Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727995
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727995/1
Verordening toeristenbelasting 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening toeristenbelasting 2025De raad van de gemeente Lochem;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2024;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
B E S L U I T :
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2025.
Artikel 1 Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
hotel: een bedrijfsmatig geëxploiteerde accommodatie, niet zijnde een woning, met slaapplaatsen voor logiesverstrekking in overwegend, maar niet uitsluitend, een- en tweepersoonskamers tegen betaalde boeking per nacht of nachten, en waaronder mede worden begrepen pensions, hostels en appartementen met hoteldienstverlening.
- b.
kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, onderdeel a, Omgevingswet is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf. Stacaravans, vakantiewoningen, tiny houses, lodges, chalets en soortgelijke onderkomens vallen niet onder het begrip kampeermiddel.
- c.
kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen of stacaravans.
- d.
vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van eenzelfde kampeermiddel of stacaravan, gebruikt door dezelfde perso(o)n(en), gedurende een periode zoals aangegeven in artikel 6.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
Artikel 3 Belastingplicht
- 1.
Belastingplichtig is de persoon die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.
- 2.
De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op de persoon die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.
- 3.
Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is de persoon belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.
Artikel 4 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
- a.
van de persoon die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 4 van de Wet toetreding zorgaanbieders;
- b.
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 2, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;
- c.
van de persoon die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting verschuldigd is.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
- 1.
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten dat zij verblijf houden.
- 2.
In afwijking van het eerste lid kan, op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige, het aantal overnachtingen voor het houden van verblijf in een kampeermiddel of stacaravan op een vaste standplaats forfaitair worden vastgesteld.
Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
- 1.
Bij de forfaitaire vaststelling wordt het aantal overnachtingen gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten, overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid.
- 2.
Bij de forfaitaire berekening wordt per standplaats:
het aantal overnachtende personen gesteld op:
het aantal nachten gesteld op:
als een kampeermiddel in het belastingjaar geschikt is voor gebruik of alleen mag worden gebruikt gedurende:
meer dan
maar niet meer dan
1°
2,5 personen
60 nachten
-
9 maanden
2°
2,3 personen
80 nachten
9 maanden
12 maanden
Artikel 7 Belastingtarief
Het tarief bedraagt per overnachting:
- a.
in een kampeermiddel € 1,05;
- b.
in een hotel € 2,75;
- c.
in overige gevallen € 1,45.
Artikel 8 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 9 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 10 Aanslaggrens
Een belastingaanslag wordt niet opgelegd als er minder dan tien overnachtingen zijn geweest in het belastingjaar.
Artikel 11 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
- 2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, als het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,-, maar minder dan € 10.000,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is verwerkt en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
- 3.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 12 Aanmeldingsplicht
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, moet, voordat hij voor de eerste maal gelegenheid tot overnachten verschaft, dit schriftelijk melden aan de aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 232 vierde lid, onderdeelen a, van de Gemeentewet.
Artikel 13 Aangifte
- 1.
In afwijking van artikel 237, eerste lid, van de Gemeentewet geschiedt het uitnodigen tot het doen van aangifte door het uitreiken of toezenden van een aangiftebrief waaruit blijkt de wijze van het doen van aangifte, een omschrijving van de gevraagde gegevens of bescheiden en de termijn waarbinnen aangifte moet worden gedaan.
- 2.
In afwijking van artikel 237, tweede lid, van de Gemeentewet wordt aangifte gedaan door het op de in de aangiftebrief aangegeven wijze, inleveren of toezenden van de gevraagde gegevens of bescheiden.
- 3.
De aangiftebrief kan langs elektronische weg verzonden worden.
Artikel 14 Overgangsrecht
De 'Verordening toeristenbelasting 2024' vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Lochem op 27 november 2023, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 15 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 16 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening toeristenbelasting 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lochem op 25 november 2024.
De griffier,
P. de Boer
De voorzitter,
S.W. van ‘t Erve
Toelichting Verordening toeristenbelasting 2025
Hieronder worden de wijzigingen ten opzichte van de vorige verordening toegelicht.
Artikel 1 Definities
De definitie van kampeermiddel is aangepast, naar VNG-model en aangevuld met een bepaling wat er niet onder valt. Daarmee is beoogd meer duidelijkheid te verschaffen, ook gelet op de ontwikkelingen die plaatsvinden op de diverse vakantieparken. Met kampeermiddelen gaat het om 'traditioneel' kamperen en niet om overnachten in huisjes/chalets/lodges of hoe deze ook worden aangeduid. Het betreft geen inhoudelijke wijziging, maar een voortzetting van de huidige praktijk. Het verblijf in de vaste onderkomens als lodges, chalets en dergelijke is niet goed vergelijkbaar met kamperen. De tarieven voor een dergelijk verblijf liggen ook beduidend hoger.
De definitie van standplaats is aangevuld met de tekst ‘gebruikt door dezelfde perso(o)n(en) gedurende een periode zoals aangegeven in art. 6. Dat is gedaan om te voorkomen dat een verhuurtent/caravan e.d. ook onder dit begrip zou vallen. Daarvoor is het forfait niet bedoeld, omdat bij verhuursituaties het aantal overnachtingen bekend is bij de ondernemer. Verder is de stacaravan apart benoemd. Er zijn nog situaties waarin mensen een eigen stacaravan hebben op een vaste standplaats. Deze vallen traditioneel wel onder 'kamperen' en dus in het lage tarief. Het verschil met chalets e.d. is dat deze voor de verhuur bestemd zijn en een stacaravan op een vaste plek niet. Vaak zijn de prijzen die aan de recreatieondernemer moeten worden betaald ook een stuk hoger voor huuraccommodaties dan voor een eigen stacaravan. Deze vorm van recreeëren kan daardoor niet goed vergeleken worden met het verblijven in huurchalets e.d..
De definities van woning, particulier en particulier verhuurde woning zijn geschrapt, omdat deze verder niet worden gebruikt.
Verder is een definitie van hotel opgenomen, naar het model van de gemeente Amsterdam. Van bedrijfsmatige exploitatie is alleen sprake wanneer met een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid aan het maatschappelijk productieproces wordt deelgenomen met het oogmerk om daarmede winst te behalen. (o.a. HR 08-04-2011, ECLI:NL:PHR:2011:BP1489, m.nt. R.J. de Vries). Door deze definitie is er bijvoorbeeld onderscheid tussen hotels en (particulier) bed&breakfasts. Die laatste categorie zal (veelal) als nevenactiviteit bij een woning plaatsvinden. Daar is in de regel echter geen sprake van bedrijfsmatige exploitatie. B&B's vallen daarmee normaliter onder het 'overige' tarief. Als er wel sprake is van bedrijfsmatige exploitatie van een B&B, dan valt deze onder het hoteltarief.
De sterrenclassificatie voor hotels bestaat al jaren niet meer in de vorm waarin dat in het verleden zo was. Nog maar 25% van de hotels is aangesloten bij de nieuwe soort. Het is daardoor niet goed mogelijk om een sluitend systeem te krijgen waarin hotels op basis van sterren worden ingedeeld. In de praktijk doen zich discussies hierover voor. Dat leidt tot onzekerheid bij belastingplichtigen, maar ook tot onzekerheid omtrent de opbrengst. Om deze onzekerheid en onduidelijkheid te voorkomen is voortaan het onderscheid in tarieven geschrapt. Daarmee is ook de definitie overbodig geworden.
Artikel 4 Vrijstellingen
Er is een vrijstelling opgenomen voor mensen die voor hetzelfde verblijf al forensenbelasting verschuldigd zijn. In de praktijk werd daarvoor al geen toeristenbelasting geheven, maar formeel was dat nog niet goed geregeld.
Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze
Het 3e lid vervalt. Dat is niet (meer) nodig, omdat de definitie van vaste standplaats is gewijzigd. De twee tabellen zijn nu in één tabel ondergebracht.
Artikel 8 Tarieven
Na hotel is 'of ander onderkomen' geschrapt. Dat leidde tot onduidelijkheid. In feite leidde deze bepaling ertoe dat iets altijd onder 'ander onderkomen' viel, waardoor formeel het 'overige' tarief niet geheven kon worden. Met de definitie van hotel in artikel 1 is duidelijk gemaakt welke soorten accommodaties hieronder vallen. Met het vervallen van de sterrenclassificatie is er nog maar één tarief voor hotels. Gekozen is om het hoge tarief te handhaven. Er waren maar twee ondernemers die onder de 1 en 2 sterrenclassificatie vielen. Deze gaan bij elkaar in totaal naar verwachting ongeveer € 3.000 extra aan toeristenbelasting betalen. Overigens betekent dat geen lastenverzwaring voor de ondernemers zelf. Ondernemers berekenen het tarief namelijk door in hun overnachtingsprijs. Het effect van een (hoger) tarief toeristenbelasting op het gedrag van de consument lijkt gering. Voor Lochem is geen specifiek onderzoek bekend. Onderzoek van de gemeente Amsterdam geeft hierover echter wel een indicatie. (Het effect van toeristenbelasting op overnachtingen en belastinginkomsten in de gemeente Amsterdam, 30 maart 2023, Significant APE).
Artikel 11 Termijnen van betaling
Deze zijn geharmoniseerd binnen Tribuutverband. Regulier is er nu één betaaltermijn van één maand. Een ondernemer kan er ook voor kiezen om de belasting via automatische incasso te betalen. Dan heeft hij 3 termijnen van 1 maand. Ondernemers innen de toeristenbelasting al in de loop van het jaar bij hun gasten. Pas een aantal maanden na afloop van het jaar ontvangen ze een belastingaanslag. Als ondernemers het geld dat ze innen afzonderen en niet voor andere zaken gebruiken, is er geen reden om extra betaaltermijnen te hanteren. De praktijk laat evenwel zien dat ondernemers soms toch andere keuzes maken. Om te voorkomen dat er in het invorderingstraject veel contacten zijn over betalingsregelingen is de automatische incassomogelijkheid opgenomen. Feitelijk hebben ondernemers daarmee een vergelijkbare mogelijkheid tot spreiding dan ze nu ook hadden.
Artikel 12 Aanmeldplicht
De praktijkervaring is dat de verplichting om je als nieuwe ondernemer aan te melden niet veel nieuwe belastingplichtigen oplevert. Het artikel is blijven staan, zij het aangepast. Voorheen moest elke ondernemer zich jaarlijks opnieuw aanmelden (omdat er elk jaar een nieuwe verordening wordt vastgesteld). Die overbodige regelgeving is geschrapt.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl