Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR705067
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR705067/1
Regeling vervallen per 30-03-2024
Nummer 2023R0110d Legesverordening 2024
Geldend van 01-01-2024 t/m 29-03-2024
Intitulé
Nummer 2023R0110d Legesverordening 2024De raad van de gemeente Veendam;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 oktober 2023;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet;
besluit:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024
(Legesverordening 2024)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
-
a. dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
-
b. week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
-
c. maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
-
d. jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
-
e. kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
Artikel 2 Belastbaar feit
-
1. Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
- a.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
-
a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
-
b. het afgeven van stukken nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon en bezoldiging;
-
c. diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen acht dagen na de dagtekening van de kennisgeving
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen acht dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen acht dagen na dagtekening van kennisgeving.
- a.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
-
1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
-
2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
-
a. zuiver redactioneel van aard zijn;
-
b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12 Overgangsrecht
-
1. De ‘Legesverordening 2023’ van 7 november 2022 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2024, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 13 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: “Legesverordening 2024”.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 november 2023.
De voorzitter, De griffier,
mr. S.E. Korthuis A.A. Swart
Tarieventabel
Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2024 |
||
Hoofdstuk 1 |
ALGEMENE DIENSTVERLENING |
|
Paragraaf 1.1 |
Burgerlijke stand |
|
1.1 |
Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap |
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruikgemaakt wordt van de raadszaal van het gemeentehuis op: |
||
a. |
maandag tot en met donderdag en vrijdag tot 12.00 uur |
€ 415,90 |
b. |
vrijdag vanaf 12.00 uur, zaterdag, zondag, algemeen erkende of daarmee gelijkgestelde feestdagen in de zin van artikel 3 van de Algemene termijnenwet |
€ 945,35 |
c. |
Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op één van de door het college daartoe bij besluit aangewezen permanente vaste trouwlocaties |
€ 319,70 |
d. |
De huwelijksvoltrekking of partnerschapsregistratie, in een spreekkamer, op maandagmorgen om 8.30 uur en om 9.00 uur, geschiedt kosteloos |
|
1.2 |
Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk |
|
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruikgemaakt wordt van de raadszaal van het gemeentehuis op: |
||
a. |
maandag tot en met donderdag en vrijdag tot 12.00 uur |
€ 415,90 |
b. |
vrijdag vanaf 12.00 uur, zaterdag, zondag, algemeen erkende of daarmee gelijkgestelde feestdagen in de zin van artikel 3 van de Algemene termijnenwet |
€ 945,35 |
c. |
Het tarief bedraagt ter zake van het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op één van de door het college daartoe bij besluit aangewezen permanente vaste trouwlocaties |
319,70 |
d. |
Het tarief bedraagt ter zake van het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een spreekkamer |
€ 75,55 |
e. |
De huwelijksvoltrekking of partnerschapsregistratie, in een spreekkamer, op maandagmorgen om 8.30 uur en om 9.00 uur, geschiedt kosteloos |
|
1.3 |
Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis |
|
Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk, registratie van een in een huwelijk, al dan niet met inachtneming van het bepaalde in artikel 64 van het Burgerlijk Wetboek, op een andere locatie dan bedoeld in 1.1.: |
€ 496,90 |
|
1.4 |
Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis |
|
Het tarief bedraagt ter zake van het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, al dan niet met inachtneming van het bepaalde in artikel 64 van het Burgerlijk Wetboek, op een andere locatie dan bedoeld in artikel 1.1 |
496,90 |
|
1.5 |
Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
|
a. |
als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden: |
€ 143,65 |
b. |
als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden: |
€ 287,25 |
1.6 |
Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
|
Gereserveerd |
||
1.7 |
Overig Burgerlijke stand |
|
a. |
Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 33,75 |
b. |
Het tarief voor een gewaarmerkt afschrift of uittreksel uit de registers van de burgerlijke stand bedraagt (wettelijk tarief) |
Maximum tarief conform legesbesluit akten burgerlijke stand |
c. |
Het tarief voor elk meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand bedraagt (wettelijk tarief) |
Maximum tarief conform legesbesluit akten burgerlijke stand |
d. |
Het tarief voor de afgifte van een verklaring van huwelijksbevoegdheid bedraagt (wettelijk tarief) |
Maximum tarief conform legesbesluit akten burgerlijke stand |
1.8 |
Trouwboekje of partnerschapsboekje |
|
een trouwboekje of partnerschapsboekje: |
||
a. |
voor een standaard uitvoering |
€ 53,00 |
b. |
voor een luxe uitvoering |
€ 74,10 |
Paragraaf 1.2 |
Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|
1.9 |
Paspoorten of andere reisdocumenten |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
a. |
een nationaal paspoort: |
|
1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
Maximum tarief conform besluit paspoortgelden |
2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
Maximum tarief conform besluit paspoortgelden |
b. |
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort): |
|
1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
Maximum tarief conform besluit paspoortgelden |
2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
Maximum tarief conform besluit paspoortgelden |
c. |
een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
Maximum tarief conform besluit paspoortgelden |
2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
Maximum tarief conform besluit paspoortgelden |
d. |
een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: |
Maximum tarief conform besluit paspoortgelden |
1.10 |
Nederlandse identiteitskaart |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
a. |
het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) aan personen tot en met 17 jaar, met een geldigheidsduur van 5 jaar (wettelijk maximum) |
Maximum tarief conform besluit paspoortgelden |
1 |
het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) aan personen van 18 jaar en ouder, met een geldigheidsduur van 10 jaar, inclusief de rijkskostencomponent zoals vastgesteld in het besluit Paspoortgelden (wettelijk maximum) |
Maximum tarief conform besluit paspoortgelden |
1.11 |
Modaliteiten |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
a. |
De tarieven genoemd in artikel 1.9 en 1.10 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van (wettelijk maximum) |
Maximum tarief conform besluit paspoortgelden |
b. |
Het tarief genoemd bij onderdeel a wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 1.9 slechts één keer per reisdocument berekend. |
|
c. |
De tarieven in de artikelen 1.9, 1.10 en 1.11 worden naar beneden afgerond met inachtneming een afronding op een veelvoud van € 0,05. |
|
d |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot de teruggave van een ongeldig gemaakt reisdocument of identiteitskaart |
€ 3,60 |
Paragraaf 1.3 |
Rijbewijzen |
|
1.12 |
Rijbewijzen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: |
Maximum tarief Regeling Dienst Wegverkeer |
1.13 |
Modaliteiten |
|
1 |
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt: |
|
a. |
bij een spoedlevering vermeerderd met: |
Maximum tarief Regeling Dienst Wegverkeer |
b. |
bij een aanvraag in verband met een vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs vermeerderd met: |
Geen tarief |
2. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een aanvraagformulier ter verkrijging van een Geneeskundige Verklaring betreffende lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorvoertuigen, waarvoor een rijbewijs is vereist (zogenaamde Eigen Verklaring) bedraagt |
€ 50,25 |
3. |
Het genoemde tarief in artikel 1.12 en 1.13 wordt naar beneden afgerond met inachtneming een afronding op een veelvoud van € 0,05 |
Paragraaf 1.4 |
Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens |
|
1.14 |
Definities |
|
1 |
Voor de toepassing van artikel 1.15 en 1.17 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
2 |
Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
|
1.15 |
Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1. |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
maximum tarief uittreksel burgerlijke stand |
1.16 |
Verstrekking van aangehaakte gegevens |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
||
1. |
tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking |
maximum tarief uittreksel burgerlijke stand |
2. |
tot het verstrekken van een internationaal uittreksel uit de BRP |
€ 28,80 |
3. |
tot het verstrekken van een gezinsuittreksel uit de BRP |
€ 34,40 |
4. |
tot het verstrekken van een afschrift van een persoonslijst, (wettelijke tarieven): |
|
a. |
indien het afschrift ten hoogste bestaat uit 100 pagina’s, per pagina |
0,30 |
|
€ 6,45 |
|
c. |
indien het afschrift bestaat uit meer dan 100 pagina’s |
€ 31,50 |
d. |
indien het afschrift bestaat uit een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking |
€ 31,50 |
5. |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen |
maximum tarief uittreksel burgerlijke stand |
1.17 |
Papieren verstrekking |
|
|
In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen: |
maximum tarief |
1.18 |
Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 32,20 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
€ 28,75 |
Paragraaf 1.5 |
Bestuursstukken |
|
1.19 |
Afschriften van bestuursstukken |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||
1. |
een afschrift van de gemeentebegroting |
€ 89,20 |
2. |
een afschrift van de gemeenterekening |
€ 123,25 |
3. |
een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina |
€ 0,50 |
4 |
een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina |
€ 0,50 |
.5. |
een afschrift van het verslag van een vergadering van een raadscommissie, per pagina |
€ 0,50 |
6. |
een afschrift van de stukken behorende bij een vergadering van een raadscommissie |
€ 5,00 |
7. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van de verordeningen, per verordening |
€ 5,00 |
8. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen in de vorm van een zwart-wit kopie levering per afdruk: |
|
a. |
A4 formaat |
€ 0,50 |
b. |
A3 formaat |
€ 2,45 |
c. |
A2 formaat |
€ 8,05 |
d. |
A1/A0 formaat |
€ 12,10 |
8. |
inlichtingen in de vorm van een kleurenkopie levering per afdruk: |
|
a. |
A3/A4 formaat |
€ 5,05 |
b. |
A0/A1/A2 formaat |
€ 28,40 |
1.20 |
Abonnement op bestuursstukken |
|
Gereserveerd |
Paragraaf 1.6 |
Vastgoedinformatie |
|
1.21 |
Plan- of kaartinformatie |
|
1. |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen omtrent de administratieve kadastrale aanduiding, dan wel de geometrische kadastrale aanduiding, per inlichting |
€ 13.00 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan voor: |
||
2 |
het verkrijgen en het verstrekken van inlichtingen omtrent vastgoedinformatie |
€ 13,00 |
3 |
het extra verstrekken van inlichtingen omtrent vastgoedinformatie in de vorm van (al dan niet gecombineerd): |
|
een zwart-wit kopie: |
||
levering per afdruk A3/A4-formaat |
||
a |
voor de 1e kopie |
€ 7,65 |
b |
voor iedere daaropvolgende kopie |
€ 0,35 |
levering per afdruk in groot formaat (A0/A1/A2) |
||
c |
voor de 1e kopie |
€ 13,00 |
d |
voor iedere daaropvolgende kopie |
€ 7,65 |
een digitaal bestand: |
||
e |
per gescand document |
€ 7,65 |
4 |
Het tarief bedraagt ter zake het in behandeling nemen van een aanvraag voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan voor: |
|
a |
het verkrijgen en het verstrekken van inlichtingen omtrent vastgoed-geoinformatie |
€ 13,00 |
b |
het extra verstrekken van inlichtingen omtrent vastgoed-geoinformatie in de vorm van een grafische situatie in kleur: |
|
levering per afdruk A3/A4-formaat |
||
1 |
voor de 1e kopie |
€ 10,70 |
2 |
voor iedere daaropvolgende kopie |
€ 2,25 |
levering per afdruk in grootformaat (A0/A1/A2) |
||
3 |
voor de 1e kopie |
€ 30,60 |
4 |
voor iedere daaropvolgende kopie |
€ 19,10 |
5 |
Het tarief bedraagt ter zake het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van digitale inlichtingen omtrent vastgoedinformatie in de vorm van een geografische situatie: |
|
a |
levering digitaal (100x100m) 1 hectare |
€ 14,20 |
b |
bebouwd gebied: per extra hectare |
€ 19,10 |
c |
landelijk gebied: per extra hectare |
€ 7,65 |
1.22 |
Informatie uit registers |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken, per kadastraal perceel of gemeentelijk adres, van: |
||
a |
een afschrift of uittreksel van een in het gemeentelijke beperkingenregister ingeschreven beperkingenbesluit, beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel vervallenverklaring van een publiekrechtelijke beperking, mits afgehaald |
€ 14,05 |
b |
een afschrift of uittreksel van een in het gemeentelijke beperkingenregister ingeschreven beperkingenbesluit, beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel vervallenverklaring van een publiekrechtelijke beperking, toegestuurd |
€ 17,20 |
c |
een afschrift of uittreksel van een in de gemeentelijke beperkingenadministratie opgenomen gegeven, mits afgehaald |
€ 14,05 |
d |
een afschrift of uittreksel van een in de gemeentelijke beperkingenadministratie opgenomen gegeven, toegestuurd |
€ 17,20 |
e |
een schriftelijke verklaring dat er blijkens de in de gemeentelijke beperkingenadministratie opgenomen gegevens geen publiekrechtelijke beperking van kracht is ten aanzien van de daarbij aangegeven onroerende zaak of zaken, mits afgehaald |
€ 14,05 |
f |
een schriftelijke verklaring dat er blijkens de in de gemeentelijke beperkingenadministratie opgenomen gegevens geen publiekrechtelijke beperking van kracht is ten aanzien van de daarbij aangegeven onroerende zaak of zaken, toegestuurd |
€ 17,20 |
g |
Het tarief bedraagt voor het waarmerken van afschriften of uittreksels uit de gemeentelijke beperkingenadministratie, per kadastraal perceel of gemeentelijk adres |
€ 4,65 |
1.23 |
Informatie uit adressenbestanden |
|
Gereserveerd |
Paragraaf 1.7 |
Overige publiekszaken |
|
1.24 |
Gemeentegarantie |
|
|
Gereserveerd |
|
1.25 |
Overige publiekszaken |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
a. |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: |
de door of namens de minister vastgestelde rijksleges |
b. |
tot het legaliseren van een handtekening |
13,20 |
c. |
tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn (wettelijk tarief) |
Maximum tarief conform legesbesluit akten burgerlijke stand |
d. |
een enkelvoudig verzoek gezinsinkomsten standaard (wettelijk tarief) |
Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 |
d. |
een gemeenschappelijk verzoek standaard (wettelijk tarief) |
Besluit optie- en naturalisatiegelden 2003 |
e. |
een meenaturaliserend kind (wettelijk tarief) |
Besluit optie- en naturalisatiegelden 2004 |
f. |
een enkelvoudig verzoek verlaagd (wettelijk tarief) |
Besluit optie- en naturalisatiegelden 2005 |
g. |
een gemeenschappelijk verzoek verlaagd (wettelijk tarief) |
Besluit optie- en naturalisatiegelden 2006 |
h. |
een verzoek ingevolge de wet betreffende de positie van Molukkers (wettelijk tarief) |
Besluit optie- en naturalisatiegelden 2007 |
i. |
een enkelvoudig verzoek optieverklaring (wettelijk tarief) |
Besluit optie- en naturalisatiegelden 2008 |
j. |
een gemeenschappelijk verzoek optieverklaring (wettelijk tarief) |
Besluit optie- en naturalisatiegelden 2009 |
k. |
een medeopterende minderjarige (wettelijk tarief) |
Besluit optie- en naturalisatiegelden 2010 |
l. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een adresverklaring met vermelding van het waardegegeven (WOZ-waarde) (uitgezonderd waarden die op grond Wet WOZ openbaar gemaakt zijn) |
€ 19,00 |
Paragraaf 1.8 |
Gemeentearchief |
|
1.26 |
Naspeuringen in gemeentearchief |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 29,05 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
1.27 |
Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief |
|
1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per |
|
a. |
A4 pagina |
€ 0,60 |
b. |
A3 pagina |
€ 1,30 |
c. |
een kopie van een A0/A1/A2 tekening |
€ 12,60 |
d. |
bestelling foto (digitaal, analoog) |
€ 6,80 |
1.28 |
Uitlenen archiefbescheiden |
|
Gereserveerd |
Paragraaf 1.9 |
Bijzondere wetten |
|
1.29 |
Huisvestingswet 2014 |
|
|
Gereserveerd |
|
1.30 |
Leegstandwet |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet: |
€ 242,15 |
b. |
om verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet: |
€ 121,00 |
1.31 |
Wet op de kansspelen |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning, als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen, voor een periode van 12 maanden (alle tarieven bij regeling vastgesteld): |
|
a. |
voor één kansspelautomaat |
€ 56,50 |
b. |
voor twee of meer kansspelautomaten, per kansspelautomaat: |
€ 22,50 |
vermeerderd met een bedrag van |
€ 34,00 |
|
c. |
Onderdelen a en b zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, met dien verstande dat voor de toepassing van onderdeel a in plaats van een bedrag van € 56,50 een bedrag van € 226,50 en voor de toepassing van onderdeel b in plaats van € 22,50 een bedrag van € 90,50 en in plaats van € 34,00 een bedrag van € 136,00 geldt. |
|
2 |
Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden. |
|
3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 55,50 |
1.32 |
Telecommunicatiewet |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet |
€ 298,30 |
a. |
indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met |
€ 1,40 |
b. |
indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met |
€ 1,40 |
c. |
indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met |
€ 185,05 |
d. |
indien de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, verhoogd met |
€ 185,05 |
e. |
indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
1.33 |
Wegenverkeerswetgeving |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
a. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: |
€ 75,50 |
b. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen: |
€ 75,50 |
c. |
verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW): |
€ 75,50 |
d. |
De kosten van de keuring komen voor rekening van de aanvrager van de gehandicaptenparkeerkaart. Deze keuringskosten worden niet vergoed door de gemeente. |
|
e. |
tot het verstrekken van een ontheffing als bedoeld in Hoofdstuk 5, afdeling 1, van de thans geldende Algemene Plaatselijke Verordening Veendam |
€ 50,60 |
Paragraaf 1.10 |
Diversen |
|
1.34 |
Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||
1 |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 2,10 |
.2 |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 4,90 |
3 |
geoptimaliseerde en niet gecomprimeerde grafische bestanden in digitale vorm, die niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling is opgenomen, per megabyte |
€ 5,90 |
4. |
In afwijking van het gestelde in lid 1 bedragen de tarieven van kopieën in het kader van de Wet Open Overheid de maximumtarieven zoals zijn vastgesteld in het Besluit maximumtarieven open overheid. |
Hoofdstuk 2 |
DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET |
|
Paragraaf 2.1 |
Algemene bepalingen |
|
2.1 |
Definities |
|
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
|
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
|
4. |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ wordt onder de in die omschrijving genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 verstaan de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567. |
|
5. |
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Het inzien van het bovengenoemde normblad NEN is mogelijk in het gemeentehuis van Veendam (Raadhuisplein 5). Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; |
|
6. |
balievergunning: de overeenkomstig met artikel 2.1 Omgevingswet vergunningplichtige bouwwerken met een beperkte omvang die voldoen aan de voorwaarden zoals genoemd in het besluit van het college van de gemeente Veendam d.d. 17 december 2019 inzake balievergunningen; |
|
7. |
lijst met kruimels, kiezels en brokstukken: Lijst zoals die door het college van Veendam is vastgesteld d.d. 7 juli 2020; |
|
8. |
kruimelafwijkingen: afwijkingen met een zeer geringe ruimtelijke impact en die niet als politiek dan wel maatschappelijke gevoelig zijn aan te merken, zoals bedoeld in de Lijst met kruimel-, kiezel- en brokstukafwijkingen; |
|
9. |
kiezelafwijkingen: afwijkingen met enige ruimtelijke impact en die of als politiek dan wel maatschappelijke gevoelig zijn aan te merken, zoals bedoeld in de Lijst met kruimel-, kiezel- en brokstukafwijkingen; |
|
10. |
brokstukafwijkingen: afwijkingen met een grote tot zeer grote ruimtelijke impact en die als politiek dan wel maatschappelijke gevoelig zijn aan te merken, zoals bedoeld in de Lijst met kruimel-, kiezel- en brokstukafwijkingen. |
|
11. |
conceptaanvraag Omgevingsvergunning: voor het indienen van een aanvraag tot het verlenen van een Omgevingsvergunning, kan een initiatiefnemer het College via het Digitaal stelsel Omgevingswet verzoeken om aan de hand van een uitgewerkt bouwplan te boordelen of het bouwplan in het kader van de Omgevingswet vergunbaar is. Wanneer het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan kan een initiatiefnemer door het invullen van een daartoe bestemd QuickScanformulier het College verzoeken om een oordeel omtrent de kans op het verlenen van medewerking aan een afwijking op grond van de Omgevingswet of een wijziging, dan wel herziening van het omgevingsplan op grond van de Omgevingswet. |
|
12. |
beoordeling conceptaanvraag omgevingsvergunning: het geven van een schriftelijk standpunt over het gepresenteerde bouwplan met betrekking tot het bestemmingsplan |
|
13. |
professionals: adviesbureaus, architecten, ontwikkelaars, bouwers en stedenbouwkundige en/of planologische adviseurs met kennis van het Omgevingsrecht dan wel enig ander die als professional op het gebied van Omgevingsrecht actief is. Hierbij kan gedacht worden aan (steden)bouw, milieu en ruimtelijke ordening |
|
14. |
mondeling vooroverleg: mondeling overleg tussen een initiatiefnemer en een ruimtecoach voorafgaand aan het indienen van een conceptaanvraag of aanvraag Omgevingsvergunning, waarbij initiatiefnemer geïnformeerd wordt over het proces en de wettelijke en de beleidsmatige kaders binnen het Omgevingsrecht |
|
15. |
schriftelijk vooroverleg: op schriftelijke vragen (via de mail, web-formulier of brief) van een initiatiefnemer met betrekking tot een bouwplan wordt initiatiefnemer door een medewerker van de gemeente schriftelijk geïnformeerd |
|
16. |
raadplegen van een ruimtecoach: Initiatiefnemer consulteert een ruimtecoach (medewerker van de gemeente) over zijn bouwplan. De ruimtecoach bepaalt of een gesprek - bij voorkeur samen met zijn professionele begeleider - nodig is om ervoor te zorgen dat een aanvraagformulier Omgevingsvergunning en/of een QuickScanformulier zo volledig mogelijk en juist wordt ingevuld. De ruimtecoach informeert aanvrager over het proces en geeft aan waar welke (wettelijke) informatie te vinden is, welk onderzoeken uitgevoerd moeten worden en welke documenten initiatiefnemer en/of diens professional moet aanleveren bij een conceptaanvraag |
|
17. |
quickscanformulier: een bij een conceptaanvraag behorend formulier voor een bouwplan waarvoor een brokstukafwijking moet worden verleend |
|
18. |
welstandstoets vooraf: de aanvrager van een Omgevingsvergunning, niet zijnde een aanvraag voor een vergunning die voldoet aan de voorwaarden van een balievergunning, vraagt voordat het plan wordt ingediend in OLO advies aan Libau (uitvoerder van de Welstandsnota van de gemeente) hoe het bouwplan zich verhoudt tot de redelijke eisen van Welstand en/of het erfgoedaspect |
|
19. |
welstandstoets achteraf: de gemeente vraagt, nadat initiatiefnemer via het Digitaal stelsel Omgevingswet een aanvraag Omgevingsvergunning heeft ingediend, niet zijnde een aanvraag voor een vergunning die voldoet aan de voorwaarden van een balievergunning, Libau om advies hoe het ingediende bouwplan zich verhoudt tot de redelijke eisen van welstand en/of het erfgoedaspect |
|
2.2 |
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||
a. |
omgevingsoverleg |
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet |
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
2.3 |
Bepalen tarief |
|
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
Paragraaf 2.2 |
Voorfase |
|
2.4 |
Omgevingsoverleg |
|
1. |
Het tarief voor mondeling vooroverleg bedraagt: |
Nihil |
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een conceptaanvraag: |
|
a |
tot het verkrijgen van een verklaring vergunningvrij bouwen: |
€ 120,92 |
b |
tot het beoordelen van een omgevingsvergunning: |
€ 234,84 |
c |
tot het beoordelen van een omgevingsvergunning waarvoor een kruimelafwijking van het omgevingsplan moet worden gevoerd: |
€ 329,81 |
d |
tot het beoordelen van een omgevingsvergunning waarvoor een kiezelafwijking van het omgevingsplan moet worden gevoerd: |
€ 549,71 |
e |
tot het beoordelen van een omgevingsvergunning waarvoor een brokstukafwijking van het omgevingsplan moet worden gevoerd: |
€ 2.198,90 |
3. |
Indien aanvrager voordat het een conceptaanvraag zoals vermeld onder 2.4 lid 2 onderdeel e heeft ingediend een ruimtecoach heeft geraadpleegd, worden de op grond van 2.4 lid 2 onderdeel e. geheven leges verminderd met: |
20% |
Paragraaf 2.3 |
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning |
||
2.5 |
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
indien de bouwkosten minder dan € 200.000,- bedragen: |
2,55% |
van de bouwkosten, vermeerderd met: |
€ 93,63 |
|
b. |
indien de bouwkosten € 200.000,- of meer bedragen: |
2,08% |
van de bouwkosten boven de € 200.000,- |
||
vermeerderd met: |
€ 5.193,63 |
|
c. |
Het overeenkomstig 2.5 berekende bedrag bedraagt maximaal: |
€ 300.000,00 |
2.6 |
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijk deel) |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit |
||
a. |
indien het een balievergunning betreft: |
€ 92,09 |
b. |
indien het een bouwwerk – geen gebouw zijnde – betreft zoals erfafscheidingen en gevelwijzigingen (en andere vergelijkbare bouwwerken): |
€ 250,00 |
c. |
indien het kleinere gebouwen of uitbreiding van bestaande gebouwen betreft zoals garages, tuinhuizen, overkappingen, dakkappellen en uitbouwen: |
€ 500,00 |
d. |
indien het grotere bouwwerken onder GK 1 betreft zoals woningen en kleine bedrijfsgebouwen: |
€ 3.000,00 |
2.7 |
gereserveerd |
|
paragraaf 2.4 |
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
2.8 |
Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
1. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de Erfgoedverordening gemeente Veendam in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
|
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
nihil |
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 964,18 |
2.9 |
Rijksmonumentenactiviteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
nihil |
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 964,18 |
2.10 |
Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing art. 20 van de Erfgoedverordening gemeente Veendam 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
€ 234,84 |
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 234,84 |
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 234,84 |
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
2.11 |
gereserveerd |
|
gereserveerd |
||
Paragraaf 2.5 |
Milieubelastende activiteiten |
|
2.12 |
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
2.13 |
Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.040,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 9.025,00 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 13.775,00 |
|
|
|
2.14 |
Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.040,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 9.025,00 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 13.775,00 |
|
|
|
2.15 |
Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.040,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 9.025,00 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 13.775,00 |
|
|
|
2.16 |
Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.040,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 9.025,00 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 13.775,00 |
|
|
|
2.17 |
Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.850,00 |
|
|
|
2.18 |
Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.040,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 9.025,00 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 13.775,00 |
|
|
|
2.19 |
Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.850,00 |
|
|
|
2.20 |
Samenloop van milieubelastende activiteiten |
|
1. |
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast. |
|
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt. |
|
|
|
|
Paragraaf 2.6 |
Lozingsactiviteiten |
|
2.21 |
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 225,00 |
|
|
|
2.22 |
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 225,00 |
|
|
|
Paragraaf 2.7 |
gereserveerd |
|
|
|
|
2.24 |
gereserveerd |
|
|
|
|
2.25 |
gereserveerd |
|
|
|
|
2.26 |
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 234,84 |
|
|
|
2.27 |
gereserveerd |
|
|
|
|
2.28 |
gereserveerd |
|
|
|
|
2.29 |
gereserveerd |
|
|
|
|
2.30 |
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 3 van de Bomenverordening gemeente Veendam 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor 25 bomen of minder |
€ 162,28 |
b. |
voor meer dan 25 bomen |
€ 484,15 |
2.31 |
Omgevingsplanactiviteit: reclame |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 2.10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame: |
€ 273,16 |
2.32 |
Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de thans geldende Algemene plaatselijke verordening Veendam een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief |
||
a. |
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken: |
€ 648,59 |
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: |
€ 648,59 |
2.33 |
Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:15 en 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 250,14 |
|
2.34 |
gereserveerd |
|
Paragraaf 2.9 |
Maatwerkvoorschriften |
|
2.35 |
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: |
|
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: |
|
|
1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|
|
2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|
|
3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of |
|
|
4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|
|
per maatwerkvoorschrift: |
€ 500,00 |
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 500,00 |
2.36 |
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
1. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
|
a. |
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 1.900,00 |
b. |
twee of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit: |
€ 950,00 |
2. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 1.900,00 |
2.37 |
Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 950,00 |
|
Paragraaf 2.10 |
Gelijkwaardigheid |
|
2.38 |
Gelijkwaardige maatregel |
|
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 95,00 |
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur: |
nihil |
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 95,00 |
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 95,00 |
2 |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.11 |
Overige tarieven |
|
2.39 |
gereserveerd |
|
gereserveerd |
||
2.40 |
Wijzigen omgevingsvergunning |
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is het tarief verschuldigd zoals opgenomen in artikel 2.4, lid 2 onderdeel b. |
||
2.41 |
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning |
€ 1.900,00 |
|
2.42 |
Intrekken omgevingsvergunning |
|
a. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.57 van toepassing is: |
€ 329,86 |
b. |
Indien de omgevingsvergunning die ziet op kapactiviteiten als bedoeld in artikel 2.30 wordt ingetrokken, worden de verschuldigde leges, als bedoeld in onderdeel 2.30 verminderd met: |
50% |
2.43 |
Beoordeling aanvullende gegevens |
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen: |
€ 37,50 |
|
2.44 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
||
2.45 |
Wijzigen van het omgevingsplan |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
|
a. |
voor bouwwerken met een bebouwd oppervlak van =< 150 m2 |
€ 2.748,56 |
b. |
voor bouwwerken met een bebouwd oppervlak van > 150 m2 en =< 450 m2 |
€ 6.046,87 |
c. |
voor bouwwerken met een bebouwd oppervlak van > 450 m2 |
€ 8.245,72 |
2. |
Indien voor een juiste behandeling initiatiefnemer een volledig en juist concept-omgevingsplan aanlevert worden de op grond van 2.45, lid 1 geheven leges verminderd met |
20% |
2.46 |
Overige en niet genoemde besluiten op aanvraag |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 234,84 |
2. |
Reproductiekosten |
|
De reproductiekosten voor een aanvraag omgevingsvergunning bedragen per |
||
a. |
A4 of A3 formaat |
€ 2,94 |
b. |
A2 formaat |
€ 9,32 |
c. |
A1 formaat of groter |
€ 14,21 |
3. |
Ligplaats |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ligplaatsvergunning voor een woonschip bedraagt |
||
a. |
per half uur: |
€ 49,80 |
b. |
met een maximum van: |
€ 203,84 |
4. |
Informatie ten behoeve van vastgoedtaxaties (makelaars) |
|
a. |
Het tarief voor het verstrekken van informatie voor vastgoedtaxaties indien de gevraagde informatie wordt verzonden |
€ 101,30 |
5. |
Ontheffing geluidhinder |
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing hogere grenswaarde geluid bedraagt |
||
a. |
voor gevallen van enkelvoudige aard (één woning, één soort geluidhinder) |
€ 417,77 |
b. |
voor overige gevallen |
€ 831,73 |
Paragraaf 2.12 |
Modaliteiten |
|
2.47 |
Achteraf ingediende aanvraag |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
50% |
|
2.48 |
Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 2.748,56 |
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 2.748,56 |
2.49 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
Indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dit hoofdstuk bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld, wordt geheven: |
|
a. |
voor een milieukundig bodemrapport |
€ 384,65 |
b. |
voor een archeologisch bodemrapport |
€ 384,65 |
Leveren bodeminformatie |
||
c. |
Voor het leveren van een specifiek bestaand bodemrapport |
€ 12,93 |
d. |
Verzoek tot het aanleveren van bodeminformatie met onderzoek |
€ 161,97 |
e. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende geluid- of luchtbelasting |
€ 384,65 |
f. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 384,65 |
g. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 384,65 |
h. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 3.990,00 |
i. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 384,65 |
2.50 |
Advies |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ 1.747,34 |
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke Adviescommissie voor Omgevingskwaliteit Veendam 2024 worden de op grond van paragraaf 2.3 verschuldigde leges verhoogd met de kosten die Libau voor het uitbrengen van een advies in rekening heeft gebracht, waarbij deze kosten bij een welstandstoets achteraf worden vermeerderd met € 300,00 voor gemeentelijke begeleidingskosten. |
|
c. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a en b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
2.51 |
Instemming |
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
||
a. |
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
€ 1.747,34 |
b. |
als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn |
|
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.13 |
Vermindering |
|
2.52 |
Vermindering na omgevingsoverleg |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
100% |
|
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges. |
||
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: |
|
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; |
||
in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en |
||
binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
||
2.53 |
Reserveren |
|
2.54 |
Reserveren |
|
2.55 |
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gesteld, zal voor de reeds verrichte werkzaamheden een tarief in rekening worden gebracht ter hoogte van: |
€ 329,86 |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
||
2.56 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. |
||
a. |
De teruggaaf bedraagt voor de activiteit genoemd in artikel 3.30 (Kappen) bij gehele of gedeeltelijke intrekking na de indiening van de aanvraag: |
50% |
b. |
Voor bouw-, aanleg of sloopactiviteiten geldt dat bij gehele of gedeeltelijke intrekking na de indiening van de aanvraag de leges worden verminderd overeenkomstig het artikel 2.4 lid 2 geldende tarief, met dien verstande dat reeds gemaakte kosten voor bijvoorbeeld externe adviezen blijven verschuldigd. |
|
c. |
De teruggaaf bedraagt voor alle overige activiteiten bij gehele of gedeeltelijke intrekking na de indiening van de aanvraag: |
75% |
2.57 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
||
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip van zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
||
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
||
2.58 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, sloop- of milieubelastende activiteiten |
|
1. |
Indien de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. De hierbij toegepaste tariefberekening wordt als volgt uitgevoerd: |
|
a. |
Indien binnen één jaar na verlening van de vergunning deze door de houder schriftelijk wordt ingetrokken onder indiening van de originele vergunning, wordt teruggaaf van leges verleend van: |
50% |
met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft; |
€ 136,53 |
|
b. |
bij intrekken van de niet uitgevoerde meerwerkopties bij de seriematige bouw teruggaaf verleend van de geheven leges m.u.v. de op basis van artikel 250 onderdeel b geheven leges van: |
100% |
mits dat het verzoek tot intrekking binnen 26 weken na oplevering wordt ingediend, |
||
met dien verstande dat een minimumbedrag verschuldigd blijft van: |
€ 136,53 |
|
c. |
Indien na één jaar, maar binnen drie jaar na verlening van de vergunning deze door de houder schriftelijk wordt ingetrokken onder indiening van de originele vergunning, wordt teruggaaf van de geheven leges verleend van: |
25% |
met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft: |
€ 136,53 |
|
d. |
In afwijking van hetgeen is bepaald in onderdeel c kan de gemeente op verzoek restitutie geven van de bouwleges voor bouwvergunningen die zijn verleend voor de peildatum van 1 januari 2004. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
e. |
In afwijking van hetgeen is onderdeel c kan de gemeente op verzoek restitutie geven van de bouwleges voor projecten die afhankelijk zijn van de SDE+ regeling, wanneer het project geen SDE+ subsidie heeft gekregen en het project zonder deze subsidie niet te realiseren is, onder voorwaarde dat de vergunning binnen twee jaar na het verlenen van de vergunning door de houder schriftelijk wordt ingetrokken. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
2.59 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, sloop of milieubelastende activiteiten |
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges, waarbij minimaal verschuldigd blijft: |
€ 126,64 |
|
b. |
het vellen of doen vellen van een houtopstand, als bedoeld in artikel 2.30 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt van de op grond van artikel 2.30 verschuldigde leges. |
50% |
c. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
2.60 |
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
Van de leges verschuldigd op grond van de artikelen 2.50 en 2.51 wordt geen teruggaaf verleend. |
||
2.61 |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
Niet teruggegeven worden bedragen minder dan: |
€ 25,00 |
Hoofdstuk 3 |
DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2 |
|
Paragraaf 3.1 |
Horeca |
|
3.1 |
Exploitatie openbare inrichting |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een: |
||
a. |
exploitatievergunning genoemd in artikel 2:28 van de thans geldende Algemene plaatselijke verordening Veendam |
€ 375,35 |
b. |
Indien een vergunning of melding als bedoeld in dit hoofdstuk niet wordt verleend, wordt op aanvraag teruggaaf van 50% van de leges verleend. |
|
3.2 |
Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
|
a. |
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet |
€ 991,30 |
b. |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet |
€ 345,50 |
c. |
een melding als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet |
€ 345,50 |
d. |
een melding, niet zijnde een melding als bedoeld in artikel 30 en artikel 30a van de Alcoholwet |
€ 77,50 |
e. |
een ontheffing genoemd in artikel 35 van de Alcoholwet |
€ 125,10 |
paragraaf 3.2 |
Seksbedrijven |
|
3.3 |
Vergunning seksbedrijf |
|
1. |
een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:3, lid 1, van de thans geldende Algemene plaatselijke verordening Veendam: |
|
a. |
voor een seksinrichting |
€ 1.278,90 |
b. |
voor een escortbedrijf |
€ 1.083,70 |
3.4 |
Wijzigen vergunning seksbedrijf |
|
|
Gereserveerd |
|
Paragraaf 3.3 |
Winkeltijdenwet |
|
3.5 |
Ontheffing winkeltijden |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
a. |
tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet, Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet en de thans geldende Winkeltijdenverordening Veendam |
€ 199,75 |
b. |
tot het wijzigen van een in onderdeel 3.5a bedoelde ontheffing |
€ 199,75 |
Paragraaf 3.4 |
Organiseren evenement of markt |
|
3.6 |
Organiseren evenement |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25, lid 1, van de thans geldende Algemene plaatselijke verordening Veendam (evenementenvergunning), indien het betreft: |
||
a. |
een grootschalig evenement of een evenement met een verhoogd risicoprofiel (Klasse C, 32 t/m 53 punten van de risicoanalyse) |
€ 862,95 |
b. |
Een gemiddeld evenement of een evenement met een gemiddeld risicoprofiel (klasse B+, 22 t/m 31 punten van de risicoanalyse) |
€ 422,90 |
c. |
een kleinschalig evenement of een evenement met een laag risico (klasse B, 19 t/m 21 punten van de risicoanalyse) |
€ 166,05 |
d. |
een ontheffing genoemd in artikel 4:6b, lid 2 van de thans geldende Algemene plaatselijke verordening Veendam voor het produceren van geluid |
€ 250,15 |
e. |
een klein evenement dat niet voldoet aan de eisen als bedoeld in artikel 2:25, lid 2 van de thans geldende Algemene plaatselijke verordening Veendam (klasse A, 1 t/m 18 punten van de risicoanalyse) |
€ 96,90 |
3.7 |
Organiseren markt |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een: |
||
a. |
vergunning genoemd in artikel 5:23 van de thans geldende Algemene plaatselijke verordening Veendam voor het organiseren van beurzen of snuffelmarkten |
€ 271,30 |
3.8 |
Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt |
|
Zie de thans geldende Marktverordening Veendam |
||
3.9 |
Overige administratieve dienstverlening markt |
|
|
Gereserveerd |
|
Paragraaf 3.5 |
Standplaatsen en diverse overige vergunningen |
|
3.10 |
Losse standplaatsen, uitstallingen op of aan de openbare weg, collecte of kledinginzameling en het plaatsen van voorwerpen ten behoeven van reclame |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een: |
||
1 |
vergunning genoemd in artikel 5:15 en 5:18 van de thans geldende Algemene plaatselijke verordening Veendam voor het innemen van een standplaats |
€ 250,15 |
2 |
vergunning genoemd in artikel 2:10 van de thans geldende Algemene plaatselijke verordening Veendam voor het plaatsen van uitstallingen op of aan de openbare weg |
€ 250,15 |
3 |
vergunning genoemd in artikel 5:13 van de thans geldende Algemene plaatselijke verordening Veendam voor het houden van een collecte of kledinginzameling |
€ 125,10 |
4 |
vergunning genoemd in artikel 2:10 van de thans geldende Algemene plaatselijke verordening Veendam voor het plaatsen van voorwerpen ten behoeve van reclame |
€ 273,15 |
Paragraaf 3.6 |
Huisvestingswet 2014 |
|
3.11 |
Vergunning onttrekken woonruimte |
|
|
Gereserveerd |
|
3.12 |
Vergunning samenvoegen woonruimte |
|
|
Gereserveerd |
|
3.13 |
Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte |
|
|
Gereserveerd |
|
3.14 |
Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten |
|
|
Gereserveerd |
|
3.15 |
Splitsingsvergunning |
|
|
Gereserveerd |
|
3.16 |
Toeristische verhuur |
|
|
Gereserveerd |
|
3.17 |
Verhuurvergunning opkoopbescherming |
|
|
Gereserveerd |
|
3.18 |
Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte |
|
|
Gereserveerd |
|
Paragraaf 3.7 |
In dit hoofdstuk niet benoemd besluit |
|
3.19 |
Niet benoemd besluit op aanvraag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
€ 93,35 |
Paragraaf 3.8 |
Overige |
|
3.20 |
Toeslag bij laat aanvragen vergunning |
|
|
Voor de in dit hoofdstuk opgenomen aanvragen geldt een verhoging bij te late indiening. Deze verhoging bedraagt: |
|
a. |
25% indien er nog minimaal 75% rest van de wettelijke indieningstermijn |
|
b. |
50% indien er nog minimaal 50% rest van de wettelijke indieningstermijn |
|
c. |
75% indien er nog minimaal 25% rest van de wettelijke indieningstermijn |
|
d. |
100% indien er minder rest dan 25% van de wettelijke indieningstermijn |
|
3.21 |
Kinderopvang |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
||
a. |
het in exploitatie nemen van een kindercentrum (dagopvang en/of buitenschoolse opvang) of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, lid 1 van de Wet kinderopvang |
€ 1.191,25 |
b. |
het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, lid 2 van de Wet kinderopvang |
€ 549,75 |
c. |
het in exploitatie nemen van een peuterspeelzaal als bedoeld in artikel 2.2, lid 1 van de Wet kinderopvang |
€ 1.191,25 |
Behorende bij het raadsbesluit van 6 november 2023,
De griffier,
A.A. Swart
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl