Richtlijnen toetreding Gemeenschappelijke regeling Regio Arnhem-Nijmegen

Geldend van 22-09-2021 t/m heden

Intitulé

Richtlijnen toetreding Gemeenschappelijke regeling Regio Arnhem-Nijmegen

In het algemeen bestuur van de Regio Arnhem-Nijmegen vastgesteld op 15 september 2021

Inleiding

Deze richtlijnen, vastgesteld door het algemeen bestuur van de Regio Arnhem-Nijmegen, zijn de uitwerking van artikel 33 van de Gemeenschappelijke regeling Regio Arnhem-Nijmegen (verder de regio).

Hieronder wordt een aantal algemene uitgangspunten geformuleerd op het gebied van de te volgen procedure en de uitgangspunten voor het berekenen van de toetredingskosten.

PARAGRAAF 1. PROCEDURE VAN TOETREDING

  • 1. De gemeente die wil toetreden tot de Gemeenschappelijke regeling maakt dit schriftelijk kenbaar bij het algemeen bestuur van de regio. Dit is de start van deze procedure.

  • 2. Het algemeen bestuur van de regio bevestigt de ontvangst daarvan schriftelijk en informeert vervolgens de overige gemeenten dat zij kennis heeft genomen van het verzoek van deze gemeente.

  • 3. De financiële, juridische, personele en organisatorische consequenties worden door het dagelijks bestuur van de regio in kaart gebracht. Bij het in kaart brengen van deze aspecten is een onafhankelijke deskundige betrokken.

  • 4. Het algemeen bestuur van de regio neemt een besluit over het al dan niet toe willen staan van toetreding door de gemeente die dat verzoek heeft gedaan en bij een positief besluit ten aanzien daarvan over de voorwaarden tot toetreding inclusief de toetredingskosten, waarbij de financiële, juridische, personele en organisatorische consequenties worden betrokken.

  • 5. Het algemeen bestuur neemt dit besluit binnen vijf maanden na ontvangst van het verzoek. Het dagelijks bestuur kan de beslistermijn verdagen met maximaal drie maanden.

  • 6. Het algemeen bestuur van de regio maakt het besluit, zoals bedoeld in paragraaf 1, artikel 4, schriftelijk bekend aan de gemeente dat het verzoek tot toetreding heeft gedaan.

  • 7. Mocht het algemeen bestuur besluiten de toetreding van de gemeente die dat heeft verzocht niet te willen toestaan, dan kan deze gemeente verzoeken om een besluit van de bestuursorganen van de deelnemende gemeenten over het al dan niet toestaan van toetreding. In dat geval maakt zij dit binnen zes weken na dagtekening van de beschikking zoals bedoeld in paragraaf 1, artikel 5, kenbaar.

  • 8. In de situatie zoals bedoeld in paragraaf 1, artikel 6, stelt het algemeen bestuur een voorstel op voor de bestuursorganen van de deelnemende gemeenten, dat ter besluitvorming wordt toegestuurd aan de colleges van de aan de regio deelnemende leden. Mocht, conform artikel 32, eerste lid, van de regeling, minimaal tweederde van de deelnemende gemeenten besluiten toetreding wel te willen toestaan, dan neemt het algemeen bestuur een nieuw besluit waarin de voorwaarden tot toetreding zijn opgenomen. Het algemeen bestuur maakt dit besluit schriftelijk bekend aan de gemeente met het verzoek tot toetreding.

  • 9. In het geval van een positief besluit van het algemeen bestuur of een besluit zoals bedoeld in paragraaf 1, artikel 7, stelt het algemeen bestuur van de regio een voorstel vast tot aanpassing van de Gemeenschappelijke regeling. Deze wordt door het dagelijks bestuur ter vaststelling toegestuurd aan de colleges van de deelnemende gemeenten van de gemeenschappelijke regeling.

  • 10. Een hiertoe door het algemeen bestuur van regio aangewezen gemeente, in casu de gemeente Overbetuwe, (zie artikel 37 van de Gemeenschappelijke regeling) stuurt de hierboven genoemde besluiten naar Gedeputeerde Staten van de Provincies Gelderland en Limburg. Tevens draagt deze gemeente zorg voor de bekendmaking van de gewijzigde regeling.

  • 11. De gewijzigde Gemeenschappelijke regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand, volgend op die waarin de regeling aan Gedeputeerde Staten is toegezonden.

PARAGRAAF 2. RICHTLIJN BEREKENING TOETREDINGSKOSTEN

  • 1. Voordat een gemeente formeel kenbaar maakt toe te willen treden tot de regio (het voornemen tot toetreden), kan het dagelijks bestuur van de regio verzocht worden te inventariseren welke voorwaarden en toetredingskosten zoals beschreven in paragraaf 1, artikel 4, met toetreding gepaard gaan. Op basis hiervan maakt het dagelijks bestuur van de regio een quick scan die een indicatief karakter heeft en waaraan de betreffende gemeente geen rechten kan ontlenen.

  • 2. De kosten van de in paragraaf 1, artikel 3, genoemde onderzoeken, inclusief de kosten van de inzet van de onafhankelijke deskundige, die met toetreding tot de gemeenschappelijke regeling gepaard gaan, komen ten laste van de toetredende gemeente. Deze kosten zijn de eenmalige kosten ten gevolge van toetreding en worden ten laste gebracht nadat het voornemen tot toetreden formeel bekend is gemaakt. Ook wanneer een quick scan wordt uitgevoerd, worden deze kosten ten laste van de gemeente gebracht die overweegt om toe te treden. Ook indien toetreding uiteindelijk niet wordt toegestaan, zijn deze kosten verschuldigd. De regio doet redelijkerwijs al het mogelijke om deze kosten voor de toetredende gemeente zo laag mogelijk te houden.

  • 3. De toetredingskosten die worden gemaakt door de toetreding worden alleen ten laste gebracht indien het besluit tot toetreding, zoals bedoeld in paragraaf 1, artikel 8, daadwerkelijk is genomen. De toetredingssom is opgebouwd uit:

  • a.

    Eenmalige kosten op toetredingsdatum: de noodzakelijke investeringen die ten behoeve van de toetreding worden gemaakt;

  • b.

    Tijdelijke kosten, contant gemaakt tegen de waarde op de toetredingsdatum: de transitiekosten die gedurende 2 jaar na toetreding noodzakelijk zijn om projectmatig eventuele bedrijfsvoeringsactiviteiten te integreren;

  • c.

    Structurele kosten contant gemaakt tegen de waarde op de toetredingsdatum: de extra exploitatiekosten (boven de exploitatiekosten van de reguliere dienstverlening) die als gevolg van de toetreding gedurende een periode van maximaal vijf jaar worden gemaakt;

  • d.

    Een tegemoetkoming in de initiële stichtingskosten van de regio.

  • 4. Als sprake is van een algemene reserve, wordt de toetredende gemeente verplicht naar rato een bedrag in de algemene reserve te storten. Voor het bepalen van de kostenverdeelsleutel wordt aangesloten bij het bepaalde hierover in artikel 29 van de regeling.

  • 5. De op grond van deze richtlijnen vastgestelde toetredingsvergoeding kan in maximaal vier jaarlijkse termijnen na de formele toetreding worden betaald.

PARAGRAAF 3. SLOTPARAGRAAF

Deze richtlijn treedt in werking na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in het algemeen bestuur van 15 september 2021:

De secretaris,

Drs. H. Tiemens

De voorzitter,

Drs. H.M.F. Bruls