Gedragscode voor de wethouders van de gemeente Velsen

Geldend van 24-05-2013 t/m heden

Intitulé

Gedragscode voor de wethouders van de gemeente Velsen

Inleiding

Een groot deel van de artikelen in een gedragscode voor politici heeft als bedoeling de zuiverheid van de besluitvorming op een zichtbare wijze zeker te stellen. Dat wekt geen verbazing aangezien het nemen van besluiten over de inzet van overheidsmacht en gemeenschapsgeld de kerntaak van de politiek is. De zuiverheid van de besluitvorming moet daarbij worden gezien als minimale voorwaarde voor de zorgvuldigheid van de besluitvorming.

Naast regels die betrekking hebben op de zuiverheid van de besluitvorming is het gebruikelijk dat gedragscodes voor politici ook artikelen bevatten die betrekking hebben op een drietal andere onderwerpen: de omgang met vergoedingen en middelen, de omgang met informatie en de onderlinge omgang. Deze code volgt dit gebruik.

Besluitvorming en onwenselijke beïnvloeding

Het politieke besluitvormingsproces kent verschillende fases. Voor het bestuursbesluit zijn dat het ambtelijk advies, het voorstel van de portefeuillehouder aan het bestuur, het beraad in het bestuur, het besluit door het bestuur. Voor de raad zijn dat onder andere het overleg in de sessie, de positiebepaling door de fractie, het debat in de raad, de stemming in de raad. De regels van deze code hebben betrekking op alle fases van de besluitvorming.

De zuiverheid van de besluitvorming kan op twee manieren worden aangetast. Allereerst door belangenverstrengeling en ten tweede door corruptie. In het geval van belangenverstrengeling heeft een politicus zijn invloed op het besluitvormingsproces en/of zijn stem gebruikt om een persoonlijk belang veilig te stellen of het belang van een ander(e organisaties) bij wie hij een persoonlijke betrokkenheid heeft. In het geval van corruptie heeft een politicus zijn invloed op het besluitvormingsproces en/of zijn stem laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen of diensten die hem door anderen zijn gegeven of in het vooruitzicht zijn gesteld.

Vertrouwen in de politiek

De ‘regels rondom de zuiverheid van de besluitvorming’ zijn opgesteld om alle politici te ondersteunen bij het zuiver houden van de gehele besluitvorming. Of dat nu in het college plaatsvindt dan wel in de raad.

De zuiverheid van de besluitvorming zeker stellen houdt in dat politici niet alleen corruptie en belangenverstrengeling dienen te voorkomen, maar ook dat zij hun uiterste best doen ook de schijn ervan te vermijden. Op die manier behouden zij het vertrouwen van de burgers. Dit vertrouwen is een belangrijke voorwaarde voor het functioneren van de democratie, de rechtstaat en de gehele overheid.

Voor wie zijn deze regels geschreven?

De regels van deze code gelden voor de wethouders van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen.

Waarop zijn deze regels gebaseerd?

Een aantal bronnen is leidend geweest: de wet, in het bijzonder de Gemeentewet, de Eed voor raadsleden en bestuurders, de Kieswet, de modelgedragscode van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de gedragscodes van de burgemeester en de gedragscode van wethouders van de gemeente Amsterdam. Deze laatste zijn als voorbeeld gebruikt voor de voorliggende gedragscode. In bijlage 3 van deze code treft u per artikel van deze code de onderliggende wetsartikelen aan. Het kan zijn dat de wetsartikelen waarnaar in deze code wordt verwezen in de loop van de tijd worden aangepast. In dat geval geldt de aangepaste wettekst. Ook als er wetsartikelen op het gebied van bestuurlijke en politieke integriteit worden toegevoegd aan de Gemeentewet dan zijn deze onverkort van toepassing.

1. Over de zuiverheid van de besluitvorming

Artikel 1

Iedere wethouder bewaakt de zuiverheid van de besluitvorming.

2. Regels rondom belangenverstrengeling

Artikel 2

Een wethouder mag zijn invloed en stem niet gebruiken om een persoonlijk belang veilig te stellen of het belang van een ander(e organisatie) bij wie hij een persoonlijke betrokkenheid heeft.

Artikel 2.1

Een wethouder moet actief en uit zichzelf de schijn van belangenverstrengeling tegengaan.

Toelichting:

De wetgever heeft bestuurders (lees wethouders) op vier manieren extra bescherming geboden tegen de verleiding van belangenverstrengeling en tegen de schijn ervan.

  • (1)

    De wetgever verbiedt bestuurders te stemmen over kwesties waar belangenverstrengeling dreigt. Dat zijn kwesties waar de bestuurder zelf een belang bij heeft of kwesties waarbij het gaat om een belang van een persoon of organisatie waarbij de bestuurder persoonlijk betrokken is.

  • (2)

    In een aantal gevallen vindt de wetgever dat die bescherming door het verbod te stemmen niet ver genoeg gaat. In die gevallen verbiedt de wetgever bestuurders expliciet bepaalde

  • welomschreven

    functies te bekleden, rollen te vervullen en (rechts)handelingen uit te voeren. In de artikelen 2.4. en 2.5. van deze gedragscode wordt naar die verboden verwezen. In bijlagen treft u een opsomming aan van deze verboden combinaties.

  • (3)

    De wetgever eist van bestuurders dat zij al hun functies en al hun substantiële financiële belangen bij ondernemingen die zaken doen met de gemeente bekendmaken. Op die manier wordt het voor andere raadsleden, bestuurders, voor fractievoorzitters en partijbestuurders, voor de griffier en de gemeentesecretaris mogelijk een bestuurder te waarschuwen voor de kwesties waarin belangenverstrengeling dreigt.

  • (4)

    De wetgever verbiedt bestuurders gedurende een bepaalde periode na hun zittingstermijn buiten een dienstverband om betaalde werkzaamheden voor de gemeente te verrichten. In Velsen is die periode bepaald op 1 jaar (zie artikel 2.10)

Artikel 2.2

Een wethouder onthoudt zich van deelname aan de stemming als er sprake is van een beslissing waarbij belangenverstrengeling dreigt. Het gaat dan om kwesties waar hij zelf een persoonlijk belang bij heeft of om kwesties waarbij het gaat om een belang van een individu of organisatie waarbij hij een persoonlijke betrokkenheid heeft.

Artikel 2.3

Een wethouder onthoudt zich bij beslissingen waarbij belangenverstrengeling dreigt niet alleen van stemming, maar ook van de beïnvloeding van de besluitvorming in de andere fases van het besluitvormingsproces.

Artikel 2.4

Een wethouder mag bepaalde in de Gemeentewet opgesomde functies niet uitoefenen in combinatie met zijn politieke functie.

Artikel 2.5

Een wethouder mag bepaalde in de Gemeentewet genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan in combinatie met zijn politieke functie.

Artikel 2.6

Een wethouder maakt openbaar welke betaalde en onbetaalde functies hij vervult.

Artikel 2.7

Door de gemeentesecretaris wordt zorg gedragen voor een geactualiseerde openbare lijst met functies van wethouders. Op deze lijst wordt tevens vermeld of de werkzaamheden al dan niet bezoldigd zijn.

Artikel 2.8

Een wethouder doet opgaaf van al zijn substantiële financiële belangen - waaronder aandelen, opties en derivaten - in ondernemingen waarmee de gemeente zaken doet of waarin de gemeente een belang heeft. Deze financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan substantieel financieel belang dient opgegeven te worden.

Artikel 2.9

Door de gemeentesecretaris wordt zorg gedragen voor een geactualiseerde openbare lijst met gemelde financiële belangen van wethouders.

Artikel 2.10

Oud-wethouders worden gedurende 1 jaar na het eind van de zittingstermijn uitgesloten van het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden bij de gemeente.

3. Regels rondom het voorkomen van corruptie

Artikel 3

Een wethouder mag zijn invloed en zijn stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen of diensten die hem zijn gegeven of hem in het vooruitzicht zijn gesteld.

Artikel 3.1

Een wethouder moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan.

Aannemen van geschenken

Toelichting:

Overdreven geschenken kunnen gebruikt worden om de besluitvorming te beïnvloeden. Ze kunnen corrumperen of de aanloop daartoe vormen. Ze kunnen in ieder geval de schijn wekken dat dit het geval is. Het is echter zo dat het weigeren van kleine geschenken

(tot € 50,-) als erg onbeleefd en kwetsend kan worden ervaren door de gever. Vandaar dat er als ondergrens een waarde van € 50,- wordt gehanteerd. Geschenken onder € 50,- worden gezien als incidentele bagatelgeschenken. Dit betekent dat de wethouder deze zelf mag houden. In geval van twijfel bespreekt de wethouder het ontvangen van het geschenk in het college.

Ingeval aan de wethouder een geschenk wordt aangeboden dat specifiek voor de gemeente bedoeld is wordt dit geaccepteerd en besproken in het college. In het college wordt definitief besloten of het geschenk wordt geaccepteerd of teruggestuurd. Als het geschenk wordt geaccepteerd wordt er een gemeentelijke bestemming voor gezocht. Registratie van giften en hun bestemming wordt verzorgd door de gemeentesecretaris.

Artikel 3.2

Een wethouder neemt geen geschenken, die hem uit hoofde van of vanwege zijn functie worden aangeboden, aan die een waarde van € 50,- overschrijden.

Artikel 3.3

Indien een wethouder toch geschenken uit hoofde van zijn functie heeft ontvangen die een waarde van € 50,- overschrijden, dienen deze te worden teruggegeven of teruggestuurd naar de gever onder vermelding van het feit dat wethouders geen geschenken mogen aannemen.

Artikel 3.4

Een wethouder mag een geschenk dat een waarde van € 50,- overstijgt, niet teruggeven of terugsturen, in gevallen waarin het terugsturen de gever ernstig zou kwetsen of bijzonder in verlegenheid zou brengen of als het teruggeven of terugsturen om praktische redenen onwerkbaar is.

Artikel 3.5

Als geschenken om een van de in artikel 3.4 genoemde redenen niet zijn teruggegeven of teruggestuurd, wordt dit gemeld aan de gemeentesecretaris. De geschenken worden dan eigendom van de gemeente en er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. De gemeentesecretaris zorgt voor de registratie van giften en hun bestemming.

Aannemen van faciliteiten en diensten

Toelichting:

Het accepteren van faciliteiten of diensten van derden kan een afhankelijkheid creëren, of een dankbaarheid, die de zuiverheid van het besluitvormingsproces kan aantasten. In ieder geval ontstaat er de schijn van beïnvloeding.

Artikel 3.7

Een wethouder accepteert geen faciliteiten en diensten van derden die hem uit hoofde van of vanwege zijn functie worden aangeboden.

Artikel 3.8

Een wethouder accepteert per uitzondering faciliteiten of diensten van derden als het weigeren ervan het bestuurswerk onmogelijk of onwerkbaar zou maken en de schijn van corruptie minimaal is.

Artikel 3.9

Een wethouder gebruikt faciliteiten of diensten van derden die uit hoofde of vanwege de bestuursfunctie worden aangeboden niet voor privédoeleinden.

Aannemen van lunches, diners en recepties

Toelichting:

De aard van het werk van de wethouder brengt met zich mee dat er regelmatig de verplichting bestaat om lunches, diners en recepties bij te wonen. Alleen indien er sprake is van twijfel over de intentie van de uitnodiging voor de lunch, het diner of de receptie (dat wil zeggen dat er het idee bestaat dat de uitnodigende partij de intentie heeft misbruik te maken van de aanwezigheid van de wethouder) dan dient de uitnodiging als zodanig besproken te worden in het college.

Artikel 3.10

Een wethouder accepteert lunches, diners en recepties die door derden betaald worden alleen als deze voortvloeien uit het normale bestuurswerk van de wethouder. Indien hieraan wordt getwijfeld volgt een bespreking in het college.

Accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken

Toelichting:

De verplichting actief het ontstaan van schijn tegen te gaan, betekent dat het accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken op kosten van derden waar mogelijk moet worden vermeden. Het is zuiverder om deze kosten door de gemeente te laten dragen.

Artikel 3.11

Een wethouder accepteert werkbezoeken waarbij reis- en verblijfkosten door derden betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd te worden besproken door het college van burgemeester en wethouders. De invitatie mag alleen geaccepteerd worden als het bezoek aantoonbaar van groot belang is voor de gemeente en de schijn van corruptie minimaal is. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd verslag gedaan aan de raad.

4 Regels rondom het gebruik van gemeentelijke faciliteiten en middelen

Toelichting:

Wethouders krijgen voor hun bestuurswerk de beschikking over een aantal middelen en voorzieningen van de gemeente. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat deze privé, voor werk elders, of voor de partij worden ingezet.

Artikel 4

Een wethouder maakt geen gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé of partijdoeleinden op andere wijze dan dat wat als betamelijk en algemeen geaccepteerd kan worden beschouwd.

Artikel 4.1

Een wethouder houdt zich aan het beleid dat is vastgesteld voor het gebruik van interne voorzieningen van algemene aard zoals fractiekamers, computerapparatuur met toebehoren, telefoon, fax en dergelijke.

Artikel 4.2

Een wethouder houdt zich aan het beleid dat is vastgesteld met betrekking tot onkostenvergoedingen en declaraties.

5 Regels rondom informatie

Toelichting:

Het handelen van de overheid, wetten, verordeningen en beleid hebben grote invloed op het leven van burgers. Daaruit volgt dat de burger er recht op heeft over het overheidshandelen goed geïnformeerd te worden. De burger is daarenboven de soeverein. Dat betekent dat hij er ook recht op heeft de onderliggende redeneringen en afwegingen te kennen en te weten wie welke positie heeft ingenomen. Dat schept bij elkaar opgeteld de verplichting voor ambtenarij, college en raad de burger nauwkeurig en op tijd op de hoogte te brengen van wat er wordt besproken, besloten en uitgevoerd.

Dat neemt niet weg dat het ook voorkomt dat er informatie rond overheidshandelen niet bekend en verspreid mag worden. Het gaat dan altijd om gevallen waarin het openbaar maken zou leiden tot het schenden van rechten van burgers, tot het onterecht toebrengen van schade aan burger, of schade aan collectieve belangen. Tenslotte speelt ook rond informatie het risico op belangenverstrengeling of corruptie.

Artikel 5

Het college van burgemeester en wethouders en de afzonderlijke leden geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.

Artikel 5.1

Een wethouder betracht maximale openheid als het gaat om beleid en beslissingen en om de beweegredenen daarvoor. Hij handelt in overeenstemming met de Wet openbaarheid van bestuur.

Artikel 5.2

Een wethouder die de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens. Behalve als de wet hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

Artikel 5.3

Een wethouder maakt niet ten eigen bate of ten bate van derden gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

6 Regels rondom de onderlinge omgang en de gang van zaken tijdens de bestuursvergadering

Toelichting:

Onderlinge omgang, ook wel omgangsvormen genoemd, vormen een belangrijk onderdeel van de geldende bestuurscultuur. De bestuurscultuur betreft de opvattingen, waarden en normen van bestuurders die vorm, stijl en inhoud van het handelen bepalen.

De omgangsvormen betreffen die van bestuurders onderling, maar ook die met de raadsleden, met het ambtelijk apparaat en met medebestuurders van andere overheden. Elk raadslid en elke bestuurder is een medemens, medeburger en mede gekozen volksvertegenwoordiger. Op basis daarvan verdient ieder raadslid en iedere bestuurder respect.

Een respectvolle omgang met elkaar maakt het daarnaast beter mogelijk met elkaar tot een werkelijke beraadslaging te komen. Dat is wezenlijk voor een zorgvuldige besluitvorming. Bovendien is de manier waarop men met elkaar omgaat van invloed op de geloofwaardigheid van raadsleden en bestuurders.

Artikel 6

Wethouders gaan respectvol met elkaar om. Wethouders gaan respectvol met de burgemeester om. Wethouders gaan respectvol met de raadsleden om.

Artikel 6.1

Wethouders bejegenen elkaar en de burgemeester correct in woord, gebaar en geschrift. Wethouders bejegenen raadsleden correct in woord, gebaar en geschrift.

Artikel 6.2

Wethouders houden zich tijdens de collegevergadering aan het reglement van orde en volgen de aanwijzingen van de voorzitter op.

Wethouders houden zich tijdens de raadsvergadering aan het reglement van orde en volgen de aanwijzingen van de voorzitter op.

7 Regels rondom de gedragscode zelf

Toelichting:

De raad is het hoogste bestuursorgaan van de gemeente. Derhalve stelt de raad de gedragscode voor de wethouders vast. De bepalingen in de Kieswet, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht blijven geldig. Het college van burgemeester en wethouders waakt over het naleven van de code door de wethouders.

Artikel 7

De raad stelt de gedragscode vast voor de wethouders en de burgemeester.

Artikel 7.1

Het college van burgemeester en wethouders ziet er op toe dat de wethouders de gedragscode voor wethouders naleven.

Artikel 7.2 Citeerbepaling

Deze gedragscode wordt aangehaald als Gedragscode voor de wethouders van de gemeente Velsen

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 mei 2013.

Bijlagen

1 Verrekening neveninkomsten politieke ambtsdragers

Bijlagen

2 Specifiek uitgesloten combinaties van functies

Bijlagen

3 Regels omtrent gebruik van gemeentekije voorzieningen vergoedingen en declaraties

Bijlagen

4 Specifiek verboden overeenkomste handelingen

Bijlagen

5 Verwijzingen naar de Wet per gedragscode artikel