Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711744
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711744/1
Verordening Bedrijveninvesteringszone Groot-Renesse 2024 - 2028.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening Bedrijveninvesteringszone Groot-Renesse 2024 - 2028.De raad van de gemeente Schouwen Duiveland,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 april 2023;
gelet op artikel 1, eerste lid, en artikel 7, vierde lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones; Besluit vast te stellen de hierna volgende verordening bedrijveninvesteringszone Groot-Renesse 2024-2028.
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1. Definities
Deze verordening verstaat onder:
- bedrijveninvesteringszone: het op de bij deze verordening behorende kaart aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de
BIZ-bijdrage wordt geheven;
- college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente;
- uitvoeringsovereenkomst: tussen de gemeente en de Stichting Ondernemersfonds Groot-Renesse
op 24 mei 2023 gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;
- wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones.
HoofdstukIIBelastingbepalingen
Artikel 2. Belastbaar feit en aard van de belasting
1. Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone
gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.
2. De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op
internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de
ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.
Artikel 3. Belasting object
1. Voorwerp van de belasting is een onroerende zaak.
2. Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende
zaken.
Artikel 4. Belastingplicht
1. De BIZ-bijdrage wordt geheven van de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens
eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaak gebruikt;
2. Voor de toepassing van dit artikel wordt:
a. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene
die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te
verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
b. het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die
onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de
BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie die onroerende zaak ter beschikking is gesteld;
c. als eigenaar aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld,
tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
3. In afwijking op het 1e lid wordt, Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, de te
heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar als bedoeld in artikel 220 onderdeel b van de Gemeentewet.
Artikel 5. Maatstaf van heffing
1. De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het
belastingobject vastgestelde waarde zoals deze geldt voor het kalenderjaar.
2. Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering
onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met
overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering
onroerende zaken.
Artikel 6. Vrijstellingen
1. In afwijking van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is
gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde:
a. onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare
bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende
zaken die dienen als woning;
b. belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst van de gemeente;
c. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst
voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten,
verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;
d. plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens
eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;
e. belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor het geven van (muziek)onderwijs;
f. belastingobjecten die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming drijft, voor zover die objecten
bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs, voor club en buurthuiswerk, voor de beoefening van sport, kunst of
cultuur, of voor andere activiteiten van sociale of culturele aard;
g. belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst ter zake van brandweerzorg,
rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de regio en de handhaving van de openbare orde en
veiligheid.
h. de objecten die vermeld staan in de bijlage ‘vrijgestelde objecten voor de BIZ-Bijdrage’ (bijlage 2).
In bijlage 2 staan vermeld de (vrijgestelde) objecten zoals deze zijn opgenomen in de WOZ-administratie (zowel qua
objectcode als objectbeschrijving).
i. onroerende zaken met een WOZ waarde lager dan € 25.000,--
2. In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de BIZ-Bijdrage van de gebruiker
buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van het belastingobject die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in
hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Artikel 7. Tarief BIZ-bijdrage
1. Het tarief van de BIZ-bijdrage voor deze BIZ-Zone bedraagt op jaarbasis bij een WOZ-waarde van:
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
|
€25.000t/m€49.999 |
€ 265 |
€ 275 |
€ 285 |
€ 295 |
€ 305 |
€50.000t/m€199.999 |
€ 395 |
€ 405 |
€ 415 |
€ 425 |
€ 435 |
€200.000t/m€299.999 |
€ 630 |
€ 650 |
€ 670 |
€ 690 |
€ 710 |
€300.000t/m€399.999 |
€ 995 |
€ 1.025 |
€ 1.055 |
€ 1.085 |
€ 1.115 |
€400.000t/m€749.999 |
€ 1.575 |
€ 1.620 |
€ 1.670 |
€ 1.720 |
€ 1.770 |
€750.000t/m€999.999 |
€ 2.365 |
€ 2.435 |
€ 2.510 |
€ 2.585 |
€ 2.660 |
€ 1.000.000 t/m € 1.999.999 |
€ 2.890 |
€ 2.975 |
€ 3.065 |
€ 3.155 |
€ 3.250 |
€ 2.000.000 t/m€ 2.999.999 |
€ 3.410 |
€ 3.510 |
€ 3.615 |
€ 3.725 |
€ 3.835 |
€ 3.000.000 t/m€ 3.999.999 |
€ 3.935 |
€ 4.050 |
€ 4.170 |
€ 4.295 |
€ 4.425 |
€ 4.000.000 t/m€ 4.999.999 |
€ 4.460 |
€ 4.595 |
€ 4.730 |
€ 4.870 |
€ 5.015 |
€ 5.000.000 enmeer |
€ 5.250 |
€ 5.405 |
€ 5.570 |
€ 5.735 |
€ 5.905 |
2. Genoemde BIZ-bijdragen zullen voor het eerst geheven worden met ingang van het kalenderjaar 2024.
Artikel 8. Wijze van heffing
De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9. Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald
uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is
vermeld.
2. In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische
incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste
termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet, elk van de volgende termijnen telkens
een maand later.
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 10. Looptijd belastingheffing
De BIZ-bijdragestaffel wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.
Hoofdstuk III Subsidiebepalingen
Artikel 11. Buiten toepassing algemene subsidieverordening
Op de subsidie bedoeld in artikel 14 is de Algemene Subsidieverordening Schouwen Duiveland 2013 niet van toepassing.
Artikel 12. Subsidievaststelling
1. De subsidie voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst
wordt verstrekt aan de Stichting Ondernemersfonds Groot-Renesse.
2. De subsidie bedraagt het bedrag van de jaarlijks ontvangen BIZ- bijdragen, verminderd met de
jaarlijkse perceptiekosten, vastgesteld op € 600,00.
3. Voor zover dit niet reeds is geschied in de uitvoeringsovereenkomst, kan het college nadere regels
stellen met betrekking tot de verplichtingen van de subsidieontvanger.
Artikel 13. delegatie van de bevoegdheid tot intrekken/wijzigen subsidievaststelling
Het college is bevoegd tot het intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen van de subsidievaststelling bedoeld in artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht.
Hoofdstuk IV Slotbepalingen
Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024 nadat het college heeft bekendgemaakt
dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken. Bij inwerkingtreding van deze
verordening wordt de Verordening Bedrijveninvesteringszone Groot Renesse gemeente Schouwen-
Duiveland 2019 gelijktijdig ingetrokken.
2. De datum van ingang van de heffing is 1-1-2024.
3. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Bedrijveninvesteringszone Groot-Renesse 2024’.
Artikel 15. Bijlagen behorende bij de Verordening Bedrijveninvesteringszone Groot-Renesse 2024.
1. Kaart van de bedrijfsinvesteringszone
2. Lijst met vrijgestelde objectcodes
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 mei 2023,
de griffier, de voorzitter,
P.M.W. Goossens-Smits de heer J. Chr. van der Hoek
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl