Regeling vervallen per 01-01-2023

Beleidsplan openbare verlichting 2018-2022

Geldend van 28-02-2019 t/m 31-12-2022

Intitulé

Beleidsplan openbare verlichting 2018-2022

SAMENVATTING

Voor u ligt het tweede beleidsplan voor openbare verlichting in Heemstede, voor de periode 2018-2022. Van het eerste plan is inmiddels de planperiode verstreken. In dit plan wordt o.a. invulling gegeven aan de nieuwe duurzaamheidsdoelstellingen van de gemeente, verwoord in de Nota Duurzaamheid. Daarnaast wordt ingegaan op de vervanging en worden daarvoorverschillende vervangingsscenario’s gegeven.

Nieuw beleid

Wat is nieuw beleid in dit beleidsplan, wanneer we het vergelijken met het plan uit 2013? De belangrijkste veranderingen ten opzichte van het eerste beleidsplan zijn de volgende.

In het oude plan werd uitgegaan van per project onderzoeken of LED een goede optie was, waarbij vooral financiële aspecten werden beschouwd: worden de extra investeringskosten in gebruiksfase terugverdiend? Nu kent LED, door innovatie een grotere lichttechnisch rendement en een veel lagere aanschafprijs (nog slechts weinig hoger dan die van conventionele verlichting). LED is daarmee volwassen geworden en is er geen discussie meer over toepassing hiervan. Al enkele jaren wordt LED dan ook standaard toegepast. Inmiddels heeft Heemstedebijna 900 LED- armaturen (18%).

Dimmen in nachtelijke uren werd destijds, door de hoge extra kosten, alleen voorgesteld voor wegen met een hoog verlichtingsniveau. Nu is het standaard dat een dimsysteem in LED-armaturen wordt ingebouwd. Daarmee is dimmen ook voor woonstraten standaard geworden. Dimmen in de nacht wordt ook al enkele jaren toegepast. Daarbij worden verschillende dimscenario’s toegepast. Bij de nieuwe plannen wordt per plan een dimscenario gekozen, welke recht doet aan de omgeving.

Steeds meer aandacht is er voor lichthinder en lichtvervuiling. De nieuwe generatie armaturen voorkomt verblinding. Daarnaast zijn er nieuwe richtlijnen die richting geven aan een beter evenwicht tussen wat de mens verlangt en wat voor de natuur gewenst is.

In verband met de verkeersveiligheid is er extra aandacht voor verlichting van gebieden rond scholen en voor verlichting van zebrapaden. In nieuwe ontwerpen en bij herinrichtingen zal hier extra aandacht voor zijn.

Bij inkoop van materialen wordt meer aandacht besteed aan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen. In december 2017 heeft de gemeente het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Inkopen ondertekend, waarbij verder invulling wordt gegeven aan de duurzaamheidsdoelstellingen. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het minimaliseren van de gevolgen voor het milieu bij inkopen. De gemeente conformeert zich aan de milieucriteria voor toepassing van materialen in de openbare verlichting.

Onze gemeente kende door een goed beheer al een relatief zuinige openbare verlichtingsinstallatie. Door toepassing van LED-armaturen met een hoog rendement en toepassing van dimsystemen is het toch mogelijk nog een flinke bezuiniging op. Daarbij zijn de doelstellingen die het Rijk in 2013 heeft geformuleerd (SER-Energieakkoord) haalbaar,zeker omdat in de komende jaren een flinke inspanning noodzakelijk is in de vervanging van verouderde armaturen. Met name door vervanging van bolarmaturen in de Heemsteedse Dreeef is inmiddels op energie een bezuiniging bereikt van 12,4% t.o.v. 2013 (het SER-energieakkoord gaat uit van 20% in 2020). Dit is veel hoger dan de ambitie die in het beleidsplan van 2013 geformuleerd was van 5%.

De openbare verlichting heeft in Heemstede voor 80% een eigen voedingsnet, dat door de gemeente is aangelegd. Door de verwevenheid met het laagspanningsnet van Stedin kan de veiligheid voor een aannemer die aan het verlichtingsnet werkt niet gewaarborgd worden. Daarom is het netbeheer tijdelijk ondergebracht bij Stedin, met de bedoeling om het t.z.t. weer over te nemen. Hiervoor dient in de planperiode een plan van aanpak te worden gemaakt.

Vervanging

In de jaren ’90 heeft er een inhaalslag plaatsgevonden, waarbij verouderde verlichting werd vervangen door de toen moderne energiezuinige (met spaarlamp) verlichting. Die armaturen zijn nu alle weer aan vervanging toe, omdat ze technischafgeschreven zijn. Dit betekent dat er in de komende jaren een extra inspanning moet worden verricht om onderhoudsachterstand te voorkomen.

Gelet hierop is het ook goed om na te denken over het uiterlijk van de verlichting. Soms wordt er geklaagd over de lelijke verlichting die geplaatst wordt. In verband hiermee is een vervangingsscenario benoemd, waarbij de beeldkwaliteit wordt verhoogd en waarbij dan aansluiting wordt gezocht bij het karakter van de wijk. Voor een hogere beeldkwaliteit zijn extra middelen nodig. De hogere investeringskosten worden geraamd op 16%. Het is hierbij wel de bedoeling dat het aantal typen verlichting wordt beperkt.

In het beleidsplan worden twee vervangingsscenario’s beschreven, elk met een subscenario in verband met het verwerken van de noodzakelijke inhaalslag:

  • 1.

    Regulier vervangenzonder extra aandachtvoor beeldkwaliteit.

  • 2.

    Vervangen met extra aandachtvoor beeldkwaliteit.

Beide scenario’s kennen een A en een B-variant waarbij in: Variant A: inhaalslag wordt verwerkt in vijf jaar tijd; Variant B: inhaalslag wordt verwerkt in twee jaar tijd.

De gemeente kiest voor scenario 2, waarbij de inhaalslag in vijf jaar tijd wordt verwerkt (A).

In het op te stellen beheerplan voor 2018-2022 wordt aandacht geschonken aan de beeldkwaliteit in relatie tot de wijk waarin de mast wordt geplaatst.

Kosten en besparing

De totale investeringskosten voor vervanging in de planperiode worden voor scenario 2 geraamd op: € 2.281.000. Gemiddeld is dit (afgerond) € 460.000 per jaar. De hogere investeringskosten i.v.m. beeldkwaliteit worden geraamd op 16%.

Met name in verband met de vervangingsopgave voor de komende  vijf jaren is de investering veel hoger dan de gebruikelijke investering van de afgelopen jaren  (€ 183.300 per jaar).

Daarmee wordt echter ook een besparing op energie en onderhoudskosten gerealiseerd van ruim € 21.500 per jaar aan het einde van de planperiode. Met de extra inspanning kan de besparingsdoelstelling van het rijk (20% in 2020) worden behaald en tevens wordt een besparing op CO2-uitstoot gerealiseerd van jaarlijks 121 ton aan het einde van de planperiode.

HOOFDSTUK 1 INLEIDING

De gemeente Heemstede ligt ten zuiden van Haarlem en is met haar oppervlakte van 9,61 km² beperkt in omvang. Ondanks de beperkte omgang telt de gemeente ca. 27.000 inwoners en is dan ook te categoriseren onder stedelijk gebied. De gemeente Heemstede kent een aantal natuurzones uit het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voormalig EHS). Daarvan is het Groenendaalse Bos het enige in eigendom van de gemeente.

De topografische indeling van de gemeente Heemstede met de combinatie van de kern en de aanliggende natuurzones maakt het m.b.t. inrichting van de openbare verlichting een gemeente waar licht op maat belangrijk is. Gezien de landelijke doelstellingen als o.a. opgenomen in het SER-energie-akkoord en de vele innovaties op het gebied van openbare verlichting is het moment daar voor de gemeente Heemstede om haar openbare verlichting tegen het licht te houden. In voorliggend beleidsplan zijn op basis van de huidige stand van de techniek en met in het achterhoofd de landelijke en regionale doelstellingen, kaders gecreëerd waarbinnen Heemstede haar licht op maat wil uitvoeren. Het is een document om gestructureerd en onderbouwd keuzes vast te leggen voor een doelgerichte aanpak van de openbare verlichting voor de periode van 2018 tot 2022. Hiermee wordt een integraal afwegingskader vastgesteld en geborgd waarbinnen de openbare verlichting binnen Heemstede kan worden uitgevoerd. Het beleidsplan eindigt met de beschrijving en doorrekening van enkele vervanging scenario’s. Deze scenario’s worden financieel in zowel investering als exploitatie vergeleken en gerelateerd aan de landelijke, regionale en gemeentelijke doelstellingen.

1.1 Aanleiding

De aanleiding voor het opstellen van het nieuwe beleidsplan is dat de gemeente Heemstede haar huidige Beleids- en beheerplan Openbare Verlichting wil actualiseren naar de huidige ontwikkelingen en mogelijkheden. Gemeente Heemstede heeft hierin bewust gekozen om de innovaties in de openbare verlichting ls de komst van LED volwassen te laten worden alvorens dit grootschalig toe te passen. Met deze reden was o.a. LED nog niet als standaard opgenomen in het beleidsplan dat in 2013 door de raad is vastgesteld. Gezien de snelle ontwikkelingen van de laatste jaren ziet de gemeente Heemstede dit als het juiste moment om haar beleidskaders te herzien. Daarnaast is de planperiode van het huidige beleidsplan eind 2017 afgelopen.

De gemeente Heemstede werkt nauw samen met de gemeente Bloemendaal. Gemeente Bloemendaal heeft in 2016 een nieuw Beleidsplan (voor de periode 2016-2026) vastgesteld. Gelet op de samenwerking wordt het beleid onderling waar mogelijk op elkaar afgestemd. Voorliggend beleidsplan van gemeente Heemstede kent een planperiode van vijf jaar (2018 t/m 2022). Een langere periode is gelet op de snelle ontwikkelingen binnen de openbare verlichting niet wenselijk.

1.2 Doelstelling

Gemeente Heemstede heeft als doel haar openbare verlichting dusdanig efficiënt in te richten dat het bijdraagt aan de sociale- en verkeersveiligheid en tevens zorgdraagt voor de juiste beleving in de donkere uren. Dit met in het achterhoofd het verlichten op maat en vanuit de gedachte Verlichten daar waar het moet, minder of uit als het kan. Dit houdt concreet in dat het uitgangpunt is om niet te verlichten wanneer dit niet een onderbouwde toegevoegde waarde heeft. Zo zal de kern Heemstede om een compleet andere benadering vragen dan bijvoorbeeld het Groenendaalse Bos. Een positief neveneffect van bewust verlichten is dat het energieverbruik en daarmee de kosten van de openbare verlichting dalen, waarmee ook een bijdrage geleverd wordt aan de CO2-reductie. Bewust verlichten heeft invloed op de taakstelling van de gemeente heeft om te voldoen aan de afspraken die vastgelegd zijn in het energieakkoord.

De doelstelling van dit beleidsplan is om een handreiking (d.m.v. kaders) te bieden hoe met de openbare verlichting in verschillende situaties om te gaan.

1.3 Leeswijzer

Om u als lezer structuur te bieden bij het lezen van dit beleidsplan is een onderverdeling gemaakt in zes hoofdstukken. Hoofdstuk 2 geeft antwoord op de vraag wat de gemeente moet. Hierin worden de beleidskaders voor openbare verlichting benoemd en beschreven. In hoofdstuk 3 wordt de huidige stand van zaken in Heemstede ten aanzien van de openbare verlichting uiteengezet. Met al het voorgaande als uitgangspunten is hoofdstuk 4 gebruikt om de uiteindelijke beleidsregels van Heemstede te formuleren. Nu dit helder is geeft hoofdstuk 5 inzicht in wat er nodig is om het beschreven beleid uit te kunnen voeren. Het financieel kader en het gekozen uitvoeringsscenario geven een visie op benodigdheden om tot uitvoering van het beleid te kunnen komen. Hoofdstuk 6 bestaat uit diverse bijlagen die ter ondersteuning van de hoofdstukken 3 t/m 5 dienen.

HOOFDSTUK 2

WAT MOETEN WIJ?

Openbare verlichting heeft veel raakvlakken met overige beleidsgebieden. Natuurlijk is er een sterke samenhang met het wegbeleid, maar bijvoorbeeld ook met duurzaamheid. Verder is niet alleen lokaal beleid relevant, maar ook regionaal en landelijk beleid speelt een rol en zorgt voor kaders.

Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de relevante beleidskaders en de wijze waarop die invloed hebben op openbare verlichting binnen de gemeente Heemstede en daarmee antwoord op de vraag "Wat moeten wij?"

2.1 Landelijke beleidskaders

2.1.1 Aansprakelijkheid

Op basis van het Burgerlijk Wetboek kan de gemeente Heemstede aansprakelijk worden gesteld voor schade welke wordt opgelopen op de openbare weg. Dit wanneer deze weg, inclusief de openbare verlichting, niet voldoet aan de eisen die redelijkerwijs aan de openbare weg in de gegeven omstandigheden mogen worden gesteld. Hierbij kan worden teruggegrepen op art. 6:162 BW; schuldaansprakelijkheid en art. 6:174 risicoaansprakelijkheid. Onder dit recht is de schuldverantwoordelijkheid omgezet in een risicoaansprakelijkheid. Dat wil zeggen dat de weggebruiker niet meer de schuld van de wegbeheerder (de gemeente Heemstede) maar slechts de gevaarlijke toestand van de weg (uitrusting) en het daardoor intreden van het gevaar hoeft aan te tonen. De nieuwe bepaling zal sneller aansprakelijkheid voor de wegbeheerder met zich meebrengen dan voordien het geval was. Wettelijk is niet vastgelegd aan welke kwaliteit de openbare verlichting moet voldoen, maar justitie hanteert op dit moment als enig houvast de Aanbevelingen voor Openbare Verlichting, uitgegeven door de NSVV. Een wegbeheerder is vrij om af te wijken van de aanbevelingen, mits dit is onderbouwd en beleidsmatig is vastgelegd.

2.1.2 Richtlijnen openbare verlichting

Door de Nederlands Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV) zijn diverse richtlijnen en aanbevelingen opgesteld over openbare verlichting. Deze richtlijnen en aanbevelingen gelden als vertrekpunt bij de toepassing van verlichting in de openbare ruimte.

De NSVV heeft in combinatie met de NEN in januari 2017 de Nederlandse Praktijk Richtlijn (NPR13201-2017) gepubliceerd en uitgebracht. Deze publicatie dient als vervanging van de NPR13201-1:2002 en Ontw. NPR 13201:2016. Tevens vervalt met het uitbrengen van de nieuwe richtlijn de tijdelijke richtlijn genaamd ROVL- 2011 welke na uitkomst als standaard richtlijn in Nederland werd gehanteerd.

De Gemeente hanteert de NPR13201-2017. In nieuwe situaties (uitbreiding/vervanging) dient hieraan te worden voldaan. In bestaande situaties is dit een streefwaarde maar kan hier van afgeweken worden vanuit economische overweging. Dit omdat vervanging economisch niet haalbaar is en burgers momenteel tevreden zijn over de verlichting in Heemstede.

In 2014 is de Richtlijn voor Actieve Markering gepubliceerd door de NSVV. In deze richtlijn worden op basis van praktijkervaring handvaten geboden voor het toepassen van actieve markering. Deze richtlijn biedt een standaardisatie, waarmee producenten betere producten kunnen ontwikkelen en geeft de weggebruiker een vertrouwd beeld. Deze actieve markering zou een oplossing kunnen bieden in gebieden waar reguliere openbare verlichting ongewenst is. Hierbij is te denken aan bijvoorbeeld natuurgebieden. In de gemeente Heemstede zijn echter beperkte mogelijkheden voor het toepassen van actieve markeringen.

Eveneens in 2014 heeft de NSVV in de nieuwe “Richtlijn Lichthinder” gepubliceerd. Hierin zijn 5 eerdere richtlijnen over lichthinder samengevoegd, geactualiseerd en aangevuld. Met deze richtlijn wordt beoogd om een stap te zetten richting een evenwicht tussen natuur, mens en techniek.

Gemeente Heemstede conformeert zich aan de richtlijn a.d.h.v. de waarden toegekend aan stedelijke omgeving. Klachten over lichthinder worden individueel behandeld i.r.t. de richtlijn.

2.1.3 Werkgeversverantwoordelijkheid

Openbare verlichting is een elektrotechnische installatie en met die reden heb je te maken met zowel de NEN-1010 als de NEN-3140. Waar de ene de veiligheid van de laagspanningsinstallatie beschrijft geeft de ander aan hoe je hier bedrijfsmatig veilig mee om kan gaan.

De NEN-1010 “Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties” is dé norm voor elektrotechnische laagspanningsinstallaties in woningen, gebouwen en infrastructuur. Deze norm heeft betrekking op het veilig aanleggen van nieuwe installaties, maar ook op aanpassingen en bestaande installaties.

De NEN-3140 “Bedrijfsvoering van elektrische installaties - Laagspanning” is van toepassing op de bedrijfsvoering van elektrotechnische laagspanningsinstallaties in woningen, gebouwen en infrastructuur. Deze norm beschrijft het veilig werken aan en met deze installaties. Het wordt gezien als juridisch sterkste methode om aantoonbaar te voldoen aan de eisen in het Arbobesluit met betrekking tot veilig werken aan en met de genoemde installaties.

Gemeente Heemstede heeft de beschikking over een eigen OVL netwerk. Deze is momenteel in beheer gebracht bij Stedin die ook het net voedt vanuit haar voedingskasten. Stedin voert naast beheer ook de regie over de veiligheid van de installatie. Het streven van de gemeente is ontvlechting van het laagspanningsnet van Stedin en het OVL netwerk en vervolgens overgaan naar volledig eigen beheer. Dit i.v.m. o.a. het sneller reageren bij storingen en het zelf kunnen handelen bij werkzaamheden. Binnen het termijn van voorliggend beleidsplan (5 jaar) moet hiervoor een plan van aanpak komen.

2.1.4 Wet natuurbescherming

Sinds 1 januari 2017 is de Wet Natuurbescherming van kracht. Deze wet vervangt de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet en de Flora- en Faunawet. De Wet natuurbescherming voorziet in de bescherming van planten- en diersoorten en kan daarmee uiteenlopende gevolgen hebben voor de gemeente Heemstede. Als aangetoond kan worden dat verlichting verstorend is voor bepaalde soorten kan op basis van deze wet worden besloten dat de lichtbron aangepast of verwijderd zal moeten worden. Naast de Wet Natuurbescherming heeft Nederland de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn geïmplementeerd in de wetgeving. Deze richtlijn voorziet in de bescherming van leefgebieden van verschillende planten- en diersoorten. De aangewezen Vogel- en Habitatrichtlijngebieden genieten een speciale bescherming; waardoor plannen/projecten met gevolgen voor een dergelijk gebied moeten worden getoetst aan bepaalde eisen. Verlichting kan negatieve gevolgen hebben voor fauna en toetsing van dit aspect is dan ook noodzakelijk binnen de omschreven richtlijngebieden.

Uit wetenschappelijk onderzoek komen sterke bewijzen naar voren dat de openbare verlichting in het buitengebied en natuurgebieden schadelijke gevolgen heeft op flora en fauna populaties (o.a. Molenaar, 2003). Kunstmatige verlichting kan nadelige gevolgen hebben voor de voortplanting, oriëntatie, het biologische ritme, seizoenmigratie, versnippering van leefgebieden en het ongeschikt raken van foerageergebieden voor diersoorten.

Vanuit de ecologie is verlichting in het buitengebied en in natuurgebieden niet wense- lijk. De noodzaak van goede verlichting in de openbare ruimte kan vanuit het oogpunt van verkeers- en sociale veiligheid niet onderschat worden, maar het afstemmen van de verlichting in het buitengebied kan een belangrijke bijdrage leveren aan natuur- bescherming en behoud van biodiversiteit. Vanuit deze gedachte is het raadzaam om in de natuurzones te overwegen om verlichting weg te laten, verlichting aan te pas- sen/vervangen door afgeschermde verlichting, te kiezen voor automatisch dimmende lichtbronnen of voor andere ecologisch verantwoorde mogelijkheden.

Gemeente Heemstede beschikt over een aantal NNN gebieden (Natuurzones) waar terughoudendheid met licht het uitgangspunt is. Uitbreiding vanopenbare verlichting in deze gebieden is niet gewenst. Tevens dient altijd conform de Wet Natuurbescherming de openbare verlichting niet storend te zijn (in of nabij het gebied) voor flora en fauna en zal dit conform wet wordengehandhaafd.

afbeelding binnen de regeling

Natuurnetwerk Nederland (NNN, voormalig EHS)

2.1.5 Politiekeurmerk Veilig wonen (PKVW)

Het Politie Keurmerk Veilig Wonen (PKVW) stelt veiligheidseisen op planologisch en stedenbouwkundig niveau aan openbare ruimte, verlichting, kavels en gebouwen. Het keurmerk is een geheel en wordt alleen afgegeven wanneer op alle niveaus aan de eisen wordt voldaan. Voor de openbare verlichting geldt dat een woongebied bij duisternis helder, niet verblindend en gelijkmatig is verlicht. Uitgangspunt hierbij is dat personen minimaal op een afstand van vier meter worden herkend.

Het keurmerk volgt grotendeels de richtlijnen en aanbevelingen van de NSVV en stelt nadere eisen aan waar wel en niet te verlichten. Het toepassen van het keurmerk is een gemeentelijke keuze en vormt geen verplichting. Het politiekeurmerk is onderverdeeld in bestaande bouw en nieuwbouw. Voor bestaande bouw zijn onder norm C5 Achterpaden en O2 Openbare Verplichting eisen opgenomen. Voor nieuwbouw zijn de eisen verwoord onder norm K1 Achterpaden en O1 Openbare Verlichting.

Gemeente Heemstede voldoet aan de meeste van de in het PKVW opgenomen eisen. Deze eisen samengevat met de analyse of de gemeente voldoet of niet ziet er als volgt uit:

- Minimaal RA 70 (Kleurweergave)

V

- Minimaal 3 lux gemiddeld (Lichtniveau) en 0,20 Uh (Gelijkmatigheid)

V

- Verlichting voldoet altijd aan de minimale eisen (dimmen onder min. niveau niet toegestaan)

X

- Achterpaden minimaal 2 lux gemiddeld (Lichtniveau) en 0,15 Uh (Gelijkmatigheid)

X

- Afstemming met openbaar groen

V

Gemeente Heemstede vult haar openbare verlichting zo veilig mogelijk in, dit voor zover mogelijk in lijn met het PKVW maar conformeert zich niet aan het PKVW. Zo is het uitgangspunt dat de gemeente geen achterpaden verlicht en de verlichting waar mogelijk dimt naar eigen inzicht.

Ondanks dat gemeente Heemstede zich niet conformeert aan twee van de eisen uit het PKVW tracht de gemeente wel naar een zo veilig mogelijke inrichting van haar openbare ruimte.Zo voldoet de gemeente in de avonduren aan de meeste eisen van het PKVW.. In het PKVW staan echter enkele uitgangspunten opgenomen waar de gemeente Heemstede waar nodig van wil afwijken. Een belangrijke hierin is dat de gemeente haar achterpaden niet voorziet van openbare verlichting. De verantwoordelijkheid voor het wel of niet verlichten van achterpaden ligt of bij de woningbouw corporatie of bij de huiseigenaren. Daar komt bij dat de gemeente Heemstede haar openbare verlichting dimt. Door het dimmen wordt in de nachtelijke uren niet altijd voldaan aan het minimale gevraagde lichtniveau vanuit het PKVW.

2.1.6 SER Energieakkoord

In 2013 is door de Sociaal-Economische Raad (SER) het energieakkoord gepresenteerd, wat het energie- en klimaatbeleid tot 2030 bevat. Het akkoord is tot stand gekomen en ondertekend door ruim veertig organisaties, waaronder overheidsorganisaties zoals de Rijksoverheid, het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen. In het akkoord zijn afspraken gemaakt op het gebied van energiebesparing, schone technologie en klimaatbeleid. Deze afspraken moeten uiteindelijk leiden tot een betaalbare en schone energievoorziening, werkgelegenheid en kansen voor Nederland in de schone technologiemarkten. Op het gebied van verduurzamen van openbare verlichting (en verkeersregelinstallaties) bevat het energieakkoord een belangrijke ambitie. Hiervoor zijn de volgende doelstellingen geformuleerd:

  • 20% energiebesparing in 2020 ten opzichte van 2013

  • 50% energiebesparing in 2030 ten opzichte van 2013

  • 40% van de OVL is voorzien van slim energiemanagement in 2020

  • 40% van de OVL is energiezuinig in 2020

Deze doelstellingen gelden voor heel Nederland. Dit komt neer op de openbare verlichting en verkeersregelinstallaties van alle overheden gezamenlijk. Reeds uitgevoerde besparingsmaatregelen in de periode tot 2013 tellen hierbij ook mee en kunnen gerekend worden tot de derde en vierde doelstelling. Rijkswaterstaat bewaakt de mate waarin de doelstellingen voor openbare verlichting (OVL) worden gerealiseerd. De monitoring door Rijkswaterstaat vindt eens per twee jaar plaats. Per 1-1-2017 heeft er daarom geen monitoring plaatsgevonden. Aangezien Heemstede al over een energiezuinige installatie beschikte in 2013 zijn de doelstellingen extra ambitieus.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Gemeente Heemstede conformeert zich aan het SER Energieakkoord en de daaraan gekoppelde doelstellingen voor openbare verlichting.

2.1.7 Milieucriteria voor Maatschappelijk verantwoord inkopen

Per 30 maart 2017 zijn de Milieucriteria voor productgroep openbare verlichting aangaande Maatschappelijk verantwoord Inkopen gewijzigd. De minimumeisen als opgenomen in het milieucriteriadocument gelden als ondergrens. Naast minimumeisen zijn standaard gunningscriteria opgenomen in het document. De standaard gunningcriteria kunnen worden toegepast om de ambitie te verhogen en duurzaamheid verder te bevorderen, in lijn met de doelstelling uit de aanbestedingswet om zoveel mogelijk maatschappelijke waarde te creëren. Elke inkoop en aanbesteding is echter maatwerk. Het opstellen van een aanbestedingsdocument blijft dan ook de verantwoordelijkheid van de inkoper en daarmee de gemeente Heemstede.

In het milieucriteriadocument zijn een viertal minimumeisen opgenomen. Deze eisen zijn als volgt:

  • ME1. Ledverlichting; In nieuwe situaties en bij vervanging/vernieuwing in bestaande situatie is het toepassen van ledverlichting uitgangspunt.

  • ME2. Levensduur ledverlichting;

    • °

      Led-systemen die worden toegepast, dienen te voldoen aan L80F10, Tq 25°C bij levensduur ≥80.000 branduren.

    • °

      De maximale stroom door de leds mag niet hoger zijn dan 500 mA om de lichtoutput op langere termijn te kunnen waarborgen.

  • ME3. Dimbare verlichting

    • °

      Bij nieuwbouw van OVL-installaties en bij complete vervanging van lampen en armaturen van bestaande OVL-installaties langs verkeerswegen: De OVL-installatie moet dimbaar zijn.

    • °

      Bij nieuwbouw van OVL-installaties en bij complete vervanging van lampen en armaturen van OVL–installatie, in woon- en verblijfgebieden: De OVL- installatie moet geschikt zijn om gedimd te worden. De inkoper kan hiervan afwijken indien dimbare verlichting vanuit kostenoverwegingen niet wenselijk is.

  • ME4. Beperking lichthinder; De lichtuitstraling van de OVL-installatie moet vallen binnen de grenswaarden als gesteld in de Richtlijn Lichthinder 2015 van de NSVV.

Aanvullend zijn er in het milieucriteria document ook nog gunningscriteria opgenomen. Dit betreffen aanvullingen en zijn geen minimum eisen. De gunningscriteria (GC) zijn als volgt:

  • GC1. Energiezuinige OVL-Installatie; Naarmate een OVL-installatie energiezuiniger is dan [X], wordt de inschrijving hoger gewaardeerd. Beoordeling vindt plaats op basis van het energieverbruik in de gebruiksfase, uitgedrukt in kWh/jaar

  • GC2. Materialen van de OVL-installatie;

    • °

      naarmate het gewichtspercentage van de OVL-installatie dat afkomstig is uit gerecycleerde of hernieuwbare materialen hoger is, wordt een hogere waardering toegekend;

    • °

      naarmate de onderdelen van de OVL-installatie gemakkelijker kunnen worden gedemonteerd en eventuele kunststofonderdelen beter kunnen worden gerecycleerd, wordt dit deel van de inschrijving hoger gewaardeerd:

      • De aansluitingen zijn eenvoudig te vinden, bereikbaar met gangbaar gereedschap en voor zover mogelijk genormaliseerd.

      • Kunststofonderdelen zwaarder dan 25 gram en met een oppervlak groter dan 2 cm2 zijn in overeenstemming met ISO 11469:2016 * en ISO 1043 ** of een gelijkwaardige norm voorzien van een permanent merkteken ter identificatie van het materiaal.

        Kunststofonderdelen bestaan uit één polymeer of compatibele polymeren.

Gemeente Heemstede conformeert zich aan het Milieucriteriadocument met uitzondering van ME2 punt 2 de inkoopcriteria aangaande max. 500mA. Dit is een verouderde Minimale Eis en niet meer van toepassing op de nieuwe generatie LED- armaturen welke de gemeente Heemstede wil toepassen. Aanvullend hanteert gemeente Heemstede GC dat alle toe te passen nieuwe openbare verlichting minimaal dient te voldoen aan energielabel D (SLEEC) met het streven naar energielabel C. Meer informatie over SLEEC is te vinden in bijlage 4.

2.2 Regionale beleidskaders

2.2.1 Milieubeleidsplan provincie Noord-Holland

In haar milieubeleidsplan 2015 – 2018 heeft de provincie Noord-Holland met betrekking tot openbare verlichting een doelstelling opgenomen over licht en donkerte: “Het beschermen van de oerkwaliteit donkerte in buiten stedelijk gebied en het verminderen van verlichting in het relatief lichte binnenstedelijke gebied.”.

Dit moet concreet resulteren in:

  • In de relatief verlichte binnenstedelijke gebieden: verminderen van energieverbruik door verlichting via onze voorbeeldfunctie, de koploperaanpak en, waar mogelijk, vergunningverlening

  • In het relatief donkere buiten stedelijk gebied: zoveel mogelijk beschermen van de oerkwaliteit donkerte. Dit speelt vooral bij nieuwe ontwikkelingen in het landelijk gebied

  • De effectiviteit van het licht en donkerte beleid wordt in 2018 geëvalueerd door de hemelhelderheidskaart te actualiseren

  • De provincie doet actief mee met de ‘Nacht van de Nacht’ en stimuleert anderen ook mee te doen.

2.3 Gemeentelijke beleidskaders

2.3.1 Verkeersvisie

Binnen de gemeente Heemstede is niet een specifieke verkeersvisie of verkeersbeleid dat invloed heeft op de uitgangspunten voor openbare verlichting. Wel is in diverse stukken opgenomen dat er extra aandacht wordt besteed aan verlichting ter plaatse van zebrapaden en ter plaatse van scholen. Hier dient in ontwerpen en bij herinrichting aandacht aan te worden geschonken.

2.3.2 Nota Duurzaamheid

In haar duurzaamheidsnota heeft de gemeente Heemstede als organisatie de ambitie uitgesproken energieneutraal te zijn in 2030. De gemeente heeft bij het bepalen van deze ambitie zich geconformeerd in de duurzaamheidsdoelstellingen op energieverbruik in het in 2013 landelijk gesloten Energie-akkoord.

In de duurzaamheidsnota wordt in relatie tot openbare verlichting verwezen naar o.a. het maatschappelijk verantwoord inkopen en de energiedoelstellingen landelijk. Dit wordt door de gemeente bezien vanuit het idee van een circulaire en inclusieve economie, waarin kritisch gekeken wordt naar hergebruik van producten en materialen waarin grondstoffen hun waarde behouden.

Vanuit de adviesgroep Duurzaamheid van de gemeente is in een notitie aangegeven dat bij vervanging van de openbare verlichting aan het einde van hun technische en/ of economische levensduur in overleg met bewoners in de wijken waar openbare verlichting wordt vervangen, gekeken moet worden naar minder en/of anders verlichten. Dimmen van de openbare verlichting in daluren met de mogelijkheid van uitsturing naar volledig lichtniveau is wenselijk in relatie tot energiebesparing en sociale veiligheid.

2.3.3. Coalitieakkoord

Voor de resterende periode van juli 2016 tot en met de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 hebben de fracties van D66, VVD en CDA in het coalitieakkoord met elkaar afspraken gemaakt over hun ambities die zij in deze bestuursperiode willen realiseren.

Het coalitieakkoord met de titel “Duurzaam, Daadkrachtig & Dienstbaar” van 07 juni 2016 is hiervoor de basis. Het onderdeel (verkeers)veiligheid, duurzaam & innovatief en handhaving uit het coalitieakkoord heeft directe raakvlakken met dit beleidsplan voor openbare verlichting.

De coalitie zet zich in voor het gevoel van veiligheid in de eigen omgeving van de inwoners van Heemstede. Zo willen de gemeente het Openbaar Ministerie en de politieinzettenopeenintensievesamenwerking. Doordiesamenwerkingwillenzijeen verregaande aanpak van veiligheid en tegengaan van criminaliteit bewerkstelligen. Naast deze samenwerking ligt er ook een regierol bij de gemeente als het gaat om de wijk- en buurtveiligheid in samenspraak met de eigen verantwoordelijkheid van de inwoners.

HOOFDSTUK 3

WAT HEBBEN WIJ?

Om dit beleidsplan in het juiste perspectief te kunnen beschouwen is het van belang om een beeld te kunnen vormen van de omvang en de karakteristieken van de openbare verlichting in de gemeente Heemstede. Met dit beeld wordt antwoord gegeven op de vraag “Wat hebben wij?”.

Dit hoofdstuk geeft een beeld van de omvang en karakteristieken van het areaal van de openbare verlichting. In bijlage 1 is meer achtergrondinformatie over openbare verlichting en het technisch functioneren opgenomen. In bijlage 2 is de opbouw van het areaal middels kaartmateriaal inzichtelijk gemaakt.

Omvang areaal openbare verlichtingHeemstede:

Lichtmasten

Armaturen conventioneel

Armaturen LED

Aantal

4.64

3.903

910 *

De gemeente Heemstede is de afgelopen jaren niet stil blijven staan en al geleidelijk gestart met het doorvoeren van LED-armaturen in de openbare verlichting. Naast het toepassen van LED armaturen zijn er al diverse andere energiebesparende maatregelen doorgevoerd. Doelstelling uit het vorige beleidsplan was 1% besparing per jaar. De maatregelen hebben geresulteerd in een besparing van ca. 13% begin 2018.

Onderstaand wordt het verloop van het energieverbruik over de afgelopen jaren weergegeven.

Verloop energieverbruik en energiebesparendemaatregelen:

Jaar

Percentage

LED

Percentage gedimd

Energieverbruik OVL (kWh)

Percentage besparing t.o.v. 2013

2013

0,54%

4,59%

922.819

-

2014

0,54%

4,60%

922.487

0,04%

2015

0,54%

4,60%

919.881

0,32%

2016

5,46%

4,89%

916.573

0,68%

2017

8,37%

6,597

909.406

1,47%

2018

13,83%

12,18%

820.912

12,41%

Begin 2018 ligt het energieverbruik van de openbare verlichting op ca. 820 MWh per jaar. Dit staat gelijk aan het energieverbruik van ca. 250 huishoudens en een CO2 uitstoot van ca. 423.000 kg per jaar. Ter illustratie; Om de CO2 uitstoot van de openbare verlichting van de gemeente per jaar te kunnen compenseren is een bos benodigd van 21.150 bomen. Het is de gemeente dan ook alles aangelegen om met voorliggend beleidsplan stappen te zetten in de goede richting en een aanzienlijke besparing te realiseren.

3.1. Leeftijdsopbouw

Op basis van de inventarisatie is er een analyse gemaakt van het door de gemeente beschikbaar gestelde beheerbestand. In onderstaande tabellen is een overzicht gemaakt van de leeftijden van masten en armaturen en de verschillende lamptypes. De afschrijvingstermijn van lichtmasten is 40 jaar en van armaturen 20 jaar.

afbeelding binnen de regeling

Tabel 3.1-1: Leeftijdsopbouw areaal openbare verlichting gemeente Heemstede 1-1-2018 incl. lopende vervangingsronde (bron: gemeente Heemstede)

De tabel van de masten laat zien dat de laatste 10 jaar ca. 29% van de masten zijn vervangen binnen de gemeente Heemstede. Gezien de vervangingscyclus is dit percentage in lijn. Het percentage masten ouder dan 40 jaar beslaat ca. 7 % van het areaal. Dit laat zien dat de gemeente een beperkte achterstand heeft in het vervangingsproces van lichtmasten. De tabel van de armaturen geeft eveneens een achterstand weer. De categorie van ouder dan 20 jaar bevat ca. 14% van het totaal areaal. Dit geeft echter een vertekend beeld, want deze armaturen zijn grotendeels pas recent 20 jaar oud. De gemeente heeft in de jaren 90 veel armaturen vervangen, deze armaturen zijn nu weer aan vervanging toe waardoor er een grote slag gemaakt moet worden.

Hoewel in de praktijk blijkt dat de verwachte levensduur enigszins kan worden opgerekt, brengt dit wel risico’s met zich mee. Zo kan bij lichtmasten de leeftijd een probleem worden, wanneer deze groter is dan 40 jaar.

De masten staan deels in de grond en de kwaliteit van het ondergrondse deel is niet te zien en veelal het kritische punt. Door inwerking van corrosie door zand en vocht gaan de masten uiteindelijk zwaktes vertonen en kunnen ze omvallen met alle gevaren van dien.

Verlichtingsarmaturen ouder dan 20 jaar krijgen te maken met andere verouderingsverschijnselen. De lichtkap van oudere armaturen kan vaak dof/ geel worden waardoor er minder licht uit het armatuur komt. Daarnaast heeft ook veroudering van onderdelen, zoals elektronica, lampvoeten en lampen van het armatuur invloed waardoor het armatuur niet meer of slecht kan functioneren. Bij het defect raken van onderdelen bij oudere verlichtingsarmaturen krijgt men te maken met het niet meer leverbaar zijn van de betreffende onderdelen.

De gemeente Heemstede beschikt over ongeveer ca. 4700 masten en 4800 armaturen. De masten zijn grotendeels aangesloten op “eigen net” (ca. 80%). Dit eigen net is echter vanwege verweving in het laagspanningsnet voorlopig in beheer bij Stedin ondergebracht. De intentie is om op termijn het net te ontvlechten en in overeenstemming met Stedin gefaseerd terug te nemen in eigen beheer.

afbeelding binnen de regeling

Tabel 3.2-1: Areaal opbouw naar type lampen 1-1-2018 incl. lopende vervangingsronde

(bron: gemeente Heemstede)

3.2 Areaalopbouw naar type

De volgende tabel laat de opbouw van het aantal lampen per type zien. De komende jaren zal nauwkeuring gekeken worden waar armaturen -voorzien van hoog vermogen lichtbronnen- vervangen kunnen worden door types die positieve bijdrage leveren aan het milieu. In bijlage 2 worden de gebruikte afkortingen in de tabel verklaard.

In het overzicht links is het aantal lampen per type te zien. Bij de PLL 24/36W lampen is duidelijk een piek te zien. Deze lichtbron kan worden gezien als de spaarlamp voor openbare verlichting en bevindt zich hoofdzakelijk in armaturen op paaltop masten tot 4 meter, zoals RMB, Padvinder, Kegel 2000 en armaturen op middelhoge masten van 5 tot 7 meter zoals Aresa, Libra, Altra, Koffer of 2550. Deze lichtbron is in bestaande situaties nog prima toe te passen tot einde technische/economische levensduur van de armatuur waar de lamp in aangebracht is.

Er is ook te zien dat er bijna 900 armaturen met LED verlichting zijn geplaatst. Dit geeft aan dat LED verlichting meer en meer zijn intrede doet in het straatbeeld van de gemeente Heemstede. De SOX-lampen zijn lage druk natriumlampen met een relatief hoog energieverbruik die nog voorkomen in oude armaturen. Dit oude type lichtbron werd hoofdzakelijk tot eind vorige eeuw nog veelvuldig toegepast. Vervanging zal binnen de periode van dit beleidsplan plaatsvinden (2018/2019).

De categorie “overig” zijn lampen waarvan er in verhouding weinig voor komen in de gemeente. Voorbeelden hiervan zijn TLE, CDM-T, CDO-TT, en HPLN.

In de gemeente Heemstede is historisch een diversiteit gegroeid in opbouw van het mastenbestand. Het areaal van de gemeente bestaat hoofdzakelijk uit aluminium lichtmasten (ca. 80%). Aluminium lichtmasten hebben het voordeel dat het materiaal beter beschermd is tegen corrosie en met die reden niet voorzien hoeft te worden van die nog voorkomen in oude armaturen. Dit oude type lichtbron werd hoofdzakelijk tot eind vorige eeuw nog veelvuldig toegepast. Vervanging zal binnen de periode van dit beleidsplan plaatsvinden (2018/2019).

De categorie “overig” zijn lampen waarvan er in verhouding weinig voor komen in de gemeente. Voorbeelden hiervan zijn TLE, CDM-T, CDO-TT, en HPLN.

In de gemeente Heemstede is historisch een diversiteit gegroeid in opbouw van het mastenbestand. Het areaal van de gemeente bestaat hoofdzakelijk uit aluminium lichtmasten (ca. 80%). Aluminium lichtmasten hebben het voordeel dat het materiaal beter beschermd is tegen corrosie en met die reden niet voorzien hoeft te worden van een (milieubelastende) conservering.

Daarnaast is aluminium zeer goed recyclebaar en na levensduur meer eenvoudig te recyclen tot een nieuwe lichtmast. Aluminium is daarmee duurzamer om toe te passen dan een stalen lichtmast. Staal dient thermisch verzinkt te worden of anders geconserveerd en is daarnaast minder goed recyclebaar. Er zijn echter locaties waar staal meer duurzaam is om toe te passen.

Aluminium lichtmasten zijn gevoeliger voor lichte schade. Op schadegevoelige locaties, als nabij een parkeervak, kan staal een meer duurzame keuze zijn omdat staal minder vaak hoeft te worden vervangen.

Hiernaast wordt de opbouw van het mastenbestand in tabelvorm weergegeven.

Opbouw areaal naartype:

Materiaal soort

Lichtpunthoogte

Staal

Alum.

G.ijz.

Aantal

t/m 4 meter

542

1205

13

1760

>4 t/m 6 meter

151

1727

1878

>6 t/m 8 meter

185

535

720

>8 t/m 10 meter

49

283

332

Totaal

930

3756

13

4690

Tabel 3.2-2: Areaal opbouw naar type lichtmasten per 1-1-2018 (bron: gemeente Heemstede)

Lamptype

Toepassing

Karakteristiek

Gemidddelde technische levensduur

SOX

Hoofdwegen

Oranje-geel licht, goede waarneming van objecten, slechte waarneming van kleuren

9.000 branduren (circa 2 jaar)

SON-(T)(PLUS)

Hoofdwegen

Geel-oranje licht, goede waarneming van objecten, 12.000 branduren (circa 3 jaar) verminderde waarneming van kleuren

12.000 branduren (circa 3 jaar)

PLC, PLE, PLS, PLL

Alle wegen, woonstraten

Wit licht, goede waarneming van objecten, goede waarneming van kleuren

16.000 branduren (circa 4 jaar)

CDM-T, CDO-TT, HPLN

Hoofdwegen, woonstraten en winkelgebieden

Wit licht goede waarneming van objecten,

16.000 branduren (circa 4 jaar)

LED

Alle wegen, woonstraten en winkelgebieden

In principe wit licht goede waarneming van objecten, goede waarneming van kleuren. Is naar wens aan te passen in lichtkleur.

80.000-100.000 branduren (circa 20 jaar)

Tabel 3.3-1 Karakteristieken lichtbronnen *) Het aantal getoonde branduren is een gemiddelde dat de leveranciers opgeven.

afbeelding binnen de regeling

3.4 Benchmark landelijke/regionale gemeenten

Een Benchmark is volgens het woordenboek een vergelijking van kwaliteit en prestaties van een organisatie met die van vergelijkbare andere organisaties. Voor de gemeente Heemstede geldt daarmee welke positie zij heeft ten opzichte van haar buurgemeenten.

Het gemiddeld aantal lichtmasten per 100 inwoners in Nederland bedraagt 20. Voor de gemeente Heemstede betreft dit ca. 17 lichtmasten en zit daarmee onder het gemiddelde (d.d. 2016).

Gemeente Heemstede heeft een gemiddeld energieverbruik per lichtpunt van 176 kWh per jaar (1-1-2018). Dit t.o.v. een gemiddelde in de provincie Noord-Holland van 207 kWh / lichtpunt en een landelijk gemiddelde van 193 kWh / lichtpunt per jaar (2016).

HOOFDSTUK 4

WAT WILLEN WIJ?

In de voorgaande hoofdstukken is uitgebreid stilgestaan bij wat er in het algemeen verwacht wordt en wat de huidige stand van zaken van de openbare verlichting in de gemeente Heemstede is. In dit hoofdstuk richten we ons op het beleid vanaf heden in de gemeente Heemstede. Hierbij komen zowel algemene als specifieke zaken aan bod. Daarmee wordt invulling gegeven aan de vraag “Wat willen wij?”

4.1 Inleiding

De functie van openbare verlichting kan worden ingedeeld in drie thema’s. Deze thema’s zijn achtereenvolgens: verkeersveiligheid, sociale veiligheid en ruimtelijke inrichting/leefbaarheid. Deze drie thema’s zullen in dit hoofdstuk aan bod komen om een helder inzicht te creëren in de totale functie van de openbare verlichting.

De gemeente Heemstede heeft haar ambities opgesteld met betrekking tot het klimaatbeleid en de inzet van openbare verlichting. Gemeente Heemstede conformeert zich aan een landelijke trend van licht op maat, waar de term “Verlichten daar waar het moet, minder of uit als het kan” een passend uitgangspunt is. Onnodig verlichten van openbare wegen kost niet alleen veel geld maar het heeft ook nadelige gevolgen voor het milieu en de natuur. Belangrijk hierbij te vermelden is wel dat in de gemeente Heemstede onnodig verlichten nauwelijks voor komt.

4.2 De functies van de openbare verlichting

Bij het implementeren van de Nederlandse Praktijk Richtlijn voor openbare verlichting (NPR13201-2017) binnen de gemeente en de uitvoering van beleid is het van belang dat een goed onderbouwde keuze wordt gemaakt voor wat betreft het wel/niet verlichten en de wijze waarop verlicht wordt. Deze integrale afweging maakt de gemeente Heemstede op basis van de volgende thema’s:

  • Verkeersveiligheid;

  • Sociale veiligheid;

  • Ruimtelijke inrichting en leefbaarheid.

Onder verkeersveiligheid wordt een veilige en vlotte afwikkeling van het verkeer verstaan. Op de openbare wegen is zicht de belangrijkste waarnemingsfactor om ons veilig te kunnen verplaatsen. In het donker wordt een groot deel van dit zicht beperkt. Deels wordt dit gecompenseerd door de verlichting van bijvoorbeeld auto’s of fietsers, maar deze verlichting is niet altijd voldoende voor veilig gebruik van de weg. De gebruiker kan niet verder kijken dan zijn eigen lichtstraal.

Om ook in het donker te kunnen anticiperen op het overige wegverkeer, vooral in druk gebied, helpt openbare verlichting bij het vergroten van de verkeersveiligheid. De openbare verlichting is dus van grote invloed op de verkeersveiligheid bij duisternis.

De verkeersdeelnemers moeten het verloop van de weg, de aanwezigheid van zijwegen, overige weggebruikers en eventuele obstakels kunnen waarnemen. Zeker in drukke gebieden of ingewikkelde verkeerssituaties draagt openbare verlichting bij aan het veiliger maken van het wegverkeer. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat het vergroten van de zichtbaarheid er ook toe kan leiden dat verkeersdeelnemers meer risico gaan nemen.

Openbare verlichting vergroot de verkeersveiligheid. Lichtmasten kunnen echter door de plaats waar ze staan, bij verkeersongevallen een gevaar vormen voor weggebruikers. Bij het ontwerp is het belangrijk de plaats en de materiaalkeuze van de lichtmast te bepalen. Een goede wegmarkering hieraan toegevoegd kan de veiligheid extra ondersteunen.

Openbare verlichting heeft een grote invloed op het veiligheidsgevoel van de gebruikers van de openbare ruimte. Een slecht verlichte omgeving, waarin weinig overzicht is, wordt als onveilig ervaren. Dit terwijl dezelfde omgeving als veilig kan worden ervaren wanneer deze goed is uitgelicht omdat iets of iemand herkenbaar is en een weggebruiker in staat wordt gesteld hier tijdig op te reageren. Openbare verlichting kan dus ook sociale veiligheid bieden.

Dit geldt echter niet altijd. Het vergroten van sociale veiligheid door het inzetten van openbare verlichting kan slechts op die plekken waar woningen staan of waar een intensief gebruik van de openbare ruimte plaatsvindt. Zonder deze sociale controle levert het verlichten van een openbare ruimte slechts schijnveiligheid op. Men kan zich hier veilig voelen door de sfeer die wordt gecreëerd maar deze veiligheid is niet terecht door het ontbreken van sociale controle vanuit de nabije omgeving. Een fietspad door landelijk gebied dat is omgeven door bosjes kan overdag als mooi en veilig worden ervaren, maar wordt in het donker als eng en onveilig ervaren. Door dat fietspad te verlichten zal het als veiliger worden ervaren. Maar biedt deze verlichting ook de beoogde objectieve sociale veiligheid? Het fietspad kan immers nog zo goed verlicht zijn, maar als er bij nood niemand is om te waarschuwen is de situatie niet veiliger geworden.

Daarom is het belangrijk hiermee rekening te houden tijdens inrichtingsvraagstukken. Gevoel van veiligheid wordt door iedereen anders beleefd. Een minder veiligheidsbeleving in de avond is vooral sterker bij ouderen die in het donker toch al minder zeker zijn. Mede omdat het gezichtsvermogen sterk terug loopt naarmate de leeftijd toe neemt en er meer ouderen komen, is dit iets waar steeds meer rekening mee moet worden gehouden. Dit kan door bijvoorbeeld lichtniveau maar ook lichtkleur en sturing van het licht.

Het juiste gebruik van verlichting versterkt het karakter van de openbare ruimte. Bijvoorbeeld het plaatsen van klassieke lantaarns draagt bij aan de historische uitstraling van de omgeving en het illumineren (aanlichten) van karakteristieke en/of monumentale gebouwen verbetert de beleving van de openbare ruimte in het donker.

De kleur van het licht speelt hierbij een grote rol. Zo levert verlichting met een warm-witte gloed een gezelligere ruimte op dan wit/blauwe (koude) verlichting. De keuze in toepassingen hiervan kan per situatie bepaald worden. Heldere of witte verlichting kan helpen bij het veiliger maken van de omgeving. Door een betere kleurherkenning ontstaat er een betere herkenbaarheid op straat. Een juiste afweging van het te gebruiken licht is dus van groot belang. Winkelcentra vragen daarom meer aandacht en verlichting ‘op maat’. Overlast van verlichting zoals de instraling in woningen en het verblinden van weggebruikers moet zoveel als mogelijk worden vermeden.

Het juiste, op maat afgestemde gebruik van openbare verlichting levert dus meer comfort op voor de gebruiker en sluit aan op de functie van het te verlichten gebied.

Openbare verlichting is een belangrijke factor in het totale energieverbruik binnen Nederlandse gemeenten en zo ook in de gemeente Heemstede. Het verduurzamen van de openbare verlichting binnen de gemeente Heemstede leidt tot een grote stap in de verduurzaming van de gehele gemeente. Hiermee wordt een besparing op het milieu gerealiseerd door minder CO2-uitstoot en levert het een besparing op in de energiekosten, materiaal en/of onderhoud. Gemiddeld gaat circa 50% van de energie binnen een gemeente naar de openbare verlichting. Door te investeren in energiezuinige alternatieven zijn besparingen tot wel 50% op de openbare verlichting realiseerbaar.

Maar er wordt aan meer kanten “verdiend”. Door het toepassen van de juiste materialen (masten en armaturen) wordt voorkomen dat er licht wordt uitgestraald in richtingen waar dit ongewenst is. Dit kunnen gevels van woningen en tuinen zijn, maar ook naar natuur- en weidegebieden.

Ook horizonvervuiling door uitstraling naar boven is ongewenst. Hier heeft verlichting immers geen meerwaarde, maar levert het lichtvervuiling op. Een bundeling van al het gecreëerde licht naar beneden levert een effectiever gebruik van energie.

Momenteel ligt de renovatiegraad van verlichtingsarmaturen in gemeenten in Nederland op 3-5% per jaar. Als dit renovatietempo op deze wijze blijft doorgaan duurt het nog 20-30 jaar voordat het besparingspotentieel benut is gezien de gemiddelde leeftijd van armaturen van circa 25 jaar.

Het beleid voor openbare verlichting kan dus bijdragen aan verlagen van milieudruk, energieverbruik en natuurschade door aandacht te besteden aan de volgende aspecten:

  • Lichthinder en lichtvervuiling (energiebesparing) (zie blz 34);

  • Verlichtingssterkte (energiebesparing) (zie blz 33);

  • Duisternis (zie blz 34);

  • Effectief gebruik van materialen (innovatieve oplossingen uit de markt).

4.3 Ambitie en visie

De gemeente Heemstede wil aan haar openbare verlichting op een zo duurzaam mogelijke wijze invulling geven. Daarbij de financiële mogelijkheden uiteraard in ogenschouw nemend. Hiermee wil de gemeente met haar openbare verlichting zoveel mogelijk aansluiten bij de belevingswensen van haar inwoners.

4.3.1 Algemene uitgangspunten voor openbareverlichting

Openbare verlichting heeft tot doel om bij duisternis (circa 4.100 uur per jaar = 47% van het jaar) het openbare leven zo goed mogelijk te laten functioneren. Hoewel met openbare verlichting het niveau van het daglicht niet bereikt kan worden, moet de openbare verlichting wel bijdragen aan een veilige woon- en leefomgeving. Een goede kwaliteit van de openbare verlichting is van groot belang om dit doel te bereiken. De gemeente Heemstede heeft als uitgangspunt om “Verlichten daar waar het moet, minder of uit als het kan”. Er wordt gestreefd naar het gebruik van openbare verlichting op het niveau dat deze recht doet aan alle functies die verlichting kan hebben wanneer de situatie er om vraagt.

De gemeente wil er naar streven dat de openbare verlichting duurzaam en tegen acceptabele kosten bijdraagt aan:

  • De verkeersdoorstroming en de verkeersveiligheid

  • Het gevoel van sociale veiligheid

  • Het creëren van sfeer / gezelligheid / identiteit

Bovenstaande bijdrage wordt binnen de gemeente Heemstede nagestreefd met in het achterhoofd dat de openbare verlichting in de bijdrage geen/zo min mogelijk hinder veroorzaakt voor haar omgeving. Hierbij valt te denken aan de flora en fauna maar ook de bewoners/weggebruikers van de gemeente.

4.3.2 Onderhoud en levensduur

Gemeente Heemstede lijkt de afgelopen jaren een lichte achterstand te zijn opgelopen in het te vervangen areaal. Grootste reden is dat in de jaren 90 de gemeente een grote vervangingsslag heeft uitgevoerd en met name veel armaturen heeft vervangen. Dit zelfde aantal is, gezien de afschrijving van 20 jaar, weer aan vervanging toe. Omdat er door het achterstand in onderhoud meerstoringen kunnen ontstaan en dit dan steeds meer inspanning vergt om de verlichtingsarmaturen tijdens de onderhoudsrondes te repareren is het verstandig om achterstand te voorkomen en preventief te vervangen op basis van de geschatte levensduur.

De gemeente hanteert voor lichtmasten een technische levensduur van 40 jaar en voor armaturen 20 jaar. De gemeente streeft ernaar masten en armaturen aan het einde van de economische levensduur te vervangen. Daarmee wordt voorkomen dat de technische staat zodanig verslechtert dat het risico op uitval of schade te groot wordt. Daarnaast geldt bij veel oudere armaturen dat de techniek en materiaalkeuzes verouderd of niet duurzaam zijn en onderdelen niet meer worden geleverd.

Bij onderhoudswerkzaamheden streeft de gemeente naar het voorkomen van ad hoc werkzaamheden. Deze wijze van vervangen is in de praktijk duurder dan groepsvervangingen. Zo is het goedkoper om de lichtmasten in een straat eenmalig allemaal te vervangen, dan dat er op verschillende momenten één of enkele worden vervangen.

4.3.3 Duisternis

Het beleid voor de openbare verlichting is bij de gemeente Heemstede gericht op “Verlichten daar waar het moet, minder of uit als het kan” Alle verlichting zal daarom goed en doelmatig worden uitgevoerd. Vrij vertaald betekent dit dat wordt verlicht zodat het openbare leven bij duisternis zo veilig en leefbaar mogelijk wordt uitgevoerd. Daarbij wordt de duisternis daar waar nodig zoveel mogelijk gerespecteerd.

4.3.4 Techniek

Openbare verlichting bevat in tegenstelling tot aan aantal jaren geleden steeds meer techniek. Met de komst van de nieuwe technieken hebben we licht op maat, alleen aan wanneer het moet en verschil in lichtsterkte afhankelijk van de behoefte van de gebruiker. Naast sturing in lichtniveau wordt ook in grote mate onderzoek gedaan naar de invloed van lichtkleuren op de mens en flora/fauna. Diverse onderzoeken laten zien dat verschillende lichtkleuren effect hebben op hoe wij ons voelen en bewegen. Ook is deze invloed op de flora en fauna een veel besproken onderwerp. Helaas is er op het moment van schrijven nog niet een ‘standaard’ oplossing voor ieder gebied aan te wijzen. Gemeente Heemstede houdt deze ontwikkelingen nauwlettend in de gaten en zal waar nodig/mogelijk hier gebruik van maken.

Naast techniek heeft ook de efficiëntie van de lichtbron zelf een enorme vlucht genomen de laatste jaren. De komst van LED heeft voor nieuwe besparingsmogelijkheden gezorgd maar ook geeft het een extra dimensie aan het licht op maat principe, doordat het licht nog beter te sturen valt.

Het is en blijft een uitdaging om met een juiste toepassing van openbare verlichting en de beschikbare technieken te voldoen aan alle veiligheden voor de openbare ruimte. Hierbij moet de openbare ruimte vervolgens zo optimaal mogelijk worden bediend, tegen zo laag mogelijke kosten.

Gemeente Heemstede hanteert echter wel een duidelijke opbouw in haar omgang met openbare verlichting. Ze volgt het uitgangspunt “Verlichten daar waar het moet, minder of uit als het kan”. Bij de te volgen strategie is het uitgangspunt dat er in eerste instantie gekeken wordt naar oplossingen waarbij het plaatsen van openbare verlichting voorkomen kan worden. Is er verlichting nodig dan zal dit conform de betreffende richtlijnen worden toegepast.

4.3.5 Onderhoud en regionale samenwerking

Vanuit het beheer wordt preventief onderhoud uitgevoerd wat diverse werkzaamheden bevat zoals onder andere lampvervanging (remplace) en periodiek schouwen van de hele openbare verlichtingsinstallatie. Daarnaast wordt het dagelijkse correctief onderhoud uitgevoerd zoals onder andere het verhelpen van storingen en het oplossen van schadegevallen. Het is zaak de onderhoudswerkzaamheden strikt uit te voeren om de levensduur van de installatie te waarborgen.

Het onderhoud aan de openbare verlichting is in samenwerking met de gemeente Bloemendaal in 2017 voor twee jaar (met optie voor twee jaar verlenging) aanbesteed. Dit onderhoud betreft voornamelijk de remplace, de storingen en kleine aanpassingen. Storingen worden eens per 7 dagen “gereden”.

Naast het onderhoudsbestek heeft de Gemeente Heemstede binnenkort ook het handboek 'elektrische installaties' in samenwerking met de Gemeente Bloemendaal gereed. De bedoeling is om hiermee, samen met de Gemeente Bloemendaal, de installatieverantwoordelijkheid uit te besteden en invulling te geven aan de implementatie van de NEN-1010 en NEN-3140.

4.4 Beleidsregels

De visie die de gemeente Heemstede heeft bij haar openbare verlichting is in deze paragraaf concreet vertaald naar beleidsregels. Deze beleidsregels zijn onderverdeeld in generieke beleidsregels en gebiedspecifieke beleidsregels.

4.4.1 Generieke beleidsregels

Verlichtingssterkte en gelijkmatigheid van de verlichting

In 2017 is de door de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV) opgestelde Nederlandse Praktijk Richtlijn (NPR-13201) van kracht geworden. In deze NPR13201:2017 is vastgelegd wat het gewenste verlichtingsniveau en de gelijkmatigheid is voor verschillende scenario’s. Gemeente Heemstede conformeert zich aan de NPR13201:2017 daar waar openbare verlichting opnieuw wordt gepositioneerd. In bestaande situaties (of 1 op 1 vervanging) kan eventueel worden afgeweken vanuit economische overweging en met reden dat bewoners in de huidige situatie tevreden zijn over de openbare verlichting.

Beleidsregels aangaande verlichtingssterkte en gelijkmatigheid:

  • De verlichtingssterkte voldoet aan de NPR13201:2017

  • De gelijkmatigheid voldoet aan de NPR13201:2017

  • Klasse B (Ev ≥ 0,5 lux) is de streefwaarde verticale verlichtingssterkte in nieuwe situaties

  • Bij bestaande verlichting kan worden afgeweken van de minimale verticale verlichtingssterkte (vanuit economisch oogpunt)

  • Het politiekeurmerk veilig wonen wordt niet op alle aspecten toegepast voor openbare verlichting.

Energiebesparing

Openbare verlichting staat voor een groot aandeel van het energieverbruik binnen iedere Nederlandse gemeente (ca. 50%). Een belangrijke methode om een energiebesparing te realiseren is het dimmen van verlichting. Dimmen kan zowel statisch als dynamisch, zoals omschreven in bijlage 7. Gemeente Heemstede kiest als uitgangspunt om statisch te dimmen, dit omdat het voordeel van dynamisch dimmen voor de gemeente niet opweegt tegen de extra benodigde investering. Wel worden armaturen voorbereid om eventueel in de toekomst eenvoudig om te kunnen bouwen naar een dynamisch systeem.

M.b.t. het dimmen kiest de Gemeente Heemstede ervoor om alle verlichting iets over te dimensioneren en standaard te dimmen naar 90% van vol vermogen. Dit maakt het mogelijk om waar nodig in de toekomst nog bij te kunnen stellen naar behoefte.

Beleidsregels aangaande energiebesparing:

  • Bij vervanging of nieuwe openbare verlichting dient gebruik te worden gemaakt van ledverlichting, voor zover dit (beheer)technisch en financieel realistisch is

  • Dimmen van nieuw te plaatsen of te vervangen (conventionele) verlichtingsinstallaties (uitgangspunt is statisch dimmen)

  • Gebruik maken van energiezuinige technieken

  • Gebruik maken van alternatieve technieken in plaats van verlichting ten behoeve van geleiding buiten de bebouwde kom *

  • Nieuwe of aangepaste openbare verlichtingsinstallaties voldoen minimaal aan energielabel D met energielabel C als streefwaarde (meer informatie is te vinden in bijlage 4)

  • Gemeente Heemstede conformeert zich aan het SER-Energieakkoord 2013

  • Stedin gaat over op Flex-OVL wat het mogelijk maakt de verlichting andere schakeltijden mee te geven. Gemeente Heemstede gaat onderzoeken of verlichting later ingeschakeld kan worden en/of eerder uitgeschakeld.

Lichthinder

Lichthinder is licht dat als storend en verblindend wordt ervaren. Een goede sturing van de lichtbundel leidt tot efficiëntere verlichting en kan daardoor met minder energie af. Om lichthinder te voorkomen is er door het NSVV een richtlijn met betrekking tot lichthinder opgesteld.

De gemeente Heemstede conformeert zich aan de richtlijn lichthinder. Daar waar gevraagd zal worden uitgegaan van een stedelijke omgevingszone conform de richtlijn en getoetst worden aan deze waarden. Klachten over lichthinder worden individueel behandeld in relatie tot de richtlijn.

Beleidsregels aangaande lichthinder:

  • Bij nieuwe verlichtingsontwerpen dient de piekluminantie (Imax) te worden bepaald van de gebruikte armaturen en ter beoordeling te worden voorgelegd aan de beheerder OVL van de gemeente Heemstede;

  • Bij nieuwe ontwerpen en huidige openbare verlichting worden de richtlijn “algemene richtlijn betreffende lichthinder” gehandhaafd.

  • Bij klachten wordt de situatie individueel bekeken en beoordeeld

Verkeersveiligheid

Vanuit verkeersveiligheid dient de verlichting op het juiste lichtniveau te worden uitgevoerd conform de richtlijnen als opgenomen in dit beleidsplan. Aanvullend schenkt de gemeente Heemstede extra aandacht aan oversteekplaatsen, om deze zo veilig mogelijk in te richten en overstekende verkeersdeelnemers tijdig te kunnen waarnemen. Dit wordt momenteel gedaan door of verhoging van het lichtniveau over oversteekplaatsen of deze te voorzien van verhoogde attentiewaarde door bijv. ledjes in het wegdek.

Beleidsregels aangaandeverkeersveiligheid:

  • In ontwerpen wordt aandacht besteed aan voldoende lichtniveau

  • Aanvullend wordt extra aandacht besteed aan verkeersveiligheid bij (drukke) oversteekplaatsen. Dit door bijv. verhoging van het lichtniveau of verhoging van de attentiewaarde van de oversteekplaats.

Lichtvervuiling en duisternis

Door het aanwezig zijn van NNN-gebieden in de gemeente Heemstede is het voorkomen van lichtvervuiling van belang. De gemeente Heemstede en haar inwoners onderkennen de waarde van duisternis en willen deze duisternis behouden en waar mogelijk uitbreiden.

Beleidsregels aangaande lichtvervuiling en duisternis:

  • 'Verlichten daar waar het moet, minder of uit als het kan'

  • Het aantal lichtpunten in natuurzones wordt niet groter dan het huidige aantal, waar mogelijk verminderen;

  • In parken wordt geen (nieuwe) verlichting toegepast;

  • Bij nieuwe verlichtingsontwerpen worden alleen armaturen toegepast waarvan het uittredende licht nauwelijks tot niet boven het denkbeeldige horizontale vlak uitkomt;

  • Alternatieve geleiding wordt daar waar mogelijk toegepast om openbare verlichting te verminderen;

  • De gemeente zet bij nieuwe infrastructurele projecten in op maatregelen welke het terugdringen van openbare verlichting bevorderen.

Sociale veiligheid

Het licht dat ledverlichting uitstraalt is beter te sturen dan traditionele verlichting. Het is zo goed te sturen dat hierdoor de situatie kan ontstaan dat een straat goed verlicht is, maar de omgeving compleet donker. Vanuit sociale veiligheid en ook lichtcomfort is dit niet wenselijk. Enig strooilicht is dan ook gewenst.

Beleidsregels aangaande sociale veiligheid:

  • In ontwerpen wordt aandacht besteed aan voldoende strooilicht;

  • Achterpaden welke niet in eigendom zijn van de gemeente, worden door de gemeente Heemstede niet verlicht.

Materialisatie

Bij de toegepaste openbare verlichting hanteert de gemeente Heemstede haar inkoop- en aanbestedingsbeleid, zoals vastgesteld aan de hand van milieucriteria ten aanzien van maatschappelijk verantwoord inkopen.

Beleidsregels aangaande materialisatie:

  • Openbare verlichting wordt ingekocht conform het milieucriteriadocument Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (zie voor aanvullende informatie paragraaf 2.1.7)

  • Nieuwe of aangepaste openbare verlichtingsinstallaties voldoen minimaal aan Energielabel D met een streven naar Energielabel C (SLEEC)

  • Bij vervanging dient getracht te worden het lampvermogen te reduceren

  • Bij vervanging van openbare verlichting is ‘wit’ licht het uitgangspunt

Verlichting derden

De gemeente Heemstede geeft geen toestemming tot het aanbrengen van reclame- uitingen aan of op lichtmasten.

De gemeente Heemstede kan mogelijk adviserend optreden richting het verlichten van niet openbare terreinen. Daarbij zal zij het eigen beleid als richtinggevend kader hanteren. Het verlichten van deze terreinen is de verantwoordelijkheid van de eigenaar.

Beleidsregels aangaande verlichting derden:

  • Reclame-uitingen aan/op lichtmasten is niet toegestaan

  • Lichtreclame in abri's is toegestaan

  • De gemeente kan adviseren bij verlichting van niet openbare terreinen, waarbij het gemeentelijk beleid richtinggevend is

Stroomvoorziening

De stroomvoorziening van de openbare verlichting kan door deze direct aan te sluiten op het energienet van de netbeheerder of door de aanleg van een eigen voedingsnet. Dit laatste heeft als voordeel dat de gemeente bij storingen niet afhankelijk is van een derde partij. Dit houdt echter wel in dat de gemeente zelf moet voorzien in een storingsdienst.

Beleidsregels aangaande stroomvoorziening:

  • Bij nieuwbouw heeft een eigen voedingsnet de voorkeur

  • Bij vervanging van openbare verlichting heeft en eigen energienet de voorkeur. Per situatie wordt beschouwd of dit financieel en technisch haalbaar is

Omgeving

Openbare verlichting heeft direct invloed op haar omgeving. De wijze waarop burgers en weggebruikers het licht ervaren is van belang in ontwerp en beheer van openbare verlichting. Lichthinder is het meest voorkomende probleem voor de directe omgeving.

Beleidsregels aangaande omgeving:

  • Bij vervanging en nieuwe verlichting wordt nadrukkelijk gekeken naar het voorkomen van lichthinder voor de omgeving a.d.h.v. de richtlijn lichthinder.

  • Klachten i.r.t. lichthinder worden per situatie geanalyseerd a.d.h.v. de richtlijn lichthinder.

Beheer en onderhoud

Om het areaal van de openbare verlichting kwalitatief goed in orde te houden, is adequaat beheer en onderhoud noodzakelijk. Eigen beheer van het net en aansturing van voedingspunten zal resulteren in meer efficiënt beheer en onderhoud. Het zal capaciteit vergen van de beheerorganisatie om op de hoogte te blijven van nieuwe kennis en het onderhoud zo kostenefficiënt mogelijk uit te laten voeren.

Beleidsregels aangaande beheer en onderhoud:

  • Bij het beheer van de openbare verlichting dient kapitaalvernietiging voorkomen te worden, door onderhoud tijdig en groepsmatig uit te voeren

  • Door de implementatie van Flex-OVL zal de gemeente Heemstede het zelf schakelen (eventueel door onderhoudsaannemer) implementeren om zo storingen efficiënter en sneller op te kunnen lossen.

  • Streven is om het voedingsnet te ontvlechten van Stedin en eigen beheer te voeren.

  • Er worden voldoende opleidingsmogelijkheden en middelen geboden om bestaande en nieuwe kennis optimaal te implementeren in het openbare verlichtingsbeleid in verband met de doelmatigheid en effectiviteit.

  • bied specifiekebeleidsregels

4.4.2 Gebied specifieke beleidsregels

Historische linten

In de Welstandsnota 2016 zijn voor Heemstede gebieden aangegeven welke als 'bijzonder' zijn gekenmerkt. Eén van deze bijzondere gebieden betreft de oude lintbebouwing, in deze nota 'historische linten' genoemd (zie "Bijzonder 2" in kaart bijlage 5, Welstandniveaus). Vermeld wordt in de welstandsnota dat in deze linten extra inspanning ten behoeve van het behoud en eventuele versterking van de ruimtelijke kwaliteit gewenst is. Voorgesteld wordt hier bij de vervaging van openbare verlichting bij aan te sluiten. Daarmee vragen deze linten om andere keuzes ten aanzien van materiaalgebruik.

Beleidsregels aangaande Historische linten :

  • De lichtkleur verdient in dit gebied extra aandacht. ‘Wit’ licht met een goede kleurherkenning is hierin belangrijk. Dit neemt niet weg dat met de lichtkleur (warm en/of koud licht) ‘gespeeld’ kan worden om de juiste beleving te ervaren;

  • Permanente bevestigingen van commerciële uitingen aan lichtmasten vindt niet plaats;

  • Het aanlichten van objecten/gebouwen (mits toestemming/getoetst door gemeente) is toegestaan;

  • Bij het aanlichten van objecten/gebouwen wordt energiezuinige verlichting toegepast en uitgeschakeld na bijvoorbeeld 01.00 uur t.b.v. voorkomen lichtvervuiling;

  • In dit gebied is extra aandacht voor sfeer en beleving in de keuze van materiaal (armatuur- en mastkeuze).

Verblijfsgebied

Openbareverlichtingspeelteenbelangrijkerolinwoongebieden(erftoegangswegen zie bijlage 3 wegencategorisering). De lichtkleur speelt hier een belangrijke rol om verkeersveiligheid en sociale veiligheid te creëren en er wordt tevens een juiste beleving van de omgeving mee gecreëerd. Om schijnveiligheid te voorkomen wordt voor de openbare verlichting in deze gebieden het uitgangspunt: “Verlichten daar waar het moet, minder of uit als het kan”.

Beleidsregels aangaande Verblijfsgebied :

  • Openbare verlichting wordt gebruikt om verkeersveiligheid en sociale veiligheid te creëren;

  • In woongebieden wordt openbare verlichting met een functionele uitstraling toegepast;

  • Openbare verlichting mag geen schijnveiligheid oproepen in bijvoorbeeld groene zones zoals parken;

  • Solitaire voetpaden worden alleen verlicht wanneer deze deel uitmaken van een doorgaande route en beschikken over voldoende sociale controle;

  • Parkeerterreinen worden voorzien van goede dimbare openbare verlichting. Indien een parkeerterrein niet of nauwelijks wordt gebruikt in het donker kan de verlichting worden uitgeschakeld;

  • De openbare verlichting wordt afgestemd met de groenvoorzieningen.

  • Lichtkleur 3.000 Kelvin wordt als uitgangspunt toegepast.

  • In specifieke woongebieden met ‘oudere’ bewoners dient aanvullende aandacht te zijn voor het lichtniveau i.r.t. voldoende zicht.

  • In de nachtelijke uren wordt het dimmen van de verlichting toegepast.

Ontsluitingswegen

Bij verlichting voor gebiedsontsluitingswegen (zie bijlage 2 wegencategorisering) is vooral de verkeersveiligheid het belangrijkste doel. Het zijn wegen met een hogere verkeersdruk op bepaalde tijdstippen dan woongebieden. De nadruk wordt gelegd op verkeer conflicterende punten binnen het wegennet waarbij openbare verlichting intenser zal zijn dan bij een gedeelte van een doorgaande weg. Dimmen kan op bepaalde tijdstippen toegepast worden zonder dat dit de verkeersveiligheid schaadt.

Beleidsregels aangaande ontsluitingswegen:

  • Openbare verlichting wordt met name gebruikt om verkeersveiligheid te creëren;

  • Langs ontsluitingswegen wordt openbare verlichting met een functionele uitstraling toegepast;

  • Op conflictpunten dient extra aandacht te worden geschonken aan het lichtniveau en het overzichtelijk maken van het conflictpunt;

  • De openbare verlichting wordt afgestemd met de groenvoorzieningen.

  • Op ontsluitingswegen wordt lichtkleur 3.000 Kelvin als uitgangspunt toegepast.

Natuurzones (o.a. NNN-gebieden)

Gemeente Heemstede beschikt over enkele NNN-gebieden met een grote ecologische waarde waar terughoudendheid met openbare verlichting gewenst is. Aanvullend op de generieke beleidsregels, wordt in de natuurzones gestuurd op het terugdringen van lichthinder en lichtvervuiling. Openbare verlichting wordt alleen toegepast wanneer de sociale- of verkeersveiligheid hierom vraagt en alle andere maatregelen aangaande veiligheid onvoldoende blijken.

In de natuurzones wordt door de gemeente Heemstede waar mogelijk en gewenst gekeken naar alternatieve methoden om geleiding te realiseren in plaats van openbare verlichting. Hierbij valt te denken aan passieve, actieve markeringselementen of het toepassen van bakens.

Beleidsregels aangaande natuurzones

  • Uitgangspunt in de natuurzones is dat er niet wordt verlicht, tenzij er zwaarwegende redenen zijn aan te wijzen

  • Openbare verlichting wordt alleen toegepast als er geen alternatieven mogelijk zijn om het gewenste effect te bereiken

  • Ten opzichte van de huidige situatie vindt er geen uitbreiding van het areaal plaats en zal deze bij voorkeur verder afnemen of voorzien van alternatieve schakeltijden

  • De gemeente Heemstede volgt te allen tijde de Wet Natuurbescherming in de plaatsing van verlichting

HOOFDSTUK 5

HOE GAAN WIJ DAT BEREIKEN?

De gemeente Heemstede houdt voor de technische levensduur van openbare verlichting 40 jaar aan voor lichtmasten en 20 jaar voor armaturen. Aangezien er in de jaren 90 veel openbare verlichting is vervangen staat de gemeente voor wederom een grote vervangingsslag. Om (grote) achterstand te voorkomen betekent dit dat de komende jaren een groot aantal armaturen vervangen dient te worden. Doel van dit beleidsplan is naast verduurzaming het op orde krijgen/houden van het areaal. Hoe deze vervangingsslag wordt weggewerkt is echter nog niet bepaald. In dit hoofdstuk zal dieper worden ingegaan op enkele mogelijkheden om de doelen te bereiken welke zijn onderverdeeld in scenario’s. Het voordeel dat de gemeente nu een grote vervangingsslag moet maken is dat er innovaties in de markt hebben plaatsgevonden die voor een extra besparingsimpuls kunnen zorgen. Zo hebben we in voorliggend beleidsplan vastgelegd dat in de toekomst led het uitgangspunt is bij vervangingen in de openbare verlichting. Naast het toepassen van led is een ander uitgangspunt dat verlichting ook statisch gedimd zal worden. Dynamisch dimmen wordt hierin niet als uitgangspunt genomen omdat de behoefte in Heemstede beperkt zal zijn en de kosten voor een dynamisch systeem in verhouding nog erg hoog liggen (zie ook bijlage 6).

De gekozen maatregelen hebben verlichtingstechnische- en financiële gevolgen voor het areaal. Zo vergt ledverlichting incl. statisch dimmen een licht hogere investering, maar zijn de onderhouds- en energiekosten lager. Aan de hand van een viertal scenario’s, zoals hierna omschreven, zijn deze financiële consequenties inzichtelijk gemaakt.

Voor de vier scenario’s is berekend wat de investerings- en exploitatiekosten bedragen voor de periode 2018 t/m 2027. Hierbij is uitgegaan van het eerder genoemde areaalbestand. De prijzen waar de scenario’s op zijn gebaseerd zijn overeenkomstig de huidige markt- en energieprijzen. Een uitgebreid overzicht van de gehanteerde uitgangspunten is opgenomen in Bijlage 1.

5.1 Scenario’s

In de vier scenario’s worden de lichtmasten en armaturen aan het einde van hun economische levensduur, respectievelijk 40 en 20 jaar, vervangen. De scenario’s bestaan eigenlijk uit twee scenario’s als we kijken naar benodigde investering;

  • Regulier vervangen incl. wegwerken vervangingsslag (jaren 90)

  • Bij vervanging verhogen van de beeldkwaliteit in woonwijken incl. wegwerken vervangingsslag (jaren 90)

Deze scenario’s zijn beide onderverdeeld in een A en B scenario, waarbij het B scenario de vervangingsslag versneld zal worden weggewerkt en daarmee ook versneld het areaal zal verduurzamen. Als aangegeven wordt in alle scenario’s led als uitgangspunt genomen. Door het toepassen van ledverlichting zorgt gemeente Heemstede ervoor dat de exploitatielasten lager uitvallen. Reden is dat led als lichtbron een langere levensduur heeft en een hoger lichttechnisch rendement. Omdat bij gebruik van led al sprake is van energiezuinige verlichting, zou je kunnen zeggen dat bij lage vermogens dimmen niet nodig hoeft te zijn. De huidige innovaties zorgen er echter voor dat ‘goede’ led armaturen standaard voorzien zijn van een programmeerbare driver. Dit maakt het mogelijk om alle armaturen voordelig te dimmen en een extra impuls te geven aan de energiebesparing.

De doorgerekende scenario’s zijn als volgt opgebouwd:

Scenario 1A:Reguliervervangenincl.wegwerkenvervangingsslag

Bij scenario 1A gaan we uit van het regulier vervangen van de openbare verlichting incl. het wegwerken van de vervangingsslag op basis van de volgende belangrijkste uitgangspunten:

  • Technische levensduur armaturen 20 jaar

  • Technische levensduur masten 40 jaar

  • Vervangingen uitvoeren met led armaturen

  • Led armaturen standaard statisch dimmen

  • Vervangingsslag (jaren 90) in vijf jaar wegwerken

Scenario 1B: Regulier vervangen incl. versneld verduurzamen/wegwerken vervangingsslag

Bij scenario 1B gaan we uit van het regulier vervangen van de openbare verlichting incl. versneld verduurzamen door versneld wegwerken van de vervangingsslag. Scenario 1B is op basis van de volgende belangrijkste uitgangspunten uitgewerkt:

  • Technische levensduur armaturen 20 jaar

  • Technische levensduur masten 40 jaar

  • Vervangingen uitvoeren met led armaturen

  • Led armaturen standaard statisch dimmen

  • Vervangingsslag (jaren 90) in twee jaar wegwerken

Scenario 2A: Vervangen met verhoogde beeldkwaliteit incl. wegwerken vervangingsslag

Bij scenario 2A gaan we uit van het vervangen incl. het verhogen van de beeldkwaliteit in de woonwijken. Het verhogen van de beeldkwaliteit betekent dat voor de invulling van de woongebieden aanvullend gekeken zal worden naar de inrichting van een woongebied en dat het materiaal in hoofdlijn worden afgestemd op het karakter van de wijk (mast en armatuur). Beoogd is dat bij de keuze voor materiaal, bij vervanging aansluiting wordt gevonden bij de verschillende “Welstandsgebieden”uit de Welstandsnota 2016 (zie bijlage 5). Per welstandsgebied wordt een beeld geformuleerd waaraan mast en armatuur moeten voldoen. Hierbij wordt voor een hogere beeldkwaliteit gekozen dan in scenario 1. Het toepassen van meer esthetisch vormgegeven materiaal vraagt een hogere investering. Het binnenwerk van een armatuur verandert echter niet waardoor besparingen in lijn liggen met scenario 1A. Scenario 2A is op basis van de volgende belangrijkste uitgangspunten uitgewerkt:

  • Woongebieden wordt materiaal afgestemd op karakter van de wijk

  • Technische levensduur armaturen 20 jaar

  • Technische levensduur masten 40 jaar

  • Vervangingen uitvoeren met led armaturen

  • Led armaturen standaard statisch dimmen

  • Vervangingsslag (jaren 90) in vijf jaar wegwerken

Scenario 2B: Vervangen met verhoogde beeldkwaliteit incl. versneld verduurzamen/wegwerkenvervangingsslag

Bij scenario 2B gaan we uit van het vervangen incl. het verhogen van de beeldkwaliteit in woonwijken conform scenario 2A incl. versneld verduurzamen door versneld wegwerken van de vervangingsslag. Scenario 2B is op basis van de volgende belangrijkste uitgangspunten uitgewerkt:

  • Woongebieden wordt materiaal afgestemd op karakter van de wijk

  • Technische levensduur armaturen 20 jaar

  • Technische levensduur masten 40 jaar

  • Vervangingen uitvoeren met led armaturen

  • Led armaturen standaard statisch dimmen

  • Vervangingsslag (jaren 90) in twee jaar wegwerken

5.2 Uitkomstenscenario’s

Op basis van de beschreven scenario’s is berekend wat de benodigde investeringen zijn om deze te realiseren en wat de gevolgen zijn voor de exploitatie en het energieverbruik. Deze gegevens zijn in onderstaande tabellen weergegeven. Hierbij wordt de investering getoond die in dat specifieke jaar benodigd is. Voor het bepalen van de besparing wordt de cumulatieve waarde tot en met dat jaar getoond; de besparing die in 2018 wordt gerealiseerd is namelijk ook nog van toepassing bij elk navolgende jaar. In de overzichten zijn de bedragen en besparingen weergegeven van de aankomende 10 jaar. In het eerste overzicht is zowel scenario 1A als 2A opgenomen. Dit aangezien de besparingen op exploitatie bij beide scenario’s gelijk zijn. Een armatuur waar extra aandacht is besteed aan de vormgeving kan beschikken over dezelfde technische specificaties. Enkel de investering voor het verkrijgen van de extra beeldkwaliteit op straat is hierin meegenomen. Voor de materialen in de centra en dorpslinten is een percentage van 60% op de materialen (mast, armatuur) gezet en voor de wijken is rekening gehouden met een extra percentage van 40% om aan het gewenste beeld te kunnen voldoen. In het tweede overzicht zijn zowel scenario 1B als 2B opgenomen met dezelfde reden.

Investeringen scenario 1A en2A:

Jaar

Investeringscenario

1A (per jaar)

Verschil

inkosten

Investeringscenario

2A (per jaar)

Besparing

onderhoud

Besparing

verbruik (MWh)

Besparing

CO2(ton)

Besparing **

energie

Totaalbesparing

exploitatie

2018 *

€ 440.360

€ 86.090

€ 526.450

€ 2.011

31

16

€ 1.838

€ 3.849

2019 *

€ 324.250

€ 66.350

€ 390.600

€ 3.026

71

36

€ 4.226

€ 7.252

2020 *

€ 487.040

€ 52.300

€ 539.340

€ 4.910

166

85

€ 9.990

€ 14.900

2021 *

€ 421.820

€ 55.570

€ 477.390

€ 6.383

216

111

€ 12.968

€ 19.351

2022 *

€ 292.590

€ 54.390

€ 346.980

€ 7.497

235

121

€ 14.097

€ 21.594

2023

€ 209.200

€ 30.170

€ 239.370

€ 7.747

239

123

€ 14.316

€ 22.063

2024

€ 133.460

€ 14.680

€ 148.140

€ 7.825

239

123

€ 14.300

€ 22.125

2025

€ 356.510

€ 72.070

€ 428.580

€ 8.891

270

139

€ 16.152

€ 25.043

2026

€ 181.770

€ 21.480

€ 203.250

€ 8.939

271

140

€ 16.214

€ 25.153

2027

€ 241.760

€ 36.630

€ 278.390

€ 9.843

290

150

€ 17.341

€ 27.184

Totaal

€ 3.088.760

€ 489.730

€ 3.578.490

€ 67.073

2028

1044

€ 121.442

€ 188.515

Tabel 5.1 Investeringen scenario 1A en 2A met exploitatiebesparingen ten opzichte van bestaande situatie

Jaar

Investeringscenario 1B (per jaar)

Verschil inkosten

Investeringscenario 2B (per jaar)

Besparing onderhoud

Besparing verbruik (MWh)

Besparing CO2(ton)

Besparing energie

Totaalbesparing exploitatie

2018*

€ 606.320

€ 128.390

€ 734.710

€ 2.890

43

22

€ 2.543

€ 5.433

2019 *

€ 490.200

€ 108.660

€ 598.860

€ 4.784

94

48

€ 5.635

€ 10.419

2020

€ 377.500

€ 24.210

€ 401.710

€ 6.083

182

93

€ 10.929

€ 17.012

2021

€ 308.200

€ 26.730

€ 334.930

€ 6.969

224

115

€ 13.438

€ 20.407

2022

€ 183.040

€ 26.310

€ 209.350

€ 7.497

235

121

€ 14.097

€ 21.594

2023

€ 209.200

€ 30.170

€ 239.370

€ 7.747

239

123

€ 14.316

€ 22.063

2024

€ 133.460

€ 14.680

€ 148.140

€ 7.825

239

123

€ 14.300

€ 22.125

2025

€ 356.510

€ 72.070

€ 428.580

€ 8.891

270

139

€ 16.152

€ 25.043

2026

€ 181.770

€ 21.480

€ 203.250

€ 8.939

271

140

€ 16.214

€ 25.153

2027

€ 241.760

€ 36.630

€ 278.390

€ 9.843

290

150

€ 17.341

€ 27.184

Totaal

€ 3.087.960

€ 489.330

€ 3.577.290

€ 71.469

2087

1074

€ 124.965

€ 196.434

Tabel 5.2 Investeringen scenario 1B en 2B met exploitatiebesparingen ten opzichte van bestaande situatie

afbeelding binnen de regeling

Zoals aangegeven conformeert Heemstede zich aan de doelstelling voor openbare verlichting vanuit het Energieakkoord. Doelstelling hierin is een energiebesparing van 20% in 2020 ten opzichte van het energieverbruik van 2013 en 50% in 2030. In de onderstaande grafiek wordt de energiebesparing van de scenario’s (regulier of versneld verduurzamen) afgezet tegen de doelstelling als opgenomen in het Energieakkoord.

In deze grafiek zijn twee lijnen opgenomen bij de één is het uitgangspunt dat de vervangingsslag verdeeld over 5 jaar wordt weggewerkt en de andere dat de vervangingsslag versneld over de eerste 2 jaar wordt uitgevoerd.

Zoals zichtbaar in de grafiek zal bij het verdeeld uitvoeren van de vervangingsslag over zowel 2 als 5 jaar worden voldaan aan de doelstelling van 20% reductie in 2020. Ook de doelstelling van 50% besparing in 2030 wordt nagenoeg gehaald in beide gevallen.

5.2.1 Conclusie enaanbevelingen

Energiebesparing i.r.t. de doelstellingen

Opvallend is dat bij het doorzetten van de reguliere vervangingen i.c.m. het uitvoeren van de vervangingsslag ruim aan de landelijke energiedoelstellingen kan worden voldaan zowel bij de A als B scenario's. Met deze reden is er gekozen om de vervangingsslag in 5 jaar uit te voeren (A scenario). Er kan aan de energiedoelstelling worden voldaan terwijl er niet een hele hoge besparing te realiseren valt op de uit te voeren vervangingsslag. De te vervangen armaturen afkomstig uit de jaren 90 bestaan voor het overgrote deel uit armaturen met een PLL 24Watt lichtbron (583 van totaal 674 te vervangen armaturen). Op deze armaturen valt een beperkte besparing te realiseren aangezien een vervangend LED armatuur al snel 18 Watt verbruikt excl. dimmen.

Als we naar het areaal van gemeente Heemstede kijken, als weergegeven in hoofdstuk 3, zien we dat het overgrote deel van de installatie bestaat uit armaturen met een PLL lichtbron. Ondanks dit feit valt uit de scenario’s op te maken dat door het doorvoeren van energiezuinige armaturen i.c.m. het dimmen kan resulteren in een aanzienlijke besparing. Gemeente Heemstede heeft in haar nota duurzaamheid de ambitie uitgesproken om in 2030 klimaatneutraal te zijn. Ondanks de hoge besparing (ca. 50%) op de openbare verlichting zal het energieverbruik in 2030 nog ca. 460.000 kWh zijn. Om energieneutraal uit te komen betekent dit dat er nog ca. 1.700 Photo Voltaic - panelen (zonnepanelen) benodigd zijn om dit verbruik te compenseren.

Financieel

Voor de komende 10 jaar is circa €250.000 benodigd per jaar voor het uitvoeren van de reguliere vervangingen. Naast de jaarlijkse vervanging is voor het uitvoeren van de vervangingsslag (jaren 90) een waarde van circa €580.000 benodigd. Zoals in de scenario’s 1A en 1B valt te zien maakt het in impact uit als deze slag wordt verspreid over 5 of over 2 jaar.

Wanneer deze wordt verspreid over 2 jaar (t.o.v. 5 jaar) zal dit resulteren in een extra besparing in onderhoud maar ook in energiebesparing met een marktwaarde van circa € 8.000,- over 10 jaar en een extra besparing in CO2 uitstoot van 30 ton. Dit is echter beperkt afgezet tegen de extra benodigde investering.

Naast reguliere vervanging zijn ook twee scenario’s opgenomen waar de verhoging van de beeldkwaliteit in Heemstede extra wordt belicht. Hier is aanvullend rekening gehouden met het verfraaien van het woongebied waar het materiaal zoveel mogelijk worden afgestemd op het karakter van het gebied. Om de beeldkwaliteit te verhogen is een gemiddeld budget benodigd van circa. €285.000 per jaar voor de komende 10 jaar. Aanvullend loopt het budget voor de vervangingsslag op naar een totaal van circa €730.000. Zoals in de scenario’s 2A en 2B valt te zien is de impact, in exploitatie, van inhalen over 5 of 2 jaar gelijk aan scenario’s 1A en 1B. Hieruit valt te concluderen dat het verhogen van de beeldkwaliteit in de woongebieden alleen leidt tot een budgetverhoging van €400.000 zonder dat dit verlaging van exploitatielasten tot gevolg heeft.

Naast de investeringen zijn de verwachte besparingen ook in beeld gebracht per jaar per scenario. Dit betreffen besparingen die na uitvoering jaarlijks optreden. Om aanvullend budget beschikbaar te krijgen voor de vervanging kan het een overweging zijn om de gerealiseerde besparingen weer in te zetten voor verdere verduurzaming en/of verfraaiing van het areaal.

Na analyse van de doorgerekende scenario's is gekozen om scenario 2A uit te voeren. Dit scenario zorgt ervoor dat er kan worden voldaan aan de doelstellingen van de gemeente en zorgt daarnaast voor een verhoogde beeldkwaliteit in de woongebieden.

HOOFDSTUK 6

BIJLAGEN

Bijlage 1 - Uitgangspunten berekening financiële doorrekening

In het beleidsplan Openbare Verlichting zijn de vier scenario’s financieel nader uitgewerkt. Om tot een zo accuraat mogelijke berekening te komen zijn een aantal aannames gedaan en diverse uitgangspunten bepaald. In deze bijlage worden deze aannames en uitgangspunten nader beschreven.

Algemeen

De berekening gaat uit van de volgende vier scenario’s:

  • Scenario 1A: Vervangen op basis van levensduur door led en statisch dimmen. Vervangen vervangingsslag (jaren 90) over een periode van 5 jaar.

  • Scenario 1B: Als 1A, met versneld wegwerken vervangingsslag (jaren 90) over een periode van 2 jaar.

  • Scenario 2A: Vervangen op basis van levensduur door led en statisch dimmen. Vervangen wegwerken vervangingsslag (jaren 90) over een periode van 5 jaar. Extra budget voor het verhogen beeldkwaliteit in woongebieden (+40% materiaalkosten)

  • Scenario 2B: Als 2A, met versneld wegwerken vervangingsslag (jaren 90) over een periode van 2 jaar. Extra budget het verhogen beeldkwaliteit in woongebieden (+40% materiaalkosten).

Bij het plaatsen van led verlichting als duurzame verlichting is het uitgangspunt dat deze tijdens de levensduur van het led armatuur twee keer tijdens de afschrijftermijn schoongemaakt worden. De armaturen worden in nieuwe situatie gedimd uitgevoerd en berekend op 70% opgesteld vermogen.

Voor wat betreft de prijzen van de werkzaamheden en materialen zijn prijzen aangehouden op basis van ervaringscijfers binnen Montad gerelateerd aan de huidige gemiddelde indicatieve marktprijzen.

Bij de exploitatieberekening is geen rekening gehouden met maandelijks optredende transport en aansluittarieven per lichtmast. Dit zijn maandelijkse kosten welke dienen te worden betaald per lichtpunt binnen de gemeente.

In de berekening is rekening gehouden met de aan- en afsluittarieven van Stedin bij het vervangen van elke lichtmast. Hier is niet gerekend met een eigen netwerk. Bij een eigen netwerk vallen naar verwachting deze kosten lager uit.

Uitgangspunt voor de berekening is een export van de actuele areaalgegevens d.d. 01-01-2018.

T.b.v. eventuele toekomstige uitbreiding is, op basis van ervaringscijfers, rekening gehouden met een jaarlijkse groei van het areaal van 0,5%.

De huidige verlichting in de gemeente Heemstede is in het verleden gebaseerd op de toen geldende normen/richtlijnen. Met deze reden staan sommige lichtmasten verder uit elkaar dan conform de huidige richtlijnengewenst. Om toch het gewenste lichtbeeld te kunnen creëren is de verwachting dat bij vervangingswerkzaamheden er gemiddeld 5% meer lichtmasten terug geplaatst moeten worden. Deze toename van 5% is opgenomen in de vervangingsinvesteringen (vervangingskosten incl. netwerkkosten).

Gemeente Heemstede is met Stedin in gesprek over de overname van het voedingsnet voor de openbare verlichting. Om dit te kunnen realiseren is een aanvullend budget opgenomen van €50.000,- per jaar. Binnen deze kosten valt de overname van de voedingskabels, voedingskasten en aanbrengen van benodigde aanvullende voorzieningen.

VERWIJDEREN VERLICHTINGSOBJECT

Verwijderen verlichtingsobject t/m 6 meter

€ 70,00

Verwijderen verlichtingsobject > 6 meter

€ 100,00

VERVANGEN LICHTMAST

Vervangen verlichtingsobject t/m 6 meter

€ 100,00

Vervangen verlichtingsobject > 6 meter

€ 150,00

Vervangen standaardOV-aansluiting energiebedrijf **

€ 244,49

VERVANGEN ARMATUUR

Vervangen armatuur

€ 55,00

LEVEREN LICHTMASTEN

Leveren mast verlichtingsobject 4 m.

€ 200,00

Leveren mast verlichtingsobject 6 m.

€ 300,00

Leveren mast verlichtingsobject 8m.

€ 400,00

NETWERK KOSTEN

Nieuwe aansluiting **

€ 550,13

Vervangen aansluiting **

€ 244,49

LEVEREN ARMATUREN (DIMBAAR)

Standaard LED armatuur 18 Watt (t.b.v. lichtmast 4 m.) ***

€ 320,00

Standaard LED armatuur 24 Watt (t.b.v. lichtmast 6 m.) ***

€ 350,00

Standaard LED armatuur 42 Watt (t.b.v. lichtmast 8 m. +) ***

€ 550,00

ENERGIEKOSTEN

Gebruikt gemiddeld tarief inclusief toeslagen

€ 0,060

ONDERHOUD

Remplace kosten per keer

€ 12,00

Schoonmaken armatuur/mast

€ 12,00

MILIEU

CO2 uitstoot

0.515 kg/kWh

Tabel Bijlage 1-1 Kostenoverzicht OVL werkzaamheden

In de vervangingsinvesteringen is rekening gehouden met een gewenst verhoogde beeldkwaliteit in de dorpskern en de dorpslinten. Hier is rekening gehouden met meer esthetisch vormgegeven materiaal. Om dit te kunnen realiseren zijn voor deze regio’s is de materiaalcomponent in kostprijs verhoogd met 60% t.o.v. standaard materiaal. In de scenario’s 2A en 2B is in de woonwijken rekening gehouden met verhoogde beeldkwaliteit door het karakter van het woongebied te benadrukken in de materiaalkeuze van de lichtmast. Hier is de materiaalcomponent in kostprijs verhoogd met 40%

Investerings- enexploitatiebepaling

Voor het bepalen van de hoogte van de hoogte van de investerings- en exploitatiebedragen zijn de uitgangsbedragen gehanteerd, zoals weergegeven in tabel 1-1. Deze bedragen zijn samengesteld op basis van ervaring, kostprijzen op basis van huidige marktprijzen en een afronding om de indexatie in te calculeren. De prijzen zijn exclusief BTW en toeslagen zoals administratiekosten, projectleiding, et cetera.

In de uiteindelijke tabel zijn de totaalprijzen inzichtelijk gemaakt per scenario. In deze investeringsbedragen is een percentage van 15% verwerkt voor voorbereiding en uitvoeringsbegeleiding.

Bijlage 2 - Gebruikte afkortingen lampen

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 3 – Wegencategorisering

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 4 - SLEEC

SenterNovem heeft een label laten ontwikkelen waarmee gemeenten de energieprestatievanbestaandeoftoekomstigeopenbareverlichtingsinstallaties (OVL) kunnen kwalificeren.

Het ontwikkelde OVL-label is een maat voor de energieprestatie van een installatie. Hiervoor is een indicator gebruikt, die onderlinge vergelijking van systemen mogelijk maakt: het Street Lighting Energy Efficiency Criterion (SLEEC), beschreven in de EN13201-5. De methode houdt rekening met de efficiëntie van lampen, voorschakelapparatuur, het type armaturen en het lichtontwerp. Ook het (gunstige) effect van dim-installaties wordt meegewogen.

Het label kent 7 efficiëntie klassen, net als het Europese label voor witgoed, auto en huishoudelijke lampen.

De klassen zijn zo ingericht dat er nog ruimte is voor ontwikkeling. Klasse A is met die reden nog niet eenvoudig te bereiken. Met een zeer efficiënt ontwerp is het sporadisch mogelijk klasse B te behalen. Een C en soms zelfs D klasse is al een efficiënt ontwerp.

De score wordt vastgesteld op basis van de volgende gegevens:

  • de te verlichten wegdekken

  • bepaling van de wegfunctie (woon/verblijf of verkeer)

  • het lichtontwerp van de installatie (lampen, armaturen en de hoogte en afstanden lichtmasten)

  • de uit de NPR vastgestelde lichtklasse

  • het systeemvermogen van het toegepaste lamptype, VSA (voorschakelapparatuur) en indien bekend het dimregime

De score wordt berekend met de volgende formules:

Voorwoonstraten

SEnorm = P [W] / Eh,min [lux] / A [m2]

(P = vermogen in Watt; Eh = minimale horizontale verlichtingssterkte binnen de lichtklasse van een straat in lux; A = de oppervlakte van erfgrens tot erfgrens tussen twee lichtmasten conform het rekenvlak zoals beschreven in de Aanbevelingen van de NSvV voor OVL deel 2)

Voorverkeerswegen

SLnorm = P [W] / Lmin [Cd/m2] / A [m2]

(Lmin = de minimale luminantie per m2 van de installatie binnen de lichtklasse van de betreffende straat; A = de oppervlakte van de rijbaan tussen twee lichtmasten, eveneens conform het vereiste rekenvlak)

Resultaatiseeneenduidig, onderlingvergelijkbaargetalvoordeenergieprestatievan alle wegtypes.

Praktischnut

Met behulp van het label kunnen gemeenten en ontwerpers de energieprestatie van hun huidige of toekomstige installaties onderbrengen in een bepaalde zuinigheidsklasse (A-G). Het ontwikkelde label, dat in een adviesrapport is beschreven, is behulpzaam bij het vaststellen van beleidsambities en duurzaam inkopen, maar kan in de toekomst ook worden gebruikt voor benchmarking.

Bijlage 5 – Overzichtskaarten

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 6 - Checklist Politiekeurmerk Veilig Wonen

PRESTATIE-EISEN CERTIFICAAT VEILIG COMPLEX (C) EN VEILIGE OMGEVING (O)

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

PRESTATIE-EISEN CERTIFICAAT VEILIG COMPLEX (C) EN VEILIGE OMGEVING (O) - NIEUWBOUW 2015

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 7 - Technische informatie openbare verlichting

In deze notitie wordt achtergrondinformatie geboden over licht in het algemeen en openbare verlichting. Daarnaast worden ontwikkelingen en innovaties behandeld, waarna alternatieven aan bod komen voor reguliere openbare verlichting.

Achtergrondinformatie over licht en verlichting

Wat is licht?

Licht is het deel van het spectrum van elektromagnetische straling, dat waarneembaar is met het menselijke oog. Onderstaand is het zichtbare spectrum weergegeven

afbeelding binnen de regeling

Figuur Lichtspectrum in nanometers

Het zichtbare spectrum van licht heeft een golflengte tussen 380 nm en 780 nm. De verschillende golflengten worden door het oog gezien als verschillende kleuren: rood voor de langste golflengte en violet voor de kortste. De grootste gevoeligheid van het menselijke oog ligt bij circa 550 nm (geel) bij daglicht en bij 507 nm (blauwgroen) bij nacht. Bij golflengtes boven de 780 nm spreekt men van infrarood licht, bij golflengtes onder de 380 nm van ultraviolet licht. Beide zijn niet door de mens waarneembaar. Licht dat bestaat uit lichtgolven met enkel dezelfde golflengte/frequentie, heet monochromatisch licht.

De kleur die men ziet is alleen de kleur die bij de desbetreffende golflengte hoort.

In de natuur komt in de meeste gevallen polychromatisch licht voor, dit licht bestaat uit golven die verschillende golflengtes bevatten. Bij polychromatisch licht zijn meerdere kleuren zichtbaar waardoor verschillende voorwerpen in de omgeving makkelijker van elkaar te onderscheiden zijn.

Lichttechniek

Lichtstroom

Lichtstroom is de hoeveelheid licht die een lichtbron per seconde uitstraalt, gerelateerd aan de ooggevoeligheid van de mens. De waarde waarmee gerekend wordt bij lichtstroom is lumen (lm). De efficiëntie van een lichtbron kan worden weergegeven in lichtstroom per geïnvesteerd vermogen, oftewel lumen per Watt (lm/W). Een voorbeeld hiervan is een fietslamp die 30 lumen

levert en een geïnvesteerd vermogen heeft van 3 Watt, de lumen-/Watt-verhouding voor deze fiets lamp is dan 10 lm/W.

Lichtsterkte

Lichtsterkte is lichtstroom die in een bepaalde richting wordt uitgestraald per eenheid van ruimtehoek. De eenheid die hiervoor geldt is candela (cd). Bijvoorbeeld diezelfde fietslamp van 10 lm/W heeft zonder reflector een lichtsterkte van 2,5 candela, maar met reflector 250 cd. Dit is omdat door middel van de reflector het licht gebundeld wordt in één bepaalde richting.

Verlichtingssterkte

Verlichtingssterkte is de hoeveelheid licht of lichtstroom die op een bepaald oppervlak valt. Verlichtingssterkte wordt uitgedrukt in de eenheid lux (lx). Lux kun je anders verwoorden als het aantal lumen per m² (lm/m²). De horizontale verlichtingssterkte wordt gehanteerd voor lichtniveau van openbare verlichting.

Voorbeeld verlichtingssterkten horizontaal

100.000 lux Zomer midden in het veld, onbewolkt

10.000 lux Zomer onder een boom, onbewolkt

5.000 lux Open veld zwaar bewolkt

2.000 lux Mooie dag binnen bij het raam aan de schaduwzijde

3.00 lux Gemiddelde woonstraat met openbare verlichting 0,25 lux Volle maan in het open veld

Naast horizontale verlichtingssterkte wordt in de openbare verlichting ook gerekend met verticale verlichtingssterkte. Dit is de hoeveelheid verlichtingssterkte in lux op het verticaal vlak op een hoogte van 1,5 meter. De verticale verlichtingssterkte wordt gebruikt om de minimale hoeveelheid licht op gezichtshoogte en daarmee de mate van gezichtsherkenning in de openbare ruimte te definiëren.

In de NPR13201 worden klasses weergegeven die de minimale verticale verlichtingssterkte aangeeft in verblijfsgebieden. Deze verdeling is opgenomen in tabel 9 van de Nederlandse Praktijk Richtlijn zoals onderstaand opgenomen:

Klasse

Horizontaal

Vertikaal

Egem in lx a [minimum]

Emin in lx [minimum]

Uh

[minimum]

Ev.mina in lx [minimum]

A (ROVL- 2011 <

2017)

B (ROVL- 2011 ≥

2017)

C

(NPR 13201:

2017)

P1

15,00

3,00

0,20

0,30

0,50

5,00

P2

10,00

2,00

0,20

0,30

0,50

3,00

P3

7,50

1,50

0,20

0,30

0,50

2,50

P4

5,00

1,00

0,20

0,30

0,50

1,50

P5

3,00

0,60

0,20

0,30

0,50

1,00

P6

2,00

0,40

0,20

0,30b

0,50b

0,60b

Gemeente Heemstede mag in bestaande situaties afwijken van de minimale verlichtingssterkte. In nieuwe situaties hanteert de gemeente klasse B als minimale streefwaarde.

Luminantie

Luminantie is de hoeveelheid licht die weerkaatst wordt vanuit een oppervlak. De hoeveelheid luminantie wordt weergegeven in candela per vierkante meter (cd/m²). Dit is simpelweg de hoeveelheid licht die per oppervlakte-eenheid wordt weerkaatst/ gereflecteerd. Bestuurder ziet het licht wat weerkaatst uit het wegdekoppervlak, luminantie.

afbeelding binnen de regeling

Zo geeft een licht getint wegdek een hogere reflectiewaarde en met dezelfde hoeveelheid opvallend licht een hogere luminantie.

Kleurweergave

Kleurweergave is hoe ‘natuurlijk’ wij de kleuren van voorwerpen onder een lichtbron zien. Kleurweergave wordt uitgedrukt in een ‘Color Rendering Index’ (CRI), een soort rapportcijfer voor kleuronderscheiding van een lichtbron. Dit wordt aangegeven met de code Ra waarbij Ra 0 geen kleurweergave aangeeft en Ra 100 volledige kleurweergave aangeeft. Het oranje licht van een SOX lichtbron, veelal voorkomend langs snelwegen, heeft een CRI van 0 Ra, ook wel monochromatisch licht genoemd, hier vind totaal geen kleurweergave plaats, de enige reden waarom hier nog enige kleurherkenning plaatsvindt, is door middel van de polychromatische koplampen van de auto’s. In onderstaande afbeelding is een spectrum aangegeven van een SOX (lage druk natrium) lichtbron in vergelijk met het spectrum van een SON (hoge druk natrium) lichtbron.

Vergelijk spectrale verdeling lichtbronnen:

afbeelding binnen de regeling

Gelijkmatigheid en het ‘zebra-effect’

Wanneer lichtmasten op een grotere onderlinge afstand van elkaar staan zal de gelijkmatigheid verminderen en zal er een groot verschil tussen lichte en donkere weggedeelten ontstaan. Het beeld dat in dat geval op het wegdek ontstaat wordt het ‘zebra-effect’ genoemd. Dit effect is momenteel zeer actueel vanwege de opkomst van LED-verlichting. LED staat bekend om haar zeer gerichte lichtbundel. Dit heeft enerzijds voordelen omdat het licht beter valt te sturen en een hoger rendement valt te behalen, maar anderzijds kan het bij slecht gebruik ook nadelen hebben. Bij de gerichte bundels licht is het risico aanwezig dat er grote verschillen tussen lichte en donkere plekken in het straatbeeld ontstaan en dus een slechte gelijkmatigheid. Dit vraagt bij het toepassen van LED-verlichting wel extra aandacht van de lichtontwerper, aangezien bij een goed ontwerp de voordelen van LED aanzienlijk zijn ten opzichte van conventionele verlichting. Op navolgende afbeelding wordt een visualisatie van dit ‘zebra-effect’ weergegeven.

Visualisatie van het ‘zebra-effect’

afbeelding binnen de regeling

Het ‘zebra-effect’ kan leiden tot verkeersonveilige situaties. Het menselijke oog heeft namelijk tijd nodig om zich aan een bepaald lichtniveau te kunnen adapteren. Adaptatie van het oog is de wijze waarop het oog zich aanpast aan een bepaald verlichtingsniveau. Wanneer bijvoorbeeld in een kamer met een hoog verlichtingsniveau het licht uitgaat, zal er tijdelijk een type van zichtverlies optreden. Echter na een paar minuten zal men weer enkele details van elkaar kunnen gaan onderscheiden, maar volledige adaptatie van licht naar donker kan zelfs een half uur tot een uur in beslag nemen. Uit bovenstaande gegevens valt te concluderen dat wanneer men met een bepaalde snelheid in een auto ’s nachts over straat rijdt het oog niet genoeg tijd krijgt om zich geheel te kunnen adapteren. Wanneer dan het niveauverschil en dus het ‘zebra-effect’ van dusdanige grote zal zijn kan dit leiden tot verkeersonveilige situaties, doordat men niet goed de omgeving waar kan nemen. Hieruit valt te concluderen dat het van belang is het ‘zebra-effect’ zo veel mogelijk te reduceren en de gelijkmatigheid te optimaliseren door een goed verlichtingsontwerp.

Dimmen/schakelen verlichting

Openbare verlichting kan worden geschakeld of gedimd om extra energie te besparen. Zowel het schakelen als het dimmen van openbare verlichting wordt onderstaand kort toegelicht. Bij het dimmen van de openbare verlichting, wordt de verlichtingssterkte gereduceerd zonder dat daarbij de gelijkmatigheid wordt verminderen of de kleur verandert. Hierdoor valt in de praktijk vaak niet op dat verlichting gedimd is.

Statisch dimmen

De lichtbehoefte op een donkere winteravond rond 17:00 uur is totaal anders dan enkele uren later, bijvoorbeeld om 02:00 uur ’s nachts. In de avondspits is het druk op straat, zijn er veel verkeersbewegingen, lopen er veel verschillende personen en ontstaan er verscheidene verkeersconflicten. In deze tijdsperiode en in een dergelijke situatie hebben we een grote behoefte aan verlichting om de openbare buitenruimte op dezelfde manier te kunnen laten functioneren als overdag.

De verschillende te onderscheiden perioden zijn:

  • De avondspits

  • De late avond

  • De nacht

  • De ochtendspits

Met een statische diminstallatie kunnen voor deze verschillende perioden verschillende lichtsterkten worden aangeboden. De diminstallatie wordt vooraf geprogrammeerd om dagelijks een vast dimregime te volgen. Dit is per dimmer individueel in te stellen en biedt dus de mogelijkheid om in woonwijken een ander dimregime toe te passen dan op gebiedsontsluitingswegen.

Enkele voorbeelden van vooraf ingestelde dimregimes zijn:

  • -

    Moment van inschakeling tot 00:00 uur 100 % verlichtingssterkte

  • -

    00:00 tot 06:00 uur 50 % verlichtingssterkte

  • -

    06:00 uur tot moment van uitschakeling 100 % verlichtingssterkte

  • -

    Moment van inschakeling tot 20:00 uur 100 % verlichtingssterkte

  • -

    20:00 tot 00:00 uur 70 % verlichtingssterkte

  • -

    00:00 tot 05:00 uur 50 % verlichtingssterkte

  • -

    05:00 tot 06:30 uur 70 % verlichtingssterkte

  • -

    06:30 uur tot moment van uitschakeling 100 % verlichtingssterkte

De energiebesparing die behaald wordt met een dimregime is afhankelijk van de lichtbron en voorschakelapparaat of driver. Grofweg leveren de voorbeeld dimregimes een energiebesparing op van respectievelijk 23 % en 34 %. Maximaal is zo’n 40 % energiebesparing te behalen. Hoewel het technisch mogelijk is om voor elke lichtmast een optimaal dimregime toe te passen, is dit vanuit onderhoudbaarheid niet wenselijk. Bij vervanging van onderdelen leidt dit immers tot extra inspanning om het specifiek toegepaste dimregime te achterhalen en opnieuw te programmeren. In de praktijk worden er per beheerder slechts enkele dimregimes toegepast, die vaak locatiegebonden zijn vastgesteld.

Voor het programmeren van een dimmer is veelal fysieke toegang vereist. Hierdoor is het opnieuw programmeren van reeds geïnstalleerde dimmers tijdrovend en daarmee kostbaar.

Dynamisch dimmen

Met een dynamische diminstallatie wordt het ‘verlichten naar behoefte’ nog specifieker. Er zijn dynamische diminstallaties die reageren op de lichtsituatie buiten, het verkeersaanbod en de weersomstandigheden zoals regen en/of mist. Dit soort systemen wordt regelmatig toegepast op snelwegen, hoofdwegen of stadscentra maar is veelal nog te kostbaar voor woongebieden.

Voor specifieke doeleinden worden dynamische systemen wel toegepast en bied het eventueel mogelijkheden. Bijvoorbeeld voor fietspaden in buitengebied wordt het licht op maat principe wel toegepast. Door gebruik van een bewegingssensor, ‘weet’ de straatverlichting automatisch of er meer of minder licht nodig is. Als er iemand voorbij wandelt of fietst, gaat het licht harder branden. En het licht wordt gedimd als er niemand op straat is. Een andere mogelijkheid is het door de weggebruiker zelf in te schakelen dan wel op te schakelen van de verlichting. Dit kan door een drukknop te plaatsen bij het begin van bijvoorbeeld een vrij liggend fietspad of als calamiteiten verlichting op te schakelen door hulpdiensten. Bij het indrukken hiervan schakelt de verlichting in of op, waarbij de verlichting een van te voren ingestelde tijd blijft branden op maximaal vermogen en daarna weer automatisch gedimd of uitgeschakeld wordt.

Dag- en nachtschakeling

Een sterk verouderde manier van verlichten naar behoefte is het ’s nachts om en om uitschakelen van de lichtmasten. Zelfs het aan/uit – uit/aan-systeem werd vroeger wel toegepast. Dit leidt vanzelfsprekend wel tot een grote energiebesparing maar kent ook zeer grote en zelfs gevaarlijke nadelen. Het gevaarlijkste nadeel is dat er een zeer grote ongelijkmatigheid van de verlichting ontstaat. De ogen van de weggebruiker passen zich aan, aan de hoogste verlichtingssterkte. Daardoor is het voor de weggebruiker tussen de brandende lichtmasten veel donkerder en ziet hij of zij daardoor obstakels veel minder goed.

Daarnaast is deze vorm van dimmen ook zeer oncomfortabel voor de weggebruiker vanwege het continu aanpassen van de ogen aan de verlichting.


Noot
*

ISO 11469:2016 specificeert een systeem van uniforme markering van producten die zijn gefabriceerd van plastic materialen.

Noot
**

ISO 1043-1:2011 defineert de verkorte termen voor de basispolymeren die worden gebruikt in kunststoffen, symbolen voor componenten en symbolen voor speciale kenmerken en kunststoffen.

Noot
*

In het aantal LED armaturen zijn de aantallen uit de lopende vervangingsronde (budget 2016/2017) meegenomen

Noot
**

Op basis van huidig prijsniveau

Noot
*

Deze jaren bevatten een 1/5 deel van de vervangingsslag in investering en besparing

Noot
*

Deze jaren bevatten een 1/5 deel van de vervangingsslag in investering en besparing

Noot
*

Deze jaren bevatten een 1/5 deel van de vervangingsslag in investering en besparing

Noot
*

Deze jaren bevatten een 1/5 deel van de vervangingsslag in investering en besparing

Noot
*

Deze jaren bevatten een 1/5 deel van de vervangingsslag in investering en besparing

Noot
*

Deze jaren bevatten een 1/5 deel van de vervangingsslag in investering en besparing

Noot
*

Deze jaren bevatten een 1/5 deel van de vervangingsslag in investering en besparing

Noot
**

Noot
**

Noot
**

Noot
***

Noot
***

Noot
***