Verordening marktgeld Voorst 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening marktgeld Voorst 2024

De raad van de gemeente Voorst;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2023, nummer 411017;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de Verordening marktgeld Voorst 2024.

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam "marktgeld" wordt een recht geheven voor het innemen van een standplaats, voor het onderscheidenlijk uitstallen, aanbieden, voorradig hebben en/of verkopen van goederen, op voor openbare dienst bestemde gemeentegrond en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met die standplaats.

Artikel 2 Belastingplicht

Het marktgeld wordt geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verleend of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 3 Maatstaf van heffing

Het marktgeld wordt geheven naar het aantal strekkende meters van de standplaats dan wel als vast bedrag voor dienstverlening in verband met die standplaats.

Artikel 4 Belastingtarief

  • 1.

    Het marktgeld bedraagt per dag of gedeelte daarvan € 2,38 per strekkende meter met een minimum van € 9,52 per standplaats.

  • 2.

    Voor de toepassing van de tarieven geldt dat:

    • a.

      ter bepaling van het aantal strekkende meters of de tijdsduur een gedeelte van de eenheid voor een volle eenheid wordt gerekend;

    • b.

      de ruimte die wordt ingenomen voor de opslag van een reservevoorraad, al dan niet op voertuigen, tafels en dergelijke geplaatst, wordt geacht deel uit te maken van de standplaats;

    • c.

      het aantal strekkende meters van de standplaats wordt gemeten, daar waar die het grootst is.

  • 3.

    Het marktgeld bedraagt voor gebruikmaking van diensten voor reclame- en promotie-activiteiten per kwartaal onderscheidenlijk per week voor een standplaats op de weekmarkt Twello:

Aantal meters

Tarief per kwartaal

Tarief per week

a.

voor een standplaats van 4m

42,47

3,28

b.

voor een standplaats van 5m

44,18

3,40

c.

voor een standplaats van 8m

46,72

3,59

d.

voor een standplaats van 10m

52,66

4,06

e.

voor een standplaats van 12m

58,62

4,51

f.

voor een standplaats van 14m

60,31

4,65

g.

voor een standplaats van 16m

73,90

5,69

h.

voor een standplaats van 24m

116,37

8,96

  • 4.

    Indien het aantal meters van de standplaats afwijkt van het in lid 3. genoemde aantal meters wordt het tarief berekend op basis van het tarief behorende bij het naast hogere aantal meters;

Artikel 5 Abonnement, teruggaaf

  • 1.

    Het marktgeld met betrekking tot een vaste standplaats kan bij wege van abonnement voor een kalenderkwartaal worden voldaan. Het verschuldigde marktgeld bedraagt bij een kalenderkwartaalabonnement 95% van het voor de desbetreffende standplaats verschuldigde marktgeld over dertien weken.

  • 2.

    Indien een standplaats, waarvoor het marktgeld per abonnement is betaald, door omstandigheden tegen de wil en/of toedoen van de belastingplichtige gedurende ten minste drie weken aaneensluitend niet gebruikt is, wordt, op aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet, teruggaaf van het marktgeld verleend, in de zin dat dan over de dagen die de standplaats wel is ingenomen het marktgeld verschuldigd is naar het dagtarief als bedoeld in artikel 4.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak bij een abonnement is gelijk aan een kalenderkwartaal.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    Het marktgeld als bedoeld in artikel 4 wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid, wordt het marktgeld ten aanzien van het innemen van een toegewezen dagplaats of standwerkersplaats als bedoeld in respectievelijk artikel 6 dan wel 7 van de Marktverordening 2008, geheven bij mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

Het marktgeld is verschuldigd:

  • a.

    zonder abonnement: bij aanvang van de dienstverlening of bij aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen;

  • b.

    met abonnement: bij het begin van het belastingtijdvak, of zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet het recht als bedoeld in artikel 7, lid 2 worden betaald op het moment van het doen van de kennisgeving als de kennisgeving mondeling wordt gedaan en binnen 1 maand na de dagtekening van de kennisgeving als de kennisgeving schriftelijk wordt gedaan.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van het marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het bestuur van de belastingsamenwerking Tribuut

Het bestuur van de belastingsamenwerking Tribuut kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het marktgeld.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening op de heffing en inning marktgeld 2016" van 14 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening marktgeld Voorst 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 2023.

Ita Joosten, griffier

Jan Willem Wiggers, burgemeester