Subsidieregeling voor Bewonersinitiatieven en wijkplatforms

Geldend van 27-02-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling voor Bewonersinitiatieven en wijkplatforms

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,

overwegende dat het gewenst is subsidie te verstrekken voor bewonersinitiatieven in de gemeente Haarlem;

de gemeenteraad op 21 december 2023 het Beleidskader wijkplatforms heeft vastgesteld (2023/1894457);

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Haarlem 2021;

BESLUIT: vast te stellen de Subsidieregeling voor Bewonersinitiatieven en wijkplatforms.

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze subsidieregeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      Algemene subsidieverordening (ASV): de geldende Algemene subsidieverordening gemeente Haarlem;

    • b.

      College: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Haarlem;

    • c.

      Gemeente: de gemeente Haarlem;

    • d.

      Deelplafond: het voor enig jaar geldende subsidieplafond als bedoeld in artikel 4:26, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;

    • e.

      (Bewoners)initiatief: een initiatief uit de stad dat bijdraagt aan de leefbaarheid, de sociale samenhang, de veiligheid, vergroening of de kwaliteit van de straat, buurt of wijk;

    • f.

      Initiatiefnemer(s): een natuurlijk persoon, een wijkplatform of een organisatie zoals een vereniging of stichting die zelf een initiatief aandragen of één of meerdere bewoners hierin vertegenwoordigen;

    • g.

      Initiatiefraad: groep die het college adviseert over aanvragen voor bewonersinitiatieven, bestaande uit 5 Haarlemse inwoners (1 bewoner uit elk gebied), ondersteund door een ambtenaar van de gemeente Haarlem;

    • h.

      Wijkplatform: een wijkplatform zoals bedoeld in het Beleidskader Wijkplatforms, vastgesteld op 21 december 2023;

    • i.

      Gebied: een van de vijf stadsdelen in Haarlem, namelijk Centrum, Noord, Oost, Schalkwijk en Zuid-West.

  • 2. Voor zover in deze subsidieregeling begrippen worden gebruikt die niet nader worden omschreven, hebben deze begrippen dezelfde betekenis als in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene subsidieverordening.

Artikel 2. Afstemming Algemene subsidieverordening Haarlem

Voor zover in deze subsidieregeling daarvan niet wordt afgeweken, is de geldende Algemene subsidieverordening van de gemeente Haarlem van toepassing.

Artikel 3. Doelstelling

Deze subsidieregeling regelt de subsidiëring van (bewoners)initiatieven en voor wijkplatforms.

Artikel 4. Subsidieplafond

  • 1. Het college stelt een subsidieplafond vast voor de uitvoering van deze regeling. Dit subsidieplafond geldt voor het tijdvak 1 januari t/m 31 december van ieder kalenderjaar.

  • 2. Het subsidieplafond bedraagt voor het jaar 2024 €517.894 en is onderverdeeld in twee deelplafonds:

    • a.

      Voor de subsidiëring van (bewoners)initiatieven zoals bedoeld in hoofdstuk 2 van deze subsidieregeling, is € 271.450 beschikbaar;

    • b.

      Voor de subsidiëring van wijkplatforms zoals bedoeld in hoofdstuk 3 van deze subsidieregeling, is € 246.440 beschikbaar.

  • 3. Het subsidieplafond wordt daarna jaarlijks geïndexeerd met het door de gemeenteraad bij de begroting vastgestelde indexeringspercentage voor subsidies.

  • 4. Indien het subsidieplafond uit lid 2b (subsidies wijkplatforms) op 1 oktober van het lopende jaar nog niet is bereikt, wordt het restant van het subsidieplafond voor dat jaar ingezet voor de subsidiëring van (bewoners)initiatieven zoals bedoeld in hoofdstuk 2 van deze subsidieregeling, met inachtneming van lopende aanvragen van wijkplatforms waar nog niet op is besloten.

HOOFDSTUK 2 SUBSIDIE VOOR (BEWONERS)INITIATIEVEN

Artikel 5. De Initiatiefraad

  • 1. Het college stelt voor de advisering over (bewoners)initiatieven een Initiatiefraad in.

  • 2. De Initiatiefraad bestaat uit vijf Haarlemse inwoners (deelnemers) en één ondersteunende ambtenaar. Eén van de vijf leden fungeert als voorzitter. De ambtenaar fungeert als secretaris en heeft geen stem in besluitvorming toekenning gelden. De vijf Haarlemse inwoners komen ieder uit een ander gebied.

  • 3. Deelnemers van de Initiatiefraad hebben hierin maximaal 2 jaar zitting.

  • 4. Het college is bevoegd om nieuwe leden in de Initiatiefraad te benoemen en te ontslaan en doet, wanneer nodig, een openbare aankondiging om nieuwe leden te werven. Alle inwoners van Haarlem, van 16 jaar en ouder, uit het betreffende gebied mogen zich aanmelden voor een plek in de Initiatiefraad. Bij een groter aantal geïnteresseerden dan plekken, wordt geloot. Tevens worden (indien mogelijk) twee reserveleden via loting uitgekozen voor het geval een lid langdurig niet aanwezig is of een lid voortijdig uit de Initiatiefraad stapt.

  • 5. Bewoners nemen vrijwillig, zonder financiële vergoeding, zitting in de Initiatiefraad.

  • 6. Het college legt de aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie, met uitzondering van de aanvragen benoemd in lid 9, voor advies voor aan de Initiatiefraad.

  • 7. De Initiatiefraad beoordeelt ingediende aanvragen aan de hand van de criteria als genoemd in Artikel 116 en brengt hierover uiterlijk binnen 5 weken na ontvangst van een volledige aanvraag advies uit aan het college. Op basis van dit advies kan het college aanvragen geheel of gedeeltelijk toewijzen of geheel of gedeeltelijk afwijzen.

  • 8. De Initiatiefraad besluit bij meerderheid van stemmen, er dienen minimaal 3 leden aanwezig te zijn. Als één van de leden van de Initiatiefraad belang heeft bij een aanvraag onthoudt diegene zich van stemming en verlaat tijdens de behandeling van de aanvraag het overleg.

  • 9. Het college besluit op subsidies voor sociale activiteiten (artikel 9 lid 2 en 3) zonder tussenkomst/advies van de Initiatiefraad. De Initiatiefraad wordt hierover achteraf geïnformeerd.

Artikel 6. Subsidiabele activiteiten (bewoners)initiatieven

  • 1. Het college kan subsidie verstrekken voor (bewoners)initiatieven die substantieel bijdragen aan de leefbaarheid, de sociale samenhang, de veiligheid, vergroening of de kwaliteit van de straat, buurt of wijk waaronder in elk geval begrepen:

    • a.

      Kleine fysieke aanpassingen in de openbare ruimte, die enige urgentie hebben en niet uit andere gelden kunnen worden gefinancierd;

    • b.

      Verbetering van de leefbaarheid in de wijk (zoals veiligheid, schoonmaak, samenwerking);

    • c.

      Sociale activiteiten.

  • 2. De activiteiten dienen te voldoen aan het volgende:

    • a.

      Er moet sprake zijn van een actieve bijdrage van de bewoners/initiatiefnemers voor de buurt of van interactiviteit tussen bewoners;

    • b.

      Het initiatief moet vrij toegankelijk zijn voor iedereen afkomstig uit de straat, wijk of stad;

    • c.

      Het initiatief moet substantieel bijdragen aan het woonplezier in de buurt. Het brengt mensen bij elkaar en versterkt de samenhang in de wijk of het heeft op een andere manier een positieve invloed op de buurt.

  • 3. Het college kan subsidie verstrekken aan (samenwerkende) wijkplatforms voor een of meer van de volgende activiteiten en kosten:

    • a.

      Wijkenquêtes en de uitwerking daarvan;

    • b.

      Ondersteuning van (initiatieven van) wijkplatforms en bewoners (zoals secretariële ondersteuning);

    • c.

      Website kosten;

    • d.

      Scholing voor wijkplatforms en initiatiefnemers;

    • e.

      Inhuren van externe ondersteuning.

Artikel 7. Kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    Prijzen die bewoners kunnen winnen, zoals prijzen voor bingo, kansspelen, spelletjes of sportwedstrijden;

  • b.

    Structurele organisatiekosten van samenwerkingsorganisaties/netwerkplatforms, zoals vergaderkosten, telefoonkosten, huur vergaderruimte, ICT-kosten;

  • c.

    Kosten (waaronder personeelskosten) die naar inzicht van het college niet noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het initiatief;

  • d.

    Vrijwilligersvergoedingen of cadeautjes;

  • e.

    Kosten voor (juridisch advies voor) het voeren van juridische procedures.

Artikel 8. Subsidieontvanger

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt aan initiatiefnemer(s) zoals bedoeld in artikel 1 lid f.

Artikel 9. Hoogte subsidiebedrag

  • 1. De subsidie per (bewoners)initiatief is maximaal € 3.000,-, mits goed onderbouwd.

  • 2. Voor de volgende sociale activiteiten gelden de volgende maximale bedragen:

    • a.

      € 500 voor een feest/bbq/diner/lunch en dergelijke, voor een straat, georganiseerd voor de bewoners uit één straat;

    • b.

      € 1.000 voor een feest/bbq/diner/lunch en dergelijke, voor een buurt, georganiseerd voor de bewoners van ten minste twee straten in dezelfde buurt;

    • c.

      € 1.500 voor een feest/bbq/diner/lunch en dergelijke, georganiseerd voor de bewoners uit twee of meer buurten (‘buurtoverstijgend’);

    • d.

      € 1.500 voor een Leefstraat, zijnde een straat die tijdelijk is afgesloten voor verkeer, waar buren samen meer dingen kunnen doen en kinderen veilig buiten kunnen spelen.

    • e.

      Voor de grenzen van een buurt geldt de indeling van de buurten op het moment van de aanvraag, bron www.haarlem.incijfers.nl.

  • 3. Indien het initiatief niet valt onder het vorige lid gelden voor een sociale activiteit de volgende maximale bedragen:

    • a.

      Eten en drinken: maximaal € 10,- per persoon;

    • b.

      Uitjes: maximaal € 15 per persoon.

  • 4. Onvoorziene kosten mogen maximaal 10% van het aangevraagde bedrag uitmaken.

  • 5. De subsidie voor activiteiten en kosten zoals opgenomen in artikel 6, derde lid is maximaal € 3.000,- per wijkplatform per jaar.

Artikel 10. Aanvraagprocedure en beslistermijn

  • 1. Aanvragen voor subsidie kunnen maximaal 6 maanden voordat het initiatief plaatsvindt, worden ingediend, tenzij de aanvrager goed kan onderbouwen dat het noodzakelijk is de aanvraag eerder te beoordelen.

  • 2. De aanvraag voor een sociale activiteit zoals bedoeld in artikel 9, tweede en derde lid dient minimaal 10 werkdagen vóór de (eerste) dag van de activiteit ingediend te worden.

  • 3. De aanvraag voor andere activiteiten moet minimaal zes weken voor de start van het initiatief zijn ingediend.

  • 4. De aanvraag wordt ingediend met het door het college vastgestelde digitale aanvraagformulier dat volledig en naar waarheid is ingevuld.

  • 5. Aanvragen worden in behandeling genomen op volgorde van binnenkomst.

  • 6. Het college neemt binnen zes weken na ontvangst van de volledige aanvraag een besluit op de aanvraag. Een subsidie op grond van deze subsidieregeling wordt direct vastgesteld tenzij artikel 14 lid 2 van de Algemene subsidieverordening wordt toegepast.

  • 7. Indien een onvolledige aanvraag is ingediend, wordt de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een hersteltermijn geboden van maximaal 14 kalenderdagen om de aanvraag te completeren. Wordt binnen de hersteltermijn het gevraagde niet aangeleverd, dan wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld.

  • 8. De aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het verkrijgen van eventuele vergunningen, ontheffingen en andere toestemmingen. Toekenning van de subsidie leidt er niet toe dat voornoemde automatisch door het college zijn toegekend.

Artikel 11. Verdeling subsidieplafond

  • 1. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 2. Als het subsidieplafond is bereikt, worden de daarna ontvangen aanvragen geweigerd.

Artikel 12. Weigeringsgronden

In aanvulling op de weigeringsgronden genoemd in de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en in de Algemene subsidieverordening weigert het college de subsidie wanneer:

  • a.

    De activiteiten niet voldoen aan de criteria/voorwaarden, opgenomen in deze subsidieregeling;

  • b.

    Het initiatief voornamelijk betrekking heeft op privébelangen of commerciële belangen;

  • c.

    De activiteiten slechts gericht zijn op vermaak;

  • d.

    Het initiatief niet haalbaar of uitvoerbaar is binnen de in de aanvraag vermelde planning;

  • e.

    Het initiatief valt onder een andere meer passende subsidieregeling.

HOOFDSTUK 3 SUBSIDIE VOOR WIJKPLATFORMS

Artikel 13. Subsidiabele activiteiten Wijkplatforms

  • 1. Het college kan subsidie verstrekken aan wijkplatforms voor financiering van (digitale) communicatie, organisatiekosten (zoals vergaderkosten, telefoonkosten, ICT-kosten en huur vergaderruimte), organisatie van activiteiten in de wijk of het faciliteren van een netwerk met andere wijkplatforms.

  • 2. Het wijkplatform dient te voldoen aan de uitgangspunten in het Beleidskader wijkplatforms, te weten:

    • a.

      Bij het wijkplatform zijn tenminste 3 actieve bewoners betrokken;

    • b.

      Het platform is gericht op verbeteren van de leefbaarheid van buurten en wijken door het vergroten van de betrokkenheid van bewoners bij hun straat, buurt of wijk;

    • c.

      Het wijkplatform staat open voor iedereen die wil bijdragen én wil samenwerken.

Artikel 14. Subsidieontvanger

  • 1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt aan wijkplatforms zoals bedoeld in artikel 1 lid h.

  • 2. Onder lid 1 vallen ook andere varianten zoals:

    • a.

      Een penvoerder die namens meerdere samenwerkende wijkplatforms een aanvraag indient;

    • b.

      Een wijkplatform die meerdere wijken vertegenwoordigd;

    • c.

      Of een soortgelijke variant.

  • 3. Als wijkindeling geldt de indeling zoals weergegeven op deze kaart https://kaart.haarlem.nl/app/map/51.

Artikel 15. Hoogte subsidiebedrag

De jaarlijkse subsidie voor een wijkplatform wordt als volgt vastgesteld:

  • 1.

    Een basisbedrag van € 5.000.

  • 2.

    Een opslag voor wijkplatforms actief in wijken met een bovengemiddeld aantal inwoners

    • a.

      € 0 voor wijken met minder dan 4.200 inwoners;

    • b.

      € 2.000 voor wijken met 4.200 tot 6.200 inwoners;

    • c.

      € 3.000 voor wijken met 6.200 inwoners of meer.

  • 3.

    Een opslag voor wijkplatforms actief in wijken met een bovengemiddeld aandeel sociale huurwoningen:

    • a.

      € 0 voor wijken met minder dan 565 sociale huurwoningen;

    • b.

      € 2.000 voor wijken met 565 tot 1.130 sociale huurwoningen;

    • c.

      € 3.000 voor wijken met 1.130 of meer sociale huurwoningen.

  • 4.

    Een opslag voor wijkplatforms actief in wijken met een bovengemiddeld aantal bijstandsgerechtigden:

    • a.

      € 0 voor wijken met minder dan 85 bijstandsgerechtigden;

    • b.

      € 2.000 voor wijken met 85 tot 170 bijstandsgerechtigden;

    • c.

      € 3.000 voor wijken met 170 of meer bijstandsgerechtigden.

  • 5.

    De aan een wijkplatform toe te kennen subsidie is de som van de bedragen waar het wijkplatform op grond van bovenstaande leden recht op heeft.

  • 6.

    Indien sprake is van artikel 14, tweede lid geldt de totale som van het basisbedrag per wijk opgehoogd met van toepassing zijnde opslagen. De per wijk toegekende subsidie moet, ongeacht de samenwerking, ten goede komen aan de betreffende wijk.

  • 7.

    Het basisbedrag en de opslagen worden jaarlijks verhoogd met het door de gemeenteraad vastgestelde indexeringspercentage voor subsidies.

  • 8.

    De peildatum voor aantal inwoners, sociale huurwoningen en bijstandsgerechtigden is 1 januari van het jaar voorafgaand aan het jaar waar de subsidieaanvraag betrekking op heeft. De inwoneraantallen en sociale componenten zijn in te zien via www.haarlem.incijfers.nl. Het gaat om de cijfers over wijken en buurten bij thema’s Bevolking, Wonen en Inkomen.

  • 9.

    Indien de aanvraag betrekking heeft op de subsidie voor het lopende jaar, dan wordt het op bovenstaande wijze berekende bedrag toegekend naar rato van het aantal maanden dat van het lopende jaar nog resteert.

Artikel 16. Aanvraagprocedure en beslistermijn

  • 1. De aanvraag wordt ingediend met het door het college vastgestelde digitale aanvraagformulier dat volledig en naar waarheid is ingevuld.

  • 2. Bij de aanvraag wordt ten minste gevraagd om:

    • a.

      Een beschrijving van de samenstelling van de (kern)groep met contactgegevens;

    • b.

      De (beoogde) samenwerkingspartners in of buiten de wijk;

    • c.

      Een samenwerkingsplan op hoofdlijnen, met informatie over (voor zover bekend) de werkgroepen in de wijk, wijze van communicatie met de wijk, de beoogde organisatiestructuur en de wijze waarop men samenwerkt met partijen die actief zijn in de wijk of hoe het wijkplatform dit in redelijkheid denkt te bereiken;

    • d.

      De rechtsvorm van het wijkplatform en bij een rechtsvorm zonder rechtspersoonlijkheid, opgave van de penvoerder die namens het wijkplatform belast wordt met de aanvraag en verantwoording van de subsidie;

    • e.

      Bankgegevens.

  • 3. Een aanvraag die betrekking heeft op het lopende subsidiejaar kan uiterlijk 30 september van dat jaar worden ingediend.

  • 4. Een aanvraag die betrekking heeft op het volgend kalenderjaar kan vanaf 1 november voorafgaand aan dat kalenderjaar worden ingediend.

  • 5. Aanvragen voor de subsidiëring van wijkplatforms die na 30 september van het lopende jaar worden ontvangen, worden conform artikel 4, vierde lid verschoven naar het volgende jaar.

  • 6. Het college neemt binnen acht weken na ontvangst van de volledige aanvraag een besluit op de aanvraag.

Artikel 17. Verdeling subsidieplafond

  • 1. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst met inachtneming van lid 2. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 2. Indien meerdere aanvragen zijn ontvangen voor dezelfde wijk en er is nog niet op een aanvraag voor dat kalenderjaar besloten, worden deze aanvragen tijdelijk aangehouden totdat de gemeente Haarlem het gesprek heeft gevoerd met de betrokken partijen om de mogelijkheden te verkennen om te komen tot één wijkplatform. Onder aanvragen wordt hier tevens verstaan: initiatieven, waarvan de gemeente op de hoogte is, die al in de wijk zijn opgestart om te komen tot een wijkplatform.

  • 3. Als het subsidieplafond is bereikt, worden de daarna ontvangen aanvragen geweigerd.

Artikel 18. Weigeringsgronden

In aanvulling op de weigeringsgronden genoemd in de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en in de Algemene subsidieverordening weigert het college de subsidie wanneer:

  • a.

    In de wijk waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, reeds een wijkplatform actief is en aan dat wijkplatform voor dat lopende jaar al een subsidie is verstrekt;

  • b.

    Het gesprek, zoals bedoeld bij artikel 17 lid 2, niet tot samenwerking tussen de betrokken partijen heeft geleid.

Artikel 19. Verantwoording, vaststelling en uitbetaling van de subsidie

Voor een subsidie aan een wijkplatform op grond van hoofdstuk 3 geldt het volgende:

  • 1.

    De subsidie wordt eerst verleend en na verantwoording door het college vastgesteld.

  • 2.

    Uiterlijk 1 maart na afloop van het subsidiejaar dient de subsidieontvanger een eindverantwoording in bestaande uit een inhoudelijke toelichting op de gerealiseerde activiteiten en een financieel verslag van de uitgaven.

  • 3.

    Indien sprake is van artikel 14, tweede lid wordt de verstrekte subsidie door de penvoerder op wijkniveau verantwoord. Over- en onderbestedingen per wijk mogen niet met elkaar verrekend worden.

  • 4.

    Na het besluit tot verlening van de subsidie wordt een voorschot uitbetaald gelijk aan 100% van het verleende bedrag en na vaststelling kan een eventueel teveel ontvangen voorschot worden teruggevorderd.

  • 5.

    De vaststelling van de subsidie strekt tot décharge van de subsidieaanvrager cq. penvoerder van het wijkplatform.

Hoofdstuk 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 20. Hardheidsclausule

Het college kan van een of meer van de bepalingen uit deze subsidieregeling afwijken indien onverkorte toepassing van die bepalingen leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 21. Overgangsbepaling

  • 1. Aanvragen tot verstrekking van de subsidie Leefbaarheid en Initiatiefbudget die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze subsidieregeling en waarop nog niet is besloten, worden afgedaan volgens de bepalingen van de Uitvoeringsregeling Leefbaarheid en Initiatiefbudget, vastgesteld 21 december 2017.

  • 2. Bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op een aanvraag krachtens de Uitvoeringsregeling Leefbaarheid en Initiatiefbudget, vastgesteld 21 december 2017, worden afgedaan met toepassing van de Uitvoeringsregeling Leefbaarheid en Initiatiefbudget, vastgesteld 21 december 2017.

Artikel 22. Publicatie

Deze subsidieregeling wordt na vaststelling door het college bekendgemaakt in het Gemeenteblad.

Artikel 23. Slotbepalingen

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking van het besluit.

  • 2. De Uitvoeringsregeling Leefbaarheid en Initiatiefbudget, vastgesteld 21 december 2017 en gepubliceerd op zowel 22 februari 2018 als op 27 februari 2018, wordt ingetrokken.

Artikel 24. Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling voor Bewonersinitiatieven en wijkplatforms.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 6, lid 3

Het budget voor bewonersinitiatieven (voorheen Leefbaarheid- en Initiatiefbudget) is in 2018 tot stand gekomen uit een samenvoeging van het leefbaarheids- en bewonersondersteuningsbudget. Dit laatste budget werd door wijkraden beheerd. Via het Leefbaarheid- en Initiatiefbudget konden wijkraden– naast initiatieven voor sociale cohesie – een aanvraag indienen voor secretariële ondersteuning of beheer van hun website. Deze ondersteuningskosten vallen niet onder hoofdstuk 3, basisbudget wijkplatforms, maar worden betaald uit de subsidie van hoofdstuk 2.

Ondertekening

Haarlem, 13 februari 2024,

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

mr. C.M. Lenstra

de burgemeester

drs. J. Wienen