Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR677497
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR677497/1
Beleidsregels bijtincidenten honden Heemstede 2022
Geldend van 08-06-2022 t/m heden
Intitulé
Beleidsregels bijtincidenten honden Heemstede 2022De burgemeester van de gemeente Heemstede;
Overwegende dat:
- •
er in de gemeente Heemstede meermaals bijtincidenten met honden hebben plaatsgevonden;
- •
het daarom wenselijk is beleid vast te stellen met betrekking tot artikel 2:59 van de vigerende Algemene plaatselijke verordening Heemstede;
Gelet op:
- •
de artikelen 1:3, vierde lid, titel 4.3 en titel 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht;
- •
de artikelen 125, derde lid, en 172, derde lid, van de Gemeentewet; en
- •
artikel 2:59 van de vigerende Algemene plaatselijke verordening Heemstede;
Besluit:
vast te stellen de ‘Beleidsregels bijtincidenten honden Heemstede 2022’.
Artikel 1 Definities
In deze regeling wordt verstaan onder:
- aanlijngebod: |
gebod als bedoeld in artikel 2:59, tweede lid, van de vigerende Algemene plaatselijke verordening Heemstede; |
- bijtincident: |
hiervan is sprake wanneer een hond een persoon of ander dier bijt. Een bijtincident kan als licht of ernstig worden gekwalificeerd; |
- ernstig bijtincident: |
● als de hond een persoon of dier bijt waarbij sprake is van ernstig letsel; ● in ieder ander geval waarin de burgemeester het bijtincident aanmerkt als ernstig. |
- ernstig letsel: |
hiervan is sprake als bij de beet of beten de tanden tot in de lederhuid komen en er sprake is van bloedverlies, weefselverlies, weefselverplaatsing, functieverlies of erger; |
- gevaarlijke hond: |
een hond die een ernstig bijtincident heeft veroorzaakt of om andere redenen door de burgemeester wordt aangemerkt als gevaarlijk; |
- hinderlijke hond: |
een hond die een licht bijtincident heeft veroorzaakt of om andere redenen door de burgemeester wordt aangemerkt als hinderlijk; |
- lederhuid: |
de middelste huidlaag die bestaat uit bindweefsel en waarin zich de zweetklieren, haarwortels, talgklieren, bloed- en lymfevaten, zintuigcellen en zenuwuiteinden bevinden; |
- licht bijtincident: |
een bijtincident dat niet kwalificeert als een ernstig bijtincident; |
- muilkorfgebod: |
gebod als bedoeld in artikel 2:59, derde lid, van de vigerende Algemene plaatselijke verordening Heemstede 2022. |
Artikel 2 Hinderlijke hond
-
1. Indien de burgemeester een hond hinderlijk acht, kan de hij aan de eigenaar of houder van deze hond een sanctie opleggen. Indien deze kwalificatie aan de hond wordt gegeven op basis van lichte bijtincidenten, kan de hij een sanctie opleggen conform tabel I.
-
2. Indien de hond om andere redenen door de burgemeester wordt aangemerkt als hinderlijk, kan hij aan de eigenaar of houder van deze hond de sanctie opleggen die hij in de gegeven omstandigheden het meest passend acht. Hierbij kan aansluiting worden gezocht bij tabel I.
Tabel I
|
Incident met een persoon |
Incident met een ander dier |
1e incident |
Waarschuwing |
- |
2e incident |
Aanlijn- of muilkorfgebod of aanlijn- en muilkorfgebod |
Waarschuwing |
3e incident |
Zie artikel 6, tweede tot en met vierde lid (last onder dwangsom) |
Aanlijn- of muilkorfgebod of aanlijn- en muilkorfgebod |
4e incident |
Zie artikel 6,vijfde tot en met tiende lid (last onder bestuursdwang) |
Zie artikel 6, tweede tot en met vierde lid (last onder dwangsom) |
5e incident |
Zie artikel 6, vijfde tot en met tiende lid (last onder bestuursdwang) |
Zie artikel 6, vijfde tot en met tiende lid (last onder bestuursdwang) |
Artikel 3 Gevaarlijke hond
-
1. Indien de burgemeester een hond gevaarlijk acht, kan hij aan de eigenaar of houder van deze hond een sanctie opleggen. Indien deze kwalificatie aan de hond wordt gegeven op basis van ernstige bijtincidenten, kan hij een sanctie opleggen conform tabel II.
-
2. Indien de hond om andere redenen door de burgemeester wordt aangemerkt als gevaarlijk, kan hij aan de eigenaar of houder van deze hond de sanctie opleggen die hij in de gegeven omstandigheden het meest passend acht. Hierbij kan aansluiting worden gezocht bij tabel II.
-
3. Indien op grond van tabel II een aanlijn- en muilkorfgebod dient te worden opgelegd, de burgemeester van oordeel is dat het opleggen van dit gebod niet toereikend is en door de aanwezigheid van de hond sprake is van verstoring van de openbare orde of ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, kan de burgemeester gebruik maken van zijn lichte bevelsbevoegdheid op grond van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet en de hond tijdelijk in beslag nemen.
-
4. In het geval sprake is van een situatie als bedoeld in het derde lid, legt de burgemeester bij de terugkeer van de hond aan de eigenaar of houder hiervan alsnog een aanlijn- en muilkorfgebod op.
Tabel II
|
Incident met een persoon |
Incident met een ander dier |
1e incident |
Aanlijn- en muilkorfgebod |
Waarschuwing |
2e incident |
Zie artikel 6, vijfde tot en met tiende lid (last onder bestuursdwang) |
Aanlijn- en muilkorfgebod |
3e incident |
Zie artikel 6, vierde tot en met negende lid (last onder bestuursdwang) |
Zie artikel 6, vijfde tot en met tiende lid (last onder bestuursdwang) |
Artikel 4 Duur opgelegde sanctie
-
1. De opgelegde sanctie geldt in beginsel voor onbepaalde tijd.
-
2. Op schriftelijk verzoek van de eigenaar of houder van de hond kan de opgelegde sanctie worden opgeheven, wanneer de eigenaar of houder van de hond door middel van een gedragstest als bedoeld in artikel 5 aannemelijk heeft gemaakt dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is.
-
3. De burgemeester kan besluiten dat de opgelegde sanctie alleen wordt opgeheven wanneer uit een risico-assessment als bedoeld in artikel 6, achtste lid, blijkt dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is.
-
4. De burgemeester gaat, in verband met het herstel van de openbare orde, in beginsel niet eerder tot opheffing van de sanctie over dan nadat 6 maanden zijn verstreken sinds het opleggen van de sanctie.
Artikel 5 Gedragstest
-
1. In opdracht van de eigenaar of houder van de hond kan bij de hond een gedragstest worden afgenomen om aan te tonen dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is. De burgemeester gaat alleen tot heroverweging van zijn (voornemen tot het opleggen van een) sanctie over, indien deze gedragstest is afgenomen door een gedragstherapeut die is aangesloten bij het Dierbaar Keurmerk, het Martin Gaus keurmerk, de Nederlandse Vereniging van Gedragstherapeuten voor Honden of de Stichting Platform Professionele Diergedragsdeskundigen.
-
2. De kosten voor het laten uitvoeren van een gedragstest komen voor rekening van de eigenaar of houder van de hond.
Artikel 6 Overtreding opgelegde sanctie
-
1. Overtreding van de opgelegde sanctie is strafbaar en kan op grond van de artikelen 2:59 en 6:1 van de vigerende Algemene plaatselijke verordening Heemstede gestraft worden met een geldboete van de tweede categorie.
-
2. Indien de eigenaar of houder van de hond de opgelegde sanctie overtreedt, kan de burgemeester besluiten om aan de opgelegde sanctie een last onder dwangsom te verbinden.
-
3. Indien de burgemeester besluit om aan de opgelegde sanctie een last onder dwangsom te verbinden bedraagt de dwangsom € 1.000,- per geconstateerde overtreding met een maximum van € 5.000,-.
-
4. Indien de eigenaar of houder van de hond het maximumbedrag aan dwangsommen heeft verbeurd, kan de burgemeester besluiten om de eigenaar of houder te vragen vrijwillig afstand te doen van de hond.
-
5. Indien de eigenaar of houder van de hond de opgelegde sanctie overtreedt en de hond als gevolg hiervan een nieuw bijtincident veroorzaakt, kan de burgemeester ook besluiten om, in plaats van aan de opgelegde sanctie een last onder dwangsom te verbinden, de eigenaar of houder te vragen vrijwillig afstand te doen van de hond.
-
6. Indien de burgemeester de eigenaar of houder van de hond heeft gevraagd om vrijwillig afstand te doen van de hond en de eigenaar of houder te kennen heeft gegeven dit niet te willen, kan de burgemeester besluiten tot onvrijwillige inbeslagname van de hond door middel van toepassing van bestuursdwang zoals omschreven in titel 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht.
-
7. Indien sprake is van een situatie als bedoeld in het zesde lid en de situatie hiertoe aanleiding geeft, kan de burgemeester ook besluiten tot onvrijwillige inbeslagname door middel van (zeer) spoedeisende bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:31, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
-
8. Indien de burgemeester over gaat tot onvrijwillige inbeslagname van de hond als bedoeld in het zesde of zevende lid, wordt de hond onderworpen aan een risico-assessment uitgevoerd door de faculteit diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht.
-
9. Indien uit het risico-assessment blijkt dat de hond niet kan worden herplaatst bij een andere eigenaar of anderszins het risico op bijtincidenten niet kan worden voorkomen, wordt besloten de hond te laten euthanaseren door een daartoe bevoegde dierenarts.
-
10. De kosten die in het kader van bestuursdwang zijn gemaakt, komen voor rekening van de eigenaar of houder van de hond.
Artikel 7 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 01-06-2022.
Artikel 8 Citeertitel
Deze beleidsregels worden aangehaald als: ‘Beleidsregels bijtincidenten honden Heemstede 2022’.
Ondertekening
Vastgesteld door de burgemeester van Heemstede op 17 mei 2022.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl