Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727994
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727994/1
Verordening parkeerbelasting 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening parkeerbelasting 2025De raad van de gemeente Lochem;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2024;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 2013;
B E S L U I T :
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelasting 2025.
Artikel 1 Definities
Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet als gevolg van een wettelijk voorschrift is verboden;
- b.
motorvoertuigen: wat daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990;
- c.
vergunning: een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren zoals geregeld en beschreven in de Parkeerverordening 2013.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam parkeerbelasting wordt een belasting geheven voor een vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.
Artikel 3 Belastingplicht
De belasting wordt geheven van de persoon aan wie de vergunning is verleend.
Artikel 4 Belastingtarief
Het tarief bedraagt voor:
- a.
een bewonersvergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder a, en lid 3, onder c, van de Parkeerverordening 2013, per jaar € 77,80;
- b.
een zakelijke vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder b, van de Parkeerverordening 2013, per jaar € 180,50;
- c.
een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 4, van de Parkeerverordening 2013, per dag € 9,50.
Artikel 5 Wijze van heffing
De belasting wordt geheven door middel van een mondelinge of gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld
De belasting is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.
Artikel 7 Termijn van betaling
- 1.
De belasting moet worden betaald op het moment van het doen van de mondelinge kennisgeving.
- 2.
Als de vergunning wordt toegezonden, moet de belasting worden voldaan binnen een maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving van het verschuldigde bedrag.
Artikel 8 Ontheffing van parkeerbelasting
- 1.
Als de belasting is voldaan voor een tijdvak van langer dan één kalendermaand en die vergunning vóór het verstrijken van dat tijdvak wordt ingetrokken, wordt ontheffing verleend over het aantal nog niet ingetreden volle kalendermaanden van dat tijdvak. Deze ontheffing wordt niet eerder verleend dan nadat de beschikking van het college van burgemeester en wethouders, waarbij de vergunning wordt ingetrokken, onherroepelijk is komen vast te staan.
- 2.
Als de belasting is voldaan voor een tijdvak van langer dan één kalendermaand en de belastingplichtige, als gevolg van door of met medewerking van het gemeentebestuur getroffen maatregelen, gedurende één of meer in dat tijdvak vallende kalendermaanden niet kan parkeren op een plaats waarop zijn vergunning betrekking heeft, wordt op verzoek ontheffing verleend over het aantal volle kalendermaanden, gedurende welke de belastingplichtige niet heeft kunnen parkeren.
Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant;
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet al bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
De 'Verordening parkeerbelastingen 2024’ vastgesteld door de raad van Lochem op 27 november 2023 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 12 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening parkeerbelasting 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lochem op 25 november 2024.
De griffier,
P. de Boer
De voorzitter,
S.W. van ‘t Erve
Toelichting Verordening parkeerbelasting 2025
Hieronder worden de wijzigingen ten opzichte van de vorige verordening toegelicht.
Artikel 1 Definities
Er is een definitie van vergunning opgenomen, omdat daar in de verordening regelmatig naar verwezen wordt. Door het opnemen van een definitie, is die verwijzing niet telkens nodig. Dat verbetert de leesbaarheid. Die verwijzingen - (als) bedoeld in artikel 2 - zijn dus op diverse plaatsen in de verordening geschrapt.
Artikel 2 Belastbaar feit
De redactie is iets gewijzigd, zodat duidelijk is dat een parkeerbelasting wordt geheven. Inhoudelijk is dit geen wijziging.
Artikel 3 Belastingplicht
Hier stond dat de belasting wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd. De belasting wordt echter geheven voor het verlenen van de vergunning, niet voor het aanvragen. Dit komt ook terug in artikel 6. Dit is gewijzigd in heffing van de persoon aan wie de vergunning is verleend. Normaliter zal dat dezelfde zijn als de aanvrager.
Artikel 5 Wijze van heffing
Hier werd alleen een gedagtekende kennisgeving genoemd. Een mondelinge kennisgeving kun je niet dagtekenen, dus dat moet schriftelijk zijn. Omdat in artikel 7, lid 1, wordt bepaald dat de belasting moet worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verstrekt, ziet dat ook op gevallen waarin deze aan de balie wordt uitgereikt. In die gevallen wordt iemand mondeling meegedeeld wat hij moet betalen. Daarom is de mondelinge heffing hier nu ook opgenomen.
Artikel 7, lid 2 Termijn van betaling
Er stond dat de verschuldigde bedragen voorafgaand aan de verzending van de vergunning moeten worden voldaan, docht uiterlijk binnen een maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving. Gelet op het feit dat de belastingschuld pas ontstaat op het moment van verlenen van de vergunning, kun je niet wachten met het toezenden ervan en eerst betaling verlangen. Die betaling is dan namelijk nog niet verschuldigd. De tekst is daarom aangepast, waarbij is bepaald dat de belasting binnen een maand moet worden voldaan na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.
Artikel 8 (nieuw) Ontheffing
Er stond nu een zinsnede: andere dan die bedoeld in het eerste lid. Die verwijzing is onduidelijk, er zijn namelijk geen maatregelen genoemd in het eerste lid. Het gaat hier om het regelen van een ontheffing als er niet gebruik gemaakt kan worden van de vergunning (er kan niet geparkeerd worden) als gevolg maatregelen door het gemeentebestuur. Die zinsnede is geschrapt omdat die niks toevoegt, behalve onduidelijkheid.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl