Algemene voorwaarden haven- en liggelden gemeente Huizen 2023

Geldend van 24-11-2022 t/m heden

Intitulé

Algemene voorwaarden haven- en liggelden gemeente Huizen 2023

Artikel 1.

  • 1. Ten behoeve van de gemeente worden gelden in rekening gebracht onder de naam van:

    • a.

      Havengelden: voor het in enig opzicht met een vaartuig, vlot, zuiger, bok, boorvaartuigen of dergelijke voorwerpen gebruik maken van de haven;

    • b.

      Liggeld: voor het hebben van een vaste los- en laadplaats, alsmede voor een ligplaats in de haven.

  • 2. De in deze algemene voorwaarden opgenomen bedragen zijn inclusief 21% omzetbelasting. Vanwege de omrekening kunnen -overigens beperkte- afrondingsverschillen ontstaan met hetgeen werkelijk in rekening wordt gebracht.

  • 3. De in deze algemene voorwaarden genoemde tarieven worden jaarlijks door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld.

Artikel 2. Betalingsplicht

De gelden genoemd in artikel 1 lid 1 worden in rekening gebracht bij de vergunninghouder of de gebruiker.

Artikel 3. Tijdvakken

  • 1. Voor de in artikel 12 genoemde wintervergunningen geldt als tijdvak de periode van 1 november tot en met 31 maart.

  • 2. Voor de jachthaven en de aanloophaven geldt een zomer- en wintertarief waarvan de tijdvakken zijn respectievelijk 1 april tot en met 31 oktober en 1 november tot en met 31 maart.

  • 3. Voor de jachthaven bestaat tevens de mogelijk van een jaartarief van 1 april tot en met 31 maart.

  • 4. Voor het overige is het jaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 4. Bepaling waterverplaatsing en oppervlakte

  • 1. De waterverplaatsing wordt bepaald overeenkomstig de van kracht zijnde meetbrief.

  • 2. Bij gemis van een meetbrief zal de op de ijkplaat aangeduide waterverplaatsing als grondslag voor de heffing dienen.

  • 3. Bij gebreke van één en ander of bij weigering om de meetbrief te tonen, wordt de waterverplaatsing door de havenmeester vastgesteld.

  • 4. De lengte van een vaartuig wordt gemeten op het bovendek vanaf de punt van de voorsteven tot die van de achtersteven of de achterafronding.

  • 5. De oppervlakte van een vaartuig of voorwerp wordt bepaald door vermenigvuldiging van de grootste lengte met de grootste breedte.

  • 6. De in artikel 12 lid 2 sub c bedoelde vergoeding voor de vergunning wordt berekend op basis van aantal volle m2 boxmaat.

  • 7. Waar in deze algemene voorwaarden sprake is van m3, wordt daaronder verstaan een kubieke meter waterverplaatsing, waarbij onder waterverplaatsing wordt begrepen de in volumen uitgedrukte waterverplaatsing van een vaartuig tussen het vlak van de grootste toegelaten diepgang en het vlak van inzinking van het ledige vaartuig.

  • 8. Indien gesproken wordt van boxmaat betreft dit de werkelijke maat met een marge van 5% waarbij de uitkomst rekenkundig wordt afgerond.

Artikel 5. Verrekening / Restitutie

  • 1. Indien in de loop van het jaar een vaartuig waarvoor een vergunning is verkregen, wordt verkocht, gesloopt of verloren gaat, wordt restitutie van reeds betaald liggeld verleend tijdsevenredig voor zoveel volle maanden van het liggeld, als er nog maanden van de betaalde periode moeten verlopen na de maand, waarin het vaartuig is verkocht, gesloopt of verloren gegaan, dan wel de vergunning is ingetrokken.

    Indien gebruik gemaakt wordt van het jaartarief, zal bij restitutie voor de periode voor 1 november per maand het zomertarief gedeeld door 7 van toepassing zijn. Voor de maanden november t/m maart zal het wintertarief gedeeld door 5 van toepassing zijn.

  • 2. Indien gebruik gemaakt wordt van het jaartarief als bedoeld in artikel 12 lid 2 onder c3, bestaat de mogelijkheid om uiterlijk per 1 september van het lopende jaar schriftelijk kenbaar te maken dat geen gebruik wordt gemaakt van de ligplaats in de winterperiode vanaf 1 november, waarbij restitutie zal worden verleend voor het verschil tussen het jaartarief en het zomertarief als bedoeld in artikel 12 lid 2.

Artikel 6. Vrijstellingen

Geen liggelden zijn verschuldigd bedoeld ter zake van:

  • a.

    vaartuigen rechtstreeks in dienst van de gemeente Huizen;

  • b.

    politie- en marinevaartuigen, werkschepen Rijkswaterstaat, als zodanig gebezigd;

  • c.

    hospitaalschepen;

  • d.

    passanten van historische schepen mits voorzien van één mast, die bedrijfsmatig hebben gevist op de Zuiderzee en/of IJsselmeer en voor 1955 zijn gebouwd;

  • e.

    tot de inventaris van een ander vaartuig behorende jollen en sloepen;

    vaartuigen, welke rechtstreeks gebruikt worden voor het uitbaggeren dan wel bebakenen van de haven en de vaargeul buiten de haven;

  • f.

    vaartuigen welke de haven ten gevolge van averij, noodweer of technisch defect als vluchthaven aandoen zonder te laden of te lossen, met een maximum van 2 x 24 uur;

  • g.

    vaartuigen welke ten gevolge van onbevaarbaarheid van het Gooimeer wegens ijsgang, vorst of anderszins genoodzaakt zijn in de haven te verblijven, tot de dag waarop de onbevaarbaarheid is opgeheven;

  • h.

    vrachtvaartuigen die tussen 12.00 uur van de dag, onmiddellijk voorafgaande aan de zondag, een algemeen erkende christelijke feestdag of de nieuwjaarsdag en 6.00 uur van de dag, onmiddellijk volgende op de zondag, de algemeen erkende christelijke feestdag of de nieuwjaarsdag in de haven verblijven, zonder dat zij geheel of gedeeltelijk worden geladen of gelost. In de sub e, f en g genoemde gevallen worden de noodzakelijkheid en de duur van het vrije verblijf in de haven door de havenmeester beoordeeld.

Artikel 7. Wijze facturering en betaling

  • 1. De gelden bedoeld in de artikelen 12 en 13 worden met een factuur in rekening gebracht. De factuur is invorderbaar in één termijn binnen 30 dagen na de dagtekening;

  • 2. De gelden als bedoeld in artikel 11 worden in rekening gebracht door middel van een gedagtekende factuur of kassabon, waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

  • 3. De gelden bedoeld in het tweede lid, moeten worden voldaan op het tijdstip waarop de factuur of kassabon voor het in artikel 1 bedoelde gebruik of een daarmee verband houdende dienst wordt uitgereikt.

  • 4. Indien de verschuldigde liggelden als bedoeld in de artikelen 12 en 13 niet op de vervaldag zijn bijgeschreven op de bankrekening van de gemeente Huizen wordt een aanmaning verzonden.

  • 5. De in lid 4 genoemde aanmaning dient te worden voldaan binnen 14 dagen na de dagtekening;

  • 6. De aan de aanmaning verbonden kosten zijn gelijk aan die van de aanmaning zoals omschreven in artikel 2 van de kostenwet invordering rijksbelastingen;

  • 7. Indien de in lid 4 bedoelde verschuldigde gelden niet tijdig zijn voldaan vervalt het recht op de ligplaats per direct en wordt de vergunning ingetrokken;

  • 8. De openstaande vordering kan in handen worden gesteld van een incassobureau terwijl de boot in verzekerde bewaring kan worden gesteld totdat de openstaande schuld is voldaan.

Artikel 8. Kwijtschelding van de verschuldigde gelden

Geen beroep kan worden gedaan op kwijtschelding van de schuld vanwege financiële draagkracht.

Artikel 9. Meldingsplicht

Elke gezagvoerder, schipper, eigenaar of gebruiker van een vaartuig, vlot, zuiger, bok, boorvaartuigen of dergelijke voorwerpen is verplicht terstond, nadat het gebruik bedoeld in artikel 1 van deze algemene voorwaarden een aanvang heeft genomen, daarvan melding te maken bij de havenmeester.

Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan ter uitvoering van deze algemene voorwaarden met betrekking tot het in rekening brengen van de haven- en liggelden nadere regels stellen.

Artikel 11. Tarieventabel havengeld

1.

Het haven- en liggeld genoemd in artikel 1 lid 1 onder a bedraagt inclusief omzetbelasting:

a.

voor vrachtvaartuigen en andere niet onder b of c vallende vaartuigen per reis, voor elke volle m3

€ 0,35

b.

voor sleepboten per reis, voor elke volle m2

€ 0,35

c.

voor pleziervaartuigen per overnachting (gerekend vanaf 16:00 uur) voor elke volle lengtemeter

Indien vaartuigen na 16:00 langer dan één uur de haven aandoen, wordt het overnachtingstarief in rekening gebracht.

€ 1,10

d.

voor beroepsvaartuigen welke de haven kortstondig aandoen (innemen en verlaten van ligplaats vóór 16:00 uur), voor elke volle m2

€ 0,15

2.

Het stroomverbruik wordt jaarlijks afzonderlijk in rekening gebracht.

Het tarief dat in rekening gebracht wordt bij niet retourneren van een sleutel ten behoeve van stroomaansluiting bedraagt.

€ 17,50

3.

Ter bepaling van welk tarief van toepassing is, is de wijze van het huidige gebruik van het vaartuig doorslaggevend.

Artikel 12. Vergunningen

1.

In afwijking van het bepaalde in artikel 11 kan voor onbepaalde tijd een vergunning verkregen worden.

2.

Het tarief voor de in lid 1 bedoelde vergunning bedraagt inclusief omzetbelasting per jaar:

a.

voor vrachtvaartuigen en andere niet onder b of c vallende vaartuigen per 40 reizen, voor elke volle m3

€ 6,45

b.

voor pleziervaartuigen in de gemeentehaven voor elke volle m2 ligbox omdat deze gebruik kunnen maken van extra voorzieningen, zoals steigers, wateraansluitingen, elektra en drinkwaterkranen:

1. Zomertarief: voor de periode 1 april 2023 t/m 31 oktober 2023

€ 26,75

2. Wintertarief: voor de periode 1 november 2023 t/m 31 maart 2024

€ 9,85

3. Jaartarief: voor de periode 1 april 2023 t/m 31 maart 2024

€ 36,00

4. Voor pleziervaartuigen die de voorafgaande zomer in de aanloophaven een ligplaats hebben gehad, geldt voor het aansluitende wintertarief de bootmaat in plaats van boxmaat.

d.

voor vissersvaartuigen, mits voorzien van één mast, die bedrijfsmatig hebben gevist op de Zuiderzee en/of IJsselmeer en voor 1955 zijn gebouwd geldt een vast bedrag per kalenderjaar van

€ 138,60

e.

voor de fietsboot geldt een vast bedrag per kalenderjaar van

€ 197,50

f.

Voor pleziervaartuigen in de aanloophaven voor elke volle m2 bootmaat:

1. Zomertarief: voor de periode 1 april 2023 t/m 31 oktober 2023

€ 26,75

2. Wintertarief: voor de periode 1 november 2023 t/m 31 maart 2024

€ 9,85

- Jeugdtarief: voor pleziervaartuigen tot en met 12m2 voor bootbezitters jonger dan 21 jaar (peildatum 31 december betreffend abonnementsjaar) geldt 40% van het zomer- respectievelijk wintertarief.

g.

Indien geen van bovengenoemde categorieën van toepassing zijn, wordt het hoogste tarief in rekening gebracht, met een maximum bedrag per jaar van

€ 20.927,45

3.

Indien een vergunning ingaat vóór of op de 15e van een kalendermaand ontstaat de betalingsplicht met ingang van die maand. Indien de vergunning ingaat na de 15e van een kalendermaand ontstaat de betalingsplicht met ingang van de hierop volgende maand.

4.

Lid 3 is tevens van toepassing indien de zomervergunning niet aansluit op een wintervergunning of omgekeerd.

Artikel 13. Laad- en losplaatsen (liggeld)

1.

Voor zover er naar oordeel van de havenmeester plaats beschikbaar is, kunnen vaste laad- en losplaatsen aan de beschoeiing in de werkhaven worden verkregen voor de duur van een jaar, tegen betaling van een bedrag per jaar voor elke volle meter beschoeiinglengte met een minimum van boven het in artikel 11 lid 1 a, of artikel 12 lid 2 a vermelde tarief.

€ 8,10

2.

Worden deze laad- en losplaatsen niet ingenomen door een vaartuig ten behoeve van betrokkene, dan is de plaats ter beschikking van de gemeente.

€ 247,10

3.

Voor het innemen van een ligplaats, anders dan uitsluitend voor het laden en lossen, wordt boven het in artikel 11 lid 1 a of artikel 12 lid 2 a, vermelde tarief een liggeld geheven van voor elke volle m3 waterverplaatsing per jaar

€ 8,10

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders,

Op 13 september 2022.

de secretaris,

de burgemeester,