Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR681290
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR681290/1
Beleidsnota iedereen Delftenaar, over respectvol samenleven, vrijheid en gelijke kansen
Geldend van 16-09-2022 t/m heden
Intitulé
Beleidsnota iedereen Delftenaar, over respectvol samenleven, vrijheid en gelijke kansenOver respectvol samenleven, vrijheid en gelijke kansen
Vrijheid maken we met elkaar
Onze vrijheid. We weten niet anders. Dat we ons leven leiden zoals we dat zelf willen. Dat we kunnen geloven in iets, of in niets. Dat we alles kunnen zeggen, of in ieder geval heel veel.
Onze gastvrijheid geeft Delft haar internationaal karakter. Een stad met grote ambities. De rug recht en de blik naar buiten. We ontvangen arbeiders, studenten en wetenschappers met open armen. Mensen die hun land moeten ontvluchten, vinden in Delft een warm thuis waar lieve Delftenaren ze met raad en daad bijstaan. Hier vinden ze de vrijheid om hun leven weer op de kaart te zetten.
In één adem koppel ik vrijheid wel aan grenzen: om een veilig klimaat te garanderen voor iedereen. Zodat we zonder angst of argwaan door het leven kunnen gaan. Zodat iedereen kansen krijgt om een mooie toekomst op te bouwen. Zodat we onze medeburgers dezelfde kansen bieden, ook al maken zij keuzes om heel anders in het leven te staan. We accepteren niet dat jongens niet aan een stageplek komen omdat zij afgerekend worden op negatieve beeldvorming. We accepteren evenmin dat vrouwen hun kansen niet kunnen waarmaken vanwege traditionele opvattingen.
Vrijheid geeft ons vleugels. Hier kunnen wij ons ding doen. Het maakt van Delft een stad met een groot hart. Logisch dat zoveel mensen hier graag willen wonen.
Onze grootouders hebben onze vrijheid bevochten. Onze ouders hebben ons bevrijd van achterhaalde taboes. 2020 kent haar eigen uitdagingen. In vrijheid met elkaar samenleven gaat niet altijd vanzelf in een stad met veel verschillende gezichten. Het vraagt dat we de tijd nemen voor elkaar. Dat we onze buren op zijn minst kennen en spreken. Met elkaar optrekken. Het is best een opgave om samen te leven met zoveel verschillen. Daar willen wij met dit beleid toe bijdragen. Want we willen het altijd gezellige, ruimhartige Delft wel behouden en aan onze kinderen doorgeven.
Mijn dank gaat uit naar de Delftenaren die met ons hebben meegedacht om dit plan te schrijven, en straks meehelpen om het uit te voeren. Ik ben er van overtuigd dat het gaat lukken. Want er is altijd meer dat ons bindt dan dat ons scheidt.
Hatte van der Woude
Wethouder Jeugd, Onderwijs, Integratie en Emancipatie
Alles dat werkelijk groots en inspirerend is, is gecreëerd door een individu dat kon werken in vrijheid. – Albert Einstein
Inleiding
In het bestuursprogramma Voorbereid op de toekomst 2018-2022 hebben we aangekondigd een kort en bondig kader te schrijven voor integratie, anders geformuleerd: ‘samenleven in diversiteit’. Dit kader beschrijven we in samenhang met andere thema’s. Respect, vrijheid en gelijke kansen moeten zich laten zien in alle domeinen van de samenleving.
In deze notitie gaan we in op Delft als diverse stad: wat betekent dit voor de mensen die er al wonen of nog komen wonen? Het beleid beperkt zich niet tot oud- of nieuwkomers. Het geldt als basis voor alle Delftenaren om in vrijheid en met gelijke kansen respectvol samen te leven. En als basis om polarisatie en sociale onrust in de wijken zoveel mogelijk te voorkomen.
Leeswijzer
Ten eerste geven we u eerst wat achtergronden en actuele context mee (§1). Uitgangspunt van al ons handelen zijn onze kernwaarden (§2), zoals deze zijn omschreven in onze grondwet. In §3 leest u welke doelen we willen bereiken. Vervolgens formuleren we een aantal specifieke onderwerpen waarmee we aan de slag gaan (§4). Deze zien we vooral terug in domeinen als inburgering, onderwijs, werk, welzijn en gezondheidszorg. We besluiten met de financiën (§5).
1 Samenleven in een diverse stad
Diversiteit van mensen is een gegeven. Al bestaan we voor 99,9% uit hetzelfde DNA, toch zijn we allemaal net iets andere mensen. We zijn jong of iets minder jong, extravert of introvert, gelovig of atheïst, houden van mannen of vrouwen, werken thuis of buitenshuis, komen uit de meest diverse uithoeken van de wereld etc.
Ons dagelijks leven is bovendien doordrongen van andere landen en culturen. Op Netflix bekijken we internationale series. We gaan op vakantie naar de Middellandse Zee, vieren Valentijnsdag, Halloween of het Suikerfeest. We eten loempia’s, pita of tortilla. Onze kleren komen uit verre landen en voor een operatie reizen we soms tot ver over de grens. Het buitenland laat zich ook zien in ons straatbeeld. Nederlanders zijn op talloze manieren verweven met het buitenland. We weten niet anders1. Deze diversiteit geeft kleur aan ons leven, al kan het er ook om spannen. Mensen zijn fervent aanhanger van een voetbalclub, keren zich af van de gaypride, of ervaren hun godsdienst als allesbepalend. Deze tegenstellingen zijn op zich niet erg, als de uitingen daarvan maar binnen de grenzen van de rechtsstaat vallen.
Verschil is mooi …
Samenleven in een diverse stad verfijnt ons leven. Het biedt kansen op ontmoetingen met mensen uit alle windstreken en met nieuwe culturen. Het brengt ons nieuwe smaken en verhalen, ongekend talent en kennis. We leren de wereld kennen in onze eigen stad. Daarnaast komen mensen uit andere delen van de wereld in contact met onze wetten, onze cultuur, onze vrijheden, normen en waarden. Nederland behoort tot één van de rijkste en gelukkigste landen van de wereld2 en dat wordt door veel mensen gezien en gewaardeerd, beleefd en benut. Het is voor velen ook een reden om naar ons land te vluchten.
… maar kan ook schuren
Maar de medaille kent ook een keerzijde. Het leven in een stad met zoveel verschillende culturen blijkt niet altijd aantrekkelijk. Ouderen herkennen de ‘gezellige’ buurt niet meer waarin ze zijn opgegroeid. Jongeren met een migratie-achtergrond ervaren regelmatig dat ze er niet bij horen. Bovendien voelt niet iedereen zich uitgenodigd om de vrijheden die ons land biedt te accepteren, te omarmen of deze aan een ander te gunnen. De veranderingen zijn ook erg snel gegaan. In krap 20 jaar na de tweede wereldoorlog veranderde Nederland van een emigratie- naar een immigratieland. Niet iedereen kon deze omwenteling bijbenen. Dit leidde bij velen tot onvrede en onbegrip en tot gevoelens van vervreemding en onveiligheid. Zeker in buurten waar veel mensen met verschillende achtergronden bij elkaar wonen, is dat zichtbaar. Groepen hebben er minder positief contact met elkaar en oordelen negatiever over hun omgeving3.
Delft verkleurt … wordt ouder … én jonger
In het rapport ‘De nieuwe verscheidenheid’ laat de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR)3 zien hoe de samenstelling van veel Nederlandse steden is veranderd als het gaat om diversiteit naar land van herkomst. Delft ligt in een deel van Nederland met een mix van mensen en achtergronden. In 2015 stond Delft als negende in de top tien van meest diverse gemeenten in Nederland, met binnen de MRDH4 Schiedam, Rotterdam en Den Haag boven zich. Delft kenmerkt zich als voorstad en als expatgemeente (vanwege de Technische Universiteit). Delft kent 154 verschillende nationaliteiten onder haar bewoners. Wat betekent dit nu voor het samenleven in de Delftse wijken? De WRR concludeert in het rapport dat in buurten met veel verscheidenheid het samenleven ingewikkelder is. Het vraagt om een nadere verkenning en dialoog in de stad om te bepalen in hoeverre dat ook geldt voor Delftse wijken.
Tabel 1 : bevolking Delft naar afkomst |
|||||||
Jaar |
1998 |
2002 |
2006 |
2010 |
2014 |
2018 |
2019 |
% inwoners Ndl etniciteit |
79,0 |
74,6 |
72,3 |
69,8 |
67,9 |
65,2 |
64,1 |
% inwoners buitenl etniciteit |
21,0 |
25,4 |
27,7 |
30,2 |
32,1 |
34,8 |
35,9 |
Bron: Gemeente Delft. Data op maat |
Maar dat is niet het enige opvallende als we naar de samenstelling van de bevolking kijken. Naast migranten uit een waaier van herkomstlanden treedt in Nederland én Delft vergroening én vergrijzing op. Nieuwkomers zijn gemiddeld jonger dan de gevestigde bevolking, wat ervoor zorgt dat Nederland/Delft minder vergrijst.
Tabel 2: bevolking Delft / kinderen & ouderen 2019 |
||
% binnen de eigen etnische groep |
Nederlands |
buitenlands |
kinderen (< 15 jaar ) |
11.2 |
14,2 |
ouderen (> 54 jaar ) |
34,3 |
15,1 |
Bron: Gemeente Delft / Data op maat |
Het glas is halfvol …
De tweede generatie niet-Westerse migranten heeft grote vorderingen gemaakt in vergelijking met hun ouders. Dat bewijzen herhaaldelijk de onderzoeken van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)5 en het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP)6. Die ontwikkeling laat zich onder andere zien in een hoger opleidingsniveau, betere banen en minder uitkeringen. Vooral de positie van vrouwen is sterk verbeterd. De hogere leeftijd waarop zij trouwen en hun eerste kind krijgen, bewijst dat zij zich eerst willen ontwikkelen. Cijfers over ruim 25 jaar laten zien dat de kennis van de Nederlandse taal over de volle breedte is toegenomen. Over het algemeen denktmen positiever over homoseksualiteit, en tegelijk zijn er een aantal specifieke groepen die homoseksualiteit niet accepteren7.
… maar ook halfleeg
Nog veel achterstanden blijven hardnekkig. Om een paar voorbeelden te noemen: in meer gesloten en behoudende families kunnen vrouwen vaak niet kiezen met wie ze trouwen of welke opleiding ze volgen. De jarenlange progressie van de tweede generatie migrantenjongeren lijkt de laatste jaren te stagneren. Als de economie tegenzit, dan raken zij vaker als eersten hun baan kwijt. Zorgwekkend is bovendien dat zij minder positief zijn over hun kansen in Nederland. Deze jongeren stellen minder vertrouwen in instituties en trekken zich vaker terug in hun eigen groep8.
Dialoog met ruimte voor verschillende inzichten
De diversiteit van onze bevolking is dus een gegeven, zeker in het westen van Nederland. In gesprekken met de inwoners willen we achterhalen of zij de diverse achtergronden van Delftenaren omarmen. Of zij weerbaar zijn tegen de gevolgen van veranderingen. (Er)kennen inwoners hun buren en stadsgenoten? Accepteren en ontmoeten zij elkaar? Benutten zij de Nederlandse grondrechten? Respecteren zij de vrijheden en kansen die de Nederlandse samenleving biedt? Nemen zij de plichten in acht die ermee gepaard gaan? Wat hebben de inwoners van onze gemeente nodig, om mee te kunnen doen? Om zich met elkaar te verbinden en bij te dragen aan het samenleven? Maar ook: wat heeft de stad nodig om het gesprek te voeren en ruimte te geven aan deze diversiteit?
Mazen Basil: ‘Taal en netwerk, daar draait het om’
Mazen Basil vluchtte in 2014 uit Syrië, waar hij Lucht- en Ruimtevaart studeerde aan de universiteit van Aleppo. Hij woont sinds 2015 in Delft en werkt in Rotterdam als toekomstcoach bij de Stichting Nieuw Thuis Rotterdam.
“Ik heb geluk gehad. Op de vlucht uit Syrië was ik op weg naar Zweden, waar enkele familieleden woonden. Onderweg van Amsterdam naar Kopenhagen werd ik in de trein gearresteerd. Daar ben ik achteraf blij om: Nederland is een fantastisch land. In het asielzoekerscentrum maakte ik snel vrienden. Ik kreeg, ook omdat ik als vrijwilliger hielp met vertalingen, een baan aangeboden als woonbegeleider bij het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). Hoewel ik destijds nog niet zo goed Nederlands sprak, is die periode wel heel goed voor me geweest.
In Delft voelde ik me snel thuis. Ik heb superlieve Nederlandse buren, die me bijvoorbeeld de omgeving lieten zien. En medewerkers van Delft Support hebben me geweldig geholpen. Ze adviseerden me om de baan bij het COA te accepteren en wezen me op een intensieve taalcursus in Leiden. Daar heb ik zeker veel geleerd, maar ik had nog liever vijf dagen per week les gekregen. De taal en een netwerk opbouwen, dat is zó belangrijk om mee te doen. Een paar uur per dag les is niks: je houdt dan te veel tijd over voor negatieve gedachten, of je gaat mensen van je eigen nationaliteit opzoeken, terwijl je juist moet mixen met Nederlanders.
Inmiddels werk ik al 2,5 jaar met veel plezier als toekomstcoach bij de Stichting Nieuw Thuis Rotterdam. Daar begeleiden we ruim 200 Syrische gezinnen met een verblijfsvergunning, onder meer met huisvesting, loopbaanbegeleiding en taal. Alles staat in het teken van ‘zo snel mogelijk meedoen’. Verder wil ik me blijven ontwikkelen. Zo wil ik in Rotterdam in deeltijd een universitaire studie gaan doen, International Business Management.
De kennis die ik nu opdoe, wil ik na de oorlog inzetten in Syrië. Als er weer vrede is in Syrië, wil ik met een Nederlands-Syrische organisatie helpen bij de wederopbouw van het land. Syrië én Nederland zitten inmiddels in mijn hart, ik houd echt van Nederland en ben zó dankbaar dat ik zo goed geholpen ben. En Syrië kan veel leren van Nederland, bijvoorbeeld hoe je een land opbouwt en in vrijheid met elkaar leeft. Wat Nederlanders van Syriërs kunnen leren? Misschien iets minder individualisme, en meer waarderen dat je in zo’n mooi land leeft? O ja, en meer genieten van het leven.”
2 Kernwaarden
Basis voor het beleid
Nederland is een democratie en een rechtsstaat. Dat betekent dat iedereen dezelfde rechten kent en zich aan dezelfde regels moet houden. In Nederland onderschrijven we de waarden vrijheid, gelijkwaardigheid en broederschap. Ons beleid vindt zijn oorsprong in de Grondwet, waarin we aan iedereen het recht op gelijke behandeling en het recht op zelfbeschikking garanderen. Mensen kunnen over hun eigen lijf en leven beslissen. Enkele artikelen:
- o
“Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.” (artikel 1)
- o
“Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer.” (artikel 10)
- o
“Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam.” (artikel 11)
Deze artikelen brengen naast rechten ook plichten met zich mee. We verwachten dat inwoners van Delft de wet respecteren en zich actief inzetten voor de vrijheden en verworvenheden van onze rechtstaat. Burgers kunnen een beroep doen op deze rechten. Dit houdt in dat zij deze rechten ook aan hun medeburgers gunnen. Zij dragen daarmee bij aan hun eigen vrijheid en ontwikkeling én aan die van anderen.
Met het integratie- en emancipatiebeleid willen we dat alle burgers van Delft dezelfde kansen krijgen én deze kunnen benutten. Allen, ongeacht leeftijd, sekse, achtergrond, religie, huidskleur of seksuele voorkeur. Al onze inwoners leven tevreden en vreedzaam samen in de wijken. Groepsvorming leidt niet tot uitsluiting en sociale onrust. We willen dat Delvenaren en Delftenaren – zij die hier geboren zijn én zij die hier zijn komen wonen – samen de toekomst van de stad bepalen en deze met vertrouwen en trots tegemoet zien.
Zonder draagvlak komen we echter niet ver. De rol van de overheid in ‘het samenleven van alledag’ is beperkt. Aan zet zijn vooral de mensen die Delft maken tot een aantrekkelijke stad voor ons allemaal. Het zijn onze inwoners die, individueel en in hun gemeenschap, uitdragen dat we in vrijheid leven en laten leven, en iedereen deze grondrechten gunnen.
Daarover gaan we met elkaar regelmatig in gesprek. Om elkaar te kunnen verstaan, moeten we dezelfde taal spreken en helder communiceren. Pas dan kan er sprake zijn van gedeeld draagvlak. Pas dan kunnen we elkaar echt begrijpen.
Bahar Khodabakhsh: ‘Taal is alles, taal, taal, taal!'
Bahar Khodabakhsh (21) verliet in 2017 haar geboorteland Iran. Ze kwam hiernaartoe voor een ‘beter leven’.
De eerste tijd was lastig, maar inmiddels voelt ze zich hier thuis.
“Ik weet nog precies hoe ik me voelde, op 24 september 2017. Die dag stapte ik samen met mijn zusje op het vliegtuig naar Nederland. Ik hoorde van iedereen dat Nederland een goed land is om te wonen. Hier kon ik studeren wat ik wilde en mijn dromen waarmaken. Ik wist dat ik de juiste keuze maakte, maar ik heb de hele reis gehuild om de vrienden en familie die ik moest achterlaten.
Toen ik hier kwam, had ik geen idee wat ik moest doen. Ik kende de regels niet, wist niet waar ik terechtkon. Uiteindelijk heb ik een afspraak gemaakt met de Jongerenacademie van Delft Support. Dat was mijn redding; zij zorgden ervoor dat ik een schakeljaar op het VWO kon doen, om daarna naar de universiteit te kunnen.
Ook hielpen zij met solliciteren en het vinden van een baan.
Ik ben begonnen met Nederlands leren in het taalcafé. Daar heb ik zóveel aardige mensen ontmoet en vrienden gemaakt! Iedereen was geïnteresseerd in mij. Ze wilden weten hoe het is in Iran, waar ik woonde, wat ik at. Ik probeerde zo snel mogelijk Nederlands te praten, want taal is alles. Als je je weg wilt vinden, móet je de taal kennen. Daarnaast heb ik veel vrijwilligerswerk gedaan voor bijvoorbeeld ouderen en daklozen en bij een tandartspraktijk, om een plek te verwerven in deze samenleving. Ook hielp het mij natuurlijk om mijn taal te verbeteren.
Nu studeer ik in Amsterdam psychologie aan de VU. Het sociale aspect van de opleiding trekt me aan. Het geeft mij voldoening om mensen te helpen. Hier woon ik nu ook. Ik vind Amsterdam nog wel wennen, dus ik kom nog vaak naar Delft; hier zie ik mijn vrienden, we eten met elkaar, gaan naar feestjes. Ik voel me hier thuis.
Na twee maanden in Nederland was ik blij met de keuze die ik had gemaakt. Ik ben er trots op dat ik zo snel Nederlands heb geleerd. Ik had ook niet zoveel moeite om met een andere cultuur om te gaan. Inderdaad, de mensen in Nederland zijn direct en meer met zichzelf bezig dan in Iran. Soms mis ik mijn vrienden, het eten of het weer in Iran. Maar ik ben nog steeds heel blij dat ik hier woon. Er zijn hier zoveel mogelijkheden. Als buitenlander moeten wij ons extra bewijzen om een plek te vinden. Maar uiteindelijk zijn we allemaal mens.”
3 Wat willen we bereiken?
3.1 Doelen voor beleid
Integratie en emancipatie zijn veelomvattende begrippen, ze laten zich zien in bijna alle domeinen van het leven. Wij kiezen onomwonden voor de Nederlandse democratische rechtsstaat en de kernwaarden zoals omschreven in §2. Hieruit ontstaan vanzelf onze doelen.
U leest hieronder voor welke doelen wij kiezen. We lichten toe wat dat betekent voor het dagelijks leven van inwoners. Vervolgens leggen wij uit hoe we het bereiken van deze doelen willen meten.
Niet alle maatschappelijke doelen laten zich even makkelijk vertalen in meetbare effecten. Bijvoorbeeld omdat we deze niet één op één kunnen verbinden met geleverde inspanningen. Of omdat er geen lokale betrouwbare data beschikbaar zijn. Waar we wel kunnen meten, gaan we dat ook doen. We maken hiervoor gebruik van de gemeentelijke omnibusenquête9 en van de data van de landelijke kennisinstituten. Onder ‘monitoring’ leest u welke doelen we willen bereiken en hoe we deze gaan meten.
De doelen van het integratie- en emancipatiebeleid:
- 1
Meer mensen zijn weerbaar tegen de toenemende verscheidenheid. Zij accepteren de diverse samenleving en voelen zich verbonden met Delft en hun stadsgenoten.
Meer specifiek:
- o
Meer inwoners komen in contact met stadsgenoten met een andere achtergrond. We vergroten de weerbaarheid door hierover met elkaar het gesprek te voeren. De gemeente is hierin niet allesbepalend: we ondersteunen de dialoog, betrekken en versterken netwerken. De gemeente anticipeert op mogelijke spanningen tussen groepen, treedt alert op en neemt de regie wanneer deze uit de hand dreigen te lopen.
- o
Taal is een voorwaarde om elkaar te begrijpen. We erkennen de voordelen van meertaligheid, maar praten met elkaar eerst en vooral in het Nederlands. Wie langdurig in Delft verblijft, spant zich in om de Nederlandse taal te leren. De gemeente faciliteert daarin zoveel als mogelijk.
- o
-
Monitoring:
- o
In 2021/2023 kent Delft aantoonbaar meer acceptatie van de diversiteit in de stad (vragen 70A,70D,71 en 72, omnibusonderzoek 2019 e.v.)
- o
In 2021/2023 zijn meer burgers verbonden met de stad (vraag 67 omnibusonderzoek 2019 e.v.)
- o
In 2021/2023 ervaren minder inwoners beperkingen op het gebied van taal (vragen 51d omnibusonderzoek 2019 e.v.)
- o
Het % statushouders, binnen drie jaar geslaagd voor inburgering, is in Delft gelijk aan of hoger dan het landelijk gemiddelde (bron: DUO, Divosa benchmark statushouders).
- o
- 2
Meer inwoners en organisaties leven de rechten en plichten na die voortvloeien uit de Grondwet. Meer mensen worden geaccepteerd in de keuzes die ze maken. Minder mensen worden gediscrimineerd of voelen zich gediscrimineerd.
- o
In Delft geldt dat alle mensen – jongens en meisjes, mannen en vrouwen – het recht hebben om zichzelf te zijn. Zij kunnen zich ten volle ontwikkelen, op school en op het werk. We stellen als basis voor het samenleven de artikelen 1, 11 en 12 van de Grondwet centraal. Iedereen heeft gelijke rechten en kansen en weet die te benutten. Als het gaat om zelfbeschikking, dient verandering vooral van binnenuit te komen. Sleutelfiguren en professionals in de zorg zijn hierbij behulpzaam. Sleutelfiguren zijn inwoners die:
- -
binding hebben met de leden van hun gemeenschap;
- -
goed zicht hebben op de Delftse zorg- en welzijnsvoorzieningen en hiermee snel kunnen schakelen;
- -
zelfbeschikking en gelijke rechten voor iedereen nastreven.
- -
- o
In Delft sluiten we geen mensen uit. Inwoners krijgen gelijke kansen en moeten gebruik kunnen maken van dezelfde diensten.
- o
-
Monitoring:
- o
In 2021/2023 is het aandeel burgers dat zich vaak/altijd gediscrimineerd voelt afgenomen t.o.v. 2017/2019 (vraag 65 omnibusonderzoek 2019 e.v.)
- o
In 2021/2023 kunnen burgers meer hun eigen keuzes over hun leven maken
(vraag 70E omnibusonderzoek 2019 e.v.)
- o
- 3
Mannen en vrouwen kunnen vrij meedoen in de samenleving. Zij benutten maximaal de kansen en faciliteiten voor opvoeding en gezondheid. Zij ontwikkelen zich ten volle op school en op het werk.
- o
School en werk (incl. vrijwilligerswerk) zijn de sleutels tot individuele emancipatie. Een slechte gezondheid kan die ontwikkeling in de weg staan. Omgekeerd is werk het beste medicijn. We zijn in gesprek met het onderwijs10, werkgevers en partners in de gezondheidszorg om hun stimulerende rol hierin te ondersteunen.
- o
-
Monitoring:
- o
Het aantal statushouders, aan het werk en/of niet meer afhankelijk van een bijstandsuitkering, is in Delft hoger dan het landelijk gemiddelde (bron: Divosa benchmark statushouders.)
- o
Het feitelijke aantal niet-Westerse migranten in de bijstand, dat in Delft woont, is lager dan het objectief voorspelde aantal (bron: Ministerie van Sociale Zaken (SZW), rekentool Participatiewet).
- o
Kinderen krijgen alle kansen (vraag 13F omnibusonderzoek 2019 e.v.)
- o
3.2 Beleid en uitvoering op basis van kennis en inzicht
Bovenop de monitoring volgen wij de kennis op landelijk niveau, zoals de rapporten van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), het Verwey-Jonker Instituut en het Kennisplatform Integratie & Samenleven. We bespreken wat de inzichten betekenen voor het Delftse beleid. We delen tevens de informatie over de demografische ontwikkelingen in Delft.
In het algemeen hebben we nog weinig kennis en ervaring met interventies op basis van de inzichten van de WRR. Delft doet daarom in 2019-2020 mee aan een landelijk traject van VNG, het ministerie van SZW en gemeenten. In dit traject zoeken de gemeenten naar antwoorden op vragen die volgen op de toenemende verscheidenheid. Ook andere steden hebben behoefte aan een handelingsperspectief en bestuurlijk en maatschappelijk debat. Het traject moet lokale bestuurders helpen om beleid te ontwikkelen en praktische stappen te zetten.
3.3 Integratie- en emancipatiebeleid in samenhang
We werken aan deze doelen in samenhang. Integratie- en emancipatiebeleid staat niet op zichzelf, maar heeft raakvlakken met andere thema’s en dossiers. In de clusters Samenleving, Dienstverlening en Veiligheid werken we aan thema’s die dit beleid raken. Dat doen we met diverse partijen, zowel in de stad als binnen de gemeentelijke organisatie zelf. Er zijn meerdere organisaties en meerdere portefeuillehouders betrokken. Over de domeinen heen maken we doorlopend verbinding en we zien elkaar ook in tijden van ‘vrede’.
Raakvlakken met ander beleid:
- o
Bestuursprogramma 2018-2022: ‘Voorbereid op de toekomst’
- o
Programmabegroting 2019-2022
- o
Kadernota’s Innovatie Sociaal Domein deel I,II en III
- o
Sociale Visie Delft 2018-2022: ‘Delft, de sociale kracht in de stad’
- o
Veiligheidsplan Samenwerken aan Veiligheid 2019-2022
- o
Beleidskader onderwijsachterstandenbeleid en voorschoolse voorzieningen 2019- 2022.
- o
Aanpak extremisme, polarisatie en radicalisering 2019
- o
Werk is het beste medicijn, 2019
- o
Implementatie Inburgering en aanpak statushouders 2021
- o
Gezondheidsbeleid 2020-2024
- o
Taalnota 2019-2024
- o
Kleine antwoorden op grote opgaven, kader voor samenwerking Delft voor Elkaar (DvE), 2020-2022
- o
Cultuurkader 2021-2024
- o
Convenant TU-gemeente Delft Thema 3, 2020
- o
Strategische onderwijsagenda, 2020-2024
We hebben op basis van bovengenoemde doelen en uitgangspunten een aantal specifieke onderwerpen benoemd. Daarover willen we verder in gesprek gaan. Dit zijn onze speerpunten; met deze specifieke onderwerpen gaan we aan de slag om de doelen te bereiken. Hoe we dat doen, benoemen we in de uitvoeringsparagraaf (§ 4).
Ton Reiber: ‘Durven te praten, zijn we dat verleerd?
Ton Reiber (72) woont al 46 jaar in Buitenhof, de eerste jaren in de Debussyflat, inmiddels al een half leven in de Bizetstraat. Al die tijd is hij actief in bewonerscommissies. Momenteel is hij algemeen bestuurslid van de huurdersraad Vidomes regio Delft.
“Toen ik een keer in de lift bij de TU stapte, en mijn mede-lifters een goede morgen wenste, schrokken zij daarvan. Dat waren ze blijkbaar niet meer gewend. Hoe is het zover kunnen komen dat wij – zo dichtbij – vreemden voor elkaar zijn geworden.”
In het begin waren we hier een grote familie. In de Debussy hielpen wij twee Vietnamese families bootvluchtelingen om hier hun leven weer op te pakken. Sindsdien zijn de veranderingen in de wijk erg snel gegaan. Te snel eigenlijk, om ze goed te kunnen bevatten. De komst van zoveel culturen maakt samenleven ingewikkeld. Maar in de kern is het antwoord simpel en ligt het dichtbij onszelf. Het gaat om kennen en gekend worden. Door mijn werk in bewonerscommissies loop ik vaak een rondje in de buurt. Consequent zeg ik iedereen gedag en probeer een praatje te maken. Ik ben geïnteresseerd in hun verhaal, juist ook in dat van mijn buren van buitenlandse afkomst. Ik ken hen, zij kennen mij. Dat opent deuren, bij Vidomes, het winkelcentrum of de gemeente. Het lijkt simpel, maar blijkt in de praktijk toch niet zo voor de hand liggend. Durven te praten, zijn we dat verleerd? Of een beetje tijd maken voor elkaar? We krijgen daar zoveel voor terug.
Die tijd maakt Ton. Al helemaal sinds hij met pensioen is. Hij slaat geen wijkbijeenkomst over en staat daar voor de bewoners. Niet alleen van zijn straat, maar ook de rest van de buurt. Dat bewoners met een migratie-achtergrond vaak afwezig blijven, begrijpt hij. Ze zijn niet bekend met onze cultuur van participatie. Daarom maakt hij graag tijd om het hen uit te leggen.
Het gaat er uiteindelijk om dat we zichtbaar zijn voor elkaar Dat doen ook de buurtvaders die zich verbinden met de jongeren in Buitenhof. Juist omdat ze durven te praten, worden de spanningen in de buurt merkbaar minder.
Als het aan Ton ligt, gaat hij daar nog tot in de lengte van jaren mee door: “Ik woon hier prachtig, op loopafstand van alle voorzieningen en de OV-halte. In een drukke wijk, maar tegelijkertijd ook rustig in het groen. Ik ken veel buren. De warmte die ik ervoor terugkrijg is onbetaalbaar.”
4 Hier gaan we aan werken
We benoemen hieronder een aantal activiteiten die bijdragen aan het bereiken van onze doelstellingen. Zij bestaan uit een mix van bestaand beleid en nieuwe actiepunten. Voor een duidelijk overzicht onderscheiden we deze activiteiten per domein. Sommige van deze actiepunten maken overigens deel uit van andere uitvoeringsnota’s en monitoren we via die weg. Voor de volledigheid nemen we ze wel op in deze nota.
Voor alle actiepunten geldt dat we deze pas kunnen bereiken door op meerdere fronten samen te werken met de partners in de stad: met bewoners en bedrijven, professionals en publieke organisaties. Daarin ligt ook de gemeentelijke regierol. We sturen op verbindingen tussen stad, professionals en burgers, zodat we de uitdagingen van een diverse samenleving gezamenlijk te lijf gaan. Het College van Burgemeester en Wethouders toont daarin zijn leiderschap.
4.1 Opvoeden & Onderwijs
Kinderen verdienen een optimale start. Niet alle kinderen krijgen van huis uit de kansen die nodig zijn om zich volop te ontwikkelen. We stimuleren vooral meisjes en vrouwen om de kansen te benutten die Nederland biedt. Onze zorg- en veiligheidsstructuren haken aan bij de scholen wanneer jongeren dreigen te ontsporen.
Activiteiten:
- o
Kinderen (2½-4 jaar) met een achterstand in hun taal of ontwikkeling gaan naar de zogenaamde voorschool. Daar krijgen ze extra begeleiding voor een goede start op de basisschool. De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) geeft de kinderen met risico op achterstand een indicatie11 voor de voorschool. Vanaf 1/01/2020 gaan de kinderen van 2½ jaar oud zestien uur per week naar de voorschool12.
- o
De school is de belangrijkste vindplaats voor kinderen en tieners die belemmerd worden in hun ontwikkeling (bijvoorbeeld vanwege traditionele opvattingen). Hoe wij deze kinderen beter kunnen ondersteunen, bespreken we tijdens onze reguliere overleggen met de schoolbesturen. Wij ondersteunen de scholen zoveel als mogelijk in hun begeleidingstaak, bijvoorbeeld middels sleutelfiguren, goede voorbeelden, en via de strategische onderwijsagenda, de Gelijke Kansen Alliantie13 etc.
- o
Weerbaar opvoeden: jaarlijks gaan we met groepen ouders (met name vaders) in gesprek over thema’s binnen de opvoeding, zoals social media, contact met je kind, rol en identiteit. Zo willen we de samenwerking tussen ouders en professionele instellingen verbeteren. Weerbaar opvoeden leert ons ook hoe we binnen de (preventieve) zorg beter kunnen aansluiten bij de verschillende behoeften van burgers14.
4.2 Taal & Inburgering / Werk & Participatie
Het leren van de Nederlandse taal is een voorwaarde om de weg te vinden in de samenleving, elkaar te leren kennen, begrijpen en accepteren. We helpen en begeleiden de minder kansrijke inwoners in de verwerving van basisvaardigheden: lezen, schrijven, rekenen en digitaal meekunnen. We communiceren met onze burgers in helder en begrijpelijk Nederlands.
Activiteiten:
- o
In het kader van de nieuwe Wet Inburgering gaat de taalnorm van A2 naar B115. Voor vluchtelingen-statushouders richten wij vanaf 2021 het taalniveau kwalitatief in, zodat we maximaal resultaat bereiken. Bovendien organiseren we taal en werk in een elkaar versterkende samenhang. Uitwerking: Implementatie Inburgering en aanpak statushouders 2021.
- o
Voor andere inwoners die moeite hebben met taal, versterken wij het taalaanbod. Wij ondersteunen meer inwoners met het oog op het bereiken van B1. Uitwerking: Taalnota 2019-2024. Hierop vooruitlopend bieden we in 2020 aan gemotiveerde asiel- en gezinsmigranten de mogelijkheid hun taalniveau te verhogen van A2 naar B1.
- o
We ondersteunen achterblijvende groepen op de arbeidsmarkt. Waar mogelijk helpen wij hen aan een baan, in het bijzonder de inwoners in de bijstand16.
4.3 Gezondheid, Zorg & Welzijn
Diversiteit van burgers vraagt meer dan voorheen om veel verschillende oplossingen (maatwerk). We rusten professionals toe om hun werk goed te kunnen uitvoeren. In een diverse stad werken professionals die goed kunnen omgaan met de verschillende achtergronden van hulpvragers. Daarbovenop zetten wij zogenaamde sleutelfiguren in. Dit zijn betrokken inwoners die:
- -
de Nederlandse kernwaarden onderschrijven;
- -
breed vertrouwen genieten binnen een bepaalde gemeenschap;
- -
signaleren wanneer daarbinnen burgers vastlopen in hun ontwikkeling. Sleutelfiguren overbruggen de afstand met de hulpverlening. Zij zijn actief op de zogenaamde vindplekken, zoals zelforganisaties, wijkcentra, scholen.
Sleutelfiguren overbruggen de afstand met de hulpverlening. Zij zijn actief op de zogenaamde vindplekken, zoals zelforganisaties, wijkcentra, scholen.
Activiteiten:
- o
We vergroten de kennis van professionals en vrijwilligers in de stad op de onderwerpen inclusiviteit en diversiteit. Wij zorgen voor meer deskundigheid van:
- -
artsen en verpleegkundigen JGZ,
- -
consulenten gemeente, Werkse!, DelftSupport en Delft voor Elkaar in samenwerking met de GGD.
- -
- o
De sleutelfiguren geven voorlichting over gezondheidsthema’s aan inwoners met vergelijkbare achtergronden. In individuele casussen overbruggen zij de afstand met de professionele instellingen. Zij begeleiden waar mogelijk ook achter de voordeur.
- o
Zelforganisaties hebben een natuurlijke relatie met hun achterban. Hulp en zorg zitten als het ware ‘in hun systeem’. Zij hebben echter ook de gemeentelijke en zorginstellingen nodig omdat die de zorg leveren die hun achterban nodig heeft. Wij voorzien in een sociaal werker (bij DvE) die optreedt als zogenaamd intermediair: hij/zij brengt de professionele hulp en zorg dichterbij degene die de hulp nodig heeft. Het gaat hierbij tevens om ‘verandering van binnenuit’: binnen de gemeenschappen stellen zij schadelijke gewoonten ter discussie om het bewustzijn hierover te veranderen (o.a. tijdens huiskamerbijeenkomsten).
- o
We bevorderen de weerbaarheid van LHBTI+-ers 17 , alsmede de sociale acceptatie van seksuele diversiteit. Uitwerking: actieplan Regenboogstad 2019- 2022 18 . Dit plan omvat diverse acties als voorlichting en training over het omgaan met (seksuele en gender-) diversiteit, inclusiviteit en uitsluiting. Het plan richt zich op scholen, sportverenigingen, ouderen en de Delftenaren in het algemeen.
4.4 Veiligheid & Discriminatie
Alle Delftenaren zijn bekend met onze grondrechten en de plichten die daarbij horen. We tolereren niet dat mensen uitgesloten worden om welke reden dan ook. Wij accepteren evenmin dat inwoners slachtoffer dreigen te worden van huiselijk geweld, huwelijksdwang en genitale verminking. Wij attenderen en trainen onze zorg- en pedagogische professionals om dit te signaleren.
Activiteiten:
- o
We organiseren de participatieverklaring voor alle nieuwkomers.19 Tijdens deze workshops maken zij kennis met:
- -
de kernwaarden van de Nederlandse samenleving (§2);
- -
de wederzijdse verwachtingen in de participatiesamenleving;
- -
gezondheids- en welzijnsvoorzieningen;
- -
de ‘Delftse kaart’ van initiatieven en organisaties.
- -
- o
We vergroten de bekendheid van het discriminatiemeldpunt (iDb20) zodat de Delftse inwoners en partners meer van hun diensten gebruikmaken. We laten zien waar meldingen toe leiden. Vaak wordt immers niet gemeld omdat slachtoffers weinig verwachtingen koesteren.
- o
We vergroten de veerkracht van groepen die vaker het slachtoffer zijn van discriminatie, met name op de arbeidsmarkt. In het bijzonder streven we ernaar dat Mbo-jongeren hun netwerk vergroten, zodat ze succesvoller een stageplek kunnen vinden (brede aanpak mbo, Jongerenacademie, Delft voor Elkaar, strategisch netwerk radicalisering en polarisatie, iDb). Ook particuliere initiatieven kunnen zich hierbij aansluiten.
- o
Veilig Thuis is hét aanspreekpunt voor slachtoffers van huiselijk geweld en schadelijke traditionele praktijken. Omdat de drempel hoog blijft, organiseren we hierop aansluitend preventieve en outreachende activiteiten, zoals:
- -
Huiskamerbijeenkomsten;
- -
lokale bewustwordingscampagnes en/of aansluiten op landelijke campagnes;
- -
training aan professionals en sleutelpersonen voor het signaleren en bespreekbaar maken van het probleem.
- -
4.5 Algemeen
We stimuleren de dialoog over de toenemende diversiteit in de stad: de effecten en gevolgen, de mooie en de donkere kant daarvan, botsende leefwerelden, waarden en normen. We staan voor, en luisteren naar álle partijen. We gaan in gesprek als de samenleving onder druk staat en een beroep wordt gedaan op sociale veerkracht.
Activiteiten:
- o
We stimuleren ontmoeting en dialoog tussen Delftenaren van diverse komaf over het omgaan met verschillende waarden en normen. Bij het toekennen van subsidie is diversiteit een positieve indicatie.
- o
Netwerken zijn het sociale weefsel van de stad. Niet alleen in ‘oorlogstijd’ (als zich een incident voordoet), maar ook in ‘vrede’ kennen en spreken we elkaar. We koesteren onze netwerken, geven aandacht aan en onderhouden onze relaties in de stad. Lees hierover meer in de paragraaf Verminderen maatschappelijke onrust in de nota ‘Aanpak extremisme, polarisatie en radicalisering, 2019’.
- o
Onze sociaal werkers (jongerenwerkers) en wijkagenten anticiperen samen met de lokale partners op situaties die kunnen leiden tot spanningen tussen groepen jongeren. Uit onderzoek21 blijkt dat jongerenwerkers polarisatie tussen jongeren opvallend goed kunnen voorkomen.22
Samenwerken in een diverse stad
Delft is een compacte stad, waar veel mensen elkaar kennen, met elkaar samenwerken, naar elkaar omkijken, kansen krijgen en benutten. Onze inwoners en verenigingen organiseren veel initiatieven die bijdragen aan wat we willen bereiken. Denk aan het Pact tegen Armoede, Welkom in Delft, Studenten Vrijwilligerswerk, stichting de Rode Fenix, het wooncomplex Van Bleijswijckstraat, Can I Dream, DelftseBuur en SNRP (strategisch netwerk radicalisering en polarisatie) etc. We gaan deze en nieuwe initiatieven zichtbaar maken en stimuleren. Want er is ruimte voor meer. Zeker als we een beroep doen op burgers om mee te werken aan het samenleven in een diverse stad.
We bouwen en onderhouden onze netwerken en roepen gemeenschappen op om daarbij zelf ook initiatief te nemen. We focussen op het versterken van weerbaarheid, het voorkomen van polarisatie en het stimuleren van meedoen. De rol van de overheid hierin is niet allesbepalend. De gemeente informeert en maakt mogelijk’, maar is daarnaast ook afhankelijk van eigen initiatief van inwoners. Wie wel vrij wil zijn en mee wil doen, maar daarvoor niet de ruimte krijgt, kan rekenen op opvang en steun. Wie wel mee kan doen, maar daarin zichzelf of anderen belemmert of beschadigt, wordt hiermee geconfronteerd. Daarvoor moet ruimte zijn in de dialoog over integratie en emancipatie.
Daarom zetten we in op samenwerking in en met de stad. We gaan uit van eigen verantwoordelijkheid en van bijdragen aan respectvol samenleven in Delft. Inwoners, ondernemers en professionals: iedereen heeft een taak om in eigen kring en binnen de eigen cirkel van invloed bij te dragen aan wat de Nederlandse rechtstaat biedt en vraagt. Organisaties, instellingen en groepen die een belangrijke bijdrage kunnen leveren, betrekken we in het bijzonder, zoals het onderwijs en sleutelfiguren uit gemeenschappen.
AB*: ‘Voor wie mij nodig heeft, sta ik klaar’
AB (49) kwam in 1998 als vluchteling uit Sudan naar Nederland. Hier in Nederland zet ze zich op allerlei manieren in voor Nederland én voor Sudan, onder andere door voorlichting te geven over de nadelen van vrouwenbesnijdenis.
“Mijn man was in Sudan politiek betrokken, hij was zijn leven niet meer zeker. Daarom zijn we in 1998 gevlucht, met onze drie kinderen van 7, 4 en 2. Als je dan in Nederland terechtkomt, weet je écht niet wat je meemaakt. Het leven in Nederland is zo anders. De eerste tien jaren waren niet gemakkelijk, vooral omdat niet duidelijk was of ik kon blijven. Uiteindelijk heb ik via het generaal pardon een verblijfsvergunning gekregen.
Via de UAF konden mijn man en ik allebei een studie doen. Ik heb een hbo-opleiding gedaan en mijn diploma behaald, maar door de taal is het lastig om een betaalde baan te vinden. Gelukkig verveel ik me nooit! Ik kan niet stilzitten en houd ervan om me te ontwikkelen. Zo ben ik aangesloten bij een vrouwenorganisatie in Den Haag en ben ik actief in de Sudanese vereniging in Delft. We organiseren activiteiten zoals workshops en seminars, trainingen en reizen.
Voor wie mij nodig heeft, sta ik klaar. Dat geldt voor iedereen; voor Sudanese mensen, maar ook voor anderen om mij heen. Ik heb ook veel contacten met Nederlanders, ik woon hier tenslotte. Sommige Sudanezen hebben moeite om contact te leggen, door de taal of omdat ze niet durven. Ik ben open, ik voel dat mensen contact willen; dan moet je ook durven praten en dingen ondernemen.
Ik was zeven jaar toen ik ben besneden. Mijn oma en mijn moeder vonden het een feest, het hoorde erbij. Ik kan me die dag nog heel goed herinneren, vooral de pijn daarna. Nu weet ik dat ik de ergste vorm van besnijdenis heb ondergaan. Plassen doet nog altijd pijn, in de huwelijksnacht schrok mijn man zich naar.
Toen we nog in Sudan woonden, zijn we dorpen langsgegaan om voorlichting te geven over waarom het niet goed is. Ook hier in Nederland geef ik advies, vooral aan Sudanezen die net aankomen. Het is een hardnekkige traditie, moeilijk uit te roeien. Je moet de regels van je stam respecteren, anders word je verstoten.
Daarom vertel ik dat het hier strafbaar is en dat je gecontroleerd wordt. Dat laatste is niet waar, maar dat is het enige argument wat helpt. Ik probeer ook in Sudan via mijn contacten bij te dragen aan voorlichting. Ik wil het beste voor mensen en de mentaliteit van Sudanezen veranderen. We leven nu eenmaal in de 21ste eeuw!”
AB wil anoniem blijven, maar haar naam is bekend bij de auteur.
5 Financiën
De meeste van voornoemde activiteiten maken deel uit van doelen of programma’s. Binnen de programmabegroting is de financiering hiervoor geregeld. Meer details hierover leest u in de nota’s genoemd in §3.3. We beperken ons in dit overzicht tot de activiteiten waarvoor dat nog niet het geval is.
Voor de uitvoering van deze activiteiten beschikken we jaarlijks over:
- o
€ 50.000,= taakveld burgerinitiatieven/eigen kracht, structureel
- o
€ 100.000,= taakveld arbeidsparticipatie, 2020 en 2021
De kosten bedragen:
- o
€ 40.000,= sleutelfiguren (§ 4.3)
- o
€ 75.000,= sociaal werker als intermediair (§ 4.3)
- o
€ 15.000,= activiteiten preventie, gezondheid, veiligheid (§ 4.3 en 4.4)
- o
€ 20.000,= nog te bepalen
€ 150.000,=
We zijn ervan overtuigd dat de gesprekken in de stad nog tot meer ideeën leiden. Daarom leggen we nog niet het gehele budget vast, zodat we kansrijke voorstellen niet bij voorbaat moeten afwijzen om financiële redenen.
Orwa Al Masoud: ‘Helpen is het belangrijkste woord dat ik ken’
Orwa Al Masoud (27) ontvluchtte in 2015 het Syrische oorlogsgeweld. Hij woont en werkt sinds 2016 in Delft, samen met zijn vrouw en zoontje van 1,5 jaar.
“Ongeveer 80 procent van het Syrische dorp waaruit ik ben gevlucht, is kapotgeschoten. Ik ben heel blij dat ik hier in Nederland in vrijheid kan leven en werken. Voordat ik in Delft kwam wonen, zat ik veertien maanden in verschillende azc’s. Dat was een moeilijke tijd: ik kon daar bijna niks, mocht ook geen Nederlands leren. Wel was ik daar vrijwillig muziekcoach voor Syrische kinderen die trompet of trombone speelden; ik speelde in Syrië ook zelf in bands.
In Delft leerde ik Nederlands op de taalschool, maar het ging nog sneller door veel met Nederlanders om te gaan en door mijn werk. Ik ben nu postbezorger bij PostNL. Dat is best hard werken, maar ik doe het graag. Ik verdien zelf geld, voor mijn vrouw die nu Nederlands leert, en voor mijn zoontje van anderhalf jaar. Soms stuur ik ook wat naar mijn familie in Syrië.
Sommige Nederlanders zijn afstandelijk, maar er zijn gelukkig ook genoeg mensen, vooral ouderen, die een praatje willen maken. Daar houd ik van: ik ben sociaal, wil de taal nog beter leren en ben erg geïnteresseerd in politiek. ‘Helpen’ is het belangrijkste woord dat ik ken: ik ben eerst geholpen door de Nederlandse overheid. Ik ben nu veilig, daar blijf ik Nederland altijd dankbaar voor. En in Delft ben ik geweldig geholpen door de Stichting Delftse Buur en later door medewerkers van Delft Support. Daardoor heb ik nu Nederlandse vrienden. Delft mag blij zijn met Delftse Buur: van andere Syriërs weet ik dat in veel steden zo’n stichting niet bestaat.
Omdat ik zelf zo goed ben geholpen, moet ik nu andere mensen helpen, vind ik. Of mensen nu in Nederland, Turkije, Marokko of Syrië zijn geboren, maakt me niet uit: als je samen praat over cultuur, over regels, over politiek en omgangsvormen, wordt samenleven leuker en makkelijker.
In Syrië studeerde ik archeologie, maar nu mijn leven compleet is veranderd, is mijn grote droom om een restaurant te beginnen in Delft. Een plek waar Nederlanders, Syriërs en mensen van allerlei andere nationaliteiten samen praten, samen lachen.
En lekker eten natuurlijk.’’
Ondertekening
Noot
1Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling. Nationaal belang in meervoud. Perspectieven op internationale politiek, 2014
Noot
2https://worldhappiness.report/ed/2018/ beknopte samenvatting: https://nl.wikipedia.org/wiki/World_Happiness_Report
Noot
3Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), https://www.wrr.nl/publicaties/verkenningen/2018/05/29/de- nieuwe-verscheidenheid
Noot
7https://www.scp.nl/Nieuws/Nederlanders_steeds_positiever_over_homoseksualiteit_en_genderdiversiteit
Noot
8https://www.platformjep.nl/documenten/publicaties/2019/07/17/verkenning-jongeren-en-polarisatie
Noot
11Risico-indicaties zijn: onvoldoende taalaanbod, opleidingsniveau ouders, sociaal-emotionele gronden
Noot
12Uitwerking: zie Beleidskader onderwijsachterstandenbeleid en voorschoolse voorzieningen 2019-202, nr 3985618
Noot
13Gelijke Kansen Alliantie: interventies van de scholen om gelijke kansen te bevorderen. Speerpunten voor het onderwijs zijn zorg en taalondersteuning.
Noot
14Samenhang met § over weerbaar opvoeden in de nota Aanpak extremisme, polarisatie en radicalisering (2019), alsook met de opgave vergroten veerkracht en weerbaarheid van gezinnen van Delft voor Elkaar (2020-2022)
Noot
15De aanduidingen A1,A2, B1, B2, C1, C2 komen uit een Europees referentiekader voor taalniveaus.A2=eenvoudige alledaagse kennis; B1=zelfstandig kunnen communiceren in de meest voorkomende situaties.
Noot
17LHBTI+= gebruikelijke afkorting die verwijst naar lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en mensen met een intersekse-conditie.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl