Verordening op het gebruik en het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Heusden 2016

Geldend van 01-01-2017 t/m heden

Intitulé

Verordening op het gebruik en het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Heusden 2016

De raad van de gemeente Heusden,

gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d.

8 november 2016;

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de navolgende ‘Verordening op het gebruik en het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Heusden 2016’.

Verordening op het gebruik en het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Heusden 2016

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats(en): de begraafplaats(en);

    • -

      de gemeentelijke begraafplaats “Duynhaeghe” aan de Akkerlaan 2 in Drunen;

    • -

      de gemeentelijke begraafplaats “Buytenhove” aan de Heusdenseweg 29 in Heusden;

    • -

      de gemeentelijke begraafplaats “Onsenoort” aan de Mortelweg 2 in Nieuwkuijk.

  • b.

    graf: een zandgraf;

  • c.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • d.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • e.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    particulier dubbelgraf: twee naast elkaar gelegen graven ten aanzien waarvan één uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • g.

    particulier kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken van kinderen tot 12 jaar of levenloos geborenen;

    • 2.

      het doen plaatsen en geplaatst houden van asbussen met of zonder urn;

  • h.

    particulier islamitisch graf: een graf, gesitueerd op het Islamitisch gedeelte van de gemeentelijke begraafplaats ‘Onsenoort’ aan de Mortelweg 2 te Nieuwkuijk, waarin overledenen worden begraven volgens Islamitisch gebruik;

  • i.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • j.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • k.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • l.

    urnentuin: een gedeelte van de begraafplaats bestemd tot het doen bijzetten van asbussen in een particulier urnengraf;

  • m.

    grafrecht: het recht op het begraven en begraven houden in een particulier graf, particulier urnengraf of particuliere urnennis;

  • n.

    grafakte: de beschikking waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of

    namens het bestuursorgaan een grafrecht wordt verleend;

  • o.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf;

  • p.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

  • q.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere urnennis, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • r.

    belanghebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een algemeen urnengraf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • s.

    bestuursorgaan: het College van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Heusden, ieder voor zover bevoegd;

Artikel 2. Uitbreiding begrippen

  • 1.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: particulier dubbelgraf, particulier kindergraf, particulier islamitisch graf, particulier urnengraf, particuliere urnennis en particuliere gedenkplaats.

  • 2.

    De onder artikel 1 lid a genoemde begraafplaatsen zijn bestemd voor het begraven en begraven houden van lijken en het bijzetten van asbussen van personen.

  • 3.

    Op de gemeentelijke begraafplaats ‘Onsenoort’ aan de Mortelweg 2 te Vlijmen wordt tevens gelegenheid gegeven tot het begraven en bijzetten in Islamitische graven van overleden personen.

  • 4.

    Het beheer en toezicht van de begraafplaatsen wordt gevoerd door de manager buitendienst,

onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan. Onder toezicht van het bestuursorgaan worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:

  • a.

    de aanwezige administratie van de begraafplaatsen;

  • b.

    de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen;

  • c.

    het onderhoud van de begraafplaatsen;

  • d.

    het delven of openen en sluiten van graven.

    • 5.

      Het bestuursorgaan kan van het eerste lid afwijken en kan nadere regels stellen, welke worden omschreven in de nadere regels. Deze regels kunnen verschillen per begraafplaats en voor de te onderscheiden vakken en rijen graven.

Hoofdstuk 2. Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3. Openstelling begraafplaatsen

  • 1. De begraafplaatsen zijn voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende door het bestuursorgaan bij nadere regels vast te stellen tijden. Het bestuursorgaan maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3. Het tijdstip van begraven of bijzetten van stoffelijke resten en het bezorgen van de as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande vastgesteld. Op hetzelfde tijdstip mag op dezelfde begraafplaats in ieder geval niet meer dan één begrafenis c.q. bezorging van as plaatsvinden.

  • 4. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

  • 5. Het bestuursorgaan kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Artikel 4. Ordemaatregelen

  • 1. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder. Voorbeelden die de orde, rust en netheid kunnen verstoren staan omschreven in de nadere regels.

  • 2. De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3. In verband met werkzaamheden op de begraafplaatsen kan bezoekers de toegang tot (een deel van) de begraafplaatsen worden ontzegd.

  • 4. Het is verboden op de begraafplaatsen:

    • a.

      rij- of voertuigen, met uitzondering van invaliden-, kinder- en wandelwagens, mee te nemen, anders dan ter gelegenheid van een begrafenis of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaats te verrichten werkzaamheden;

    • b.

      met motorrijtuigen sneller dan 10 km per uur te rijden;

    • c.

      honden los te laten lopen.

  • 5. Het bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het vierde lid.

Artikel 5. Plechtigheden

  • 1. Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste vijf werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6. Openen van graven

  • 1. Het openen, sluiten en ruimen van graven, alsmede het opgraven en het opnieuw begraven in een ander particulier graf op de begraafplaats van stoffelijke resten, geschiedt uitsluitend onder voorwaarden van het bestuursorgaan en door de daartoe door het bestuursorgaan aangewezen personen.

  • 2. Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk 3. Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1. Degene die wil doen begraven of as wil doen bijzetten, geeft daarvan ten minste de werkdag voorafgaande aan die dag waarop de begraving of bijzetting zal plaatsvinden vóór 12.00 uur, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 8. Over te leggen stukken

  • 1. Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2. Indien het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden wordt begraven of verbrand, dient behalve het in het eerste lid bedoelde verlof ook het verleende verlof van de burgemeester te worden overgelegd.

  • 3. Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 4. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de in artikel 18, tweede lid bedoelde personen.

  • 5. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 6. De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

Artikel 9. Overgaan tot begraving

  • 1. De aanwijzing van de plaats van het graf geschiedt met inachtneming van het bepaalde in artikel 15 door de beheerder.

  • 2. Tot de begraving of bijzetting wordt niet overgegaan dan nadat:

    • a.

      de beheerder, indien deze heeft geconstateerd dat aan de in de artikel 8 opgenomen vereisten is voldaan, hiervoor opdracht aan het personeel van de begraafplaatsen heeft verleend;

    • b.

      alleen bij begraving van een stoffelijk overschot, het personeel van de begraafplaatsen de identiteit van het stoffelijk overschot heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een bijgevoegd document dat tevens de namen, overlijdens- en geboortedatum van de overledene danwel levenloosgeborene bevat.

Artikel 10. Gebruik lijkhoezen

  • 1. Rechthebbenden of belanghebbenden leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechtelijke verordeningen, privaatrechtelijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid.

  • 2. Rechthebbenden of belanghebbenden zijn verplicht tot het schriftelijk aangeven van het gebruik van lijkhoezen aan de gemeente.

Artikel 11. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. De tijd van begraven en het bezorgen van as is op maandag tot en met zaterdag van 9.00 uur tot 16.00 uur;

  • 2. Voor uitvoering van begraving en asbezorging op niet-werkdagen (zaterdag en zondag) wordt een apart tarief in rekening gebracht.

  • 3. Het bestuursorgaan kan in bijzondere gevallen van de tijden afwijken.

Hoofdstuk 4. Indeling en uitgifte van de graven

Artikel 12. Indeling graven en asbezorging

  • 1.

    Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      particuliere (kinder)graven en particuliere urnengraven;

    • b.

      particuliere Islamitische graven;

    • c.

      particuliere urnennissen;

    • d.

      algemene graven.

  • 2.

    Het is verboden om grafkelders te stichten.

  • 3.

    Het bestuursorgaan stelt nadere regels voor de indeling van de gemeentelijke begraafplaatsen.

Het bestuursorgaan bepaalt tevens bij nadere regels de afmetingen van de particuliere graven, de particuliere nissen en de algemene graven.

4.De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

Artikel 13. Aantal overledenen in een graf

  • 1. Het bestuursorgaan bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen kunnen worden begraven of bijgezet in een particulier graf of een particuliere urnennis.

  • 2. Het bestuursorgaan bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken kunnen worden begraven in een algemeen graf.

Artikel 14. Bijzetting asbus

Een asbus kan worden bijgezet in een particulier (urnen)graf of urnennis; de bepalingen van deze verordening ten aanzien van particuliere en algemene graven en het begraven van stoffelijke overschotten zijn ook bij het bijzetten van een asbus zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 15. Volgorde van uitgifte

  • 1. Algemene graven worden uitgegeven voor directe begraving en in volgorde van ligging.

  • 2. Op de begraafplaatsen worden de particuliere graven slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven. Het bestuursorgaan kan een particulier graf toewijzen buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaatsen niet bezwaarlijk is.

  • 3. Op alle begraafplaatsen geldt dat een reservering van één of meerdere graven niet mogelijk is.

Artikel 16. Termijnen particuliere graven

  • 1. Het bestuursorgaan verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.

  • 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van minimaal vijf jaar en maximaal twintig jaar, mits de aanvraag vóór het verstrijken van de lopende termijn, doch niet eerder dan twee jaar voor het verstrijken van die termijn wordt ingediend.

Artikel 17. Termijn algemene graven

Algemene graven worden uitgegeven voor een termijn van tien jaren. Deze termijn kan niet worden verlengd. Het gebruik van een graf wordt door het bestuursorgaan schriftelijk bevestigd door middel van een grafakte.

Artikel 18. Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon,

    • -

      indien de aanvraag daartoe wordt gedaan door de in lid 1 genoemde relatie van de

rechthebbenden, en;

-indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen 1 jaar na het overlijden van de rechthebbende.

Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan voorgenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het bestuursorgaan niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het bestuursorgaan bevoegd het recht op het particuliere graf te doen vervallen.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn kan het bestuursorgaan het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

  • 5.

    Over elke overdracht of overboeking zijn de daarvoor vastgestelde kosten verschuldigd.

Artikel 19. Rechten rechthebbende

  • 1. Een uitsluitend recht op een particulier graf geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven gehouden, onder voorwaarden en beperkingen van deze verordening.

  • 2. Het in artikel 18 bedoelde uitsluitend grafrecht wordt door het bestuursorgaan schriftelijk bevestigd door middel van een grafakte. Rechthebbenden of hun rechtsopvolgers kunnen een duplicaatakte verkrijgen.

  • 3. Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 20. Afstand doen van graven en einde grafrecht

  • 1. De grafrechten vervallen:

    • a.

      door het verlopen van de termijn en de rechthebbende de graftermijn niet heeft verlengd;

    • b.

      indien de rechthebbende afstand doet van het recht,

    • c.

      indien de betreffende begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2. Het bestuursorgaan kan de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de betaling van het gebruiksrecht en de onderhoudskosten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht- ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;

    • b.

      indien de rechthebbende of belanghebbende -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende of belanghebbende van een (urnen)graf is overleden en het recht niet binnen de in artikel 18, lid 2 gestelde termijn is overgeschreven.

  • 3. In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c en in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van een deel van de kosten van het grafrecht, betaalde onderhoudsbijdragen of eventuele andere kosten.

Hoofdstuk 5. Grafbedekkingen

Artikel 21. Vergunning grafbedekking

  • 1. Voor het hebben of wijzigen van een gedenkteken of een plaat ter afsluiting van een urnennis is een schriftelijke vergunning nodig van het bestuursorgaan.

  • 2. De rechthebbende van een particulier graf vraagt de vergunning voor het hebben van een gedenkteken aan. Alleen indien vergunning is verleend mag worden overgegaan tot plaatsing van een gedenkteken. De plaatsing of verwijdering dient vooraf aan de beheerder gemeld te worden.

  • 3. Het bestuursorgaan kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen. Deze regels kunnen verschillen voor de te onderscheiden vakken en rijen graven. Het bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 4. Het bestuursorgaan kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid;

    • b.

      het gedenkteken afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van het gedenkteken ondeugdelijk is.

Artikel 22. Onderhoud door de gemeente

Het bestuursorgaan voorziet in het onderhoud van de grafvelden, het maaien van het gras en het verwijderen van vuil en afval.

Artikel 23. Onderhoud door rechthebbende of belanghebbende

  • 1. Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de belanghebbende.

  • 2. De rechthebbende of de belanghebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Alle kosten voor het onderhouden, herstellen of vernieuwen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of afsluitplaten, of van heesters of andere beplantingen, komen voor rekening van de rechthebbende.

  • 3. Schade als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen ten behoeve van een bijzetting of opgraving, en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening en risico van de rechthebbende of belanghebbende.

  • 4. Indien de rechthebbende of de belanghebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen of indien de grafbedekking naar oordeel van de beheerder een gevaar voor bezoekers of buurgraven vormt, kan het bestuursorgaan de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf maanden ter beschikking van de rechthebbende of de belanghebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 5. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het bestuursorgaan de rechthebbende of de belanghebbende door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de rechthebbende niet bekend is maakt het bestuursorgaan de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 6. Het bestuursorgaan kan de rechthebbende of de belanghebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het bestuursorgaan gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het bestuursorgaan het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

Artikel 24. Niet-blijvende grafbeplanting

Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.

Artikel 25. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf door het bestuursorgaan worden verwijderd en vernietigd.

  • 2. De rechthebbende of de belanghebbende wordt de gelegenheid geboden het gedenkteken te verwijderen gedurende 3 maanden voor het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf.

  • 3. Indien na de dag waarop het graf geruimd mag worden de (losse) grafbedekking niet is verwijderd, is het bestuursorgaan bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen en andere voorwerpen over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld en zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 26. Tijdelijk verwijderen grafbedekking

  • 1. Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken respectievelijk afdekplaat ten behoeve van de begraving van een lijk of de bijzetting van een asbus in een particulier (urnen)graf of algemeen (urnen)graf, een bestaand familiegraf of in een urnennis geschiedt voor rekening en risico van de rechthebbende of belanghebbende.

  • 2. Een rechthebbende of belanghebbende is verplicht te gedogen, dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente op kosten van de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden noodzakelijk is.

Hoofdstuk 6. Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 27. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1. Het voornemen van het bestuursorgaan om een of meerdere graven te ruimen wordt na besluitvorming gepubliceerd.

  • 2. De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 3. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op (een gedeelte van) de begraafplaatsen.

  • 4. Na het vervallen van de grafrechten op een Islamitisch graf is het verboden om de stoffelijke resten uit het graf te verwijderen. Ten behoeve van een nieuwe uitgifte van het graf zullen de stoffelijke resten dieper in hetzelfde graf worden begraven.

  • 5. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende een periode van één jaar voor beëindiging van de grafrusttermijn de beheerder schriftelijk verzoeken bij de ruiming de overblijfselen indien mogelijk bijeen te doen brengen voor herbegraving in een particulier graf volgens de richtlijnen van deze verordening.

  • 6. De rechthebbende van een particulier (urnen)graf of urnennis kan gedurende een periode van één jaar voor beëindiging van het grafrecht de beheerder schriftelijk verzoeken om bij de ruiming de overblijfselen- indien mogelijk- bijeen te doen brengen of de asbus ter beschikking te houden voor herbegraving of bijzetting elders dan wel om de as te doen verstrooien.

  • 7. De kosten welke gemoeid zijn met de werkzaamheden vallende onder de leden 5 en 6 van dit artikel, komen voor rekening van de rechthebbende of belanghebbende van het betreffende graf.

Hoofdstuk 7. In stand houden historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 28. Lijst

  • 1. Het bestuursorgaan houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het bestuursorgaan of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk 8. Inrichting register

Artikel 29. Voorschriften

  • 1. Het bestuursorgaan stelt voorschriften vast voor het register van de begraven lijken.

  • 2. Het register wordt bijgehouden door de administratie.

  • 3. In het register wordt bijgehouden de gegevens van alle rechthebbenden en belanghebbenden van de graven, met hun namen en adressen. Tevens worden de naam, geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen van degene die is begraven of waarvan de as is bezorgd. Daarbij is de datum van begraven of bijzetten en het gedeelte van de begraafplaatsen vermeld waarin dat is geschied en het nummer van het graf. Dit register is niet openbaar.

  • 4. De rechthebbenden en belanghebbenden zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het bestuursorgaan door te geven.

  • 5. Uitsluitend rechthebbenden en belanghebbenden kunnen een uittreksel van het register van hun grafplaats verkrijgen.

HOOFDSTUK 9. TARIEVEN

Artikel 30. Jaarlijkse tarieven

  • 1. De toegepaste tarieven worden jaarlijks vastgesteld door de raad en openbaar gemaakt in de tarievenlijst behorende bij de ‘Verordening op de heffing en invordering van ‘lijkbezorgingsrechten’ van het betreffende jaar.

  • 2. Daarbij wordt tevens aangegeven, voorzover zulks niet in deze verordening is geschied, wanneer of binnen welke termijn de betreffende rechten betaald moeten zijn.

  • 3. Een exemplaar van deze verordening wordt op verzoek van rechthebbende of belanghebbende

    éénmalig kosteloos verstrekt.

HOOFDSTUK 10. SLOTBEPALINGEN

Artikel 31. Intrekking oude regeling

De Verordening op het gebruik en het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen, voor de gemeentelijke begraafplaats aan de Heusdenseweg 29 te Heusden, de gemeentelijke begraafplaats aan de Akkerlaan 2 te Drunen en de gemeentelijke begraafplaats Onsenoort te Vlijmen gesteld op 25 november 2004 wordt ingetrokken per 1 januari 2017.

Deze verordening treedt in de plaats van alle voorgaande verordeningen van de begraafplaatsen.

Artikel 32. Overgangsbepaling

  • 1. Besluiten van het bestuursorgaan die genomen zijn krachtens de voorgaande verordening gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de voorgaande verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 33. Bindende voorwaarde

Door vestiging van een grafrecht of gebruik van een grafruimte onderwerpt een rechthebbende of een belanghebbende zich aan de bepalingen van deze verordening, zoals deze eventueel nader wordt gewijzigd of aangevuld, en verplichten zij zich tot tijdige betaling van de daarop gebaseerde kosten.

Artikel 34. Klachten

  • 1.

    Personen kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaatsen bij het bestuursorgaan een schriftelijke klacht indienen.

  • 2.

    Het bestuursorgaan beslist binnen 8 weken na ontvangst van de klacht.

  • 3.

    Het bestuursorgaan brengt de beslissing omtrent de klacht terstond ter kennis van

de klager.

Artikel 35. Strafbepaling

  • 1. Degene die handelt in strijd met de artikel 4 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2. Overtreding van artikel 4 van de verordening kan worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

  • 3. In geval waarin deze verordening niet voorziet of in geval van verschil van mening over de uitleg

    van haar bepalingen, beslist het bestuursorgaan.

Artikel 36. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2017.

Artikel 37. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening op het gebruik en het beheer van de

gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Heusden 2016’

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 20 december 2016.

De griffier,

mw. ing. L.E.P. Walters

Plv