Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening op de heffing en de invordering van leges Land van Cuijk 2023

Geldend van 11-07-2023 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges Land van Cuijk 2023

De raad van de gemeente Land van Cuijk;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2022;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

besluit:

vast te stellen de navolgende verordening overeenkomstig de volgende bepalingen:

Verordening op de heffing en de invordering van leges Land van Cuijk 2023 (Legesverordening Land van Cuijk 2023)

Artikel 1. Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • c.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • d.

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • e.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4. Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • b.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • c.

    het in behandeling nemen van aanvragen voor een evenementenvergunning als bedoeld in paragraaf 3.4, artikel 3.6 van de tarieventabel en alle relevante bij het houden van het evenement aanhangende toestemmingen in de tarieventabel voor een instelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers.

Artikel 5. Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6. Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9. Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.12 (verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.15, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.19 (Wet op de kansspelen);

  • een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11. Overgangsbepaling

De navolgende:

  • a.

    'Verordening leges Boxmeer 2022” vastgesteld bij de raadsbesluit van 20 oktober 2021;

  • b.

    'Verordening leges Cuijk 2022” vastgesteld bij de raadsbesluit van 20 oktober 2021;

  • c.

    'Verordening leges Grave 2022” vastgesteld bij de raadsbesluit van 20 oktober 2021;

  • d.

    'Verordening leges Mill en Sint Hubert 2022” vastgesteld bij de raadsbesluit van 20 oktober 2021;

  • e.

    ‘Verordening leges Sint Anthonis 2022’ vastgesteld bij raadsbesluit van 20 oktober 2021;

worden ingetrokken met ingang van de in artikel 12 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum en het tijdstip van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

  • 3. De in paragraaf 2.1 genoemde NEN 2580 norm en UAV 2012 worden bekendgemaakt door terinzagelegging bij de balie in de publiekshal van de gemeente Land van Cuijk (gemeentehuis Cuijk).

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Legesverordening Land van Cuijk 2023'.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Land van Cuijk

in zijn openbare vergadering van 8 december 2022.

De griffier,

Richard van der Weegen

De voorzitter,

Wim Hillenaar

Bijlage 1. Tarieventabel behorende bij de Legesverordening Land van Cuijk 2023

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 

Artikel 1.2 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 

Artikel 1.3 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 

Artikel 1.4 Annuleren of wijzigen datum

 

Artikel 1.5 Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

Artikel 1.6 Leges akten burgerlijke stand

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.7 Paspoorten of andere reisdocumenten

 

Artikel 1.8 Nederlandse identiteitskaart

 

Artikel 1.9 Modaliteiten

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.10 Rijbewijzen

 

Artikel 1.11 Modaliteiten

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.12 Verstrekkingen van gegevens uit de basisregistratie personen

 

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

  • -

    Informatie is digitaal algemeen beschikbaar.

  • -

    Voor afschriften van stukken zie paragraaf 1.10, artikel 1.22.

 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.13 Plan- of kaartinformatie

 

Artikel 1.14 Informatie uit adressenbestanden of registers

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.15 Overige publiekszaken

 

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.16 Naspeuringen in gemeentearchief

 

Artikel 1.17 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.18 Leegstandswet

 

Artikel 1.19 Wet op de kansspelen

 

Artikel 1.20 Telecommunicatiewet

 

Artikel 1.21 Wegenverkeerswetgeving

 

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.22 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

Artikel 1.23 Diverse vergunningen, beschikkingen

 

Artikel 1.24 Publicatiekosten

 

Artikel 1.25 Inschakeling externe deskundigen

 

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER FYSIEKE LEEFOMGEVING / OMGEVINGSVERGUNNING

Paragraaf 2.1 Begripsomschrijvingen

Artikel 2.1 Definities

 

Paragraaf 2.2 Conceptaanvragen en principeverzoeken

Artikel 2.2 Conceptaanvragen en principeverzoeken

 

Paragraaf 2.3 Omgevingsvergunning

Artikel 2.3 Bouwactiviteiten

 

Artikel 2.4 Uitgebreide welstandstoets

 

Artikel 2.5 Verplicht advies agrarische commissie

 

Artikel 2.6 Achteraf ingediende aanvraag

 

Artikel 2.7 Aanlegactiviteiten

 

Artikel 2.8 Planologisch strijdig gebruik

 

Artikel 2.9 In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

Artikel 2.10 Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

Artikel 2.11 Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

Artikel 2.12 Aanleggen of veranderen weg

 

Artikel 2.13 Uitweg

 

Artikel 2.14 Kappen

 

Artikel 2.15 Opslag van roerende zaken

 

Artikel 2.16 Natura 2000-activiteiten

 

Artikel 2.17 Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

 

Artikel 2.18 Andere activiteiten

 

Artikel 2.19 Omgevingsvergunning in twee fasen

 

Artikel 2.20 Beoordeling bodemrapport

 

Artikel 2.21 Archeologische aanvragen

 

Artikel 2.22 Advies

 

Artikel 2.23 Verklaring van geen bedenkingen

 

Paragraaf 2.4 Vermindering

Artikel 2.24 Vermindering na beoordeling conceptaanvraag of principeverzoek

 
 
 

Paragraaf 2.5 Teruggaaf

Artikel 2.25 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Artikel 2.26 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

Artikel 2.27 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

Artikel 2.28 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

Artikel 2.29 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Artikel 2.30 Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

Paragraaf 2.6 Intrekking omgevingsvergunning

Artikel 2.31 Intrekking omgevingsvergunning

 

Paragraaf 2.7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Artikel 2.32 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

Paragraaf 2.8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Artikel 2.33 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

Paragraaf 2.9 Procedure vaststelling hogere grenswaarde Wet Geluidshinder

Artikel 2.34 Hogere grenswaarde Wet Geluidshinder

 

Paragraaf 2.10 In deze titel niet benoemde beschikking

Artikel 2.35 In dit hoofdstuk niet benoemde beschikking

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING WAAROP DE DIENSTENRICHTLIJN VAN TOEPASSING IS

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

 

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

 

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

 

Paragraaf 3.3 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.5 Organiseren evenement/markt

 

Paragraaf 3.4 Standplaatsen

Artikel 3.6 Ontheffing venten

 

Artikel 3.7 Standplaatsvergunning

 

Paragraaf 3.5 Diversen

Artikel 3.8 Kinderopvang

 

Artikel 3.9 Constructies, borden of andere voorwerpen

 

Artikel 3.10 Afgezette openbare plaatsen

 

Artikel 3.11 Verspreiden geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen

 

Artikel 3:12 Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren

 

Artikel 3.13 Verkoopregister

 

Artikel 3:14 Vuurwerk aanwezig hebben en verkopen

 

Artikel 3:15 Carbidschieten

 

Artikel 3:16 Exploitatie risicobranches

 

Artikel 3:17 Overige geluidhinder

 

Artikel 3:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen

 

Artikel 3:19 overnachten op of aan de weg

 

Artikel 3:20 Parkeren van voertuigen van autobedrijf en dergelijke

 

Artikel 3:21 Te koop aanbieden van voertuigen

 

Artikel 3:22 Parkeren kampeermiddelen en andere voertuigen

 

Artikel 3.23 Reclamevoertuigen

 

Artikel 3:24 Parkeren grote voertuigen

 

Artikel 3:25 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen

 

Artikel 3:26 Beperking verkeer in natuurgebieden

 

Artikel 3:27 Stookverbod

 

Artikel 3:28 Asverstrooiing

 

Artikel 3:29 Inrijden voetgangerszone

 

Artikel 3:30 Zondagswet

 
 
 
 

Paragraaf 3.6 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.31 Niet benoemd besluit op aanvraag

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

 

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 

De regels over de openstelling voor, de vormen van en de locatie met betrekking tot het sluiten van een huwelijk of een registratie van een partnerschap zijn opgenomen in het Reglement Burgerlijke Stand. 

 

Het tarief bedraagt voor de (standaard)voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 

a.

maandag tot en met donderdag

€ 453,00

b.

vrijdag

€ 515,00

c.

zaterdag en op dagen, waarop blijkens een voorafgaande openbare kennisgeving krachtens een besluit van burgemeester en wethouders de gemeentesecretarie gesloten zal zijn

€ 721,00

d.

in afwijking van het bepaalde in onderdeel 1.1, onderdelen a. tot en met c. bedraagt het tarief, indien wordt gekozen voor korte en sobere ceremonie (eenvoudige voltrekking)

€ 134,00

Artikel 1.2 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

€ 158,00

Artikel 1.3 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige

€ 46,00

Artikel 1.4 Annuleren of wijzigen datum

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen:

€ 50,00

Artikel 1.5 Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje

€ 40,00

b.

een duplicaat van trouwboekje of partnerschapsboekje

€ 40,00

Artikel 1.6 Leges akten burgerlijke stand

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.7 Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag tot:

a.

het verstrekken van een nationaal paspoort en faciliteitenpaspoort, alsmede een tweede paspoort, aan een persoon, die op moment van verstrekken jonger is dan 18 jaar; en het verstrekken van een reisdocument voor vluchtelingen of voor vreemdelingen aan een persoon, ongeacht leeftijd (max. 5 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

b.

het verstrekken van een nationaal paspoort en faciliteitenpaspoort, alsmede een tweede paspoort, aan een persoon, die op moment van verstrekken 18 jaar of ouder is (max. 10 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden.

c.

het verstrekken van een zakenpaspoort, zijnde een (tweede) nationaal paspoort bevattende een groter aantal bladzijden dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 en 1.2.1.2 aan een persoon, die op moment van verstrekken 18 jaar of ouder is (max. 10 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden.

d.

het verstrekken van een zakenpaspoort, zijnde een (tweede) nationaal paspoort bevattende een groter aantal bladzijden dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 en 1.2.1.2 aan een persoon, die op moment van verstrekken jonger dan 18 jaar is (max. 5 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden.

Artikel 1.8 Nederlandse identiteitskaart

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet en artikel 6 besluit paspoortgelden:

 

voor een persoon die op het moment van verstrekken jonger is dan 18 jaar (5 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden.

 

voor een persoon die op het moment van verstrekken 18 jaar of ouder is (10 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden.

Artikel 1.9 Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, de toeslag zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden.

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.10 Rijbewijzen

Voor het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Reglement rijbewijzen artikel 104b vermeerderd met de rijkskostencomponent (het bedrag dat de gemeenten moeten afdragen aan de Dienst Wegverkeer als vergoeding van de productiekosten van het rijbewijs), afgerond naar beneden op vijf cent het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

Artikel 1.11 Modaliteiten

Het legesbedrag op grond van artikel 1.12 wordt bij spoedlevering verhoogd met het bedrag conform de door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde RDW rijbewijstarieven voor 2023, afgerond naar beneden op vijf cent

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.12 Verstrekkingen van gegevens uit de basisregistratie personen

 

Voor de toepassing van deze paragrafen, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. Onder één verstrekking wordt mede verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 16,50

b.

het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier

€ 24,70

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

c.

tot de afgifte van een bewijs van opneming in de basisregistratie personen

€ 16,75

d.

tot de afgifte van een BRP-persoonslijst

€ 22,70

e.

tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap niet bestemd tot reispapier

€ 17,50

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

f.

tot het verstrekken van lijsten met gegevens, welke verkregen zijn op basis van de door de aanvrager opgegeven selectiecriteria, waarvoor de basisregistratie personen dient te worden doorlopen

€ 24,70

g.

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid van het Besluit basisregistratie personen (maximumtarief)

€ 7,50

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Informatie is digitaal algemeen beschikbaar. Voor afschriften van stukken zie paragraaf 1.10.

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.13 Plan- of kaartinformatie

 

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van tot het verstrekken van geografische informatie, voor ieder daaraan te besteden kwartier.

€ 24,70

b.

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.13a hiervoor bedraagt het tarief een verhoging voor het te verstrekken digitale informatielagen binnen en buiten de bebouwde kom. Afhankelijk van de complexiteit en het aantal te leveren informatielagen zal per verzoek een tarief geoffreerd worden.

 

c.

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.13a hiervoor bedraagt het tarief een verhoging voor het te verstrekken analoge informatielagen binnen en buiten de bebouwde kom. Afhankelijk van de complexiteit, het aantal te leveren informatielagen en formaat zal per verzoek een tarief geoffreerd worden

 

Artikel 1.14 Informatie uit adressenbestanden of registers

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

 

a.

uit de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen als bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object

€ 11,35

b.

uit de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

€ 11,35

c.

van een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet

€ 11,35

d.

uit het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed

€ 11,35

e.

uit het register bedoeld in artikel 57, eerste lid van de Woningwet

€ 11,35

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (WKPB):

 

f.

voor het verstrekken van een uittreksel uit het WKPB-beperkingenregister, per uittreksel:

€ 11,35

g..

voor het verstrekken van een uittreksel uit de WKPB-registratie, per uittreksel:

€ 11,35

h.

voor het verstrekken van een onbelastverklaring uit het WKPB beperkingenregister, per verklaring:

€ 11,35

i.

voor het in behandeling nemen van een verzoek om informatie uit het Kadastraal register via Kadaster On-Line: de door het kadaster in rekening gebrachte legeskosten

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.15 Overige publiekszaken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35

b.

tot het legaliseren van een handtekening

€ 14,40

c.

Tot afgifte van alle andere verklaringen, tot welker afgifte het gemeentebestuur op verlangen van particulieren bevoegd is, een en ander voor zover niet begrepen in enige andere paragraaf van deze verordening en daarbij behorende tabel

€ 14,40

d.

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot verlening van het Nederlanderschap gelden de tarieven zoals opgenomen in artikel 3 van het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 of zoals dit besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

 

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.16 Naspeuringen in gemeentearchief

 

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier

€ 24,70

Artikel 1.17 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.18 Leegstandswet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 144,00

b.

om verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 128,75

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.

 

Artikel 1.19 Wet op de kansspelen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 226,50

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

€ 226,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 30,90

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:40A van de Algemene Plaatselijke Verordening waarbij er sprake is van een eerste aanvraag

€ 1.030

b.

een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:40A van de Algemene Plaatselijke Verordening waarbij er sprake is van een aanvraag voor waarvoor al eerder een exploitatievergunning is verleend

€ 515

c.

het aanbrengen van wijzigingen in de vergunning zoals het bijschrijven van een beheerder

€ 103

d.

Als een aanvrager zijn aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 1.19, lid 4 intrekt, of als de gemeente de vergunning weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 50% van de op grond van artikel 1.19, lid 4a t/m 4c verschuldigde leges.

 

5.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 257,50

Artikel 1.20 Telecommunicatiewet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet dan wel een aanvraag voor een vergunning voor het aanleggen van overige kabels en/of leidingen, gezamenlijk benoemd in artikel 4 eerste en tweede lid van de AVOI

€ 427,45

2.

Het bedrag genoemd in het eerste lid van dit artikel wordt, bij aaneengesloten graafwerkzaamheden over een lengte van 25 meter of meer, voor het uitvoeren van coördinatie en toezicht met een toeslag over de bemeten sleuflengte per strekkende meter sleuf verhoogd met

€ 1,34

3.

Het bedrag genoemd in het eerste lid van dit artikel wordt, indien overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, per uur overleg verhoogd met

€ 92,70

4.

Het bedrag genoemd in het eerste lid van dit artikel wordt, indien de aanvrager verzoekt om inhoudelijke afstemming bij de beoordeling, of het bijwonen van een bouwvergadering per vergadering, per uur overleg verhoogd met

€ 92,70

5.

Het bedrag genoemd in het eerste lid van dit artikel wordt, indien met betrekking tot een aanvraag/melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college is opgesteld.

 

6.

Indien een begroting als bedoeld in het vijfde lid van dit artikel is uitgebracht, wordt een aanvraag/melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken

 

7.

Indien het betreft werkzaamheden van niet ingrijpende aard bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van de melding de helft van het bedrag genoemd in het eerste lid van dit artikel.

€ 214,25

8.

Indien het betreft de melding voor een proefsleuf wordt het legesbedrag verrekend met de aanvraag of melding waartoe deze proefsleuf dient, indien en zodra de aanvraag of melding wordt ingediend conform het eerste lid van dit artikel.

 

9.

Indien het betreft spoedeisende werkzaamheden dan wel calamiteiten bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van de melding de helft van het bedrag genoemd in het eerste lid van dit artikel.

€ 214,25

10.

Het tarief genoemd onder het eerste en tweede lid van dit artikel wordt vermeerderd met een bedrag per strekkende meter over de totaal bemeten sleuflengte. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:

 

a.

tot 2.500 m1, per strekkende meter sleuflengte

€ 1,34

b.

vanaf 2.500 m1 wordt een begroting opgesteld van de kosten voor de te

voeren procedure. Deze kosten worden inclusief onderbouwing, voorafgaand

aan de aanvraagbehandeling, schriftelijk medegedeeld aan de aanvrager. Indien

een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op

de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is

gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 1.21 Wegenverkeerswetgeving

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 63,90

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 49,40

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

c.

Tot het verlenen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) waarbij een keuring plaatsvindt op basis van (medische) stukken

€ 66,95

d.

Tot het verlenen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) waarbij een standaardkeuring (spreekuur) plaatsvindt

€ 102,00

e.

Tot het verlenen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) waarbij een keuring op het thuisadres plaatsvindt

€ 119,50

f.

Tot het verlenen van een gehandicaptenparkeerkaart waarbij geen sprake is van een herkeuring, zoals het geval is bij een duplicaat en het omwisselen van een gehandicaptenparkeerkaart

€ 25,75

Het tarief voor een ontheffing of een vrijstelling op grond van artikel 25 van het "Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990" (ontheffing parkeerschijfzone) voor bewoners bedraagt:

 

g.

voor een periode van maximaal 3 maanden

€ 17,60

h.

voor een periode van maximaal 6 maanden

€ 26,20

i.

voor een periode van maximaal 12 maanden

€ 41,20

j.

voor onbepaalde tijd

€ 61,80

k.

voor de verstrekking van een duplicaat van een ontheffing

€ 29,40

l.

voor het aanbrengen van een wijziging in een ontheffing

€ 12,60

Het tarief voor een ontheffing of een vrijstelling op grond van artikel 25 van het “Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990” (ontheffing parkeerschijfzone) voor bedrijven bedraagt:

 

l.

voor een periode van maximaal 3 maanden

€ 46,80

m.

voor een periode van maximaal 6 maanden

€ 70,60

n.

voor een periode van maximaal 12 maanden

€ 117,50

o.

voor onbepaalde tijd

€ 175,10

p.

voor de verstrekking van een duplicaat van een ontheffing

€ 29,40

q.

voor het aanbrengen van een wijziging in een ontheffing

€ 12,60

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.22 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

2023

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 8,25

b.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in hoofdstuk 1 van deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 30,90

c.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 3,10

d.

kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 1,05

2.

in formaat A3, per bladzijde

€ 2,10

3.

in formaat A2 of groter, per bladzijde

€ 4,10

e.

In afwijking van het bepaalde in subonderdeel d. hiervoor bedraagt het tarief voor kopieën van stukken die de gemeente op grond van een wettelijke bepaling ter inzage moet leggen dan wel elektronisch moet bekendmaken, per kopie

 

1.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,10

2.

in formaat A3, per bladzijde

€ 0,20

3.

in formaat A2 of groter, per bladzijde

€ 0,50

Artikel 1.23 Diverse vergunningen, beschikkingen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een:

 

a.

verzoek tot het starten van een procedure ter vaststelling van een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet Geluidhinder

€ 552,00

Artikel 1.24 Publicatiekosten

 

De in hoofdstuk 1 genoemde bedragen worden verhoogd met een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van een aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten van wettelijk verplichte openbare kennisgevingen, blijkende uit een begroting die terzake door af vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van deze rubriek wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van wettelijke verplichte openbare kennisgevingen aan de aanvrager ter kennis is gebracht

 

Artikel 1.25 Inschakeling externe deskundigen

 

De in titel 1 genoemde bedragen worden verhoogd met een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkende uit een begroting die terzake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld.

Voor de toepassing van deze rubriek wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de externe advieskosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht. Indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

 

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER FYSIEKE LEEFOMGEVING / OMGEVINGSVERGUNNING (WABO)

Paragraaf 2.1 Begripsomschrijvingen

Artikel 2.1 Definities:

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a.

Bouwkosten:

 

1.

de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen.

 

2.

In afwijking van het hiervoor bepaalde in artikel 2.1, onder a, sub 1 wordt bij het bepalen van de bouwkosten van een grondgebonden zonnepark uitgegaan van de kosten van constructieve werken, bestaande uit de stellingen waarop de zonneparken worden geplaatst, de onderstations en eventuele andere bouwwerken, maar uitgezonderd de zonnepanelen zelf en de elektrische installaties (omvormers en schakelingen in de onderstations).

 

b.

Gebruiksfunctie:

 

Gedeelten van een of meer bouwwerken die dezelfde gebruiksbestemming hebben en die tezamen een gebruikseenheid vormen, zoals omschreven in het Bouwbesluit 2012, dan wel recentelijk is gewijzigd.

 

c.

Gebruiksoppervlakte:

 

Gebruiksoppervlakte in vierkante meter (m²) wordt bepaald zoals omschreven in NEN 2580.

d.

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

e.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

f.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

Paragraaf 2.2 Conceptaanvragen en principeverzoeken

Artikel 2.2 Conceptaanvragen en principeverzoeken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een verzoek om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning:

€ 236,50

 

 

b.

een principeverzoek ten aanzien van het verlenen van planologische medewerking voor een project dat niet binnen het bestemmingsplan past

€ 597,00

Paragraaf 2.3 Omgevingsvergunningen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in deze paragraaf en in paragraaf 2.4 van dit hoofdstuk. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Artikel 2.3 Bouwactiviteiten

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, wordt het tarief bepaald op basis van de gebruiksfunctie(s) en de gebruiksoppervlakte daarvan, zoals hieronder opgenomen. Wanneer een bouwactiviteit meer dan één gebruiksfunctie kent wordt het tarief bepaald op basis van de som van de tarieven per gebruiksfunctie en daaraan gekoppelde gebruiksoppervlakte. De uitzondering hierop is de woonfunctie waarbij de oppervlakte wordt bepaald inclusief de nevenfuncties.

Er kan naast een nieuwe gebruiksfunctie ook sprake zijn van activiteiten binnen een bestaande gebruiksfunctie. In het laatste geval wordt gerekend met de gebruiksoppervlakte waar de bouwactiviteiten (bijvoorbeeld interne wijzigingen) plaatsvinden ook al blijft de gebruiksfunctie in aard ongewijzigd.

 

Naar gebruiksfunctie en gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 bedraagt het tarief voor een:

 

a.

Woonfunctie

 

1.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk is aan 30 m²:

€ 515,00

2.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30 m² doch kleiner dan of gelijk is aan 250 m²:

€ 515,00

 

vermeerderd met

€ 21,60

 

per m² boven de 30 m² gebruiksoppervlakte

 

3.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 250 m² doch kleiner dan of gelijk is aan 500 m²:

€ 5.267,00

vermeerderd met

€ 19,00

per m² boven de 250 m² gebruiksoppervlakte

4.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 500 m²:

€ 10.017

 

vermeerderd met

€ 1,05

 

per m² boven de 500 m² gebruiksoppervlakte

 

5.

In afwijking van lid 1 tot en met 4 geldt voor een tijdelijke woonunit met een instandhoudingstermijn van maximaal 3 jaar een tarief van

€ 515,00

6.

In afwijking van lid 1 tot en met 4 geldt voor een tijdelijke pré-mantelzorgwoning met een instandhoudingstermijn van maximaal 10 jaar een tarief van

€ 515,00

b.

Bijeenkomstfunctie

 

1.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk is aan 30 m²:

€ 515,00

2.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30 m²:

€ 515,00

 

vermeerderd met:

€ 20,60

 

per m² boven de 30 m² gebruiksoppervlakte

 

c.

Industriefunctie (niet-agrarisch)

 

1.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk is aan 30 m²:

€ 515,00

2.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30 m² doch kleiner dan of gelijk is aan 500 m²:

€ 515,00

 

vermeerderd met

€ 12,90

 

per m² boven de 30 m² gebruiksoppervlakte

 

3.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 500 m²:

€ 6.578,00

 

vermeerderd met

€ 2,05

 

per m² boven de 500 m² gebruiksoppervlakte

 

d.

Industriefunctie (agrarisch)

 

1.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk is aan 30 m²:

€ 515,00

2.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30 m²:

€ 515,00

 

vermeerderd met

€ 3,60

 

per m² boven de 30 m² gebruiksoppervlakte

 

e.

Kantoor- en onderwijsfunctie

 

1.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk is aan 30 m²:

€ 515,00

2.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30 m² doch kleiner dan of gelijk is aan 500 m²:

€ 515,00

 

vermeerderd met

€ 28,80

 

per m² boven de 30 m² gebruiksoppervlakte

 

3.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 500 m²:

€ 14.051,00

 

vermeerderd met

€ 17,25

 

per m² boven de 500 m² gebruiksoppervlakte

 

f.

Logies-, cel- en gezondheidsfunctie

 

1.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk is aan 30 m²:

€ 515,00

2.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30 m² doch kleiner dan of gelijk is aan 1.000 m²:

€ 515,00

 

vermeerderd met

€ 28,80

 

per m² boven de 30 m² gebruiksoppervlakte

 

3.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 1.000 m²:

€ 28.451,00

 

vermeerderd met

€ 0,25

 

per m² boven de 1.000 m² gebruiksoppervlakte

 

g.

Sportfunctie

 

1.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk is aan 30 m²:

€ 515,00

2.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30 m² doch kleiner dan of gelijk is aan 500 m²:

€ 515,00

 

vermeerderd met

€ 25,75

 

per m² boven de 30 m² gebruiksoppervlakte

 

3.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 500 m² doch kleiner dan of gelijk is aan 1.000 m²:

€ 12.618,00

 

vermeerderd met

€ 8,75

 

per m² boven de 500 m² gebruiksoppervlakte

 

4.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 1.000 m²:

€ 16.993,00

 

vermeerderd met

€ 1,05

 

per m² boven de 1.000 m² gebruiksoppervlakte

 

h.

Winkelfunctie

 

1.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk is aan 30 m²:

€ 515,00

2.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30 m²:

€ 515,00

 

vermeerderd met

€ 12,40

 

per m² boven de 30 m² gebruiksoppervlakte

 

i.

Overige gebruiksfuncties

 

1.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk is aan 30 m²:

€ 515,00

2.

Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30 m²:

€ 515,00

 

vermeerderd met

€ 1,05

 

per m² boven de 30 m² gebruiksoppervlakte

 

j.

Vloer- en dakconstructies

 
 

Als de activiteit uitsluitend bestaat uit het vernieuwen van de vloer-/dakconstructie, draagconstructie of onderdelen hiervan, wordt in afwijking van de tarieven genoemd onder a tot en met i 15% van het totale gebruiksoppervlakte van het gebied onder de dakconstructie of de gebruiksoppervlakte van de vloerconstructie in rekening gebracht.

 

k.

Gevelwijzigingen

 
 

Indien de activiteiten waarvoor de aanvraag wordt ingediend geheel bestaan uit uitsluitend wijzigingen aan een gevel of kozijnen zonder uitbreiding van de gebruiksoppervlakte

€ 515,00

l.

Bouwactiviteit voor een bouwwerk geen gebouw zijnde

 
 

In afwijking van de hierboven bij artikel 2.3, onderdeel a t/m i genoemde tarieven, geldt voor het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een bouwactiviteit voor een bouwwerk geen gebouw zijnde, een tarief van:

2,37%

 

van de bouwkosten

 
 

met een minimum van

€ 515,00

Artikel 2.4 Uitgebreide toets commissie Ruimtelijke Kwaliteit

 

a.

Het verschuldigde bedrag op grond van artikel 2.3 wordt in verband met toetsing aan de criteria van de welstandsnota door de commissie Ruimtelijke Kwaliteit verhoogd indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders in verband met de grootte en/of complexiteit van het plan een uitgebreide toetsing door de commissie Ruimtelijke Kwaliteit noodzakelijk is, bestaande uit de werkelijke kosten van deze toetsing, na voorafgaande opgave van de kosten.

Werkelijke kosten

b.

Indien een opgave van kosten is gedaan als bedoeld in artikel 2.4, onderdeel a, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de kostenopgave aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.5 Verplicht advies agrarische commissie

 

a.

Onverminderd het bepaalde in artikel 2.3 bedraagt het tarief, indien voor de aanvraag om een omgevingsvergunning naar het oordeel van het bevoegd gezag een advies van de agrarische commissie noodzakelijk is en wordt beoordeeld:

 

b.

Indien voor het uitbrengen van een advies van de agrarische commissie zoals bedoeld in artikel 2.5, onderdeel a een bedrijfsbezoek door de betreffende commissie noodzakelijk is, worden de legeskosten per bedrijfsbezoek verhoogd met:

 

Artikel 2.6 Achteraf ingediende aanvraag

 
 

Onverminderd het bepaalde in artikel 2.3 bedraagt het tarief, indien de in dat artikel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

35%

 

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges

 
 

met een maximum van:

€ 1.030,000

Artikel 2.7 Aanlegactiviteiten

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 243,60

Artikel 2.8 Planologisch strijdig gebruik

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in artikel 2.3 en het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 313,80

b.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 588,65

c.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 476,90

d.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 4.036,00

e.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 464,80

f.

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 435,80

g.

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 560,40

h.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 434,55

Artikel 2.9 In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk aan 100 vierkante meter

€ 471,90

b.

indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 100 vierkante meter, doch kleiner dan of gelijk is aan 500 vierkante meter bedragen de kosten:

€ 471,90

 

Deze kosten worden vermeerderd met:

€ 1,67

 

voor elke vierkante meter boven de 100 vierkante meter.

 

c.

indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 500 vierkante meter, doch kleiner dan of gelijk is aan 2.000 vierkante meter bedragen de kosten:

€ 1.139,90

 

Deze kosten worden vermeerderd met:

€ 0,64

 

voor elke vierkante meter boven de 500 vierkante meter.

 

d.

indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 2.000 vierkante meter, doch kleiner dan of gelijk is aan 5.000 vierkante meter bedragen de kosten:

€ 2.099.90

 

Deze kosten worden vermeerderd met:

€ 0,24

 

voor elke vierkante meter boven de 2.000 vierkante meter.

 

e.

indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 5.000 vierkante meter, doch kleiner dan of gelijk is aan 10.000 vierkante meter bedragen de kosten:

€ 2.819.90

 

Deze kosten worden vermeerderd met:

€ 0,10

 

voor elke vierkante meter boven de 5.000 vierkante meter.

 

f.

indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 10.000 vierkante meter bedragen de kosten:

€ 3.319,90

 

Deze kosten worden vermeerderd met:

€ 0,06

 

voor elke vierkante meter boven de 10.000 vierkante meter.

 

Artikel 2.10 Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of de gemeentelijke erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 254,70

b.

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 254,70

c.

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of de gemeentelijke erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 225,70

Artikel 2.11 Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 201,80

Artikel 2.12 Aanleggen of veranderen weg

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of het provinciaal wegenreglement of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 200,75

Artikel 2.13 Uitweg

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of het provinciaal wegenreglement of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 130,80

Artikel 2.14 Kappen

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met de provinciale bomenverordening of artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 76,25

Artikel 2.15 Opslag van roerende zaken

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2.10 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:

€ 128,65

b.

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 195,60

Artikel 2.16 Natura 2000-activiteiten

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 95,30

Artikel 2.17 Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 111,75

Artikel 2.18 Andere activiteiten

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande artikelen van deze paragraaf bedoeld en die activiteit of handeling:

 

a.

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 209,45

b.

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

1.

als het een gemeentelijke verordening betreft

€ 127,40

2.

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft

€ 167,50

Artikel 2.19 Omgevingsvergunning in twee fasen

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

a.

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze paragraaf voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

b.

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze paragraaf voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

Artikel 2.20 Beoordeling bodemrapport

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat artikel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 165,00

b.

voor de beoordeling van een ander niet genoemd rapport

€ 126,80

Artikel 2.21 Archeologische aanvragen

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf bedraagt het tarief voor een aanvraag waarbij archeologische controle, toetsing en archiefonderzoek wordt verricht:

 

a.

voor archeologisch bureau-onderzoek of booronderzoek

€ 475,20

b.

voor gecombineerd archeologisch bureauonderzoek en booronderzoek

€ 509,20

c.

voor PvE proefsleuvenonderzoek, opgraving of fysieke bescherming

€ 544,15

Artikel 2.22 Advies

 

a.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

b.

Indien een begroting als bedoeld in artikel 2.22, onderdeel a is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.23 Verklaring van geen bedenkingen

 

a.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

1.

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 544,35

2.

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 904,60

b.

In afwijking van artikel 2.23, onder a wordt indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats in of in de nabijheid van een gebied als bedoeld in artikel 2.7, lid 2 van de Wet natuurbescherming, waarvoor Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Brabant een verklaring van geen bedenkingen dient af te geven wordt een tarief in rekening gebracht van:

€ 4.379,60

c.

In afwijking van artikel 2.23, onder a wordt indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor soorten in of in de nabijheid van een gebied als bedoeld in artikel 2.7, lid 2 van de Wet natuurbescherming, waarvoor Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Brabant een verklaring van geen bedenkingen dient af te geven, wordt een tarief in rekening gebracht van:

€ 4.428,85

Paragraaf 2.4 Vermindering

Artikel 2.24 Vermindering na beoordeling conceptaanvraag of principeverzoek

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning binnen een jaar is voorafgegaan door een aanvraag om een beoordeling van een conceptaanvraag of een principeverzoek als bedoeld in paragraaf 2.2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft en deze aanvraag om een omgevingsvergunning wordt gedaan voor uitsluitend dezelfde activiteit(en) waarop de beoordeling van de conceptaanvraag, of het principeverzoek betrekking had en de aanvraag om een omgevingsvergunning is ingediend conform de uitkomsten van die beoordeling, worden de ter zake van de beoordeling van de conceptaanvraag of het principeverzoek geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning zoals bedoeld in paragraaf 2.3.

Paragraaf 2.5 Teruggaaf

Artikel 2.25 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.26 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

a.

Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de artikelen 2.3, 2.7, 2.10 en 2.11, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

1.

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan

60%

van de op grond van die artikelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

2.

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 8 weken na het in behandeling nemen ervan

55%

van de op grond van die artikelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

3.

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken en binnen 26 weken na het in behandeling nemen ervan

50%

van de op grond van die artikelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

Artikel 2.27 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de artikelen 2.3, 2.7, 2.10 en 2.11, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

30%

van de op grond van die artikelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

Artikel 2.28 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

a.

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de artikelen 2.3, 2.7, 2.10 en 2.11, weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

35%

 

van de op grond van die artikelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in artikel 2.28, onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.29 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Een bedrag minder dan

€ 151,30

wordt niet teruggegeven.

 

Artikel 2.30 Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

Van de leges verschuldigd op grond van de artikelen 2.22 en 2.23 wordt geen teruggaaf verleend.

 

Paragraaf 2.6 Intrekking omgevingsvergunning

Artikel 2.31 Intrekking omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij artikel 2.27 van toepassing is:

€ 223,45

Paragraaf 2.7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Artikel 2.32 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 157,90

Paragraaf 2.8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Artikel 2.33 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 5.188,40

b.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 3.782,40

Paragraaf 2.9 Procedure vaststelling hogere grenswaarde Wet Geluidshinder

Artikel 2.34 Hogere grenswaarde Wet Geluidshinder

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het starten van een procedure ter vaststelling van een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet Geluidhinder

€ 568,90

Paragraaf 2.10 In dit hoofdstuk niet benoemde beschikking

Artikel 2.35 In dit hoofdstuk niet benoemde beschikking

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde beschikking:

€ 128,50

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING WAAROP DE DIENSTENRICHTLIJN VAN TOEPASSING IS

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28, lid 1, van de Algemene plaatselijke verordening (hierna: APV)

€ 257,50

b.

een melding als bedoeld in artikel 2:28, lid 16 van de APV voor het wijzigen van de lokaliteiten/terrassen op de vergunning

€ 123,60

c.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel leidinggevenden als bedoeld in artikel 2:28, lid 14 van de APV

€ 51,50

d.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, vierde lid, van de APV:

€ 46,35

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een reguliere vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet

€ 515,00

b.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet aan een para-commerciële rechtspersoon

€ 247,20

c.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet

€ 92,70

d.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet voor het wijzigen van de lokaliteiten/terrassen op de vergunning

€ 154,50

e.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel leidinggevenden als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet

€ 61,80

f.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

€ 51,50

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de APV:

 

a.

voor een escortbedrijf:

€ 535,60

b.

voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in onderdeel a:

€ 751,90

c.

voor andere seksbedrijven dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 751,90

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.4 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van:

 

a.

voor een escortbedrijf:

€ 175,10

b.

voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in onderdeel a:

€ 175,10

c.

voor andere seksbedrijven dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 175,10

Paragraaf 3.3 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.5 Organiseren evenement/markt

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de APV (evenementenvergunning), als het betreft:

 

a.

een C-evenement: evenement met een hoger risico, waarbij het (zeer) waarschijnlijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu en maatregelen en/of voorzieningen vergt van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen of schadelijk gevolgen te beperken.

€ 1.287,50

b.

een B-evenement: evenement met verhoogde aandacht, waarbij het mogelijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en/of het milieu en maatregelen en/of voorzieningen vergt van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen en/of de schadelijke gevolgen te beperken.

€ 772,50

c.

een A-evenement: laag risico-evenement, waarbij het (zeer) onwaarschijnlijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en/of het milieu en maatregelen en/of voorzieningen vergt van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen en/of de schadelijke gevolgen te beperken.

€ 257,50

Paragraaf 3.4 Standplaatsen

Artikel 3.6 Venten

 

Het tarief bedraagt voor van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:15, lid 2, van de APV:

 

a.

tot het in de gemeente venten of verkopen gedurende één dag

€ 15,45

b.

tot het in de gemeente venten of verkopen gedurende een maand

€ 123,60

c.

tot het in de gemeente venten of verkopen gedurende een half jaar

€ 185,40

d.

tot het in de gemeente venten of verkopen gedurende een jaar

€ 370,80

Artikel 3.7 Standplaatsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 5:18 lid 1 van de APV:

 

a.

voor het innemen of hebben van een standplaats ter uitoefening van de handel op of aan de weg dan wel op een vanaf de weg onmiddellijk bereikbare plaats (zogenaamde standplaatsvergunning) per standplaats voor elke dag waarvoor de vergunning geldt

€ 15,45

b.

voor een maand

€ 123,60

c.

voor een half jaar

€ 185,40

d.

voor een jaar

€ 370,80

e.

voor een verzorgingspost tijdens de Vierdaagsevrijdag

€ 15,45

f.

voor een commerciële standplaats/uitstalling op de weg tijdens de Vierdaagsevrijdag

€ 82,40

g.

Voor het nachtelijk afmeren in de passantenhaven tijdens de Vierdaagseweek per vaartuig per nacht

€ 15,45

Paragraaf 3.5 Diversen

Artikel 3.8 Kinderopvang

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het in exploitatie nemen van een kindercentrum, gastouderbureau of voorziening voor gastouderopvang op grond van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen:

 

a.

voor een buitenschoolse opvang (BSO), een kinderdagverblijf (KDV) of een peuterspeelzaal (PSZ)

€ 978,00

b.

voor een gastouderbureau (GOB)

€ 813,00

c.

voor een gastouderopvang (GO) worden geen leges geheven

€ 0,00

Artikel 3.9 Constructies, borden of andere voorwerpen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een vergunning als bedoeld in artikel 2:10 van de APV

 

a.

voor het aanbrengen van constructies, borden of andere voorwerpen bestemd of gebruikt tot commerciële reclame voor elke dag en per 10 constructies, borden of andere voorwerpen waarvoor de vergunning wordt gevraagd

€ 6,15

b.

voor het aanbrengen van constructies, borden of andere voorwerpen bestemd of gebruikt tot niet-commerciële reclame voor elke dag en per 10 constructies borden of andere voorwerpen waarvoor de vergunning wordt gevraagd

€ 1,55

c.

voor de ingebruikneming van een weg ten behoeve van een terras behorende tot een openbare inrichting of behorende tot meerdere openbare inrichtingen

€ 82,40

d.

voor het plaatsen van bouwketen, containers en/of steigers

€ 46,35

Artikel 3.10 Afgezette openbare plaatsen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:1, lid 4 van de APV (afgezette openbare plaatsen)

€ 30,90

Artikel 3.11 Verspreiden geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:6, lid 4 van de APV (verspreiden geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen)

€ 30,90

Artikel 3:12 Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:60, lid 2 van de APV (houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren)

€ 46,35

Artikel 3.13 Verkoopregister

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vrijstelling van het verkoopregister als bedoeld in artikel 2:67 van de APV

€ 46,35

Artikel 3:14 Vuurwerk aanwezig hebben en verkopen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:72, lid 1 van de APV (vuurwerk aanwezig hebben en verkopen)

€ 257,50

Artikel 3:15 Carbidschieten

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:73a, lid 4 van de APV (carbidschieten)

€ 46,35

Artikel 3:16 Exploitatie risicobranches

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 
  • a.

    tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:80, lid 2 van de APV (exploitatie risicobranches)

€ 257,50

  • b.

    tot het wijzigen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:80, lid 12 van de APV (exploitatie risicobranches)

€ 123,60

Artikel 3:17 Overige geluidhinder

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:6, lid 2 van de APV (overige geluidhinder)

€ 30,90

Artikel 3:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:18, lid 3 van de APV (recr. nachtverblijf buiten kampeerterreinen)

€ 30,90

Artikel 3:19 overnachten op of aan de weg

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:20, lid 2 van de APV (overnachten op of aan de weg)

€ 30,90

Artikel 3:20 Parkeren van voertuigen van autobedrijf en dergelijke

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:2, lid 4 van de APV (parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.)

€ 92,70

Artikel 3:21 Te koop aanbieden van voertuigen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:3, lid 2 van de APV (te koop aanbieden van voertuigen)

€ 92,70

Artikel 3:22 Parkeren kampeermiddelen en andere voertuigen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:6, lid 2 van de APV (parkeren kampeermiddelen e.a. voertuigen)

€ 30,90

Artikel 3.23 Reclamevoertuigen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:7 van de APV (parkeren reclamevoertuigen)

€ 46,35

Artikel 3:24 Parkeren grote voertuigen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:8, lid 5 van de APV (parkeren grote voertuigen)

€ 46,35

Artikel 3:25 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:11, lid 3 van de APV (aantasting groenvoorz. door voertuigen)

€ 46,35

Artikel 3:26 Beperking verkeer in natuurgebieden

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:33, lid 5 van de APV (beperking verkeer in natuurgebieden)

€ 46,35

Artikel 3:27 Stookverbod

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:34, lid 3 van de APV (stookverbod)

€ 46,35

Artikel 3:28 Asverstrooiing

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:36, lid 3 van de APV (asverstrooiing)

€ 15,45

Artikel 3:29 Inrijden voetgangerszone

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 
  • a.

    om een ontheffing voor onbepaalde tijd voor het inrijden van een voetgangerszone

€ 61,80

  • b.

    om een incidentele ontheffing voor het inrijden van een voetgangerszone

€ 17,50

  • c.

    voor het wijzigen van een eerder afgegeven ontheffing

€ 12,35

Artikel 3:30 Zondagswet

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 3, lid 3 of artikel 4, lid 3 van de Zondagswet (verwekken geruchten/houden vermakelijkheden in strijd met Zondagswet)

€ 30,90

Paragraaf 3.6 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.31 Niet benoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 30,90

Behorende bij raadsbesluit d.d. 8 december 2022.

Mij bekend,

de griffier,

Richard van der Weegen