Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2016

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders (B&W) van 10 november 2015, nummer 2015-50348;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2016

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats:

    de gemeentelijke begraafplaatsen Voorst en Terwolde;

  • b.

    graf: een zandgraf of een keldergraf;

  • c.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin één of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van de as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • f.

    particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as;

  • g.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente Voorst in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het begraven van lijken;

  • h.

    particulier urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 2.

      het doen verstrooien van as;

  • i.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente Voorst in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • j.

    particuliere urnennis: een nis, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • k.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • I.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • m.

    particuliere verstrooiingsplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om daarop as te doen verstrooien;

  • n.

    grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

Het in onderdeel 8 van de bij deze verordening behorende tarieventabel bedoelde recht wordt niet geheven voor het opgraven van een lijk, of een asbus, of een urn op rechterlijk gezag.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten bedoeld in artikel 2 worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

De rechten als bedoeld in de bij deze verordening behorende tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 8 Termijn van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het bestuur van de belastingsamenwerking Tribuut

Het bestuur van de belastingsamenwerking Tribuut kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de lijkbezorgingsrechten.

Artikel 11 Overgangsrecht

De Verordening lijkbezorgingsrechten 2012 van 19 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

Artikel 13

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening lijkbezorgingsrechten 2016".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van Twello,

14 december 2015

De raad

griffier
drs. B.J.M.Jansen
burgemeester
drs. J.T.H.M.Penninx

Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2016

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht

op een particulier graf of particulier urnengraf wordt geheven:

voor een periode van tien jaar*)

630

voor een periode van twintig jaar

1.286

voor een periode van dertig jaar

2.025

voor een periode van veertig jaar

2.830

1.2

Voor het verlenen van het recht op een particuliere urnennis wordt geheven:

voor een periode van tien jaar*)

630

voor een periode van twintig jaar

1.286

voor een periode van dertig jaar

2.025

voor een periode van veertig jaar

2.830

2.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf of een particulier urnengraf indien het graf wordt uitgegeven in afwijking van het bepaalde in artikel 13, lid 1 van de "Beheers- verordening begraafplaatsen Voorst 2010", wordt geheven:

voor een periode van tien jaar*)

1.260

voor een periode van twintig jaar

2.572

voor een periode van dertig jaar

3.969

voor een periode van veertig jaar

5.544,--

2.2

Voor het verlenen van het recht op een particuliere urnennis, indien de urnennis wordt uitgegeven in afwijking van het bepaalde in artikel 13, lid 1 van de "Beheersverordening begraaf- plaatsen Voorst 2010", wordt geheven:

voor een periode van tien jaar

1.260

voor een periode van twintig jaar

2.572

voor een periode van dertig jaar

3.969

voor een periode van veertig jaar

5.544

3.

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld onder 1.1 en 2.1, dan wel het recht als bedoeld onder 1.2 en 2.2 wordt geheven:

voor een periode van tien jaar

643

voor een periode van twintig jaar

1.320

4.

Voor het begraven van een lijk van een persoon van zes jaar of ouder wordt geheven

1.406

Nr.

Omschrijving

Nieuw

5.

Voor het begraven van een lijk van een kind jonger dan zes jaar wordt geheven

703

6.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn van een overledene

355

6.2

Voor het verstrooien van de as van een overledene op een particuliere verstrooiingsplaats of een particulier graf

244

7.

Voor het begraven, voor het bijzetten van een asbus of urn dan wel voor het verstrooien op een verstrooiingsplaats van de as van een overledene op andere tijden als vermeld in artikel 10, lid 1 van de "Beheersverordening begraafplaatsen Voorst 2010", wordt het recht als bedoeld onder 4, 5 of 6, verhoogd met

485

8.

Voor het verlenen van een vergunning voor het opgraven van een lijk, een asbus of een urn al dan niet ter overbrenging naar een ander graf op dezelfde begraafplaats of naar een andere begraafplaats, wordt geheven

495

9.

Voor het verlenen van een vergunning voor het plaatsen van een gedenkteken op een particulier graf of particuliere urnengraf, wordt geheven

204

10.

Voor het verlenen van een vergunning voor het lichten en wederopstellen van een gedenkteken, wordt geheven

204

11.

Voor het laten graveren en aanbrengen van een naam/gedenkplaatje op de afdekplaat van een particuliere urnennis, wordt geheven

204

12.

Voor het verlenen van een vergunning voor het openen en weer dichtmetselen van een grafkelder, wordt geheven

204

13.

Voor het inschrijven en overboeken van graven of urnennissen in een daartoe bestemd register, wordt geheven

50

Behoort bij het raadsbesluit van 14 december 2015, nummer Z-15-03750_2015-50390

griffier

drs. B.J.M. Jansen


Noot
*)

Particuliere graven, particuliere urnengraven en particuliere urnennissen worden, overeenkomstig het daaromtrent bepaalde in artikel 15 lid 1 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Voorst 2010, slechts in uitzonderlijke gevallen, te bepalen door burgemeester en wethouders, uitgegeven voor de duur van tien jaar.