Uitvoeringsregeling Initiatievenfonds Preventie en Bestrijding van Armoede en Schulden 2022

Geldend van 01-04-2022 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsregeling Initiatievenfonds Preventie en Bestrijding van Armoede en Schulden 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen,

Gelet op de Nijmeegse Kaderverordening Subsidies,

Vast te stellen de volgende beleidsregels: Uitvoeringsregeling Initiatievenfonds Preventie en Bestrijding van Armoede en Schulden 2022.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    College: College van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen;

  • 2.

    Wethouder: de verantwoordelijke wethouder voor inkomen en armoedebestrijding;

  • 3.

    Collectief belang: belang dat het particuliere belang van een instelling, een onderneming of vaneen groep van ondernemingen overstijgt;

  • 4.

    Adviescommissie: de “Adviescommissie Preventie en Bestrijding Armoede en Schulden”;

  • 5.

    Samenwerkingsverband: een samenwerking die de begunstigde ten behoeve van de voorbereidingen subsidiëring van het in aanmerking te brengen project is aangegaan met een of meerdere medebelanghebbenden bij het project;

  • 6.

    Initiatievenfonds: het Initiatievenfonds Armoede en Schulden, i.c. de financiële middelen als opgenomen in de Stadsbegroting, programma Werk en Inkomen;

Artikel 2 Reikwijdte en doelstelling Initiatievenfonds

  • 1. Op de subsidieverlening conform deze regeling zijn de Algemene wet bestuursrecht en de Nijmeegse Kaderverordening Subsidies 2019 van toepassing.

  • 2. Doelstelling van het Initiatievenfonds is het aanjagen van initiatieven en projecten ter preventie en bestrijding van armoede in de gemeente Nijmegen. Initiatieven dienen aan te sluiten bij de ambities voor bestrijden van armoede en schulden uit het coalitieakkoord: 'Nijmegen: Samen vooruit' sociaal 2018 - 2022. Initiatieven dienen tevens aan te sluiten bij de Armoede Agenda Nijmegen 2020 - 2024. De nadruk ligt daarbij op het stimuleren van creativiteit, het bevorderen van innovatiekracht en het vergroten van samenwerking en afstemming bij het voorkomen en bestrijden van armoede in Nijmegen. De te verwachten resultaten en/of effecten voor de doelgroep staan centraal en moeten in aanvragen worden opgenomen.

Artikel 3 Subsidieverlening

  • 1. Het college kan op basis van deze regeling aan samenwerkingsvormen als bedoeld in artikel 5, subsidie verlenen voor:

  • a.

    aanjagen van initiatieven en projecten ter voorkoming en bestrijding van armoede en schulden;

  • b.

    kennisontwikkeling en kennisoverdracht met betrekking tot voorkomen en bestrijden van armoede en schulden;

  • c.

    het ontwikkelen en uitbreiden van netwerken en samenwerkingsverbanden;

  • 2. Het verlenen van subsidies tot een maximum ad € 5.000 uit het Initiatievenfonds is gemandateerd aan de bureaumanager *1).

*1).De raad is het bevoegde orgaan voor het nemen van besluiten over de verlening van meer jaren budgetsubsidies aan de organisaties, genoemd in bijlage 1 van de NKS. Het college is het bevoegde orgaan voor het nemen van besluiten over de verlening van overige subsidies. De bevoegdheid tot het verlenen van subsidies kan worden gemandateerd.

Artikel 4 De Adviescommissie

  • 1. Voordat op een aanvraag om subsidie wordt beslist, wordt het advies gevraagd van de Adviescommissie.

  • 2. De in lid 1 bedoelde Adviescommissie bestaat uit 4 of 5 leden, voortkomend uit en /of verbonden met het maatschappelijk middenveld in Nijmegen.

  • 3. De taken van de Adviescommissie zijn:

  • a.

    het aanjagen van projecten ter realisering van de doelstellingen van het fonds;

  • b.

    het uitbrengen van een advies op subsidieaanvragen;

  • c.

    eventueel adviseren over proces en besteding van de gelden van een initiatief;

  • d.

    het inzetten op het vergroten van de bekendheid van het fonds. De afdeling communicatie van de gemeente Nijmegen ondersteunt de commissie hierin.

  • 4. Bij de werving van projecten en het uitbrengen van adviezen kan de Adviescommissie zich laten bijstaan door deskundigen.

Artikel 5 Aanvrager

  • 1. Voor subsidie komen in aanmerking:

  • a.

    natuurlijke en private rechtspersonen;

  • b.

    samenwerkingsverbanden, al dan niet geformaliseerd;

  • 2. Indien een samenwerkingsverband aanvrager is, treedt een van de deelnemende partners in het samenwerkingsverband op als pen voerende partij.

  • 3. Aanvragers dienen hun activiteiten aantoonbaar in Nijmegen te ontplooien.

Artikel 6 Voorwaarden voor subsidiëring

  • 1. Initiatieven waarvoor subsidie wordt gevraagd dienen te passen binnen de doelstelling van het Initiatievenfonds, overeen te komen met de betreffende speerpunten van het coalitieakkoord 'Nijmegen: Samen vooruit' 2018 - 2022 en de 'Armoede Agenda Nijmegen 2020 - 2024'. Initiatieven moeten een collectief belang dienen.

  • 2. Een aanvraag om subsidie komt slechts voor honorering in aanmerking als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a.

    de aanvraag heeft betrekking op één initiatief;

  • b.

    de aangevraagde subsidie bedraagt maximaal € 5.000;

  • c.

    de aanvrager maakt aannemelijk, dat er sprake is van voldoende slaagkans en draagvlak voor de uitvoering van het initiatief;

  • d.

    de subsidie draagt bij tot het realiseren van een structureel dan wel eenmalig initiatief;

  • e.

    de aanvrager maakt de financieringsbehoefte aannemelijk;

  • f.

    de te subsidiëren activiteiten mogen geen winstoogmerk hebben;

  • g.

    de financiering heeft geen betrekking op sanering van schulden, dan wel op een afbouw van lopende activiteiten;

  • h.

    in de gevraagde financiering kan niet op andere wijze worden voorzien;

  • i.

    de aanvrager geeft aan of en in welke mate sprake is van samenwerking, afstemming en co- financiering;

  • j.

    de aanvrager verkeert niet in staat van faillissement, vereffening, surséance van betalingen deze zijn niet aangevraagd of aanhangig;

  • k.

    de activiteit waarvoor de subsidie wordt aangevraagd zit nog in de opstartfase (duur opstartfase is maximaal een half jaar);

  • l.

    over de behaalde resultaten van het initiatief wordt een verslag ingediend;

  • m.

    de subsidie moet binnen één jaar na toekenning zijn ingezet, tenzij bij besluit van het College en verlenging van het project is geaccordeerd.

Artikel 7 Subsidiebedrag

  • 1. Het subsidiebedrag dat wordt verstrekt bedraagt per aanvraag maximaal € 5.000;

  • 2. Het te verstrekken subsidiebedrag bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten en is beperkt tot het maximumbedrag dat is vastgesteld in de beschikking tot subsidieverlening.

  • 3. Het subsidieplafond bedraagt jaarlijks € 30.000 binnen het Product Armoedebestrijding van de Stadsbegroting.

Artikel 8 Aanvraag en te overleggen gegevens

  • 1. Aanvragen voor initiatieven kunnen door het jaar heen bij het Initiatievenfonds worden ingediend. De Adviescommissie beoordeelt aanvragen op volgorde van binnenkomst.

  • 2. Is het subsidieplafond als bedoeld in lid 3 van artikel 7 in het betreffende jaar bereikt, dan wordt de aanvraag om deze reden afgewezen.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de aanvraag voor subsidieverlening in enkelvoud ingediend overeenkomstig het door het College vastgestelde aanvraagformulier. Bij de aanvraag worden in ieder geval gevoegd:

  • a.

    een volledige initiatiefbeschrijving en bijbehorende begroting;

  • b.

    een onderbouwd financieringsplan;

  • c.

    indien aanwezig: een rechtsgeldig uittreksel van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel, doch niet ouder dan drie maanden;

  • d.

    indien aanwezig: een kopie van de statuten van de rechtspersoon die de aanvraag indient, of in geval van indiening namens een consortium, van alle deelnemende rechtspersonen, en in geval van indiening namens een samenwerkingsverband, een kopie van de samenwerkingsovereenkomst.

  • e.

    indien aan de voorwaarden onder c en d niet kan worden voldaan, een kopie van het geldige identiteitsbewijs van de initiatiefnemer(s)

Artikel 9 Voorschotverlening

  • a.

    Het verstrekken van voorschotten en het verbinden van voorschriften daaraan, is mogelijk na advies van de Adviescommissie.

  • b.

    Indien subsidie wordt verstrekt bedraagt het voorschot maximaal 100% van de subsidie voor het initiatief.

  • c.

    Indien de initiatieven niet worden uitgevoerd, de subsidiemiddelen niet conform de aanvraag zijn besteed, of anderszins niet is voldaan aan de verplichtingen van de subsidie, kan het College besluiten tot terugvordering van betaalde voorschotten.

Artikel 10 Rapportageplicht, evaluatie en subsidievaststelling

  • 1. De subsidie wordt bij verlening definitief vastgesteld;

  • 2. Aanvrager dient binnen 13 weken na afloop van het initiatief waarvoor de subsidie is verleend, dan wel binnen 13 weken na afloop van het kalenderjaar waarin de subsidie is verleend, een financieel en inhoudelijk verslag in bij het College.

  • 3. De begunstigde verleent desgevraagd alle medewerking aan het opstellen van een evaluatierapport m.b.t. deze beleidsregels.

Artikel 11. Beslistermijn subsidieaanvraag

  • 1. Het College, beslist binnen dertien weken na ontvangst van de subsidie aanvraag voor een initiatief.

  • 2. Indien de aanvraag niet volledig is, wordt de aanvrager door het College eenmalig in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na indiening aanvullingen op de aanvraag te geven.

  • 3. De termijn bedoeld in het eerste lid kan door het College in bijzondere omstandigheden, desgevraagd en ter beoordeling aan het College, met een termijn van acht weken worden verlengd. Het College informeert de aanvrager hierover schriftelijk.

Artikel 12. Intrekking, wijziging van de subsidieverlening

Behalve in de gevallen genoemd in de Algemene wet bestuursrecht kan de subsidie worden ingetrokken of het subsidiebedrag ten nadele van de subsidieontvanger worden gewijzigd indien:

  • a.

    de subsidieontvanger nalaat het College in te lichten over omstandigheden die in relatie tot de subsidieverlening en - besteding van belang (kunnen) zijn;

  • b.

    de subsidieontvanger wijzigingen in aanwending van de subsidie niet vooraf ter beoordeling heeft voorgelegd aan het College;

  • c.

    de subsidieontvanger de activiteiten waarvoor subsidie is verkregen, beëindigt of niet heeft verricht;

  • d.

    de subsidieontvanger de voorschriften in deze regeling, of de verplichtingen vermeld in de beschikking of in de akkoordverklaring bij de beschikking niet nakomt of niet is nagekomen.

Artikel 13. Billijkheidsbepaling

  • a.

    De Adviescommissie kan aan de wethouder met redenen omkleed adviseren, een aanvraag die niet geheel aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 6 lid 2 van deze regeling voldoet, in behandeling te nemen.

  • b.

    De wethouder kan, met inachtneming van het advies van de Adviescommissie, besluiten een aanvraag te honoreren als deze niet (geheel) aan de voorwaarden voldoet.

Artikel 14. Citeertitel

Deze regeling kan aangehaald worden als de ‘Uitvoeringsregeling Initiatievenfonds Preventie en Bestrijding Armoede en Schulden 2022’.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking onder gelijktijdige intrekking van ‘Uitvoeringsregeling Initiatievenfonds Preventie en Bestrijding van Armoede en Schulden 2016 - 2019’ per 1 april 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van: 29 maart 2022.

de gemeentesecretaris

mr. drs. A.H. van Hout

de burgemeester

drs. H.M.F. Bruls