Regeling vervallen per 14-02-2020

Verordening Rekenkamercommissie Alphen aan den Rijn 2014

Geldend van 11-10-2014 t/m 13-02-2020

Intitulé

Verordening Rekenkamercommissie Alphen aan den Rijn 2014

De raad van Alphen aan den Rijn;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

B E S L U I T vast te stellen de volgende:

Verordening Rekenkamercommissie Alphenaanden Rijn 2014

Artikel 1 Instelling en begripsbepalingen

1.In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de commissie: de rekenkamercommissie;

  • b.

    de raad: de gemeenteraad;

  • c.

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    de gemeente: de gemeente Alphen aan den Rijn;

  • e.

    de auditcommissie: de commissie als bedoeld in de Verordening auditcommissie Alphen aan den Rijn;

  • f.

    doelmatigheid: het streven om met een zo gering mogelijke inzet van middelen een bepaald resultaat te bereiken dan wel met een bepaalde inzet van middelen een optimaal resultaat te bereiken;

  • g.

    doeltreffendheid: de mate waarin met de geleverde prestaties de gestelde doelen of beoogde maatschappelijke effecten worden bereikt;

  • h.

    rechtmatigheid: het voldoen aan wettelijke kaders en regelgeving.

Artikel 2 Taak

  • 1. Er is een gemeentelijke rekenkamercommissie.

  • 2. De commissie heeft tot taak het laten verrichten van onderzoek naar de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door gemeentebestuur gevoerde bestuur, alsmede van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

  • 3. De onderzoeken worden uitbesteed aan een extern bureau.

  • 4. De commissie brengt van ieder onderzoek een eindrapportage, desgewenst voorzien van aanbevelingen, uit aan de raad.

  • 5. De commissie brengt elk jaar voor 1 februari een verslag uit aan de raad over haar werkzaamheden in het voorafgaande jaar en legt daarbij tevens verantwoording af over de besteding van het budget.

Artikel 3 Samenstelling, benoeming en zittingsduur

  • 1. De commissie bestaat uit vijf externe leden, inclusief de voorzitter.

  • 2. De leden van de commissie worden door de raad benoemd. De raad benoemt de voorzitter in functie.

  • 3. De leden van de commissie worden voor een periode van vier jaar benoemd.

  • 4. Indien het lidmaatschap van een lid eindigt voor het einde van zijn benoemingstermijn, treedt zijn opvolger af op het moment dat de benoemingstermijn van het vertrekkende lid zou zijn afgelopen.

  • 5. Indien de opvolging bedoeld in het vorige lid plaatsvindt binnen twee jaar voordat een nieuwe benoemingstermijn begint en het opvolgend lid wordt voor een nieuwe termijn benoemd, dan wordt deze termijn als eerste benoemingstermijn aangemerkt.

  • 6. In aanvulling op het bepaalde in artikel 81f van de Gemeentewet, welk artikel van overeenkomstige toepassing is op leden van de commissie, is een lid van de commissie niet tevens:

    • a.

      werkzaam bij een openbaar lichaam dat is ingesteld bij een gemeenschappelijke regeling waar de gemeente aan deelneemt;

    • b.

      in dienst van een instelling die subsidie ontvangt van de gemeente.

Artikel 4 Eed en belofte

De leden van de commissie leggen, alvorens hun werkzaamheden aan te vangen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 81g lid 1 van de Gemeentewet een eed of belofte af.

Artikel 5 Ontslag

  • 1. Een lid van de commissie wordt door de raad ontslagen:

  • a. op eigen verzoek;

  • b. bij aanvaarding van een functie die naar het oordeel van de raad onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;

  • c. wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

  • d. indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

  • e. indien hij naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.

  • 2. Een lid van de commissie kan door de raad worden ontslagen:

    • a.

      indien het lid door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie als lid van de commissie te vervullen;

    • b.

      indien hij handelt in strijd met artikel 81h van de Gemeentewet.

Artikel 6 Voorzitter

  • 1. De voorzitter is verantwoordelijk voor de organisatie en uitvoering van de onderzoeken en is belast met:

    • a.

      het tijdig bijeenroepen van de commissie;

    • b.

      het leiden van de vergaderingen van de commissie;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      het adviseren van de auditcommissie, zoals bepaald in artikel 3, lid 4, van de Verordening auditcommissie.

  • 2. Bij zijn afwezigheid wordt de voorzitter vervangen door een door de commissie uit haar midden aan te wijzen lid.

Artikel 7 Secretaris en administratieve ondersteuning

  • 1. De griffier stelt een ambtelijk secretaris en administratieve ondersteuning ter beschikking van de commissie.

  • 2. De secretaris ondersteunt de commissie en de voorzitter in hun taken. Hij is in elk geval belast met:

  • a. het, in overleg met de voorzitter, opstellen van de agenda voor de vergaderingen van de commissie;

  • b. de verslaglegging van de vergaderingen van de commissie;

  • c. de voorbereiding van onderzoeken, waaronder begrepen het opstellen van een onderzoeksopzet, het aanvragen van offertes en de vorming van de dossiers;

  • d. de begeleiding van het externe bureau dat een onderzoek uitvoert.

Artikel 8 Vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert zo vaak als zij nodig acht. Zij neemt in elk geval deel aan het afstemmingsoverleg met de auditcommissie, bedoeld in artikel 2 lid 3g van de Verordening auditcommissie. Daarnaast vergadert zij in elk geval over het jaarverslag en de financiële verantwoording als bedoeld in artikel 2, vierde lid.

  • 2. De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar.

  • 3. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

Artikel 9 Selectie onderwerpen, onderzoeksplan en onderzoeksopzet

  • 1. De commissie bepaalt het onderwerp van haar onderzoeken.

  • 2. Onderwerpen voor een onderzoek kunnen worden aangedragen door:

    • a.

      de commissie;

    • b.

      het college;

    • c.

      de gemeenteraad;

    • d.

      inwoners van de gemeente Alphen aan den Rijn en (maatschappelijke) instellingen die met hun werkzaamheden actief zijn in de gemeente Alphen aan den Rijn.

  • 3. Indien meer dan één onderwerp voor onderzoek in aanmerking komen, maakt de commissie daaruit een beargumenteerde keuze. Ter bepaling van haar keuze kan de commissie vooronderzoek (laten) instellen.

  • 4. De commissie stelt jaarlijks een onderzoeksplan in concept op en brengt dit ter kennis van de auditcommissie.

  • 5. Het door de commissie vastgestelde onderzoeksplan alsmede een werkbegroting worden voor 1 januari van elk jaar ter kennis gebracht van de raad.

  • 6. Indien de commissie een keuze als bedoeld in lid 3 heeft gemaakt, informeert zij de raad en, ingeval een onderwerp door inwoners en/of een instelling is aangedragen, tevens de betrokken inwoners en/of vertegenwoordigers van betrokken instellingen gelijktijdig met het uitbrengen van het onderzoeksplan over haar keuze.

  • 7. De commissie stelt voor ieder te onderzoeken onderwerp een onderzoeksopzet vast en formuleert daarbij onderzoeksvragen. De onderzoeksopzet wordt voorafgaande aan de start van het onderzoek ter kennis gebracht van de raad.

Artikel 10 Bevoegdheden

  • 1. De commissie is bevoegd om in het kader van de door haar te verrichten onderzoeken personen op te roepen teneinde door of namens de commissie te worden gehoord.

  • 2. Collegeleden, raadsleden en medewerkers in dienst van de gemeente zijn verplicht aan een oproep gehoor te geven en naar vermogen de gevraagde inlichtingen te verstrekken.

  • 3. De commissie is bevoegd om externe deskundigen in te schakelen.

  • 4. De commissie en door de commissie ingeschakelde onderzoekers hebben de bevoegdheid om alle informatie te verzamelen die de commissie in het belang van het onderzoek nodig acht. Ten aanzien van de verkregen informatie geldt de plicht tot geheimhouding.

Artikel 11 Rapportage

  • 1.

    Na voltooiing van het onderzoek brengt de commissie een voorlopige rapportage uit waarin de bevindingen zijn opgenomen.

  • 2.

    De commissie stelt de gemeentesecretaris in de gelegenheid om binnen een termijn van tenminste twee weken te reageren op de juistheid en volledigheid van de voorlopige rapportage.

  • 3.

    De commissie stelt vervolgens het college in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste drie weken bedraagt, zijn reactie aan de commissie te geven op de conclusie en aanbevelingen van de voorlopige rapportage.

  • 4.

    De commissie verwerkt, als daar naar haar mening aanleiding toe is, de uitgebrachte reacties in haar eindrapportage en zendt deze vergezeld van de uitgebrachte reacties via de griffier, die de rapportage voorziet van een raadsvoorstel en een ontwerpbesluit, naar de raad. Een afschrift van de rapportage wordt tevens verzonden naar het college en de betrokkenen.

  • 5.

    Na aanbieding van een rapportage bepaalt de agendacommissie de wijze en het moment waarop de raad de rapportage behandelt.

  • 6.

    Elke rapportage van de commissie bevat een verantwoording over de wijze waarop het onderzoek is verricht en de wijze waarop de commissie van haar bevoegdheden gebruik heeft gemaakt.

Artikel 12 Vergoeding voor werkzaamheden

De externe leden van de commissie ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van een vergadering van de commissie, inclusief reiskostenvergoeding, overeenkomstig artikel 24 van de verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014, zoals vastgesteld bij het besluit van de raad van Alphen aan den Rijn van 2 januari 2014, nr. 2013/62556.

Artikel 13 Budget

  • 1. De commissie is bevoegd binnen het bij de begroting door de raad beschikbaar gestelde budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taak.

  • 2. Ten laste van het in het eerste lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de onderzoeken door externe onderzoekers;

    • b.

      de vergoedingen van de leden;

    • c.

      de ambtelijk secretaris en de administratieve ondersteuning;

    • d.

      externe deskundigen die door de commissie worden ingeschakeld;

    • e.

      overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitvoering van haar taak.

  • 3. De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

  • 4. De griffier fungeert als budgethouder en toetst namens de raad de rechtmatigheid van de uitgaven van de commissie.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag, volgende op de dag van de bekendmaking ervan.

Artikel 15 Overgangsbepaling

In afwijking van het bepaalde in artikel 3, derde lid, van deze verordening benoemt de raad eenmalig na inwerkingtreding van deze verordening de voorzitter voor een periode van vijf jaar en twee leden van de commissie voor een periode van drie jaar. Indien de voorzitter of deze leden worden herbenoemd, is de periode van herbenoeming vier jaar.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Rekenkamercommissie Alphen aan den Rijn.

Ondertekening

Vastgesteld door de gemeenteraad van Alphen aan den Rijn op 25 september 2014,
de voorzitter, de griffier,
T.P.G. Bruinsma, P.M.H. van Ruitenbeek

Toelichting op de Verordening Rekenkamercommissie Alphen aan den Rijn

Artikel 1 Instelling en begripsbepalingen

De gemeente Alphen aan den Rijn is op grond van de Gemeentewet verplicht een rekenkamer of een rekenkamercommissie in te stellen. De gemeenteraad heeft gekozen voor een commissie, bestaande uit externe leden. Deze commissie is ingesteld op basis van artikel 81oa Gemeentewet. In dat artikel worden een aantal artikelen die betrekking hebben op de Rekenkamer van overeenkomstige toepassing verklaard. Deze verordening moet dus in samenhang met de in artikel 81oa genoemde artikelen worden gelezen.

Artikel 2 Taak

In dit artikel wordt beschreven wat de taken zijn van de commissie. De gemeenteraad stelt de commissie in. De commissie is dan ook verantwoording schuldig aan de gemeenteraad over de besteding van het budget. De rekenkamercommissie voert de taken uit binnen de kaders die de raad in deze verordening heeft opgenomen. Tevens is het gemeentelijke aanbestedingsbeleid van toepassing. De commissie is onafhankelijk voor wat betreft de keuze van onderzoeksonderwerpen en de wijze van uitvoering van de onderzoeken, waarbij wordt vastgesteld door de raad dat de rekenkamercommissie zelf geen onderzoek uitvoert, maar hiertoe steeds opdracht geeft aan een of meer externe bureaus. De commissie legt na afloop van het kalenderjaar voor 1 februari van het nieuwe jaar verantwoording af over de werkzaamheden en de besteding van het budget. De termijn voor de verantwoording is kort, zodat controle door de accountant via de jaarrekening mogelijk is.

Artikel 3 Samenstelling, benoeming en zittingsduur

In dit artikel wordt geregeld welke personele samenstelling de commissie heeft. De gemeente kiest voor een commissie bestaande uit externe leden. De benoeming geschiedt telkens voor een periode van 4 jaar. In de overgangsbepaling (artikel 15) wordt geregeld dat de eerste periode van de voorzitter 5 jaar duurt. De gedachte hierachter is dat enige continuïteit gewenst is. Bij tussentijds vacatures telt de lopende periode voor het nieuwe lid alleen mee als hele periode als de nog resterende zittingstermijn van het oude lid 2 jaar of langer was. Bij een resterende termijn korter dan twee jaar, telt deze periode niet mee als een hele termijn. In theorie kan een tussentijds benoemd lid dus maximaal 10 jaar lid zijn de Rekenkamercommissie.

Artikel 4 Eed en belofte

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 5 Ontslag

In dit artikel worden een aantal omstandigheden genoemd die per definitie leiden tot het einde van het lidmaatschap van de commissie. In lid 2 worden een aantal gevallen benoemd waarin de raad ruimte heeft om wel of geen ontslag te verlenen. Het voorstel voor benoeming en ontslag zal in de regel worden gedaan door de voorzitter van de raad en de griffier. In alle gevallen gaat het ontslag pas in op het moment dat de raad daartoe besluit, zodat aan betrokkene ook een officieel ontslagbesluit kan worden gezonden.

Artikel 6 Voorzitter

In dit artikel worden de taken van de voorzitter beschreven. Van de voorzitter wordt naast de invulling van het formele takenpakket ook verwacht dat hij optreedt als vertegenwoordiger van de rekenkamercommissie in de contacten met de gemeenteraad, de griffie, het college en de ambtelijke organisatie. In die zin is de voorzitter een echte procesbegeleider. De gemeenteraad van Alphen aan den Rijn hecht er waarde aan dat, ondanks dat de commissie bestaat uit externe leden, er frequent contact is tussen de commissie en de raad. In situaties waarin bestuurlijk overleg gewenst is, zal de voorzitter van de commissie daartoe worden uitgenodigd.

Artikel 7 Secretaris

De secretaris is een ambtenaar die voor een aantal uren per week aan de commissie ter beschikking wordt gesteld. De secretaris valt hiërarchisch onder de verantwoordelijkheid van de griffier, maar ontvangt in de dagelijkse praktijk de opdrachten van de voorzitter van de rekenkamercommissie. Rechtspositionele beslissingen worden genomen door de griffier, waarbij advies wordt ingewonnen bij de voorzitter van de commissie.

Binnen de griffie is een administratief medewerker belast met de ondersteuning van de rekenkamercommissie. Deze medewerker is niet aanwezig bij de vergaderingen maar zorgt voor het verzenden van de agenda’s, het in roulatie brengen van de concept rapporten voor ambtelijk en bestuurlijk wederhoor, registratie van in- en uitgaande post van de commissie e.d.

Artikel 8 Vergaderingen en openbaarheid

De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar. Het ligt in de rede dat de griffier, in zijn hoedanigheid van contactpersoon, met enige regelmaat de vergaderingen bijwoont. De commissie moet op grond van artikel 2 jaarlijks een verslag uitbrengen en financiële verantwoording afleggen. Het ligt voor de hand dat de commissie het verslag in een vergadering bespreekt. De commissie neemt ook deel aan het afstemmingsoverleg zoals dat staat beschreven in de Verordening auditcommissie (artikel 2 lid 3g). De leden van de commissie worden betaald per vergadering en de betalingen komen ten laste van het budget.

Artikel 9 Selectie onderwerpen, onderzoeksplan en onderzoeksopzet

De commissie bepaalt zelf de onderwerpen waarnaar onderzoek wordt ingesteld. Bij de bepaling van de te onderzoeken onderwerpen wordt eerst een groslijst gemaakt waarop de suggesties van de gemeenteraad, de burgers en de suggesties van de commissie zelf op worden vermeld. De commissie is bevoegd om via het jaarverslag, de internetpagina’s van de rekenkamercommissie (via www.alphenaandenrijn.nl) en gemeenterubriek inwoners te vragen om onderwerpen aan te dragen. De commissie motiveert naar degenen die suggesties hebben aangedragen waarom bepaalde onderzoeken wel of niet worden uitgevoerd.

In beginsel voert de commissie per jaar één groot onderzoek en één klein onderzoek uit. De verordening bevat geen definitie van een groot of klein onderzoek. Het onderscheid kan worden gemaakt op basis van de financiële middelen die aan een onderzoek worden besteed. Bij de bepaling van de omvang van onderzoeken is de commissie gebonden aan het budget dat jaarlijks bij de begroting door de gemeenteraad wordt vastgesteld. Bij een wijziging van het budget zal ook moeten worden gekeken naar de taakstelling zoals in dit artikel wordt omschreven. Het staat de commissie overigens vrij om –binnen het budget- een andere indeling te maken. Zo kan het voorkomen dat de raad vraagt om een quick scan van een bepaald onderwerp. De rekenkamercommissie kan een dergelijk verzoek honoreren, hetgeen dan natuurlijk wel effect heeft op de jaarplanning.

Omdat er meerdere partijen zijn die onderzoek (kunnen) doen binnen een gemeente, is het van belang dat er jaarlijks een afstemmingsoverleg plaatsvindt. Het initiatief daartoe wordt genomen door de auditcommissie. Het onderzoeksplan van de commissie kan dan ook pas definitief worden vastgesteld nadat dit afstemmingsoverleg heeft plaatsgevonden. Het kan immers zijn dat op basis van het overleg het onderzoeksplan van de rekenkamercommissie nog wordt aangepast door de rekenkamercommissie. Het definitieve onderzoeksplan wordt ter kennis gebracht aan de raad.

Nu er gewerkt wordt met een commissie met alleen externen is het van belang in het oog te houden dat de contacten tussen de raad en de commissie worden onderhouden. Van beide zijden mag hier de nodige inspanning worden verwacht. Het onderzoeksplan kan een aanleiding zijn om contact te leggen met elkaar. De griffier zal op een actieve wijze het onderzoeksplan onder de aandacht brengen van de raad (met een begeleidende brief of anderszins) en de raadsleden kunnen de agendacommissie verzoeken het onderzoeksplan te agenderen voor een rondetafelgesprek. Artikel 10 Bevoegdheden

In artikel 10 worden de bevoegdheden van de commissie beschreven. In dit artikel wordt geheimhouding opgelegd ten aanzien van de verkregen informatie. Het is niet de bedoeling dat het onderzoek wordt beïnvloed doordat commissieleden of betrokken ambtenaren voordat de concept- rapportage is verstuurd informatie verstrekken over het lopende onderzoek.

Artikel 11 Rapportage

Een rapport van de rekenkamercommissie wordt niet zomaar naar de raad gezonden. Eerst is er sprake van ambtelijk wederhoor (checken van de in het rapport opgenomen feiten) en daarna van bestuurlijk wederhoor (een reactie van het college op de inhoud van het rapport). Voor beide onderdelen van de procedure zijn termijnen gesteld in de verordening en het is belangrijk dat deze worden aangehouden omdat anders de doorlooptijd van de onderzoeken te lang wordt.

De griffier schrijft naar aanleiding van het definitieve rapport een raadsvoorstel, waarin aan de raad wordt gevraagd kennis te nemen van de conclusies en de aanbevelingen over te nemen. Bij dit voorstel wordt een ontwerp-raadsbesluit gevoegd. De agendacommissie bepaalt op welke wijze het rapport wordt behandeld. Het ligt voor de hand dat het rapport wordt geagendeerd in twee verschillende rondetafelgesprekken. In het eerste gesprek is het aan de rekenkamercommissie om het rapport te presenteren en eventuele vragen te beantwoorden. Het rapport wordt op dat moment als het ware overgedragen aan de raad ter behandeling. In het tweede gesprek kunnen vragen worden gesteld aan het college. Op grond van artikel 185 Gemeentewet worden geen vertrouwelijke gegevens opgenomen in de rapportages.

Artikel 12 Vergoeding en werkzaamheden

De commissieleden ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden.Deze vergoeding is gekoppeld aan het aantal vergaderingen. Onder een vergadering wordt verstaan een bijeenkomst waarin de leden van de Rekenkamercommissie zich bezig houden met hun werkzaamheden. Daarnaast wordt het presenteren van een rapport in een rondetafelgesprek door één van de leden van de commissie ook beschouwd als een vergadering.

De voorzitter ontvangt een hogere vergoeding omdat van hem wordt verwacht dat hij ook buiten de reguliere vergaderingen om contacten onderhoudt met de gemeente. De voorzitter treedt op als procesbegeleider.

Voor de vergoeding van de leden van de commissie, inclusief reiskostenvergoeding wordt teruggevallen op artikel 24 van de verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014, zoals vastgesteld bij het besluit van de raad van Alphen aan den Rijn van 2 januari 2014, nr. 2013/62556,

De raad kan op grond van lid 4, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, een hogere vergoeding vaststellen, zulks tot ten hoogste 250% van het door de minister van BZK in artikel 14 van het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden voor gemeenteklasse 5 vastgestelde maximum, ten aanzien van:

  • -

    een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en

  • -

    een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.

De Alphense Rekenkamercommissie is lid van de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en rekenkamercommissies (www.nvrr.nl). De leden worden in staat gesteld congressen e.d. bij te wonen en kunnen daarvoor hun reiskosten en de kosten voor deelname in rekening brengen bij de gemeente. Overigens geldt voor al deze kosten dat zij ten laste komen van het budget van de rekenkamercommissie.

Artikel 13 Budget

De gemeenteraad stelt jaarlijks het budget voor de rekenkamercommissie vast. De griffier treedt namens de raad op als budgethouder. Op grond van de Regeling budgetbeheer Gemeente Alphen aan den Rijn betekent dit dat hij binnen het toegekende budget verantwoordelijk is voor het geven en laten uitvoeren van opdrachten, het aangaan van overeenkomsten tot levering van goederen, de aanneming van werk en/of verlening van diensten, alsmede het verkrijgen en realiseren van de vereiste inkomsten.

De rekenkamercommissie bepaalt zelf welke onderzoeken zij laat uitvoeren en door welke bureaus. De griffier zal op verzoek van de rekenkamercommissie dus facturen betalen die overeenkomen met de aan de rekenkamercommissie uitgebrachte offerte (rechtmatigheidstoets). Tevens zal de griffier de vergoedingen voor de commissieleden uitbetalen binnen de kaders die de raad daarvoor in deze verordening heeft gesteld.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Omdat de verordening algemeen verbindende voorschriften bevat zal voorafgaand aan de inwerkingtreding de verordening worden gepubliceerd.

Artikel 15 Overgangsbepalingen

Door de voorzitter voor vijf jaar te benoemen, twee leden voor vier jaar en twee leden voor drie jaar borgt de gemeente de continuïteit en daarmee ook de kennis van de rekenkamercommissie maximaal. Zie verder de toelichting bij artikel 3.

rtikel 16 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.