Nota Borgstellingen en geldleningen Gemeente Velsen

Geldend van 08-02-2019 t/m heden

Intitulé

Nota Borgstellingen en geldleningen Gemeente Velsen

De gemeenteraad van Velsen heeft op 31 januari 2019 de volgende regeling vastgesteld

Inleiding

Aanleiding

Het huidige Toetsingskader van de gemeente Velsen is vastgesteld in 2014.

De kern van de nota omvat toetsingscriteria waarop borgstellingen en geldleningen worden verstrekt. Hiermee heeft deze nota een aan het college kaderstellend karakter inzake dit beleidsveld.

In tegenstelling met de vorige nota is de term garantieverstrekkingen weggelaten. Enerzijds omdat in de praktijk veelal sprake is van borgstellingen, anderzijds omdat het begrip garantie niet (meer) in het Burgerlijk wetboek is opgenomen.

Doelstelling toetsingkader

De gemeente hanteert het verlenen van borgstellingen en het verstrekken van geldleningen als instrument om rechtspersonen in de gemeente te ondersteunen hun doelstellingen te verwezenlijken. Het doel waarvoor deze instrumenten worden gebruikt moet passen binnen het gemeentelijke beleid uit hoofde van de publieke taak van de gemeente.

Deze nota is opgesteld om een toetsingskader vast te stellen, dat als afwegingskader kan fungeren.

Met dit kader wordt beoogt:

  • het nastreven van transparantie en eenduidigheid van het beleid, inzake borgstellingen en verstrekken van leningen;

  • het creëren van rechtszekerheid voor instellingen die een gemeentelijk, publiek belang dienen;

  • het borgen van (reguliere) verstrekking van borgstellingen, leningen.

Uitgangspunten

Bij verstrekking van borgstellingen en leningen moet gehandeld worden uit de volgende overwegingen:

  • Het betrachten van terughoudendheid. Rechtspersonen en private marktpartijen (zoals kredietverstrekkers) behoren hun zaken te regelen vanuit eigen verantwoordelijkheid, zonder tussenkomst van de (lokale) overheden;

  • te verstrekken geldleningen en verlenen van borgstellingen moeten worden getoetst aan de bepalingen van de financiële verordening en de Algemene Subsidie-verordening;

  • bij het verstrekken van geldleningen gaat de gemeente ‘bankieren’. Dit behoort niet tot de gemeentelijke kerntaken. Aanvragende partijen kunnen hiervoor in principe bij reguliere geldinstellingen terecht.

Leeswijzer

De nota bevat twee delen. Begonnen wordt met de kern van de nota waarin het kader in 10 punten uiteen wordt gezet. In de bijlage zijn, als aanvullende informatie ter kennisname, de door het college vastgestelde beleidsregels opgenomen.

1 Kader

  • 1.

    Rechtspersonen kunnen een aanvraag doen tot het verstrekken van een geldlening of borgstelling, die passen in de doelstelling van de gemeentelijke publieke taak.

  • 2.

    De gemeente Velsen is terughoudend met het verstrekken van geldleningen en borgstellingen. Indien de keuze voorligt tussen het verstrekken van een geldlening of enige vorm van borgstelling, dan heeft een borgstelling de voorkeur.

  • 3.

    Door de aanvrager wordt eerst getracht een lening op de markt te verkrijgen. Pas nadat aangetoond kan worden dat dit onmogelijk is gebleken zonder borgstelling van de gemeente, wordt gewezen op de aanwezige mogelijkheden via de gemeente. In de volgende voorkeur van wenselijkheid:

    • a.

      een borgstelling bij een van de waarborgfondsen;

    • b.

      een borgstelling bij een waarborgfonds aangevuld met een borgstelling van de gemeente;

    • c.

      een borgstelling van de gemeente

    • d.

      in laatste instantie een geldlening.

  • 4.

    Indien een geldlening of borgstelling een bedrag hoger dan € 500.000 betreft zal de raad eerst om een zienswijze worden gevraagd. Aanvragen van eenzelfde aanvrager die binnen een periode van een jaar worden ingediend zullen als één aanvraag worden behandeld. Voor borgstellingen in het kader van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw geldt dat er geen zienswijze wordt gevraagd.

  • 5.

    Inzake de borgstellingen aan het waarborgfonds voor de Woningbouw gaat het college een overeenkomst aan met het waarborgfonds waarin ondermeer vast ligt dat corporaties rechtstreeks een borgstelling bij dit fonds kunnen aanvragen tot een limiet per jaar. Het college besluit jaarlijks over deze limiet per corporatie.

  • 6.

    De activiteit die de aanvraag met zich meebrengt, vindt zoveel mogelijk plaats zonder tussenkomst van de gemeente.

  • 7.

    Het financiële risico dient voor de gemeente zo gering mogelijk te zijn. Daartoe kan zij ondermeer voorwaarden stellen.

  • 8.

    Er kunnen zekerheden worden gevraagd, waaronder het recht van hypotheek op een onroerend goed.

  • 9.

    Het totaal van borgstellingen en leningen, wordt in de jaarrekening (en begroting) gerapporteerd aan de raad. Hierbij wordt de stand van zaken in beeld gebracht. Indien nodig wordt ook tussentijds gerapporteerd.

  • 10.

    Deze nota wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam Toetsingskader gemeente Velsen.

Bijlage 1: Beleidsregels

Specifieke uitgangspunten per aanvraag

1. Het verzoek om een borgstelling of geldlening wordt alleen in behandeling genomen na het indienen van een schriftelijke aanvraag met de daarbij behorende documenten. Aanbevolen wordt om, voordat een definitieve aanvraag wordt ingediend, een voorlopige aanvraag te doen met als bijlage relevante financiële informatie.

Bij het aanvraagformulier bij de definitieve aanvraag worden de volgende stukken overlegd:

  • a.

    Een afwijzing van een waarborgfonds of bank waaruit blijkt dat een borgstelling of geldlening niet bij deze organisaties te verkrijgen zijn;

  • b.

    Een document waaruit het doel, de hoogte en de looptijd van de lening of borgstelling blijken;

  • c.

    Een kopie uittreksel van de Kamer van Koophandel;

  • d.

    De jaarrekeningen van de laatste twee boekjaren van de aanvrager (inclusief eventuele accountantsverklaring);

  • e.

    Een exploitatiebegroting en liquiditeitenbegroting in meerjarig perspectief waarin rente en aflossing zijn verwerkt;

  • f.

    Kopie van het verslag van een bestuursvergadering waarin wordt ingestemd met de investering en de daarbij horende financiering;

  • g.

    Risico’s die worden verwacht;

  • h.

    Niet uit de balans blijkende verplichtingen.

2. De aanvraag wordt beoordeeld op twee typen criteria: inhoudelijke en financiële criteria:

Inhoudelijk:

  • wordt het publiek belang gediend?

  • wat is het advies geweest van een eerder bij een derde gevraagde borg?

  • past de investering waarvoor de lening wordt aangegaan binnen het bestaande beleid van de gemeente?

  • is de aanvraag volledig?

  • is de urgentie voldoende aangetoond?

  • zijn er wettelijk gezien belemmeringen?

  • Er zal altijd een staatsteun toets plaatsvinden.

Financiële criteria

  • is er al een borgverstrekker op het gebied waarvoor de lening wordt aangevraagd?

  • liquiditeit; kan de instelling op korte termijn voldoen aan de aflossingsverplichting van de lening?

  • solvabiliteit; kan de instelling op langere termijn voldoen aan de aflossingsverplichting van de lening?

  • meerjarenramingen; leiden de meerjarenramingen tot een risico voor de aflossingsverplichting bij de instelling?

  • organisatorische aspecten; zijn er ontwikkelingen op organisatorisch vlak die kunnen leiden tot het niet kunnen voldoen aan de verplichtingen?

  • is er voor het komende tijdvak een sluitende begroting?

  • de overeenkomst van geldlening moet voldoen aan de bepalingen van de wet FIDO.

3. De beschikking tot borgstelling of geldlening kent de volgende verplichtingen:

  • jaarlijks, binnen zes maanden na het eind van ieder boekjaar, wordt een jaarverslag ingediend;

  • jaarlijks wordt een begroting ingediend, voor 1 juli in het voorafgaand jaar;

  • in het jaarverslag en begroting dient aandacht besteed te worden aan financiële risico’s, die de rechtspersoon kent en/of verwacht;

  • bij financiële tegenvallers (> 10% van het balanstotaal) worden B&W onverwijld geïnformeerd;

  • het college is bevoegd gedurende de gehele looptijd van de borgstelling of lening, informatie op te vragen bij de instelling;

  • het college is eveneens bevoegd de partij aan wie een borgstelling of geldlening is verstrekt aanwijzingen te geven omtrent inhoudelijke en financiële zaken; de geldnemer verbindt zich daartoe passende maatregelen te treffen;

  • de opbrengsten van de lening mogen slechts gebruikt worden voor het doel waarvoor deze is aangegaan;

  • wanneer de gemeente wordt aangesproken als borg voor de betaling van rente en aflossing van een geldlening, blijft deze betaling als schuld op de geldnemer rusten, vermeerderd met de op het moment van aanspraak geldende rente.

Bijlage 2: Begrippenlijst

Borgstelling

Het zich voor de schuld van een ander verplichten tot betaling, indien deze zijn betalingsverplichtingen niet nakomt.

Exploitatiebegroting

Een begroting van de aanvrager van de kosten en opbrengsten van een bedrijfsactiviteit.

Liquiditeit

De mate waarop aan lopende betalingsverplichtingen kan worden voldaan.

Liquiditeitsbegroting

Berekening van verwachte ontvangsten en uitgaven die aangeeft of er iedere maand voldoende geld op de bank staat.

Privaatrecht

Dit betreft het gedeelte van het wettelijke recht, dat de verhoudingen regelt tussen particulieren (burgers, bedrijven en organisaties). Het Publiekrecht regelt de verhoudingen tussen de overheid en particulieren en soms tussen overheden onderling.

Solvabiliteit

Geeft aan in hoeverre een rechtspersoon in staat is om de financiële verplichtingen (betalingen) aan verschaffers van vreemd vermogen (leningen) na te komen, met behulp van alle activa.

Toetsingskader

Het geheel van ruimtegebonden beleidsuitspraken die een gewenste ontwikkeling beschrijven.

Nieuwe ontwikkelingen worden aan dit kader getoetst (in dit geval nota/verordening).

Waarborgfonds

Fonds dat is bestemd voor het toekennen van een bijkomende waarborg voor kredieten waarvan de borg onvoldoende wordt geacht, door de instelling die de lening verstrekt.

Bijlage 3 Toelichting op Wettelijk en juridisch kader

In deze bijlage zijn toelichtingen opgenomen op de navolgende wetgeving:

Europese Wetgeving:

Een van de belangrijkste nieuwe aspecten in de Europese richtlijnen is de mogelijke aanwezigheid van staatssteun bij het verlenen van een borgstelling of lening.

Het artikel 107 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is hier voornamelijk van belang.

Tevens is er in 2004 vanuit het ministerie en de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond, een Nationaal Referentiekader Steun aan betaald voetbal, verschenen waarin een checklist tot steun aan een betaalde voetbalorganisatie toegelicht is. Indien een betaald voetbalorganisatie een beroep zou doen op de gemeente Velsen is het van belang dit Referentiekader als leidraad te nemen.

Algemene wet bestuursrecht:

Het verlenen van een borgstelling is een vorm van subsidiëring. Dit geldt ook voor de renteloze of laagrentende gemeentelijke geldleningen. De Awb bepaalt, dat subsidies slechts verstrekt kunnen worden op grond van een wettelijk voorschrift, dat regelt voor welke activiteiten ‘subsidie’ kan worden verstrekt. Ook kan een ‘subsidieplafond’ worden vastgesteld. Dit is vastgelegd in de Algemene Subsidieverordening Velsen 2013.

Gemeentewet:

De borgstelling of geldlening dat wil zeggen, de overeenkomst met de geldgever, die ter uitvoering van de beschikking tot ‘subsidieverlening’ verlangd wordt is een privaatrechtelijke rechtshandeling.

Volgens de Gemeentewet is dit een bevoegdheid van het college.

Verder geeft de Gemeentewet aan dat, indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening van deze bevoegdheid ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente, het college geen besluit neemt dan nadat de raad zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college heeft kunnen brengen (de zogenaamde ‘voorhangprocedure’).

Gemeente Velsen:

De in deze notitie voorgestelde en geformuleerde kaderstelling inzake borgstellingen en geldlening van de gemeente Velsen, wordt toegepast op grond van de algemene subsidieverordening. De regels zijn na inwerkingtreding van toepassing op alle aanvragen voor borgstellingen of geldleningen.

Het college is belast met de uitvoering en stelt beleidsregels vast.

Borgstelling:

Het verlenen van een borgstelling is geregeld in het Burgerlijk Wetboek. Uit het betreffende artikel volgt dat borgtocht de overeenkomst is waarbij de ene partij (de borg) zich tegenover de ander partij (de schuldeiser) verbindt tot nakoming van een verbintenis die een derde (de hoofdschuldenaar) tegenover de schuldeiser heeft of zal krijgen. De hoofdschuldenaar is geen partij bij de overeenkomst van borgtocht

Ondertekening