende bescheiden.

  • 8 Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat daarnaast nog anderebescheiden beschikbaar moeten worden gesteld.

  • 9 Of aan het gestelde in lid 4 t/m 8 van dit artikel is voldaan, moet blijken uit een goedgekeurd jaarverslag.

Artikel 12 Rapportage

  • 1 Organisaties of natuurlijke personen die minder dan € 1500,- subsidie hebben ontvangen dienen de rekeningen, facturen of bonnen voor de kosten die zijn gemaakt, vóór 1 april van het jaar volgend op het jaar waarvoor de subsidie beschikbaar is gesteld, in te leveren voor een globale controle.

  • 2 Organisaties die een meerjarige subsidie ontvangen van ≥ € 1500,- per jaar zijn verplicht jaarlijks vóór 1 april van het jaar, volgendop het jaar waarvoor subsidie beschikbaar is gesteld, verslag uit te brengenaan burgemeester en wethouders over de resultaten van de overeengekomen activiteiten/dienstverlening, mede voorzien van een financiële rapportage (jaarverslag).

  • 3 Organisaties die een budgetsubsidie ontvangen zijn verplicht vóór 1 aprilvan het jaar, volgend op het jaar waarvoor de subsidie beschikbaar isgesteld, bij burgemeester en wethouders een jaarverslag en daarnaasteventuele overige bescheiden in te dienen die zijn vermeld in dedienstverleningsovereenkomst.

  • 4 Organisaties die een meerjarige of budgetsubsidie ontvangen ≥ € 25.000,- per jaar dienen tevens een goedkeurende accountantsverklaring van een registeraccountant mee te zenden. In de verklaring wordt verslag gedaan over de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Het ontbreken van een dergelijke verklaring kan gevolgen hebben voor dehoogte van de vast te stellen subsidie en de verlening van toekomstige subsidies.

  • 5 Bij een eenmalige subsidie, uitgezonderd waarderingssubsidie, dient de rekening en verantwoording binnen dertien weken na afloop van de activiteiten ingediend te worden bij burgemeester en wethouders.

  • 6 In de beschikking tot verlening van subsidie zal van deze verplichtingenmelding worden gemaakt.

Artikel 13 Toestemmingsvereiste met betrekking tot bepaalde

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen, als zij dat nodig achten, vereisen dat vooraf toestemming wordt gevraagd voor de volgende handelingen:

    • a.

      Het oprichten van of deelnemen in een andere rechtspersoon.

    • b.

      Het wijzigen van de statuten.

    • c.

      Het in eigendom verwerven, het vervreemden of het bezwaren van registergoederen, indien zij mede zijn verworven door middel van subsidiegelden of de lasten daarvoor mede worden bekostigd uit subsidiegelden.

    • d.

      Het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaren van registergoederen of tot huur, verhuur of pacht daarvan, indien deze goederen geheel of gedeeltelijk zijn verworven met subsidiegelden of de uitgaven daarvoor mede zijn bekostigd uit subsidiegelden.

    • e.

      Het aangaan van kredietovereenkomsten en van overeenkomsten van geldlening.

    • f.

      Het aangaan van overeenkomsten waarbij de subsidieontvanger zich verbindt tot zekerstelling met inbegrip van zekerstelling voor schulden van derden of waarbij hij zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt of zich voor een derde sterk maakt.

    • g.

      Het opheffen/ontbinden van de rechtspersoon.

    • h.

      De bestemming van een eventueel batig saldo bij liquidatie.

  • 2 Burgemeester en wethouders maken, als zij het in lid 1 van dit artikel gestelde nodig achten, daarvan melding in het verslag aan de gemeenteraad (artikel 7, lid 4).

Hoofdstuk III Beschikking tot verlening van subsidie

Artikel 14 Toetsingskader

  • 1 De subsidieaanvraag wordt aan deze verordening getoetst op grond van degestelde vereisten wat betreft de vorm en de over te leggen gegevens.

  • 2 Inhoudelijk wordt de subsidieaanvraag getoetst aan het beleid, zoalsvoor het betreffende beleidsterrein geformuleerd in beleid- of kadernota’sen/of de programmabegroting en aan de voor de werkvorm eventueel bestaande wet- en regelgeving.

  • 3 Financieel wordt de aanvraag getoetst aan de bij deze verordeningbehorende beleidsregels en de programmabegroting/subsidieplafonds.

  • 4 Aan de te voeren administratie kunnen door burgemeester en wethoudersnadere regels worden gesteld. Bij een budgetsubsidie worden deze opgenomen in de dienstverleningsovereenkomst.

  • 5 de toetsing worden eveneens de door de aanvrager verstrekte gegevens betrokken.

Artikel 15 Subsidievormen en procedure voor beslissing

  • 1 Bij overschrijding van de beslistermijn geldt artikel 4:14 van de Algemene Wet Bestuursrecht.

  • 2 De gemeente Weesp kent twee subsidievormen: Structurele subsidies: Budgetsubsidies en Meerjarige subsidies Incidentele subsidies: Eenmalige subsidies, Startsubsidies en Waarderingssubsidies.

Artikel 16 Budget- en meerjarige subsidies

  • 1 Voor budget- en meerjarige subsidies wordt de volgende proceduretoegepast:

    • a.

      Budget- en meerjarige subsidies worden per kalenderjaar verstrekt.

    • b.

      Op de aanvraag wordt door burgemeester en wethouders beslist vóór 1 december van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

    • c.

      Een afwijzende beschikking wordt gemotiveerd.

    • d.

      In het geval van toekenning van een subsidie ≥ € 5000,- vindt uitbetaling plaats in dertien termijnen, waarvan twee in de maand mei, te beginnen in januari van het jaar waarvoor de subsidie wordt verleend, tenzij met een organisatie een andere betalingswijze is overeengekomen.

    • e.

      Bij toekenning van een subsidie minder dan € 5000,- wordt een beschikking tot vaststelling van subsidie afgegeven. Het bedrag wordt in een keer uitbetaald binnen zes weken na verzending van de beschikking.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing als bedoeld in lid 1onder bten hoogste acht weken verdagen. De aanvrager ontvangt daarover

  • 3 Indien niet vóór de in lid 1 onder b bedoelde datum kan worden beslist, kunnen burgemeester en wethouders aanvragers aan wie ook in eerderejaren subsidie is verleend, een voorschot verstrekken tot maximaal eenderde deel van het bedrag dat in de laatst afgegeven subsidiebeschikkingbeschikbaar is gesteld.

Artikel 17 Budgetsubsidie en dienstverleningsovereenkomst

  • 1 Budgetsubsidies worden voor maximaal vier jaar toegekend

  • 2 Budgetsubsidies kunnen alleen worden toegekend aan rechtspersoon-lijkheid bezittende organisaties die beroepskrachten in dienst hebben.

  • 3 Budgetsubsidies worden alleen toegekend aan organisaties waarmeedoor burgemeester en wethouders een dienstverleningsovereenkomst isafgesloten.

  • 4 In de dienstverleningsovereenkomst worden tenminste geregeld:

    • a.

      De diensten die dienen te worden aangeboden voor de bevolking van Weesp of voor speciaal aan te wijzen doelgroepen.

    • b.

      De gegevens waarover jaarlijks tussentijds moet worden gerapporteerd in een jaarverslag en de vereisten die worden gesteld aan de te voeren administratie ten behoeve daarvan.

    • c.

      De redenen waarom en de wijze waarop een beschikking tussentijds kan worden aangepast.

    • d.

      De wijze en hoogte van betaalbaar stellen van de subsidie op basis van de beschikking tot toekenning van de subsidie.

    • e.

      De voorwaarden voor het betaalbaar stellen van de subsidie op basis van de beschikking tot vaststelling van de subsidie

Artikel 18 Eenmalige subsidies (inclusief start- en waarderingssubsidies)

Voor eenmalige subsidies wordt de volgende procedure toegepast:

  • 1.

    Op de aanvraag wordt door burgemeester en wethouders beslist binnen acht weken na binnenkomst van de aanvraag.

  • 2.

    Het in artikel 16, eerste lid onder c. tot en met e. en tweede lid vermelde is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 19 Weigeringsgronden

  • 1 De subsidie kan geweigerd worden op grond van de regels uit de Awb enindien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat:

    • a.

      De activiteiten van de aanvrager niet gericht zijn op de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente.

    • b.

      De middelen in onvoldoende mate ten goede komen aan een doel dat past binnen het beleid van de gemeente.

    • c.

      De aanvrager doelstellingen heeft of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde.

    • d.

      De aanvrager ook zonder subsidie over voldoende middelen kan beschikken, hetzij uit eigen vermogen, hetzij uit bijdragen van derden om de kosten van de beoogde activiteiten te dekken. Daarvan is in elk geval sprake wanneer de organisatie beschikt over een reserve of voorziening waarvoor geen toestemming is verkregen van burgemeester en wethouders.

  • 2 De subsidie kan gedeeltelijk of geheel geweigerd worden indien deaanvrager beschikt over een algemene reserve die de door burgemeester en wethouders in de beleidsregels bepaalde percentages te boven gaat.

  • 3 De subsidie kan geheel of gedeeltelijk geweigerd worden indien het subsidieplafond met de toekenning zou worden overschreden (art. 8, lid 6).

  • 4 Jubileumsubsidie wordt in Weesp niet toegepast.

Artikel 20 Toekenning

De beschikking tot toekenning van subsidie bevat het bedrag van de subsidie en het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend. Voorts wordt aangegeven voor welke activiteiten of diensten de subsidie wordt verleend en de wijze en het tijdstip waarop daarover verslag moet worden gedaan en bij subsidies ≥ € 5000,- de vaststelling van de subsidie dient te worden aangevraagd.

Artikel 21 Afwijzing

Een afwijzende beschikking bevat tevens de weigeringsgronden.

Hoofdstuk IV Beschikking tot vaststelling van subsidie

Artikel 22 Aanvragen beschikking tot vaststelling van subsidie

  • 1 Organisaties die een beschikking tot toekenning van subsidie hebbenontvangen, dienen vóór 1 april van het jaar, volgend op het jaar waarvoorde subsidie beschikbaar is gesteld, een aanvraag tot vaststelling van de subsidie over dat jaar bij burgemeester en wethouders in te dienen.

  • 2 De vaststellingsaanvraag dient vergezeld te gaan van de stukken, overeenkomstig het vermelde in artikel 12.

  • 3 burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat daarnaast nog anderebescheiden beschikbaar moeten worden gesteld.

  • 4 Indien na afloop van de in lid 1 vermelde datum geen aanvraag totvaststelling is ingediend, wordt de subsidie door burgemeester enWethouders vastgesteld op het bedrag van de beschikking tot verleningvan de subsidie onder gelijktijdige mededeling aan de betreffende organisatie/instelling van de sanctie voor de subsidieaanvraag voor hetvolgende jaar.

  • 5 burgemeester en wethouders kunnen sancties op het in gebreke blijven,zoals vermeld in lid 4, in de beleidsregels opnemen.

Artikel 23 Beschikking tot vaststelling van subsidie

  • 1 Burgemeester en wethouders geven na toetsing aan deze verordening, zoals vermeld in artikel 14, een beschikking tot vaststelling van subsidie af.De beschikking wordt verzonden vóór 1 juli volgend op het jaar waarvoor de subsidie beschikbaar is gesteld.Organisaties die een beschikking tot toekenning van subsidie hebbenontvangen, dienen vóór 1 april van het jaar, volgend op het jaar waarvoorde subsidie beschikbaar is gesteld, een aanvraag tot vaststelling van de subsidie over dat jaar bij burgemeester en wethouders in te dienen.

  • 2 In de beschikking tot vaststelling van subsidie wordt het bedrag van devastgestelde subsidie opgenomen.

  • 3 Indien is besloten niet over te gaan tot uitbetaling van de volledigesubsidie, wordt dit in de beschikking gemotiveerd, overeenkomstig hetbepaalde in artikel 21.

Hoofdstuk V Intrekking, wijziging en beëindiging

Artikel 24 Procedure en gronden

  • 1 Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn de subsidie in tetrekken, te wijzigen of te beëindigen om andere redenen dan onder lid 3genoemd, wordt dit minimaal een half jaar vóór het aflopen van eenmeerjarige of budgetsubsidie aan de betreffende organisatie medegedeeld.

  • 2 In het ten uitvoer leggen van het onder lid 1 genoemde voornemenworden de gronden waarop het besluit is gebaseerd in de beschikking aangegeven.

  • 3 Zolang de subsidie niet is vastgesteld kunnen burgemeester enwethouders de subsidieverlening intrekken of ten nadele van desubsidieontvanger wijzigen of beëindigen indien:

    • a.

      de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel zijn uitgevoerd of zullen worden uitgevoerd.

    • b.

      de subsidieontvanger heeft gehandeld in strijd met de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

    • c.

      de organisatie onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid.

    • d.

      de subsidie op basis van artikel 19 onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

  • 4 Bij intrekking, wijziging of beëindiging wordt rekening gehouden met dedoor de subsidieontvanger reeds aangegane verplichtingen, in die zin dataan derden die buiten hun schuld door deze intrekking, wijziging of beëindiging aantoonbaar worden gedupeerd, op hun verzoek schadeloosgesteld kunnen worden.

Hoofdstuk VI Overige bepalingen

Artikel 25 Verzekeringen

Een subsidieontvanger is verplicht:

  • a.

    een verzekering af te sluiten tegen wettelijke aansprakelijkheid ook ten behoeve van de voor hem werkende vrijwilligers.

  • b.

    zijn roerende en onroerende zaken behoorlijk te verzekeren en verzekerd te houden tegen schade door brand en eventueel andere, door burgemeester en wethouders aan te geven risico’s

Artikel 26 Vergoeding vermogensvorming

  • 1 In de gevallen bedoeld in artikel 4:41, tweede lid Awb is de subsidieontvanger aan burgemeester en wethouders een vergoeding vande vermogenswaarden verschuldigd.

  • 2 De hoogte van de vergoeding wordt door burgemeester en wethoudersvastgesteld na overleg met de betrokken organisatie.

  • 3 De hoogte van de vergoeding wordt door burgemeester en wethoudersvastgesteld na overleg met de betrokken organisatie.

  • 4 Indien het onroerende zaken betreft geschiedt de waardebepaling door eenonafhankelijk deskundige.

  • 5 Dit artikel is niet van toepassing in die gevallen waarin de activiteit c.q. dienstverlening door een derde wordt voortgezet en activa en passiva mettoestemming van burgemeester en wethouders tegen boekwaarde aan diederde worden overgedragen.

Artikel 27 Ontheffing

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen in individuele gevallen voor één ofmeer verplichtingen van deze verordening ontheffing verlenen.

  • 2 Indien lid 1 wordt toegepast, maken burgemeester en wethouders hiervan melding in het verslag aan de gemeenteraad (artikel 7, lid 4).

Artikel 28 Hardheidsclausule

  • 1 In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, waarin zij tot aantoonbare onbillijkheid leidt of waarin zij leidt tot situaties waarmeegeen aanwijsbaar belang is gediend, kunnen burgemeester en wethoudersvan het bepaalde in deze verordening afwijken.

  • 2 Indien lid 1 wordt toegepast, maken burgemeester en wethouders hiervan melding in het verslag aan de gemeenteraad (artikel 7, lid 4).

Artikel 29 Slotbepaling

Deze verordening kan worden aangehaald als “Algemene Subsidieverordening gemeente Weesp 2010”.

Artikel 30 Inwerkingtreding en intrekking

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

INHOUDSOPGAVE Blz

Hoofdstuk I Inleidende bepalingen 3Artikel 1 Begripsbepalingen 3Artikel 2 Toepassing 4Artikel 3 Rechtspersoon 4Artikel 4 Reikwijdte 5Artikel 5 Rechten van de mens 5Artikel 6 Inhoudelijk beleid 5Artikel 7 Uitvoering 5Artikel 8 Subsidieplafond 6

Hoofdstuk II Verplichtingen van de subsidieontvanger 6Artikel 9 Algemeen 6Artikel 10 Indiening aanvraag 7 Artikel 11 Verstrekken gegevens en benodigde toestemming 7 Artikel 12 Rapportage 8Artikel 13 Toestemmingsvereiste met betrekking tot bepaalde rechtshandelingen 8

Hoofdstuk III Beschikking tot verlening van subsidie 9Artikel 14 Toetsingskader 9Artikel 15 Subsidievormen en procedure voor beslissing 9Artikel 16 Budget- en meerjarige subsidies 9 Artikel 17 Budgetsubsidie en dienstverleningsovereenkomst 10Artikel 18 Eenmalige subsidies (incl. start- en waarderingssubsidies) 10 Artikel 19 Weigeringsgronden 10Artikel 20 Toekenning 11Artikel 21 Afwijzing 11

Hoofdstuk IV Beschikking tot vaststelling van subsidie 11Artikel 22 Aanvragen beschikking tot vaststelling van subsidie 11Artikel 23 Beschikking tot vaststelling van subsidie 12

Hoofdstuk V Intrekking, wijziging en beëindiging 12Artikel 24 Procedure en gronden 12

Hoofdstuk VI Overige bepalingen 12Artikel 25 Verzekeringen 12Artikel 26 Vergoeding vermogensvorming 13Artikel 27 Ontheffing 13Artikel 28 Hardheidsclausule 13 Artikel 29 Slotbepaling 13Artikel 30 Inwerkingtreding en intrekking 13

Toelichting 1 OP DE ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING 2008

Hoofdstuk I

Artikel 1 Begripsbepalingen

Algemene Wet Bestuursrecht (Awb):De hoofdregels over subsidieverlening door bestuursorganen zijn vastgesteld in titel 4.2 van de Awb. Deze verordening geeft nadere regels. De tekst van de Awb. is te vinden op www.overheid.nl

Beleidsveld:Hierbij wordt de indeling van de beleidsvelden van de Kadernota Welzijn Weesp 2005 gevolgd. Het betreft:• Kunst en cultuur• Sport• Gezondheidszorg/gehandicaptenbeleid/WMO• Jeugd en jongeren• Senioren (65+)• Oud- en nieuwkomers• Vrijwilligers• Overige• Incidentele aanvragen

Artikel 3 RechtspersoonlijkheidHierin is aangegeven dat slechts organisaties met een rechtspersoonlijkheid voor een subsidie in aanmerking komen en dat, wanneer de uitzonderingsregel uit lid 3 wordt toegepast, daarop eveneens de Awb van toepassing is.Artikel 4 Reikwijdte

De soorten gemeentelijke bijdragen aan derden die niet onder deze verordening vallen, worden hier genoemd.De “andere gemeentelijke bijdragen” kunnen worden verstrekt op grond van andere subsidieverordeningen (bijv. verhuiskosten ouderen, monumentenzorg).

Artikel 7 Uitvoering

Het artikel geeft mede inhoud aan de verantwoordelijkheid en bevoegdheid van het college.Onder het 5e lid wordt de verplichting van de Awb ingevuld. Deze spreekt van perioden van 5 jaar waarover verslag moet worden uitgebracht van de doeltreffendheid en effecten van de verleende subsidies. Er is in deze verordening voor gekozen om aan te sluiten bij de raadsperioden van 4 jaar.

Artikel 8 Subsidieplafond

Dit artikel geeft enerzijds de bevoegdheid van de raad aan en anderzijds de wijze waarop het college geacht wordt uitvoering te geven aan het door de raad bepaalde.Hoofdstuk II

Het gehele hoofdstuk handelt over de verplichtingen van de subsidievrager.De “andere bescheiden” die nog kunnen worden gevraagd door het college zijn bijv. een bewijs dat de organisatie zich beweegt binnen het wettelijk kader.Voorbeeld: een speeltuinvereniging moet een verklaring overleggen dat de speelwerktuigen goedgekeurd zijn door de instantie die de wettelijke eisen handhaaft.

Hoofdstuk III

Dit hoofdstuk geeft de verschillende benaderingen weer evenals de weigeringsgronden.De gemeente Weesp kent twee subsidievormen: Structurele subsidies: Budgetsubsidies en Meerjarige subsidies Incidentele subsidies: Eenmalige subsidies, Startsubsidies en Waarderingssubsidies.

Hoofdstuk IV

Bepaalt de wijze waarop de uiteindelijke subsidie wordt vastgesteld en betaald.In artikel 1 is teruggekeerd naar het aanvragen van vaststelling tot subsidie (en daarmee indiening van de vereisten inzake rapportage) vóór 1 april van het jaar, volgend op het jaar waarvoor subsidie is toegekend. Dit is gedaan, omdat deze gegevens nodig zijn voor verwerking in de jaarrekening van de gemeente.

Hoofdstuk V

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de weigeringsgronden en procedure bij enerzijds intrekking, wijziging of beëindiging van meerjarige en budgetsubsidies en anderzijds als de aanvrager niet voldoet aan zijn verplichtingen.

Hoofdstuk VI

Hierin wordt een aantal extra verplichtingen van de aanvrager geregeld. Daarnaast wordt aangegeven dat het college bevoegd is ontheffing te verlenen en de hardheidsclausule toe te passen, welke beide vermeld moeten worden in het verslag aan de raad.Tenslotte behandelt het hoofdstuk de nadere procedurele aspecten van de verordening, de momenten waarop de oude verordening en regeling worden ingetrokken en de overgangsregeling.

-0-0-0-0-0-