Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR601488
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR601488/2
Verordening auditcommissie
Geldend van 12-10-2023 t/m heden
Intitulé
Verordening auditcommissieVerordening regelende de taken, de samenstelling en de werkwijze van de auditcommissie
Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
lid: lid van de auditcommissie;
- b.
burgerlid: lid van de raadscommissie dat geen lid van de gemeenteraad is, zoals geregeld in de Verordening raadscommissie;
- c.
voorzitter: voorzitter van de auditcommissie of diens vervanger;
- d.
commissiegriffier: secretaris van de auditcommissie of diens vervanger;
- e.
griffier: griffier van de raad of diens vervanger;
- f.
vergadering: vergadering van de auditcommissie.
Hoofdstuk 2 Taken, lidmaatschap, voorzitterschap en ondersteuning
Artikel 2 Instelling raadscommissies (vervallen)
Artikel 3 Taken
-
1. De auditcommissie adviseert de raad en voert overleg met het college over:
- a.
de opdrachtverlening voor de accountantscontrole, zoals bedoeld in artikel 2 van de Controleverordening;
- b.
de rapportages van de accountant, zoals bedoeld in leden 1 en 4 van artikel 7 van de Controleverordening;
- c.
de benoeming, het ontslag en het op non-activiteit stellen van de leden van de rekenkamer, zoals bedoeld in artikel 4 van de Verordening rekenkamer en artikelen 81c en 81d van de Gemeentewet;
- d.
het onderzoeksplan en verzoeken om onderzoek te doen, zoals bedoeld in artikel 3 van de Verordening rekenkamer;
- e.
het programma voor onderzoeken door het college, zoals bedoeld in artikel 3 van de Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Katwijk.
- a.
-
2. De auditcommissie fungeert voor de accountant en de rekenkamer als vertegenwoordiger van de raad.
-
3. De auditcommissie kan voor de voorbereiding of de uitvoering van bijzondere taken of opdrachten uit haar midden een subcommissie aanwijzen. De subcommissie rapporteert aan de auditcommissie.
-
4. De auditcommissie laat zich informeren door het college, ambtenaren, inwoners, instellingen, bedrijven of anderszins deskundigen over voorstellen en onderwerpen de gemeentefinanciën betreffend.
Artikel 4 Lidmaatschap
De raad benoemt op voordracht van de fracties de leden en de plaatsvervangend leden van de auditcommissie. Het lidmaatschap is beperkt tot de leden van de raad en de burgerleden van de raadscommissie. Elke fractie kan maximaal een lid en een plaatsvervangend lid voordragen.
Artikel 5 Voorzitter
-
1. De raad benoemt de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de auditcommissie uit zijn midden. Indien zowel de voorzitter als een plaatsvervanger verhinderd zijn, wordt het voorzitterschap waargenomen door het langstzittende lid van de raad in de vergadering. Indien meer leden in de vergadering even lang raadslid zijn, vindt de waarneming plaats door het oudste lid in jaren van hen.
-
2. De voorzitter is belast met:
- a.
het voorbereiden en het afhandelen van de vergadering
- b.
het leiden van de vergadering;
- c.
het handhaven van de orde;
- d.
het doen naleven van deze verordening;
- e.
hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.
- a.
Artikel 6 Zittingsduur en vacatures
-
1. De zittingsperiode van een burgerlid eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.
-
2. De raad kan een burgerlid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.
-
3. Een burgerlid kan te allen tijde ontslag nemen. Het burgerlid doet daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als een opvolger is benoemd.
-
4. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.
-
5. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het burgerlid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.
-
6. Tegelijk met het ontslag van een voorzitter van de raadscommissie vervalt het lidmaatschap van het burgerlid dat door de raad is benoemd op voordracht van de fractie van deze voorzitter vanwege diens benoeming.
Artikel 7 Griffier en commissiegriffier
-
1. Ter ondersteuning van iedere vergadering fungeert een commissiegriffier. De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig. De griffier beslist wie de commissiegriffier bij afwezigheid vervangt.
-
2. De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.
Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en ambtenaren
Artikel 8 Burgemeester en wethouders
-
1. De voorzitter kan de burgemeester en één of meer wethouders uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.
-
2. De burgemeester en de wethouders kunnen zich ambtelijk laten ondersteunen.
Hoofdstuk 4 Vergaderingen
Artikel 9 Vergaderfrequentie
-
1. De auditcommissie vergadert volgens een jaarlijks vergaderschema.
-
2. De auditcommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.
-
3. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. De voorzitter voert hierover overleg met de griffier.
Artikel 10 Oproep
-
1. De voorzitter zendt ten minste vijf werkdagen vóór een vergadering aan de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.
-
2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden uiterlijk tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.
-
3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 11, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur vóór aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.
Artikel 11 De agenda
-
1. Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt de voorzitter de agenda van de vergadering voorlopig vast.
-
2. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur vóór de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.
-
3. Bij aanvang van de vergadering stelt de auditcommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de auditcommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.
Artikel 12 Onderwerpen die meer commissies aangaan (vervallen)
Artikel 13 Inzage in de agenda en de stukken
-
1. De agenda en de stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder ter inzage beschikbaar gesteld. De voorzitter maakt hiervan melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 14. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage beschikbaar worden gesteld, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
-
2. In afwijking van het eerste lid informatie van de auditcommissie of aan de auditcommissie verstrekte informatie waaromtrent op grond van hoofdstuk Va van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd slechts voor de leden ter inzage en is het maken van een afschrift van deze informatie niet toegestaan.
Artikel 14 Openbare kennisgeving
-
1. De vergadering wordt door aankondiging in één of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen, of op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.
-
2. De openbare kennisgeving vermeldt:
- a.
de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;
- b.
de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;
- c.
de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.
- a.
Artikel 15 Presentielijst (vervallen)
Artikel 16 Opening vergadering; quorum
-
1. De voorzitter noemt op het vastgestelde uur de namen van de aanwezige leden en opent de vergadering, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is
-
2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.
Artikel 17 Spreekrecht burgers
-
1. Na de opening van de vergadering kunnen ook anderen dan de leden van de auditcommissie, burgemeester en wethouders gebruik maken van het spreekrecht aan het begin van de vergadering, gedurende maximaal tien minuten, waarbij elke inspreker maximaal twee minuten het woord krijgt.
-
2. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit aan de voorzitter van de auditcommissie. Hij vermeldt daarbij ten minste zijn naam en adres .
-
3. De inspreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De inspreker richt zich tot de voorzitter, vanaf een door de voorzitter aangewezen plaats. De auditcommissie kan aan de insprekers nadere toelichting vragen op hun inbreng.
Artikel 18 Notulen
-
1. De ontwerp-notulen van de voorgaande vergadering worden zo snel mogelijk aan de leden toegezonden. De ontwerp-notulen worden op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.
-
2. Bij het begin van de vergadering worden de notulen van de vorige vergadering vastgesteld.
-
3. De leden, de voorzitter, de burgemeester, de wethouders en alle overige personen die het woord gevoerd hebben, kunnen een voorstel doen tot wijziging van de notulen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot wijziging dient vóór de vaststelling van de notulen te worden ingediend.
-
4. De notulen moeten inhouden:
- a.
de namen van de voorzitter, de andere leden van de commissie, de commissiegriffier, de burgemeester, de wethouders, allen voorzover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;
- b.
een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
- c.
een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen van hen die het woord hebben gevoerd;
- d.
de conclusie van de beraadslaging;
- e.
de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 26 door de auditcommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.
- a.
-
5. De notulen worden opgesteld onder de zorg van de griffier.
-
6. De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.
Artikel 19 Spreekregels
-
1. Een lid, de burgemeester, een wethouder en de commissiegriffier spreken vanaf hun plaats of van de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.
-
2. Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in het eerste lid genoemde personen vanaf een andere plaats spreken.
Artikel 21 Aantal spreektermijnen (vervallen)
Artikel 22 Spreektijd
Een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden en de overige aanwezigen.
Artikel 23 Voorstellen van orde
-
1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.
-
2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.
-
3. Over een voorstel van orde beslist de auditcommissie terstond.
Artikel 24 Handhaving orde; schorsing
-
1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:
- a.
de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;
- b.
een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.
- a.
-
2. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
-
3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en – indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord – de vergadering sluiten.
-
4. De voorzitter kan de auditcommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
Artikel 25 Beraadslaging
-
1. De auditcommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.
-
2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de auditcommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen ten einde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Artikel 26 Deelname aan de beraadslaging door anderen
-
1. De auditcommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.
-
2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.
-
3. In afwijking van leden 1 en 2 mogen de in artikel 8 lid 2 bedoelde ambtelijke ondersteuners en anderen die door de voorzitter zijn uitgenodigd in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen zonder nadere beslissing van de auditcommissie deelnemen aan de beraadslaging, tenzij de voorzitter of een lid voorafgaand aan de beraadslaging voorstelt een beslissing over hun deelname te nemen.
Artikel 27 Conclusie van de beraadslaging
-
1. Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of een voorstel voldoende is behandeld, sluit hij de beraadslaging, tenzij de auditcommissie anders beslist.
-
2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de auditcommissie op voorstel van de voorzitter over de inhoud van de conclusie.
-
3. Als de conclusie een advies aan de raad betreft om een voorstel in een raadsvergadering te behandelen, vermeldt de conclusie de standpunten van de fracties, of desgewenst van de leden, over de behandelwijze in de raad.
Hoofdstuk 5 Besloten vergadering
Artikel 28 Algemeen
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 29 Wanneer besloten vergadering
-
1. De deuren worden gesloten als tenminste een vijfde van het aantal aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt.
-
2. De auditcommissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.
-
3. De auditcommissie kan slechts besloten vergaderen over onderwerpen die personen betreffen en over zaken die de financiële belangen van de gemeente of derden kunnen schaden indien ze op dat moment openbaar zouden worden behandeld en over zaken die de gemeente in het kader van de Woo niet openbaar hoeft te maken.
-
4. Indien in bijzondere situaties andere dan de in lid 3 genoemde onderwerpen onder geheimhouding aan de orde dienen te komen, wordt de besloten vergadering voortgezet als tenminste driekwart van het aantal aanwezige leden vervolgens hiertoe beslist.
Artikel 30 Notulen
De notulen worden zo spoedig mogelijk ter vaststelling aangeboden. De auditcommissie stelt de notulen vast en neemt tegelijk een besluit over het al dan niet opheffen van de geheimhouding op de vastgestelde notulen.
Artikel 31 Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van artikel 89, vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie op te heffen, wordt, als de auditcommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de auditcommissie overleg gevoerd.
Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers
Artikel 32 Toehoorders en pers
-
1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.
-
2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.
-
3. De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.
Artikel 33 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.
Hoofdstuk 7 Slotbepalingen
Artikel 34 Uitleg verordening
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de auditcommissie op voorstel van de voorzitter.
Artikel 35 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Verordening auditcommissie’.
Artikel 36 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 12 oktober 2023.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Katwijk in zijn openbare vergadering van 26 januari 2017.
De griffier
De voorzitter
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl