Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond houdende regels omtrent jeugdaccommodaties Beleidsregel openlucht jeugdaccommodaties

Geldend van 26-09-2018 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond houdende regels omtrent jeugdaccommodaties Beleidsregel openlucht jeugdaccommodaties

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond;

gelet op artikel 3, tweede en vierde lid en hoofdstuk 3 van de Algemene subsidieverordening Roermond 2008 en artikel 4:28 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op de Welzijnsvisie “Meedoen naar vermogen, op weg naar de participatiesamenleving”;

overwegende dat het bieden van een laagdrempelig en openbaar toegankelijke voorziening die door de inwoners zelf, via hun vrijwillige deelname, een bijdrage levert aan de recreatie, ontmoeting, ontspanning en educatie van jeugdigen, wenselijke is;

besluit vast te stellen:

Beleidsregel openlucht jeugdaccommodaties

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    kinderboerderij: omheinde weide gelegen op gronden in eigendom van de gemeente Roermond met ‘boerderijdieren’ waar direct contact mogelijk is met de aanwezige dieren vanuit een educatief doel;

  • b.

    speeltuin: omheinde plek gelegen op gronden in eigendom van de gemeente Roermond waar jeugdigen kunnen spelen en die is voorzien van speeltoestellen of speeltuigen, zoals glijbaan, klimrek, schommel en veertoestel en waarvan een stichting en/of vereniging verantwoordelijk is voor de exploitatie, beheer en onderhoud.

Artikel 2 Subsidiabele activiteit

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor het houden van:

    • a.

      een kinderboerderij, of

    • b.

      een speeltuin.

  • 2. Subsidie wordt als een waarderingssubsidie als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Algemene subsidieverordening Roermond 2008 verstrekt.

  • 3. Per subsidiejaar wordt niet meer dan één subsidie verstrekt op grond van het eerste lid, aanhef en onder a, en niet meer dan één subsidie verstrekt op grond van het eerste lid, aanhef en onder b.

Artikel 3 Criteria

  • 1. Een subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, wordt uitsluitend verstrekt indien:

    • a.

      de kinderboerderij vrijetijdsbesteding en recreatiemogelijkheden biedt;

    • b.

      de kinderboerderij gedurende negen maanden per jaar, minimaal 5 dagdelen per week open is;

    • c.

      de kinderboerderij een bereik heeft dat groter is dan de aangrenzende wijk;

    • d.

      de kinderboerderij voldoet aan de wettelijke voorschriften betreffende hygiëne, veiligheid en milieu;

    • e.

      vrijwilligers in overwegende mate in de onderhoud en beheer van de kinderboerderij voorzien, en

    • f.

      de kinderboerderij maatregelen treft om in de toekomst minder afhankelijk te zijn van subsidie.

  • 2. Een subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder b, wordt uitsluitend verstrekt indien:

    • a.

      de speeltuin beschikt over een gebouw met voorzieningen;

    • b.

      de speeltuin vrijetijdsbesteding en recreatiemogelijkheden biedt;

    • c.

      de speeltuin een euregionaal bereik heeft;

    • d.

      de speeltuin gedurende zes maanden per jaar, minimaal 5 dagen per week open is;

    • e.

      de speeltuin voldoet aan de wettelijke voorschriften betreffende hygiëne, veiligheid en milieu;

    • f.

      de speeltuin voor de vervanging of aanschaf van speeltoestellen middelen reserveert;

    • g.

      vrijwilligers in overwegende mate de onderhoud en beheer van de kinderboerderij voorzien, en

    • h.

      de speeltuin maatregelen treft om in de toekomst minder afhankelijk te zijn van subsidie.

Artikel 4 Subsidie aanvrager

Alleen een in de gemeente Roermond gevestigde rechtspersoon, die zonder winstoogmerk een speeltuin of kinderboerderij exploiteert in de gemeente Roermond kan voor subsidie in aanmerking komen.

Artikel 5 Aanvraag

Een subsidieaanvraag ten behoeve van het subsidiejaar 2019 moet uiterlijk op 1 december 2018 zijn ontvangen.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

  • 1. De subsidie, genoemd in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, bedraagt maximaal € 5.500,-.

  • 2. De subsidie, genoemd in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder b, bedraagt maximaal € 32.000,-.

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond voor subsidies op grond van deze beleidsregel bedraagt elk subsidiejaar € 37.500,-.

  • 2. De middelen, bedoeld in het eerste lid, worden verdeeld op volgorde van binnenkomst, waarbij de datum van binnenkomst van een onvolledige aanvraag wordt gesteld op de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd.

  • 3. Het subsidieplafond, genoemd in het eerste lid, kan op een lager bedrag worden vastgesteld indien in de begroting onvoldoende middelen ter beschikking worden gesteld. Deze verlaging is ook van toepassing op reeds ingediende aanvragen

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1. Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad.

  • 2. Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel openlucht jeugdaccommodaties.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 18 september 2018.

Burgemeester en wethouders van Roermond,

De secretaris,

mr. drs. J. J. Th. L. Geraedts,

De burgemeester,

M.J.D. Donders- de Leest