Besluit van de raad van de gemeente Amstelveen tot vaststelling van de Verordening Aansluiting Riolering Amstelveen 2023

Geldend van 05-03-2024 t/m heden

Intitulé

Besluit van de raad van de gemeente Amstelveen tot vaststelling van de Verordening Aansluiting Riolering Amstelveen 2023

Zaaknummer: Z23-074802

De raad van de gemeente Amstelveen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 februari 2024;

gelet op artikel 149 b van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de:

Verordening Aansluiting Riolering Amstelveen 2023

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    rioolaansluitleiding: rioolleiding tussen een gemeentelijke voorziening voor het beheer van afvalwater en het gebouw waar afvalwater vrijkomt;

  • b.

    voorziening voor het beheer van afvalwater: openbaar vuilwaterriool, openbaar hemelwaterstelsel, openbaar ontwateringstelsel, andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater of zuiveringsvoorziening;

  • c.

    particuliere rioolaansluitleiding: deel van de rioolaansluitleiding dat volgens artikel 9 in particulier eigendom is;

  • d.

    gemeentelijke rioolaansluitleiding: deel van de rioolaansluitleiding dat volgens artikel 9 in eigendom bij de gemeente is;

  • e.

    spiegelpeil: waterniveau in de riolering bij droogweerafvoer;

  • f.

    aansluitpunt: de overgang van een particuliere rioolaansluitleiding op een gemeentelijke rioolaansluitleiding;

  • g.

    bedrijfsafvalwater: afvalwater dat geproduceerd wordt tijdens bedrijfsmatige processen;

  • h.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen;

  • i.

    droogweerafvoer: afvalwater tijdens droogweersituatie, dus zonder neerslagwater;

  • j.

    drukriool: openbaar riool waarbij door middel van pompinstallaties afvalwater wordt verpompt via een persleiding;

  • k.

    gebruiker: de perceeleigenaar, de zakelijk gerechtigde van het perceel of de huurder van het perceel die gebruik maakt van de rioolaansluiting;

  • l.

    minigemaal: een pompinstallatie om huishoudelijk afvalwater weg te pompen over een persleiding;

  • m.

    rechthebbende:

    • i.

      de eigenaar of zakelijk gerechtigde van het perceel ten behoeve waarvan de rioolaansluiting wordt gerealiseerd en in stand gehouden;

    • ii.

      de rechtverkrijgende onder algemene of bijzondere titel van de onder I. bedoelde personen;

    • iii.

      de vereniging van eigenaren in geval een appartementencomplex een of meerdere gedeelde aansluitleidingen heeft;

  • n.

    verhang: een relatief hoogteverschil;

  • o.

    vrij verval riolering: riolering dat afvalwater afvloeit door stroming welke ontstaat door de riolering onder verhang aan te brengen.

Artikel 2 Normadressaat

Aan de regels in deze verordening wordt voldaan door degene die de activiteit verricht en door de eigenaar van de gronden waarop de activiteit wordt verricht, tenzij anders is bepaald. Diegenen dragen zorg voor de naleving van de regels over de activiteit.

Hoofdstuk 2 Aanleg, instandhouding en verwijdering van een rioolaansluiting

Artikel 3 Oogmerken

De regels in dit hoofdstuk zijn gesteld met het oog op het beschermen van:

  • a.

    de gezondheid;

  • b.

    het milieu; en

  • c.

    de doelmatige werking van de voorzieningen voor het beheer van afvalwater.

Artikel 4 Specifieke zorgplicht

  • 1.

    Degene die een particuliere rioolaansluitleiding aanlegt of wijzigt en weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat die activiteit nadelige gevolgen kan hebben voor de belangen, bedoeld in artikel 3, is verplicht:

    • a.

      alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van diegene kunnen worden gevraagd om die gevolgen te voorkomen;

    • b.

      voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen: die gevolgen zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken; en

    • c.

      als die gevolgen onvoldoende kunnen worden beperkt: die activiteit achterwege te laten voor zover dat redelijkerwijs van diegene kan worden gevraagd.

  • 2.

    Deze plicht houdt in ieder geval in dat:

    • a.

      bij sloopwerkzaamheden of andere werkzaamheden op het perceel dat is aangesloten op de voorziening voor het beheer van afvalwater verzanding wordt voorkomen; en

    • b.

      de doelmatige werking van de rioolaansluitleiding, naburige aansluitingen en de voorzieningen voor het beheer van afvalwater worden beschermd.

Artikel 5 Algemene regels

  • 1.

    De hoogteligging van het aansluitpunt (binnenonderkant buis) is niet lager dan de bovenzijde van de voorziening voor het beheer van afvalwater, vermeerderd met 200 mm plus de benodigde hoogte voor het afschot van de rioolaansluitleiding.

  • 2.

    De rioolaansluitleiding wordt niet aangelegd als samengevoegde voorziening van hemel- en afvalwater.

  • 3.

    De rioolaansluitleiding is bij nieuwbouw geen gecombineerde rioolaansluiting van meer dan één woning of bedrijf, tenzij het pand dezelfde gebruiksfunctie heeft en de woningen of bedrijven zich recht boven elkaar bevinden.

  • 4.

    Als de gevel op de eigendomsgrens staat, wordt het ontstoppingsstuk of de controleput direct buiten de gevel op openbaar terrein geplaatst.

  • 5.

    Bij een vrij verval riolering wordt voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater of bedrijfsafvalwater een bruine leiding gebruikt en voor de regenwaterafvoer een grijze leiding.

  • 6.

    Bij een drukriolering wordt gebruikt gemaakt van een bruine aansluitleiding.

Artikel 6 Meldingplicht aanleg of wijziging rioolaansluitleiding

  • 1.

    Het is verboden een rioolaansluitleiding tot stand te brengen of te wijzigen zonder dit ten minste 6 weken voor het begin ervan te melden.

  • 2.

    Een melding wordt ingediend door middel van een daartoe bestemd formulier bij de gemeente Amstelveen, ter attentie van afdeling CBT-R.

  • 3.

    Een melding bevat:

    • a.

      de naam en het adres van de rechthebbende;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de ligging van de aan te sluiten woning aan de hand van straat en huisnummer of, indien nog geen huisnummer is toegekend, aan de hand van het kadastraal nummer van het betreffende perceel aangegeven op een situatieschets 1:500 of grotere schaal;

    • d.

      voor zover het lozing van bedrijfsafvalwater betreft: de aard en de hoeveelheid van de af te voeren vloeistoffen, waarbij wordt aangegeven of niet verontreinigd water (waaronder regen- of koelwater) of verontreinigd water (waaronder industrieel afvalwater) zal worden afgevoerd;

    • e.

      voor zover het lozing van huishoudelijk afvalwater betreft: of er huishoudelijk afvalwater of hemel- en/of drainagewater zal worden afgevoerd;

    • f.

      een tekening op schaal 1:200 van de aan te sluiten of te wijzigen particuliere rioolaansluitleiding met ten minste de volgende gegevens:

      • i.

        het leidingverloop;

      • ii.

        maatvoering in meters ten opzichte van een hoek van de voorgevel van de woning;

      • iii.

        te gebruiken materialen en dimensionering;

      • iv.

        de hoogteligging;

      • v.

        duidelijk verschil in aanduiding tussen de droogweer- en hemelwaterafvoerleidingen; en

      • vi.

        een legenda;

    • g.

      als afvalwater via een gemaal wordt geloosd op het gemeentelijk stelsel tenminste de volgende gegevens:

      • i.

        de capaciteit van de pompen in het gemaal dat op het gemeentelijk stelsel loost;

      • ii.

        indien naast afvalwater ook hemelwater wordt geloosd, de hoeveelheid verhard oppervlak dat loost via het gemaal; en

      • iii.

        als het een tijdelijke lozing betreft van een bronnering: het debiet van de lozing in m3/h en de start- en einddatum van de lozing.

  • 4.

    Indien de gegevens, bedoeld in het derde lid, reeds zijn vastgelegd in de voor het perceel afgegeven omgevingsvergunning, kan bij het doen van de melding voor dit perceel worden volstaan met het overleggen van een kopie van deze vergunning.

  • 5.

    In geval van sloop en herbouw, waarbij het pand van rechthebbende of functie verandert, wordt een melding gedaan.

Artikel 7 Informatieplicht beëindiging rioolaansluitleiding

Als het gebruik van een rioolaansluitleiding definitief wordt beëindigd, wordt het college hierover uiterlijk 4 weken na beëindiging geïnformeerd.

Artikel 8 Maatwerkvoorschriften

  • 1.

    Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 4 en 5.

  • 2.

    Maatwerkvoorschriften kunnen in ieder geval worden gesteld over:

    • a.

      het tot stand brengen van de rioolaansluitleiding;

    • b.

      het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de rioolaansluitleiding;

    • c.

      sloopwerkzaamheden op het perceel van de rechthebbende; en

    • d.

      de maximale pompcapaciteit van de pomp in het gemaal als voor het aansluitpunt een gemaal is opgenomen om het afvalwater te kunnen lozen op de voorziening voor het beheer van afvalwater.

Hoofdstuk 3 Eigendom en beheer rioolaansluitleidingen

Artikel 9 Eigendom rioolaansluitleiding

  • 1.

    De grens tussen het gemeentelijke eigendom en het particuliere eigendom van een rioolaansluitleiding ligt ter plaatse van de perceelgrens.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, ligt de grens:

    • a.

      bij een gebouw met de gevel op de perceelgrens, een halve meter uit de perceelgrens;

    • b.

      bij een gemeentelijk vrij verval riool gelegen op privaat terrein, bij de opzetter op het riool; en

    • c.

      bij een drukriolering ter plaatse van de aansluiting op de pompput van het drukrioleringsgemaal.

Artikel 10 Beheer, Onderhoud, Renovatie en Vervanging

  • 1.

    Het beheer en onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van de gemeentelijke rioolaansluitleiding wordt uitgevoerd door of namens het college en zijn voor rekening van het college, tenzij het werkzaamheden betreft als gevolg van onjuist gebruik van de particuliere rioolaansluitleiding.

  • 2.

    Het beheer en onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van drukriolering, waaronder de persleiding en het minigemaal op privaat terrein, worden uitgevoerd door of namens het college en is voor rekening van het college, tenzij het werkzaamheden betreft als gevolg van onjuist gebruik van de particuliere rioolaansluitleiding, in welke de kosten voor rekening van de rechthebbende zijn.

  • 3.

    Onder onjuist gebruik wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      het via de rioolaansluiting lozen van stoffen die, vanwege hun aard en samenstelling, verstoppingen in de rioolaansluitleiding of de voorzieningen voor het beheer van afvalwater kunnen veroorzaken;

    • b.

      het via de rioolaansluiting lozen van stoffen die, door hun aard of concentratie, de constructie van de rioolaansluitleiding of de voorzieningen voor het beheer van afvalwater aantasten;

    • c.

      onjuiste lozingen op een niet daarvoor bedoelde voorziening voor het beheer van afvalwater; en

    • d.

      het lozen van hemel- of grondwater op een minigemaal.

  • 4.

    De kosten voor het onderhoud van de particuliere rioolaansluitleiding komen voor rekening van de rechthebbende, tenzij het aannemelijk is dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt door het niet goed functioneren van de voorzieningen voor het beheer van afvalwater. Bij aansluitingen die beneden het spiegelpeil liggen, zijn de kosten in ieder geval voor rekening van de rechthebbende.

  • 5.

    Onder renovatie wordt ook verstaan het aanpassen van de rioolaansluitleiding als gevolg van een wijziging van een gemeentelijke voorziening voor het beheer van afvalwater.

Artikel 11 Verstopping of andere storing

  • 1.

    Bij een verstopping of een andere storing onderzoekt de eigenaar of gebruiker of het een probleem in de particuliere rioolaansluitleiding of in de gemeentelijke rioolaansluitleiding betreft.

  • 2.

    Als na het onderzoek ter uitvoering van het eerste lid wordt vermoed dat sprake is van een verstopping of andere storing in de gemeentelijke rioolaansluitleiding, neemt de eigenaar of gebruiker contact op met de gemeente voor het verrichten van de noodzakelijke werkzaamheden. De eigenaar of gebruiker zorgt ervoor dat de ontstoppingsvoorziening zonder graafwerk toegankelijk is voor het college.

  • 3.

    Als een verstopping of andere storing in de gemeentelijke rioolaansluitleiding te wijten is aan een onjuist gebruik of verzakking van de particuliere rioolaansluitleiding, kunnen de kosten van de door het college te verrichten werkzaamheden voor rekening komen van de rechthebbende.

  • 4.

    Als door of namens de eigenaar of gebruiker zonder expliciete voorafgaande toestemming van de gemeente werkzaamheden worden verricht, zijn de kosten daarvan voor rekening van de eigenaar of gebruiker.

  • 5.

    Als na het onderzoek ter uitvoering van het eerste lid blijkt dat er sprake is van een verstopping of storing in de particuliere rioolaansluitleiding, zorgt de rechthebbende of gebruiker ervoor dat deze wordt verholpen. De kosten daarvan zijn voor rekening van de rechthebbende of gebruiker.

  • 6.

    Als een storing aan de rioolaansluiting gelegen is in de gemeentelijke rioolaansluitleiding en niet veroorzaakt wordt door foutief gebruik van de rechthebbende, worden de kosten van het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, vergoed door het college.

Hoofdstuk 4 Strafbepalingen en toezicht

Artikel 12 Sancties

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en de daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt, voor zover daarin niet is voorzien bij het Wetboek van Strafrecht of de Wet op de economische delicten, gestraft met een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 13 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening gesteld zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen of groep personen.

Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 14 Overgangsrecht

  • 1.

    Een melding van het tot stand brengen of wijzigen van een rioolaansluitleiding die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening is ingediend, wordt gelijkgesteld met een melding op grond van deze verordening.

  • 2.

    Op rioolaansluitleidingen die op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening krachtens de tot dan geldende wetgeving en voorschriften tot stand zijn gebracht, zijn artikel 4 en de bepalingen van hoofdstuk 3 van deze verordening van toepassing.

  • 3.

    Bij strijd van bepalingen in deze verordening en bepalingen in een overeenkomst tussen het college en de rechthebbende, prevaleert het bepaalde in die overeenkomst.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking een dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Alle eerdere rioolaansluitverordeningen vervallen met de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Aansluitverordening Riolering Amstelveen 2023.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 februari 2024.

De griffier,

Debby de Heus

De voorzitter,

Tjapko Poppens