Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR690168
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR690168/2
Regeling vervallen per 01-01-2024
Verordening op de heffing en de invordering van Leges 2023
Geldend van 01-07-2023 t/m 31-12-2023
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van Leges 2023De raad van de gemeente Oisterwijk,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2022
afdeling Bedrijfsvoering, KAI,
raadsvoorstel nr. 22-162
gelet op artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;
b e s l u i t :
de verordening op de heffing en de invordering van leges 2023 vast te stellen.
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
maand: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
-
1. Onder de naam "leges" worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
- a.
-
2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
Diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4. van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van heffing van leges of kosteloos moeten worden verleend.
- c.
Een aanvraag omgevingsvergunning betrekking hebbende op het plaatsen/aanleg van een warmtepomp, met dien verstande dat enkel de bouwkosten voor het plaatsen/aanleg van een warmtepomp buiten beschouwing worden gelaten ter zake van het vast te stellen legesbedrag.
- d.
Een aanvraag omgevingsvergunning betrekking hebben op het plaatsen van zonnepanelen, met dien verstande dat enkel de bouwkosten voor het plaatsen van de eerste 30 zonnepanelen met een maximaal totaaloppervlakte van 60 m2 buiten beschouwing worden gelaten ter zake van het vast te stellen legesbedrag.
- e.
Een aanvraag voor een standplaatsvergunning voor het innemen van een standplaats voor het plaatsen van een mobiele onderzoeks-unit, die wordt gebruikt voor het doen van bevolkingsonderzoek als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet op het bevolkingsonderzoek of daarmee gelijk te stellen onderzoek, wat uitsluitend in het belang van de volksgezondheid wordt uitgevoerd.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
-
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
- 2.
hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- 3.
onderdeel 1.4.5 (verstrekkingen uit de basisregistratie personen);
- 4.
onderdeel 1.8.1 (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
hoofdstuk 11 (kansspelen);
- 1.
Een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12 Overgangsrecht
-
1. De ‘Verordening op de heffing en de invordering van Leges 2022’, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 16 december 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 13 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2023.
-
3. De in artikel 2.1.1.1 en 2.1.1.2 genoemde bijlage (UAV 2012) en ROEB-lijst worden bekendgemaakt door terinzagelegging in de centrale publiekshal in het gemeentehuis van de gemeente Oisterwijk.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als “Legesverordening 2023”.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oisterwijk op
15 december 2022.
De griffier,
Danielle Robijns,
de voorzitter,
Hans Janssen.
Bijlage 1: Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2023
Indeling tarieventabel
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Paragraaf 1.10 Diversen
Hoofdstuk 2 Dienstverlening vallend onder fysiekeleefomgeving/omgevingsvergunning
Paragraaf 2.1 Begripsomschrijvingen
Paragraaf 2.2 Conceptaanvraag/principeverzoek/vooroverleg
Paragraaf 2.3 Omgevingsvergunning
Paragraaf 2.4 Gereserveerd
Paragraaf 2.5 Teruggaaf
Paragraaf 2.6 Intrekking omgevingsvergunning
Paragraaf 2.7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
Paragraaf 2.8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
Paragraaf 2.9 In deze titel niet benoemde beschikking
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2
Paragraaf 3.1 Horeca
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
Paragraaf 3.5 Standplaatsen
Paragraaf 3.6 Gereserveerd: Huisvestigingswet 2014
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Hoofdstuk 1Algemene dienstverlening
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand |
2023 |
|
Artikel 1.1 |
Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap danwel omzetting |
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap dan wel het omzetten van een registratie van een partnerschap in een huwelijk: |
|
a. |
op maandag tot en met vrijdag in het raadhuis of een bijzonder huis tijdens kantoortijden |
€ 374,20 |
b. |
op vrijdag in het raadhuis of een bijzonder huis na kantoortijden |
€ 604,50 |
c. |
op zaterdag in het raadhuis of een bijzonder huis tijdens kantoortijden |
€ 460,45 |
d. |
op zaterdag in het raadhuis of een bijzonder huis na kantoortijden |
€ 690,85 |
e. |
op zondag of algemene erkende feestdagen in het raadshuis of een bijzonder huis tijdens kantoortijden |
€ 518,10 |
f. |
op zondag of algemene erkende feestdagen in het raadhuis of een bijzonder huis na kantoortijden |
€ 748,40 |
g. |
op een externe locatie op maandag tot en met vrijdag tijdens kantoortijden |
€ 431,75 |
h. |
op een externe locatie op maandag tot en met vrijdag na kantoortijden |
€ 662,05 |
i. |
op een externe locatie op zaterdag tijdens kantoortijden |
€ 489,40 |
j. |
op een externe locatie op zaterdag na kantoortijden |
€ 719,70 |
k. |
op een externe locatie op zondag of algemene erkende feestdagen tijdens kantoortijden |
€ 604,40 |
l. |
op een externe locatie op zondag of algemene erkende feestdagen na kantoortijden |
€ 834,80 |
m. |
op een eenmalige nog aan te wijzen externe locatie op maandag tot en met vrijdag tijdens kantoortijden |
€ 575,75 |
n. |
op een eenmalige nog aan te wijzen externe locatie op maandag tot en met vrijdag na kantoortijden |
€ 806,00 |
o. |
op een eenmalige nog aan te wijzen externe locatie op zaterdag tijdens kantoortijden |
€ 633,25 |
p. |
op een eenmalige nog aan te wijzen externe locatie op zaterdag na kantoortijden |
€ 863,55 |
q. |
op een eenmalige nog aan te wijzen externe locatie op zondag of algemeen erkende feestdagen tijdens kantoortijden |
€ 748,40 |
r. |
op een eenmalige nog aan te wijzen externe locatie op zondag of algemeen erkende feestdagen na kantoortijden |
€ 978,75 |
s. |
op dinsdag in het gemeentekantoor om 09.00 uur en 09.30 uur |
€ - |
t. |
op vrijdag in kamer 6 in het raadhuis om 10.00 uur en 11.00 uur (beperkte ceremonie) |
€ 230,25 |
Artikel 1.2 |
Gereserveerd: Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk |
|
Artikel 1.3 |
Gereserveerd: Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis |
|
Artikel 1.4 |
Gereserveerd: Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis |
|
Artikel 1.5 |
Gereserveerd: Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
|
Artikel 1.6 |
Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
|
|
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige: |
€ 46,00 |
Artikel 1.7 |
Annuleren of wijzigen datum |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen: |
€ 40,20 |
Artikel 1.8 |
Trouwboekje of partnerschapsboekje |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
a. |
een trouwboekje of partnerschapsboekje: |
€ 25,25 |
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
2023 |
|
Artikel 1.9 |
Paspoorten of andere reisdocumenten |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
a. |
een nationaal paspoort: |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 77,85 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 58,85 |
b. |
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort): |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 77,85 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 58,85 |
c. |
een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 77,85 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 58,85 |
d. |
een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: |
€ 58,85 |
Artikel 1.10 |
Nederlandse identiteitskaart |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
a. |
een Nederlandse identiteitskaart: |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 70,35 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 37,95 |
b. |
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon: |
€ 34,25 |
Artikel 1.11 |
Modaliteiten |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag |
|
a. |
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen: |
€ 53,00 |
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen |
2023 |
|
Artikel 1.12 |
Rijbewijzen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: |
€ 48,15 |
Artikel 1.13 |
Modaliteiten |
|
1. |
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt: |
|
a. |
bij een spoedlevering vermeerderd met: |
€ 34,10 |
2. |
Voor het verstrekken van een formulier voor het aanvragen van een verklaring van geschiktheid als bedoeld in artikel 98 van het Reglement Rijbewijzen (gezondheidsverklaring) is van toepassing het ten tijde van de aanvraag geldende tarief zoals dat door het CBR is vastgesteld onder goedkeuring van de minister van Infrastructuur en Milieu. |
|
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens |
2023 |
|
Artikel 1.14 |
Definities |
|
1. |
Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
2. |
Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
|
Artikel 1.15 |
Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€ 8,85 |
b. |
tot het digitaal verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ 7,95 |
c. |
tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200): |
€ 8,85 |
d. |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag |
|
1. |
voor een selectie uit de basisregistratie personen |
€ 227,80 |
2. |
voor het afgeven van een persoonslijst |
€ 15,40 |
3. |
voor het afgeven van een persoonslijst (digitale aanvraag) |
€ 13,50 |
Artikel 1.16 |
Verstrekking van aangehaakte gegevens |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking |
€ 8,85 |
b. |
tot het digitaal verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ 7,95 |
Artikel 1.17 |
Schriftelijke verstrekking |
|
|
In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen: |
€ 7,50 |
Artikel 1.18 |
Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 21,85 |
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken |
2023 |
|
Artikel 1.19 |
Afschriften van bestuursstukken |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
a. |
een exemplaar van de gemeentebegroting |
€ 58,15 |
b. |
een exemplaar van de gemeenterekening |
€ 58,15 |
c. |
een exemplaar van de PPN |
€ 28,90 |
d. |
een exemplaar van een afdelingswerkplan |
€ 58,15 |
e. |
een exemplaar van de Algemeen Plaatselijke Verordening |
€ 24,15 |
Artikel 1.20 |
Gereserveerd: Abonnement op bestuursstukken |
|
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie |
2023 |
|
Artikel 1.21 |
Plan- of kaartinformatie |
|
|
Het tarief bedraagt ter zake van de directe levering van een kadastraal product |
€ 15,40 |
a. |
Het tarief bedraagt ter zake van het verlenen van inzage van de kadastrale gegevens per inzage |
€ 14,80 |
b. |
Het tarief bedraagt ter zake van het vervaardigen van een plot-tekening per daaraan besteed uur |
€ 88,05 |
c. |
Het tarief bedraagt ter zake van het uitleveren van digitale gegevens van de gemeentelijke basiskaart per daaraan besteed uur |
€ 88,05 |
Artikel 1.22 |
Informatie uit registers |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit: |
|
a. |
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object: |
€ 15,40 |
b. |
een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet: |
€ 15,40 |
Artikel 1.23 |
Gereserveerd: Informatie uit adressenbestanden |
|
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken |
2023 |
|
Artikel 1.24 |
Gereserveerd: Gemeentegarantie |
|
Artikel 1.25 |
Overige publiekszaken |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: |
€ 41,35 |
b. |
tot het legaliseren van een handtekening: |
€ 8,85 |
c. |
van een bewijs van in leven zijn |
€ 8,85 |
d. |
van een bewijs van Nederlanderschap |
€ 8,85 |
e. |
Het tarief bedraagt voor een optie voor de Nederlandse nationaliteit of een aanvraag tot naturalisatie, zoals deze zijn opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002, dan wel recentelijk is gewijzigd. |
|
f. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een digitale aanvraag: van een bewijs van Nederlanderschap |
€ 7,95 |
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief |
2023 |
|
Artikel 1.26 |
Naspeuringen in gemeentearchief |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 21,85 |
Artikel 1.27 |
Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 1.28 |
Gereserveerd: Uitlenen archiefbescheiden |
|
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten |
2023 |
||
Artikel 1.29 |
Gereserveerd: Huisvestingswet 2014 |
|
|
Artikel 1.30 |
Leegstandwet |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
a. |
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet: |
€ 132,10 |
|
b. |
verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet: |
€ 132,10 |
|
2. |
Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend. |
|
|
Artikel 1.31 |
Wet op de kansspelen |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
|
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat: |
€ 56,50 |
|
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 56,50 |
|
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 34,00 |
|
c. |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of langer |
€ 226,50 |
|
d. |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of langer, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 226,50 |
|
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 136,00 |
|
2. |
Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden. |
|
|
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning): |
€ 46,70 |
|
Artikel 1.32 |
Telecommunicatiewet |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag c.q. melding in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden: |
|
|
a. |
indien het betreft tracés vanaf 0 m1 tot 25 m¹ |
€ 134,05 |
|
b. |
indien het betreft tracés vanaf 25 m1 tot 100 m¹ |
€ 241,40 |
|
c. |
indien het betreft tracés vanaf 100 m1 tot 250 m¹ |
€ 348,65 |
|
d. |
indien het betreft tracés vanaf 250 m1 tot 500 m¹ |
€ 456,00 |
|
e. |
indien het betreft tracés vanaf 500 m1 tot en met 1500 m¹ |
€ 563,35 |
|
f. |
Mocht de lengte van het tracé meer dan 1500 meter bedragen dan bedraagt het bedrag, de aan de aanvrager medegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld |
|
|
2. |
Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder van het netwerk en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het in artikel 1.32 lid 1 genoemde bedrag per overleg per uur verhoogd met |
€ 103,35 |
|
Artikel 1.33 |
Wegenverkeerswetgeving |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
a. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: |
€ 46,55 |
|
b. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen: |
€ 59,30 |
|
c. |
verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) zonder medisch advies, met dien verstande dat geen leges verschuldigd zijn indien minder dan vijf jaar voor de aanvraag een GPK van hetzelfde type (bestuurder dan wel passagier) voor een periode korter dan vijf jaar is toegekend aan aanvrager, hiervoor leges zijn geheven, en nadien geen aanvraag voor een GPK van de aanvrager is geweigerd: |
€ 73,65 |
|
d. |
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) met medisch advies, met dien verstande dat geen leges verschuldigd zijn indien minder dan vijf jaar voor de aanvraag een GPK van hetzelfde type (bestuurder dan wel passagier) voor een periode korter dan vijf jaar is toegekend aan aanvrager, hiervoor leges zijn geheven, en nadien geen aanvraag voor een GPK van de aanvrager is geweigerd |
€ 156,55 |
|
e. |
In het geval dat een gehandicaptenparkeerkaart is verloren of gestolen, wordt 40% van het tarief zoals opgenomen in onderdeel 1.33 sub c in rekening gebracht met dien verstande dat de geldigheidsduur niet wordt aangepast en zodoende overeenstemt met de eerder afgegeven gehandicaptenparkeerkaart. |
|
|
f. |
voor de aanleg en tevens de verwijdering van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats |
€ 348,00 |
|
g. |
tot vervanging van het onderbord bij een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats ingeval van wijziging van het kenteken |
€ 102,85 |
Paragraaf 1.10 Diversen |
2023 |
|
Artikel 1.34 |
Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
a. |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 4,20 |
b. |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 6,30 |
c. |
afschriften, doorslagen, fotokopieën van stukken, digitale documenten of scans alsmede faxberichten, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 0,95 |
d. |
kaarten, plattegronden en tekeningen, alsmede kopieën of lichtdrukken daarvan en dergelijke, voor zover zij niet met name genoemd zijn in deze verordening, per kaart met een formaat van: |
|
|
A4, voor de 1e kopie |
€ 4,10 |
|
A4, voor elke volgende kopie die direct daarna wordt gemaakt |
€ 0,30 |
|
A3, voor de 1e kopie |
€ 6,15 |
|
A3, voor elke volgende kopie die direct daarna wordt gemaakt |
€ 0,35 |
|
A2 |
€ 15,50 |
|
A1 |
€ 19,10 |
|
A0 |
€ 22,60 |
e. |
een huisnummerkaart van de bebouwde kom |
€ 22,60 |
2. |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek tot het verstrekken van informatie aan makelaars, notarissen en beoefenaren van een vergelijkbaar beroep, betreffende de aanwezigheid van op een pand rustende aanschrijving betreffende ter plaatse bekende bodemgesteldheid, per verzoek |
€ 61,70 |
Artikel 1.35 |
Diverse vergunningen of beschikkingen |
|
|
Het tarief bedraagt |
|
a. |
voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van het verbod om voor de omgeving geluidhinder te veroorzaken, ingevolge artikel 4:5 van de Algemene Plaatselijke Verordening. |
€ 65,40 |
b. |
in verband met het tot stand brengen of wijzigen van een directe of indirecte aansluiting van een eigendom op de gemeentelijke riolering (eenmalig aansluitrecht) |
€ 110,05 |
Artikel 1.36 |
Kinderopvang |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
a |
het in exploitatie nemen van een kindercentrum als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang, waarvoor een onderzoek door de GGD benodigd is |
€ 1.818,25 |
b. |
het in exploitatie nemen van een gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang, waarvoor een onderzoek door de GGD benodigd is |
€ 1.604,75 |
c. |
het bieden van een voorziening voor gastouderopvang (door gastouders) als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet kinderopvang, waarvoor een onderzoek door de GGD benodigd is |
€ 750,60 |
d. |
het bieden van een voorziening voor gastouderopvang indien een reeds geregistreerde voorziening voor gastouderopvang op een ander adres op gaat vangen en sprake is van een verkort inspectiebezoek |
€ 643,80 |
2. |
Indien de in 1.36 lid 1 sub a tot en met 1.36 lid 1 sub d bedoelde aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van twee weken na het in behandeling nemen ervan, bedraagt de teruggaaf van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
75% |
3. |
Indien de in 1.36 lid 1 sub a tot en met 1.36 lid 1 sub d bedoelde aanvraag op grond van artikel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht buiten verdere behandeling wordt gesteld bedraagt de teruggaaf van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
75% |
Hoofdstuk 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
Paragraaf 2.1 Begripsomschrijvingen |
2023 |
|
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
|
2.1.1.1 |
Aanlegkosten: |
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567) dan wel recentelijk gewijzigd, voor het uit te voeren werk of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, exclusief omzetbelasting. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, exclusief omzetbelasting; |
|
2.1.1.2 |
Bouwkosten: |
|
|
|
|
2.1.1.3 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
|
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
|
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
|
Paragraaf 2.3 conceptaanvraag/principeverzoek/vooroverleg |
2023 |
|
2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
2.2.1 |
om beoordeling van een conceptaanvraag/schetsplan om een omgevingsvergunning |
€ 787,75 |
2.2.2 |
voor een principeverzoek - niet zijnde een aanvraag in de zin van artikel 1:3, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht – Awb - dat in strijd is met het geldende bestemmingsplan. Hieronder wordt begrepen de activiteit bouwen (buitenplans) dan wel strijdig planologisch gebruik |
€ 269,85 |
2.2.3 |
Het tarief bedraagt per verzoek van de aanvrager tot het expliciet in behandeling nemen van een ‘melding voornemen vergunningsvrij bouwen’, voor de beoordeling of voor een bouwplan of gebruiksvorm Wabovergunningsplicht geldt |
€ 128,60 |
Paragraaf 2.3 Omgevingsvergunning |
2023 |
|
2.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
2.3.1 |
Bouwactiviteiten |
|
2.3.1.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief met inbegrip van de (eerste) welstandstoets/advies monumentencommissie: |
|
2.3.1.1.1 |
indien de bouwkosten minder bedragen dan € 40.000,- |
5,01 % |
|
van die bouwkosten, met een minimum van |
€ 388,85 |
2.3.1.1.2 |
Indien de bouwkosten € 40.000,- tot € 200.000,- bedragen: |
€ 2.010,60 |
|
vermeerderd met: van het bedrag waarmee die bouwkosten € 40.000,- te boven gaan. |
3,60 % |
2.3.1.1.3 |
Indien de bouwkosten € 200.000,- tot € 500.000,- bedragen: |
€ 7.786,10 |
|
vermeerderd met: |
3,24 % |
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 200.000,- te boven gaan. |
|
2.3.1.1.4 |
Indien de bouwkosten € 500.000,-of meer bedragen: |
€ 17.529,05 |
|
vermeerderd met: |
1,79 % |
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 500.000,- te boven gaan, met een maximum, van totaal (leges)bedrag van € 125.000,- |
|
2.3.1.1.5 |
Proefproject Wet Kwaliteitsborging Indien een aanvrager deelneemt aan het proefproject in het kader van de Wet kwaliteitsborging, en voldoet aan de gestelde eisen, wordt het bedrag dat verschuldigd is aan leges, die voortvloeien uit artikelen 2.3.1.1.1 t/m 2.3.1.1.4, met 30% verlaagd |
|
2.3.1.2 |
Indien de expliciete aanvraag leidt tot ‘geen omgevingsvergunning benodigd c.q. vergunningsvrij’, bedraagt het tarief |
€ 143,20 |
|
Verplicht advies agrarische commissie |
|
2.3.1.3 |
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag wordt, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: |
€ 825,00 |
|
Achteraf ingediende aanvraag |
|
2.3.1.4 |
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, verhoogd met: 10% |
10% |
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een maximumbedrag van € 632,00 |
€ 143,20 |
|
Extra welstandstoets |
|
2.3.1.5 |
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zicht tijdens de beoordeling van de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is: |
€ 191,35 |
|
Beoordeling Verordening Ruimte 2014 (Vr 2014) en de Brabantse Zorgvuldigheidscore Veehouderij (BZV) |
|
2.3.1.6 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, voor toetsing voor de activiteit bouwen, indien voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag de achtergrondwaarden geur en fijn stof (Vr 2014) en de BZV dient te worden beoordeeld |
|
2.3.1.6.1 |
voor de eerste beoordeling |
€ 1.340,25 |
2.3.1.6.2 |
voor een tweede beoordeling na aanvulling van de Vr 2014/BZV |
€ 612,45 |
|
Externe beoordeling volksgezondheid |
|
2.3.1.7 |
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, voor toetsing voor de activiteit bouwen, indien voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een gezondheidstoets door de GGD wordt uitgevoerd in het kader van de volksgezondheid |
€ 1.751,80 |
|
Aanlegactiviteiten |
|
2.3.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 335,10 |
2.3.3 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: |
|
2.3.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ 595,60 |
2.3.3.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): |
€ 595,60 |
2.3.3.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
€ 7.798,75 |
2.3.3.3.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) voor de aangewezen categorie veehouderijen en geen verklaringen van geen bedenkingen dient te worden afgegeven: |
€ 3.899,30 |
2.3.3.4 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): |
€ 595,60 |
2.3.3.5 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ 595,60 |
2.3.3.6 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ 401,90 |
2.3.3.7 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
€ 618,00 |
2.3.3.8 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ 618,00 |
2.3.4 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
2.3.4.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) |
€ 595,60 |
2.3.4.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): |
€ 595,60 |
2.3.4.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
€ 7.798,75 |
2.3.4.3.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) voor de aangewezen categorie veehouderijen en geen verklaringen van geen bedenkingen dient te worden afgegeven: |
€ 3.899,30 |
2.3.4.4 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): |
€ 595,60 |
2.3.4.5 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ 595,60 |
2.3.4.6 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ 401,90 |
2.3.4.7 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
€ 618,00 |
2.3.4.8 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ 618,00 |
2.3.5 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
|
2.3.5.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
2.3.5.1.1 |
tot en met 500 m² |
€ 421,20 |
2.3.5.1.2 |
van 501 tot en met 1000 m² |
€ 823,30 |
2.3.5.1.3 |
van 1001 tot en met 5000 m² |
€ 1.027,10 |
2.3.5.1.4 |
groter dan 5000 m² |
€ 1.389,35 |
2.3.6 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
|
2.3.6.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening gemeente Oisterwijk 2010 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10, tweede lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
2.3.6.1.1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: |
€ - |
2.3.6.1.2 |
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ - |
2.3.6.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in de Monumentenverordening gemeente Oisterwijk 2010 aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 20 van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ - |
2.3.7 |
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
2.3.7.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief |
€ 223,40 |
|
Aanleggen of veranderen weg |
|
2.3.8 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening of de provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 141,15 |
2.3.9 |
Gereserveerd |
|
2.3.10 |
Kappen |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van artikel 10 van de Bomenverordening gemeente Oisterwijk 2010 of de provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
2.3.10.1 |
per boom € 33,75 |
€ 34,75 |
|
met een maximum van |
€ 686,90 |
2.3.11 |
Opslag roerende zaken |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.10 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
|
2.3.11.1 |
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: |
€ 114,80 |
2.3.11.2 |
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: |
€ 114,80 |
2.3.12 |
Natura 2000 activiteiten |
|
2.3.12.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 618,00 |
2.3.13 |
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten) |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 618,00 |
2.3.14 |
Andere activiteiten |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
|
2.3.14.1 |
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 147,75 |
2.3.14.2 |
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 147,75 |
2.3.14.2.1 |
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 147,75 |
2.3.14.2.2 |
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
2.3.15 |
Omgevingsvergunning in twee fasen |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
2.3.15.1 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
|
2.3.15.2 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
|
2.3.16 |
Beoordeling bodemrapport |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: |
|
2.3.16.1 |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport |
€ 147,75 |
2.3.16.2 |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport |
€ 147,75 |
2.3.16.3 |
Indien voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:
|
€ 389,95 |
2.3.16.4 |
Indien voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport een onderzoeksrapport opgraving/begeleiding wordt beoordeeld, wordt het in onderdeel 2.3.16.2 genoemde tarief verhoogd met |
€ 524,00 |
2.3.17 |
Advies |
|
2.3.17.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een externe toetsing dient plaats te vinden op het deelaspect Flora-Fauna, geur of geluid ten behoeve van de afgifte van een omgevingsvergunning of het in behandeling nemen van een principeverzoek (artikel 2.2.2) ter zake van een activiteit bouwen of planologische afwijking: |
€ 382,00 |
2.3.17.2 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over een ander deelaspect dan hiervoor aangehaald, over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2.3.17.3 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
2.3.18 |
Verklaring van geen bedenkingen |
|
2.3.18.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
|
2.3.18.1.1 |
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
€ 565,25 |
2.3.18.1.2 |
Indien Gedeputeerde Staten van Provincie Noord-Brabant een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voor: |
|
2.3.18.1.2.1 |
een aanvraag gebiedsbescherming |
€ 4.694,90 |
2.3.18.1.2.2 |
een aanvraag wijziging gebiedsbescherming |
€ 3.878,05 |
2.3.18.1.2.3 |
Intrekking aanvraag gebiedsbescherming |
€ 2.551,15 |
2.3.18.1.2.4 |
een aanvraag soortenbescherming door burgers |
€ 2.068,55 |
2.3.18.1.2.5 |
een aanvraag soortenbescherming infrastructureel en gebiedsgericht |
€ 6.386,55 |
2.3.18.1.2.6 |
een aanvraag soortenbescherming overige |
€ 4.672,55 |
2.3.18.1.3 |
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2.3.18.2 |
indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
2.3.19 |
Het verstrekken van inlichtingen op het gebied van milieu |
|
|
Het tarief bedraagt op verzoek van de aanvraag voor: |
|
2.3.19.1 |
Verstrekken van informatie uit de archieven (met inbegrip van het onderzoek), per verstrekking |
€ 76,50 |
2.3.19.2 |
Verstrekken van informatie uit het Milieu informatie systeem of het bodeminformatie systeem, per verstrekking |
€ 51,00 |
Paragraaf 2.4 Gereserveerd |
2023 |
Paragraaf 2.5 Teruggaaf |
2023 |
|
2.5.1 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2 en 2.3.7, schriftelijk intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
2.5.1.1 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van een maand na het in behandeling nemen ervan |
50% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
|
2.5.1.2 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken op een later tijdstip dan in 2.5.1.1 vermeld |
25% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
|
2.5.1.3 |
indien de aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht buiten verdere behandeling wordt gesteld |
50% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
2.5.2 |
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen |
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend. |
|
2.5.3 |
Indien een aanvraag om omgevingsvergunning is voorafgegaan door een principeverzoek of een melding voornemen vergunningvrij bouwen als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de op grond van hoofdstuk 2 geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. |
|
Paragraaf 2.6 Intrekking omgevingsvergunning |
2023 |
|
2.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.1 van toepassing is: |
€ 143,30 |
Paragraaf 2.7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
2023 |
|
2.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
€ 384,20 |
Paragraaf 2.8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten |
2023 |
|
2.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening |
€ 5.956,50 |
2.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening |
€ 7.479,10 |
2.8.3 |
Onderdelen 2.8.1 en 2.8.2 blijven buiten toepassing indien de kosten van de in die onderdelen genoemde diensten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald. |
|
2.8.3 |
Het tarief bedraagt voor de kosten als bedoeld in artikel 5, eerste lid tot en met derde lid, van de verordening afvoer hemelwater en grondwater 2022, voor afkoop bergings- en verwerkingsverplichting hemelwater per m3 |
€ 500,00 |
Paragraaf 2.9 In deze titel niet benoemde beschikking |
2023 |
|
2.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: |
€ 132,80 |
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2
Paragraaf 3.1 Horeca |
2023 |
||
Artikel 3.1 |
Exploitatie openbare inrichting |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
a. |
een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 of artikel 2:28f van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 212,95 |
|
b. |
een aanvraag tot het wijzigen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 106,45 |
|
c. |
een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, vijfde lid, van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 97,80 |
|
d. |
een aanvraag tot vrijstelling van het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:28 lid 11 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 106,45 |
|
Artikel 3.2 |
Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
a. |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ 212,95 |
|
b. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet: |
€ 97,80 |
|
c. |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet: |
€ 97,80 |
|
d. |
een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet: |
€ 97,80 |
|
e. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet: |
€ 97,80 |
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven |
2023 |
Vergunning seksbedrijf |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
seksinrichting of escortbedrijf |
€ 212,95 |
Wijzigen vergunning seksbedrijf |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3:4 bedoelde vergunning: |
€ 106,45 |
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet |
2023 |
Ontheffing winkeltijden |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet: |
€ 56,90 |
wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing: |
€ 56,90 |
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt |
2023 |
|
Artikel 3.6 |
Organiseren evenement |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft: |
|
a. |
een regulier evenement (A-evenement) |
Vervallen |
b. |
een evenement met een verhoogd risico (B-evenement) |
€ 596,15 |
c. |
een risico evenement (C-evenement) |
€ 10.620,30 |
Artikel 3.7 |
Gereserveerd: Organiseren markt |
|
Paragraaf 3.5 Standplaatsen |
2023 |
|
Artikel 3.8 |
Gereserveerd: Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt |
|
Artikel 3.9 |
Gereserveerd: Overige administratieve dienstverlening markt |
|
Artikel 3.10 |
Losse standplaatsen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
a. |
een jaar |
€ 135,15 |
b. |
een maand |
€ 67,60 |
c. |
een week |
€ 44,50 |
d. |
een dag |
€ 29,25 |
Paragraaf 3.6 Gereserveerd: Huisvestigingswet 2014 |
2023 |
|
Artikel 3.11 |
Gereserveerd: Vergunning onttrekken woonruimte |
|
Artikel 3.12 |
Gereserveerd: Vergunning samenvoegen woonruimte |
|
Artikel 3.13 |
Gereserveerd: Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte |
|
Artikel 3.14 |
Gereserveerd: Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten |
|
Artikel 3.15 |
Gereserveerd: Splitsvergunning |
|
Artikel 3.16 |
Gereserveerd: Toeristische verhuur |
|
Artikel 3.17 |
Gereserveerd: Verhuurvergunning opkoopbescherming |
|
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit |
2023 |
|
Artikel 3.18 |
Niet benoemd besluit op aanvraag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
€ 110,05 |
Behorende bij raadsbesluit van 15 december 2022.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl