Subsidieregeling verduurzaming bedrijventerreinen Zuid-Holland

Geldend van 28-07-2022 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling verduurzaming bedrijventerreinen Zuid-Holland

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;

Gelet op de artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Overwegende dat de provincie verduurzaming van bedrijventerreinen wil stimuleren ten behoeve van de toekomstbestendigheid van bedrijventerreinen en de bevordering van de energietransitie in de provincie Zuid-Holland;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Subsidieregeling verduurzaming bedrijventerreinen Zuid-Holland

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

bedrijventerrein: ruimtelijk aaneengesloten of functioneel verbonden terrein dat in het ter plaatse geldende bestemmingsplan bestemd en geschikt is voor gebruik door vestigingen ten behoeve van handel, nijverheid, commerciële en niet-commerciële dienstverlening en industrie, daaronder niet begrepen een terrein in overwegende mate bestemd voor kantoren, detailhandel of horeca;

businesscase: document waarin de zakelijke afweging om de activiteit te beginnen beschreven wordt;

commitmentbrief: brief van een ondernemer, ondernemersvereniging, stichting of gemeente waaruit blijkt dat deze achter de activiteit staat waarvoor subsidie op grond van deze regeling wordt aangevraagd;

haalbaarheidsonderzoek: onderzoek waaruit blijkt of de eisen die aan de activiteit zijn gesteld, te verwezenlijken zijn;

hernieuwbare energiebronnen: windenergie, zonne-energie, aerothermische, geothermische, hydrothermische energie, waterkracht, biomassa, stortgas, rioolwaterzuiveringsgas en biogas;

ondernemer: degene die zelfstandig werkzaamheden uitvoert en daar inkomsten uit heeft en ingeschreven is in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007, dan wel de eigenaar van het vastgoed van waaruit voornoemd persoon zijn onderneming drijft;

ondernemersvereniging: vereniging, als bedoeld in artikel 27 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, van ondernemers die de gemeenschappelijke belangen van ondernemers op een bedrijventerrein behartigt;

stichting: stichting als bedoeld in artikel 285 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek juncto artikel 7 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones.

Artikel 1.1a

Gedeputeerde staten beslissen op een aanvraag binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 1.2 Rangschikking

  • 1. Het bedrag dat beschikbaar is voor de te verstrekken subsidies, wordt over de aanvragen verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst daarvan.

  • 2. Als een subsidieaanvraag niet volledig is, geldt als datum van binnenkomst de dag waarop de subsidieaanvraag is aangevuld en gecompleteerd als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3. Op de dag dat verlening van subsidie voor gelijktijdig binnengekomen subsidieaanvragen zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, wordt de subsidie verdeeld op basis van loting.

Artikel 1.3 Prestatieverantwoording

  • 1. Bij een subsidie van minder dan € 25.000,00 toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van een activiteitenverslag en zo mogelijk beeldmateriaal.

  • 2. een subsidie vanaf € 25.000,00 maar minder dan € 125.000,00 toont de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van een activiteitenverslag en zo mogelijk beeldmateriaal.

  • 3. Bij een subsidie van € 125.000,00 of meer gaat de aanvraag tot subsidievaststelling vergezeld van een controleverklaring en een financieel verslag, die beide zijn opgesteld overeenkomstig het door de provincie Zuid-Holland opgestelde format, alsmede een activiteitenverslag en zo mogelijk beeldmateriaal.

Artikel 1.4 Bevoorschotting en betaling

  • 1. Het voorschot voor subsidies bedraagt maximaal 80% van het verleende bedrag.

  • 2. Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd waarvan de hoogte en de tijdstippen in de subsidieverleningsbeschikking worden bepaald.

§ 2. Energie op bedrijventerreinen

Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten en prestatie

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor de realisatie van activiteiten op een bedrijventerrein die bijdragen aan:

    • a.

      de productie van energie uit hernieuwbare energiebronnen;

    • b.

      gebouwgebonden maatregelen ten behoeve van energiebesparing;

    • c.

      de aansluiting op een lokaal warmtenetwerk;

    • d.

      de uitwisseling van energie tussen bedrijven.

  • 2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, leidt tot verduurzaming en verbeterde toekomstbestendigheid van bedrijventerreinen en bevordering van de energietransitie in de provincie Zuid-Holland.

Artikel 2.2 Doelgroep

Subsidie als bedoeld in artikel 2.1 wordt uitsluitend verstrekt aan ondernemersverenigingen en stichtingen.

Artikel 2.3 Weigeringsgronden

In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 2.1 geweigerd indien:

  • a.

    de aanvraag betrekking heeft op een bedrijventerrein ten behoeve waarvan in de periode van drie jaar voorafgaand aan de aanvraag reeds subsidie op grond van deze paragraaf is verstrekt;

  • b.

    de aanvraag betrekking heeft op activiteiten waarvoor gedeputeerde staten reeds subsidie hebben verstrekt.

Artikel 2.4 Subsidievereisten

  • 1. Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.1 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de activiteit heeft betrekking op een bedrijventerrein gelegen binnen de grenzen van de provincie Zuid-Holland;

    • b.

      de activiteit kan binnen 26 weken na de datum van subsidieverlening in uitvoering zijn;

    • c.

      de activiteit wordt ondersteund door een haalbaarheidsonderzoek of business case waaruit blijkt dat de terugverdientijd van het project meer dan 5 jaar bedraagt;

    • d.

      er is voldoende steun voor de activiteit, blijkend uit een commitmentbrief van de gemeente waarin het bedrijventerrein, ten behoeve waarvan de subsidie wordt aangevraagd, ligt en commitmentbrieven van minimaal 5 van de op dat bedrijventerrein gevestigde ondernemers, die niet in het bestuur van de ondernemersvereniging of stichting zetelen;

    • e.

      ten minste 5 van de op het bedrijventerrein, ten behoeve waarvan de subsidie wordt aangevraagd, gevestigde ondernemers, stellen voorzieningen dan wel financiële middelen beschikbaar die vereist zijn voor de uitvoering van de activiteit.

  • 2. Indien ondernemers met meerdere ondernemingen op een bedrijventerrein zijn gevestigd of tussen meerdere op een bedrijventerrein gevestigde ondernemingen van verschillende ondernemers een economische dan wel organisatorische samenhang bestaat, telt maximaal één al dan niet gezamenlijke commitmentbrief van deze ondernemers mee bij het bepalen of is voldaan aan het in het eerste lid, onderdeel d opgenomen vereiste.

Artikel 2.5 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten van de voor realisatie van de in artikel 2.1 genoemde maatregelen benodigde materialen, uitgezonderd gereedschap en andere hulpmaterialen;

  • b.

    kosten van de inzet van een professionele derde ten behoeve van de uitvoering van de in artikel 2.1, genoemde maatregelen.

Artikel 2.6 Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste 20% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 200.000,00.

  • 2. Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 25.000,00 wordt de subsidie niet verstrekt.

Artikel 2.7 Verplichtingen van de subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    de activiteit is binnen 26 weken na de subsidieverlening in uitvoering;

  • b.

    de activiteit is binnen twee jaar na de subsidieverlening uitgevoerd;

  • c.

    de subsidieontvanger maakt de resultaten van de activiteit, voor zover deze betrekking hebben op de wijze van verduurzaming, openbaar en verstrekt deze resultaten desgevraagd om niet aan ondernemers, ondernemersverenigingen, stichtingen of gemeenten binnen de provincie Zuid-Holland;

  • d.

    De met de subsidie aangeschafte apparatuur is gedurende minstens 5 jaar werkend op het betreffende bedrijventerrein en mag in die periode niet worden vervreemd.

§ 3. Verduurzaming van bedrijventerreinen

Artikel 3.1 Subsidiabele activiteiten en prestatie

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor de realisatie van:

    • a.

      maatregelen ten behoeve van klimaatadaptatie;

    • b.

      maatregelen ten behoeve van de vergroting van de biodiversiteit.

  • 2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, leidt tot verduurzaming en verbeterde toekomstbestendigheid van bedrijventerreinen in de provincie Zuid-Holland.

Artikel 3.2 Doelgroep

Subsidie als bedoeld in artikel 3.1 wordt uitsluitend verstrekt aan gemeenten, ondernemersverenigingen en stichtingen.

Artikel 3.3 Weigeringsgronden

In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 3.1 geweigerd indien:

  • a.

    de aanvraag betrekking heeft op een bedrijventerrein ten behoeve waarvan in de periode van drie jaar voorafgaand aan de aanvraag reeds subsidie op grond van deze paragraaf is verstrekt;

  • b.

    de aanvraag betrekking heeft op activiteiten waarvoor gedeputeerde staten reeds subsidie hebben verstrekt.

Artikel 3.4 Subsidievereisten

  • 1. Om voor subsidie als bedoeld in artikel 3.1 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de activiteit heeft betrekking op een bedrijventerrein gelegen binnen de grenzen van de provincie Zuid-Holland;

    • b.

      de activiteit kan binnen 26 weken na de datum van subsidieverlening in uitvoering zijn;

    • c.

      er is voldoende steun voor de activiteit, blijkend uit een commitmentbrief van de gemeente waarin het bedrijventerrein, ten behoeve waarvan de subsidie wordt aangevraagd, ligt en commitmentbrieven van minimaal 3 van de op dat bedrijventerrein gevestigde ondernemers, die niet in het bestuur van de ondernemersvereniging of stichting zetelen;

    • d.

      ten minste 3 van de op het bedrijventerrein, ten behoeve waarvan de subsidie wordt aangevraagd, gevestigde ondernemers, stellen voorzieningen dan wel financiële middelen beschikbaar die vereist zijn voor de uitvoering van de activiteit.

  • 2. De vereisten genoemd in het eerste lid, onderdeel c en d zijn niet van toepassing indien een gemeente aanvrager is.

  • 3. Indien ondernemers met meerdere ondernemingen op een bedrijventerrein zijn gevestigd of tussen meerdere op een bedrijventerrein gevestigde ondernemingen van verschillende ondernemers een economische dan wel organisatorische samenhang bestaat, telt maximaal één al dan niet gezamenlijke commitmentbrief van deze ondernemers mee bij het bepalen of is voldaan aan het in het eerste lid, onderdeel c opgenomen vereiste.

Artikel 3.5 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten van de voor realisatie van de in artikel 3.1 genoemde maatregelen benodigde materialen, uitgezonderd gereedschap en andere hulpmaterialen;

  • b.

    kosten van de inzet van een professionele derde ten behoeve van de uitvoering van de in artikel 3.1 genoemde maatregelen.

Artikel 3.6 Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste 40% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 100.000,00.

  • 2. Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 10.000,00 wordt de subsidie niet verstrekt.

Artikel 3.7 Verplichtingen van de subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    de activiteit is binnen 26 weken na de subsidieverlening in uitvoering;

  • b.

    de activiteit is binnen twee jaar na de subsidieverlening uitgevoerd;

  • c.

    de subsidieontvanger maakt de resultaten van de activiteit, voor zover deze betrekking hebben op de wijze van verduurzaming, openbaar en verstrekt deze resultaten desgevraagd om niet aan ondernemers, ondernemersverenigingen, stichtingen of gemeenten binnen de provincie Zuid-Holland;

  • d.

    De met de subsidie aangeschafte apparatuur is gedurende minstens 5 jaar werkend op het betreffende bedrijventerrein en mag in die periode niet worden vervreemd;

  • e.

    Voor de maatregelen als bedoeld in artikel 3.1 wordt een onderhoudsplan opgesteld.

§ 3a. Transitie naar een circulaire economie op bedrijventerreinen

Artikel 3a.1 Subsidiabele activiteiten en prestatie

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor de realisatie van activiteiten op een bedrijventerrein ten behoeve van de transitie naar een circulaire economie door:

    • a.

      het collectief organiseren van goederen en diensten en wederzijdse uitwisseling van materialen;

    • b.

      het collectief verwerken van afval of grondstoffen, of

    • c.

      de toepassing van circulaire materialen in de inrichting van de openbare ruimte.

  • 2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, leidt tot verduurzaming en verbeterd toekomstbestendigheid van bedrijventerreinen in de provincie Zuid-Holland.

Artikel 3a.2 Doelgroep

Subsidie als bedoeld in artikel 3a.1 wordt uitsluitend verstrekt aan gemeenten, ondernemersverenigingen en stichtingen.

Artikel 3a.3 Weigeringsgronden

In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 3a.1 geweigerd indien:

  • a.

    de aanvraag betrekking heeft op een bedrijventerrein ten behoeve waarvan in de periode van drie jaar voorafgaand aan de aanvraag reeds subsidie op grond van deze paragraaf is verstrekt;

  • b.

    de aanvraag betrekking heeft op activiteiten waarvoor gedeputeerde staten reeds subsidie hebben verstrekt.

Artikel 3a.4 Subsidievereisten

  • 1. Om voor subsidie als bedoeld in artikel 3a.1 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de activiteit heeft betrekking op een bedrijventerrein gelegen in de provincie Zuid-Holland;

    • b.

      de activiteit kan binnen 26 weken na de datum van subsidieverlening in uitvoering zijn;

    • c.

      er is voldoende steun voor de activiteit, bedoeld in artikel 3a.1, blijkend uit:

      • i.

        een commitmentbrief van iedere gemeente waarin het bedrijventerrein ligt, en

      • ii.

        commitmentbrieven van minimaal drie op dat bedrijventerrein gevestigde ondernemers, die niet in het bestuur van de ondernemersvereniging of stichting zetelen;

    • d.

      en minste drie op het betrokken bedrijventerrein gevestigde ondernemers, stellen voorzieningen dan wel financiële middelen beschikbaar die vereist zijn voor de uitvoering van de activiteit.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, zijn de vereisten genoemd in het eerste lid, onderdeel c en d niet van toepassing indien een gemeente aanvrager is.

  • 3. Indien ondernemers met meerdere ondernemingen op een bedrijventerrein zijn gevestigd of indien tussen meerdere op een bedrijventerrein gevestigde ondernemingen van verschillende ondernemers een economische dan wel organisatorische samenhang bestaat, telt maximaal één al dan niet gezamenlijke commitmentbrief van deze ondernemers mee bij het bepalen of is voldaan aan het in het eerste lid, onderdeel c opgenomen vereiste.

Artikel 3a.5 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten van de voor realisatie van de in artikel 3a.1 genoemde activiteiten benodigde materialen, uitgezonderd gereedschap en andere hulpmaterialen;

  • b.

    kosten van de inzet van een professionele derde ten behoeve van de uitvoering van de in artikel 3a.1 genoemde activiteiten.

Artikel 3a.6 Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste 40% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 100.000,00.

  • 2. Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 10.000,00 wordt de subsidie niet verstrekt.

Artikel 3a.7 Verplichtingen van de subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    de activiteit is binnen 26 weken na de subsidieverlening in uitvoering;

  • b.

    de activiteit is binnen twee jaar na de subsidieverlening uitgevoerd;

  • c.

    de subsidieontvanger maakt de resultaten van de activiteit, voor zover deze betrekking hebben op de wijze van verduurzaming, openbaar en verstrekt deze resultaten desgevraagd om niet aan ondernemers, ondernemersverenigingen, stichtingen of gemeenten binnen de provincie Zuid-Holland;

  • d.

    de met de subsidie aangeschafte apparatuur is gedurende minstens 5 jaar werkend op het betreffende bedrijventerrein en mag in die periode niet worden vervreemd.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 4.1 Intrekking

De Subsidieregeling energie op bedrijventerreinen Zuid-Holland wordt ingetrokken.

Artikel 4.2 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Artikel 4.3 Werkingsduur en overgangsrecht

Deze regeling vervalt op 31 december 2025 met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Artikel 4.4 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling verduurzaming bedrijventerreinen Zuid-Holland.

Ondertekening

Den Haag, 24 november 2020

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland

drs. H.M.M. Koek,

secretaris

drs. J. Smit,

voorzitter