Beleidsregels voor gehandicaptenparkeerplaats op kenteken in gemeente Gooise Meren

Geldend van 28-06-2022 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels voor gehandicaptenparkeerplaats op kenteken in gemeente Gooise Meren

Burgemeester en wethouders van Gooise Meren,

  • -

    Gelet op de artikelen 49 t/m 55 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) dat toeziet op de afgifte van de Europese Gehandicaptenparkeerkaart;

  • -

    Gelet op de artikelen 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994, over de plaatsing en verwijdering van verkeersborden en over het verkeersbesluit dat hieraan vooraf gaat;

  • -

    Gelet op de artikelen 26 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) over het parkeren op de gehandicaptenparkeerplaats;

  • -

    Gelet op de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte over een algemeen kader voor gelijke behandeling gehandicapten;

overwegende dat:

  • -

    het belangrijk is om voorzieningen te bieden die het voor mensen met een handicap mogelijk maken om mee te kunnen doen aan de samenleving;

  • -

    het in het kader van het parkeerbeleid wenselijk is uniforme beleidsregels voor het toekennen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken vast te stellen;

brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 24-05-2022 hebben besloten de volgende regeling vast te stellen:

Beleidsregels gehandicaptenparkeerplaats op kenteken gemeente Gooise Meren 2022

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Begripsomschrijvingen zoals in hoofdstuk I RVV 1990 zijn leidend in deze beleidsregels.

Daarnaast verstaan deze beleidsregels onder:

  • a.

    bedrijf:

    • -

      elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin krachtens arbeidsovereenkomst of krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht;

    • -

      de zelfstandige die voor de voorziening in het bestaan is aangewezen op arbeid in het eigen bedrijf of zelfstandig beroep;

    • -

      een niet-commerciële organisatie die hieraan door het college is gelijkgesteld;

  • met dien verstande dat bedrijven en beroepen worden beschouwd als één bedrijf en één beroep indien de vestigingsadressen dezelfde zijn of het een aaneengesloten bebouwing betreft, dan wel sprake is van een (juridische) constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één bedrijf of beroep betreft.

  • b.

    CROW: kennisplatform op het gebied van infrastructuur, openbare ruimte, verkeer en vervoer en werk en veiligheid.

  • c.

    College: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Gooise Meren.

  • d.

    Europese Gehandicaptenparkeerkaart (GPK): ontheffing om te kunnen parkeren op algemene gehandicaptenparkeerplaatsen als bedoeld in artikel 26, eerste lid onder b RVV.

  • e.

    gehandicaptenparkeerplaats: parkeerplaats als bedoeld in artikel 26, eerste lid onder c RVV, aangeduid met een bord E6 in bijlage I van het RVV waar uitsluitend mag worden geparkeerd door:

    • i.

      een gehandicaptenvoertuig waarin een geldige GPK duidelijk zichtbaar is aangebracht,

    • ii.

      een motorvoertuig op meer dan twee wielen waarin een geldige GPK duidelijk zichtbaar is aangebracht of

    • iii.

      indien de gehandicaptenparkeerplaats is gereserveerd voor een bepaald voertuig, dat voertuig.

  • f.

    gemachtigde: iemand die aantoonbaar bevoegd is namens de aanvrager te mogen handelen

  • g.

    huisgenoot: iemand die op hetzelfde adres staat ingeschreven als de houder van een Europese Gehandicaptenparkeerkaart

  • h.

    houder (van een Europese Gehandicaptenparkeerkaart): diegene die beschikt over de gehandicaptenparkeerkaart op diens naam.

  • i.

    houder van een motorvoertuig: degene die beschikt over een motorvoertuig welke staat geregistreerd op zijn naam, of degene die aantoonbaar exclusief gebruik maakt van een motorvoertuig door middel van een leaseovereenkomst of arbeidsovereenkomst.

  • j.

    instelling: een instelling die zorg verleend als bedoeld in artikel 3.1.1. van de Wet langdurige zorg oftewel, een Wlz-instelling.

  • k.

    keuringsinstantie: de partij die in Gooise Meren de medische keuring uitvoert voor de aanvraag van een gehandicaptenparkeerkaart

  • l.

    parkeerverordening: de meest recente verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren van motorvoertuigen in Gooise Meren

  • m.

    RVV: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990.

  • n.

    stallingsplaats: een plaats, juridisch, feitelijk of planologisch bestemd of bedoeld om motorvoertuigen te stallen, gelegen buiten de openbare weg en niet voor het openbaar verkeer openstaand of toegankelijk.

  • o.

    VIA-protocol: protocol gehandicaptenparkeervoorzieningen vastgesteld door de Vereniging van Indicerende en adviserende Artsen in november 2008

Artikel 2 Aanvraag gehandicaptenparkeerplaats op kenteken

  • 1. Een houder van een Europese Gehandicaptenparkeerkaart voor Bestuurders komt in aanmerking voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken nabij het woonadres indien:

    • a.

      deze houder in de Basisregistratie Personen (BRP) is ingeschreven en woont op het adres in Gooise Meren waarvoor de gehandicaptenparkeerplaats wordt aangevraagd;

    • b.

      de Europese Gehandicaptenparkeerkaart minimaal nog 6 maanden geldig is na de datum van de aanvraag;

    • c.

      deze houder of diens huisgenoot houder is van het motorvoertuig, het gehandicaptenvoertuig of de brommobiel waarvoor de plaats wordt aangevraagd;

    • d.

      deze houder niet beschikt of redelijkerwijs kan beschikken over een geschikte stallingsplaats.

  • 2. Een houder van een Europese Gehandicaptenparkeerkaart voor Passagiers komt in aanmerking voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken nabij het woonadres indien:

    • a.

      deze houder in de Basisregistratie Personen (BRP) is ingeschreven en woont op het adres in Gooise Meren waarvoor de gehandicaptenparkeerplaats wordt aangevraagd;

    • b.

      de Europese Gehandicaptenparkeerkaart minimaal nog 6 maanden geldig is na de datum van de aanvraag;

    • c.

      uit een aanvullende medische keuring door de keuringsinstantie blijkt dat de passagier niet alleen achter de voordeur kan worden gelaten;

    • d.

      deze houder of diens huisgenoot houder is van het motorvoertuig, het gehandicaptenvoertuig of de brommobiel waarvoor de plaats wordt aangevraagd;

    • e.

      deze houder niet beschikt of redelijkerwijs kan beschikken over een geschikte stallingsplaats.

    • f.

      Verder dient er bij de beoordeling van de noodzakelijkheid van de parkeerplaats voor de houder van de Europese gehandicaptenparkeerkaart Passagier, het VIA protocol gehandicaptenparkeervoorzieningen, in acht te worden genomen.

  • 3. Een houder van een Europese Gehandicaptenparkeerkaart voor Bestuurders komt in aanmerking voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken nabij het werkadres indien:

    • a.

      deze houder een arbeidscontract of werkgeversverklaring, welke nog minimaal 6 maanden geldig is, kan overleggen waaruit blijkt dat de houder werkzaam is bij de locatie van het bedrijf waarvoor de gehandicaptenparkeerplaats wordt aangevraagd;

    • b.

      de Europese Gehandicaptenparkeerkaart minimaal 6 maanden geldig is na de datum van de aanvraag;

    • c.

      deze houder ook houder is van het motorvoertuig, het gehandicaptenvoertuig of de brommobiel waarvoor de plaats wordt aangevraagd;

    • d.

      het bedrijf waarbij de gehandicaptenparkeerplaats wordt aangevraagd, niet beschikt of redelijkerwijs kan beschikken over een geschikte stallingsplaats.

  • 4. Indien een instelling houder is van een Europese Gehandicaptenparkeerkaart komt deze niet in aanmerking voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken. Het bestuur van deze instelling kan wel een aanvraag doen voor een algemene gehandicaptenparkeerplaats.

  • 5. Een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken nabij het werkadres kan ook worden aangevraagd door een houder van een Europese Gehandicaptenparkeerkaart voor Bestuurders die niet in gemeente Gooise Meren woont.

  • 6. Een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt voor slechts één kenteken aangewezen.

  • 7. Als de houder van een Europese Gehandicaptenparkeerkaart beschikt over een parkeervergunning voor bewoners, wordt de gehandicaptenparkeerplaats op hetzelfde kenteken gezet als het kenteken dat hoort bij deze parkeervergunning.

  • 8. Bij het beoordelen van de locatie van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt de parkeerdruk en de ruimtelijke ordening meegewogen.

Artikel 3 Indienen aanvraag

  • 1. Een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken kan schriftelijk of via de website van de gemeente worden aangevraagd met een daarvoor bestemd volledig ingevuld aanvraagformulier inclusief de benodigde documenten.

  • 2. Indien de houder niet in staat is om een aanvraag te doen, dan kan een gemachtigde dit doen.

Artikel 4 Weigeringsgronden aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt geweigerd indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 2.

  • 2. Een aanvraag voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken kan worden geweigerd indien een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken van dezelfde aanvrager is opgeheven op grond van artikel 9, tweede lid onder a en b.

Artikel 5 Locatie

  • 1. Een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt binnen een loopafstand van 100 meter van het woon- of werkadres van de aanvrager op een verkeersveilige en voor de aanvrager bereikbare locatie op de openbare weg.

  • 2. Een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt in beginsel alleen aangelegd conform de in hoofdstuk II, paragraaf 10 geldende regels voor parkeren (RVV1990).

  • 3. Een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt in beginsel binnen de bestaande parkeerruimte op de meest geschikte plek aangelegd. In het geval van maatwerk kan hierop worden uitgezonderd.

  • 4. De exacte locatie wordt in overleg met de aanvrager bepaald.

Artikel 6 Aanleg

  • 1. Na aanwijzing van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken volgt er een verkeersbesluit (artikel 18 Wegenverkeerswet 1994) binnen 6 weken na de ontvangst van de aanvraag. Wanneer dit besluit niet binnen de gestelde termijn kan worden genomen, wordt de aanvrager hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld en wordt de termijn maximaal één keer verlengd met 6 weken.

  • 2. De aanleg van de gehandicaptenparkeerplaats geschiedt zoveel mogelijk conform de geldende CROW richtlijnen.

  • 3. Een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt minimaal gerealiseerd met:

    • a.

      het bord E6 zoals opgenomen in bijlage I van het RVV met een onderbord waarop één kenteken staat vermeld;

    • b.

      een markering van de gehandicaptenparkeerplaats op het wegdek;

    • c.

      in geval de gehandicaptenparkeerplaats wordt aangelegd bij het werkadres: een onderbord met een tijdvenster conform de werktijden van de aanvrager.

  • 4. De gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt zo mogelijk aangelegd binnen twee weken, gerekend vanaf de publicatie van het verkeersbesluit.

Artikel 7 Wijzigen kenteken

  • 1. De houder van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken is verplicht door te geven als het kenteken van het motorvoertuig van de aanvrager of diens huisgenoot wijzigt. De gemeente plaatst na de melding zo spoedig mogelijk een nieuw onderbord en informeert de aanvrager als dat niet binnen een week mogelijk is.

  • 2. De houder van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken bij het werkadres is verplicht door te geven als de werktijden wijzigen. De wegbeheerder plaatst na de melding zo spoedig mogelijk een nieuw onderbord en informeert de aanvrager als dat niet binnen een week mogelijk is.

  • 3. Voor het wijzigen van een kenteken worden voor de aanvrager legeskosten in rekening gebracht. Het actuele bedrag is terug te vinden in de meest recente Verordening op de heffing en de invordering van leges van gemeente Gooise Meren.

Artikel 8 Kosten

Voor de aanvraag, het aanleggen en/of wijzigen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken worden voor de aanvrager legeskosten in rekening gebracht. Het actuele bedrag is terug te vinden in de meest recente Verordening op de heffing en de invordering van leges van gemeente Gooise Meren.

Artikel 9 Opheffingsgronden

  • 1. Het College heft, middels een verkeersbesluit, een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken op en verwijdert het bijbehorende bord, flespaal en markering:

    • a.

      indien degene voor wie de parkeerplaats is aangewezen, is verhuisd;

    • b.

      indien degene voor wie de parkeerplaats is aangewezen, is overleden;

    • c.

      indien degene voor wie de parkeerplaats is aangewezen, niet meer werkzaam is bij het bedrijf waarvoor de parkeerplaats is aangevraagd;

    • d.

      indien degene voor wie de parkeerplaats is aangewezen, niet meer beschikt over een geldige Europese Gehandicaptenparkeerkaart;

    • e.

      indien degene voor wie de parkeerplaats is aangewezen of diens huisgenoot niet meer de houder is van het motorvoertuig, het gehandicaptenvoertuig of de brommobiel waarvoor de parkeerplaats is aangevraagd;

    • f.

      indien de parkeerplaats onrechtmatig is aangewezen op grond van door de aanvrager verschafte onjuiste gegevens en de parkeerplaats niet zou zijn aangewezen indien de onjuistheid van die gegevens ten tijde van het beoordelen van de aanvraag bekend zou zijn geweest;

    • g.

      op verzoek van degene voor wie de parkeerplaats is aangewezen.

  • 2. Het College kan een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken opheffen:

    • a.

      indien de gehandicaptenparkeerplaats niet door de houder wordt gebruikt zoals deze gebruikt dient te worden.

    • b.

      indien zich een wijziging voordoet in de omstandigheden voor zover die gewijzigde omstandigheden zich verzetten tegen de instandhouding van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken. Hierbij wordt een vervangende gehandicaptenparkeerplaats op kenteken aangelegd volgens de geldende beleidsregels.

  • 3. De houder van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken is verplicht zelf een wijziging in de omstandigheden, waaronder de gehandicaptenparkeerplaats is aangevraagd, door te geven.

Artikel 10 Reeds bestaande gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken

De verkeersbesluiten waarmee bestaande gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken zijn aangewezen vòòr de in artikel 12 genoemde datum, behouden hun geldigheid; ook als ze niet conform het gestelde in deze beleidsregels zijn aangelegd. De bestaande gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken kunnen alleen worden opgeheven als er sprake is van één of meer intrekkingsgronden als bedoeld in artikel 9.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Op grond van artikel 4:84 Awb is het College bevoegd om in gevallen waarin de toepassing van deze beleidsregels voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen af te wijken van één of meer beleidsregels.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 28-06-2022.

Artikel 13 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels gehandicaptenparkeerplaats op kenteken gemeente Gooise Meren 2022’.

Ondertekening

Bijlage

Toelichting I bij artikel 2: geschikte stallingsplaats

Voor een parkeerplaats op eigen terrein wordt de term ‘stallingsplaats' gebruikt. Met een geschikte stallingsplaats wordt bedoeld: bereikbaar voor de houder en bruikbaar door de houder. Om te kunnen bepalen of er sprake is van een geschikte stallingsplaats worden zaken als doorrijdhoogte, afmetingen van de stallingsplaats en de afstand en/of obstakels tussen de stallingsplaats en het adres in overweging genomen.

Bij de beoordeling van de vraag of een bewoner over een stallingsplaats beschikt of redelijkerwijs kan beschikken, wordt ook gekeken naar de mogelijkheden die de houder heeft om te parkeren. Zo worden niet openbare parkeerplaatsen die ter beschikking staan van de bewoner, gerekend als geschikte stallingsplaats. Ook indien de houder van het adres een stallingsplaats niet als zodanig gebruikt of heeft gerealiseerd, wordt dit beschouwd als een stallingsplaats waar de houder over kan beschikken. Gedacht kan worden aan de situatie waarin een bewoner een stallingsplaats voor andere doeleinden gebruikt.

Toelichting II bij artikel 2: gehandicaptenparkeerplaats voor passagiers

Houders van een Europese Gehandicaptenparkeerkaart voor passagiers komen in beginsel niet in aanmerking voor een gehandicaptenparkeerplaats. Passagiers kunnen in veel gevallen door een bestuurder worden afgezet, waarna de bestuurder de auto kan parkeren.

Als uit een aanvullende medische keuring blijkt dat een houder van een Europese parkeerkaart voor passagiers niet alleen achter de voordeur kan worden gelaten, dan kan de houder van een Europese Gehandicaptenparkeerkaart voor passagiers een aanvraag indienen voor een gehandicaptenparkeerplaats.

In het VIA protocol gehandicaptenparkeervoorzieningen staat omschreven in welk geval een gehandicaptenparkeerplaats nodig is voor een houder van een gehandicaptenparkeerkaart passagier.

De medische keuring wordt als ‘aanvullend’ gekenmerkt, omdat het een extra criterium is ten opzichte van de medische keuring voor een Europese Gehandicaptenparkeerkaart voor Passagiers. Idealiter wordt de medische keuring voor deze kaart gekoppeld aan de medische keuring voor een plaats. Het is dus niet per definitie een aparte keuring.

Toelichting III bij artikel 2: gehandicaptenvoertuigen

Gehandicaptenvoertuigen mogen op het trottoir worden geparkeerd mits er genoeg ruimte overblijft voor overige gebruikers. Wanneer dit niet het geval is, kan ook voor een gehandicaptenvoertuig een gehandicaptenparkeerplaats (op kenteken) worden aangevraagd. Dit geldt niet voor scootmobielen. Voor gehandicaptenvoertuigen geldt een op naam afgegeven verzekeringsbewijs als kentekenbewijs als deze niet-kentekenplichtig is.