Beleidsregel vrijlating bedragen onderhuur en kostgeld Participatiewet Gemeente Utrecht

Geldend van 01-07-2022 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel vrijlating bedragen onderhuur en kostgeld Participatiewet Gemeente Utrecht

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht,

Gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 147 derde lid van de Gemeentewet

Overwegende dat:

  • Het op grond van artikel 19a van de Participatiewet gewenst is om een beleidsregel vast te stellen inzake de bedragen die burgemeester en wethouders hanteert bij het vaststellen van een commerciële onderhuur - of kostgangersrelatie binnen de Participatiewet.

  • Het op grond van artikel 33 vierde lid van de Participatiewet gewenst is om een beleidsregel vast te stellen hoe burgemeester en wethouders omgaan met de inkomsten verworven uit een commerciële onderhuur- of kostgangersrelatie binnen de Participatiewet.

Besluiten vast te stellen de volgende beleidsregel vrijlating bedragen onderhuur en kostgeld Participatiewet Gemeente Utrecht.

Artikel 1 Doel

Deze beleidsregel heeft als doel aan te geven welke kosten burgemeester en wethouders in mindering brengen op inkomsten verworven uit een commerciële onderhuur- of kostgangersrelatie binnen de Participatiewet.

Artikel 2 Afbakening

Deze beleidsregel is van toepassing bij commerciële onderhuur- of kostgangersrelaties binnen de Participatiewet.

Artikel 3 Commerciële prijs onderhuur en kostgangerschap

  • 1. Een commerciële prijs als bedoeld in artikel 19a van de Participatiewet is in ieder geval aan de orde indien hierin de volgende bedragen zijn opgenomen:

    • a.

      Een maandelijkse vergoeding voor nutskosten van ten minste €100

    • b.

      Een bijkomende maandelijkse vergoeding van ten minste € 150 voor maaltijdkosten bij een commerciële kostgangersrelatie

    • c.

      Een maandelijkse vergoeding voor de kale huur van de ruimte van ten minste €150

  • 2. De in het eerste lid benoemde bedragen worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd aan de consumentprijsindex (CPI).

Artikel 4 Verrekening inkomsten uit commerciële onderhuur of kostgangerschap

De inkomsten uit commerciële onderhuur of kostgangerschap, zoals bedoeld in artikel 33 lid 4 van de Participatiewet, worden op de uitkering in mindering gebracht onder aftrek van de navolgende vrij te laten bedragen:

  • 1.

    Een ontvangen maandelijkse vergoeding voor nutskosten tot een bedrag van €100 per maand.

  • 2.

    Een ontvangen maandelijkse vergoeding voor maaltijdkosten tot een bedrag van €150 per maand.

  • 3.

    Een ontvangen maandelijkse vergoeding voor kale huur tot een bedrag van €150 per maand, indien hiermee dreigende dakloosheid wordt voorkomen dan wel dakloosheid wordt opgeheven.

Artikel 5 Overgangsbepaling

Een bijstandsuitkering in een situatie waarin sprake is van commerciële onderhuur of kostgangerschap, die is toegekend voordat deze beleidsregel in werking is getreden, wordt voor 1 januari 2023 herbeoordeeld op basis van deze beleidsregel. Indien toepassing van deze beleidsregel daartoe aanleiding geeft, wijzigt burgemeester en wethouders met terugwerkende kracht de verleende uitkering tot de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregel. Indien deze bijstandsuitkering eerder dan 1 januari 2023 wordt gewijzigd of beëindigd, wordt op dat moment indien toepassing van deze beleidsregel daartoe aanleiding geeft, met terugwerkende kracht tot de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregel de uitkering gewijzigd.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 juli 2022.

Artikel 7 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als beleidsregel vrijlating bedragen onderhuur en kostgeld Participatiewet Gemeente Utrecht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, in de vergadering van 27 juni 2022.

De burgemeester,

Sharon A.M. Dijksma

De secretaris,

Gabrielle G.H.M. Haanen