Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711648
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711648/1
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024
Geldend van 29-12-2023 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024De raad van de gemeente Laarbeek;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2023;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
gezien het advies van commissie Sociale en Algemene Zaken d.d. 14 december 2023;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024.
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- -
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- -
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- -
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- -
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- -
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.
Artikel 2 Belastbaar feit
-
1. Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
- a.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- c.
het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 10 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 10 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 10 dagen na dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een tariefsverlaging betreffen;
- c.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
paragraaf 3 (rijbewijzen);
- 3.
paragraaf 4 (verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen);
- 4.
artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Hardheidsclausule
Indien strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot onvoorziene onbillijkheden van overwegende aard kan het college van burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening.
Artikel 12 Overgangsrecht
-
1. De Legesverordening Laarbeek 2023 (door de raad vastgesteld op 15 december 2022) wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 13 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Laarbeek 2024.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2023.
De raad voornoemd,
Bijlage 1: Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2024 Laarbeek, inclusief ROEB lijst
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
-
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Paragraaf 1.10 Diversen
Hoofdstuk 2 Omgevingswet
-
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Paragraaf 2.2 Voorfase
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Paragraaf 2.13 Vermindering
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn
-
Paragraaf 3.1 Horeca
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
Paragraaf 3.5 Standplaatsen
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 [en Wet goed verhuurderschap]
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Artikel |
Omschrijving |
Verkooptarief |
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand |
||
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap |
||
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of omzetten van een partnerschap in huwelijk met ceremonie op: |
|
a. |
Maandag (gratis) 09.00 – 09.15 uur |
gratis |
b. |
Maandag (eenvoudig huwelijk/partnerschap) 09.30 - 10.00 uur |
€ 262,00 |
c. |
Maandag t/m Vrijdag 09.00 - 20.00 uur |
€ 472,00 |
d. |
Zaterdag / Zondag / Feestdagen 09.00 - 20.00 uur |
€ 682,00 |
e. |
Eigen locatie naar keuze Maandag t/m Vrijdag 09.00 - 20.00 uur |
€ 840,00 |
f. |
Eigen locatie naar keuze Zaterdag / Zondag / Feestdagen 09.00 - 20.00 uur |
€ 1.365,00 |
Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk |
||
|
Het tarief bedraagt voor omzetten van een partnerschap in huwelijk zonder ceremonie: |
€ 57,00 |
Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis |
||
|
Niet van toepassing |
|
Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis |
||
|
Niet van toepassing |
|
Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
||
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag: Vereisten hiervoor zijn;
|
|
a. |
voor één dag op een aangewezen locatie |
€ 105,00 |
b. |
voor één dag op een eigen locatie |
€ 210,00 |
Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
||
|
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige: |
€ 68,00 |
Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum |
||
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerde partnerschap in een huwelijk te annuleren of wijzigen, tenzij er sprake is van een bijzondere omstandigheid. In dat laatste geval worden er geen leges geheven. |
|
a. |
na het doorgeven van de melding: |
€ 84,00 |
b. |
binnen een periode van 14 dagen voorafgaand aan de gereserveerde datum: |
€ 157,00 |
Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje |
||
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
a. |
een trouwboekje of partnerschapsboekje |
€ 39,00 |
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
||
Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten |
||
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
a. |
een nationaal paspoort: |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,00 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,00 |
b. |
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort): |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,00 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,00 |
c. |
een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,00 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,00 |
d. |
een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: |
€ 63,00 |
Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart |
||
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
a. |
een Nederlandse identiteitskaart: |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 75,00 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 40,00 |
b. |
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon: |
€ 36,00 |
Artikel 1.11 Modaliteiten |
||
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
a. |
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen: |
€ 57,00 |
b. |
voor het bezorgen van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.9 en 1.10 en onder a genoemde bedragen: |
€ 18,00 |
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen |
||
Artikel 1.12 Rijbewijzen |
||
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: |
€ 51,00 |
Artikel 1.13 Modaliteiten |
||
1. |
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt: |
|
a. |
bij een spoedlevering vermeerderd met: |
€ 39,00 |
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen |
||
Artikel 1.14 Definities |
||
1. |
Voor de toepassing van artikel 1.15, wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
2. |
Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
|
Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
||
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ 5,00 |
b. |
voor de verstrekking op verzoek van een persoonslijst aan de persoon van de aanvrager, per verstrekking |
€ 5,00 |
c. |
voor statistische gegevensverstrekking, zoals van leeftijdsopbouw, gezinssamenstelling en aantal woningen, per verstrekking |
€ 19,00 |
d. |
voor andere niet met name genoemde statistische gegevensverstrekkingen, per verstrekking |
€ 38,00 |
e. |
tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200) |
€ 15,00 |
Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens |
||
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking |
€ 5,00 |
Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking |
||
|
In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen: |
€ 7,50 |
Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
||
|
Niet van toepassing |
|
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken |
||
Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken |
||
|
Niet van toepassing |
|
Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken |
||
|
Niet van toepassing |
|
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie |
||
Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie |
||
|
Niet van toepassing |
|
Artikel 1.22 Informatie uit registers |
||
|
Niet van toepassing |
|
Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden |
||
|
Niet van toepassing |
|
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken |
||
Artikel 1.24 Gemeentegarantie |
||
|
Niet van toepassing |
|
Artikel 1.25 Overige publiekszaken |
||
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag |
€ 41,35 |
b. |
tot het legaliseren van een handtekening |
gratis |
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief |
||
Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken en geautomatiseerde bestanden alsmede het verlenen van bijstand bij onderzoeken en het verstrekken van een toelichting, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 26,00 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief |
||
|
Niet van toepassing |
|
Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden |
||
|
Niet van toepassing |
|
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten |
||
Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014 |
||
|
Niet van toepassing |
|
Artikel 1.30 Leegstandwet |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet: |
€ 62,00 |
b. |
verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet: |
€ 31,00 |
2. |
Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend. |
|
Artikel 1.31 Wet op de kansspelen |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat |
€ 56,50 |
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 56,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 34,00 |
c. |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd |
€ 226,50 |
d. |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 226,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 136,00 |
2. |
Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden. |
|
Artikel 1.32 Telecommunicatiewet |
||
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning, als bedoeld in artikel 2.2, en een aanvraag voor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 3.2 van de "Verordening Ondergrondse Infrastructuur Laarbeek 2018" |
|
a. |
waarbij de sleuflengte minder dan 100 meter is of een lasgat / montagegat met een oppervlakte van meer dan 2m² |
€ 213,97 |
b. |
waarbij de sleuflengte 100 meter of meer bedraagt |
€ 427,95 |
c. |
Het tarief genoemd onder a en b wordt verhoogd met een bedrag per strekkende meter sleuflengte, voor zover binnen de bebouwde kom gelegen, van; |
€ 2,06 |
d. |
Het tarief genoemd onder a en b wordt verhoogd met een bedrag per strekkende meter sleuflengte, voor zover buiten de bebouwde kom gelegen, van; |
|
1. |
over de eerste 2.000 meter, een bedrag van |
€ 1,46 |
2. |
over de lengte langer dan 2.000 meter doch kleiner dan 10.000 meter, een bedrag van |
€ 0,86 |
3. |
over de lengte van 10.000 meter of meer, een bedrag van |
€ 0,75 |
e. |
Voor degene aan wie leges als bedoeld onder a, b, c en d in rekening is gebracht, bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges, indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat hierop een beslissing is genomen, óf als de gemeente de aanvraag weigert of buiten behandeling stelt. De teruggaaf bedraagt: |
50,00% |
Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving |
||
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW): |
€ 90,00 |
Paragraaf 1.10 Diversen |
||
Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
||
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
a. |
Gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 5,00 |
b. |
Kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
1. |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde in zwart-wit: |
€ 0,05 |
2. |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde in kleur: |
€ 0,20 |
3. |
in formaat A3, per bladzijde in zwart-wit: |
€ 0,10 |
4. |
in formaat A3, per bladzijde, in kleur: |
€ 0,40 |
5. |
in formaat A2 of groter, per bladzijde: |
€ 5,00 |
6. |
in digitale vorm: |
gratis |
Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen |
||
|
Niet van toepassing |
|
Hoofdstuk 2 Omgevingswet
Artikel |
Omschrijving |
Vast tarief |
Variabel tarief |
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen |
|||
Artikel 2.1 Definities |
|
||
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
|
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
|
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
|
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
|
|
4. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder bouwkosten: Alle bouwkosten van het bouwen en/of verbouwen, inclusief de afwerking, op basis van marktprijzen, exclusief 21% omzetbelasting, zoals deze marktprijzen zijn opgenomen in de in bijlage 2 weergegeven ROEB-lijst 2024, vastgesteld op 5 september 2023 door het ROEB (Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht). Voor zover deze vastgestelde lijst niet voorziet in een passende hoofdcategorie (vetgedrukt in de lijst) wordt onder bouwkosten verstaan, de aanneemsom als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (U.A.V. 2012) voor het uit te voeren werk, exclusief 21% omzetbelasting. In dit laatste geval zullen de overlegde gegevens getoetst worden aan hun wettelijke kaders. |
|
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
||
|
Leges worden geheven voor een aanvraag om: |
|
|
a. |
Omgevingsoverleg, waaronder de intaketafel en de omgevingstafel; |
|
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
|
||
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
|
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
|
3. |
Het tarief voor een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
|
4. |
Het tarief voor een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
|
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
|
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
|
Paragraaf 2.2 Voorfase |
|||
Artikel 2.4a Principeverzoek / conceptaanvraag |
|
||
1. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van één schetsplan / conceptaanvraag: |
€ 390,15 |
|
Artikel 2.4b Omgevingsoverleg |
|
||
|
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
|
1. |
voor een eerste overleg op de intaketafel: |
€ 400,00 |
|
2. |
voor een tweede overleg op de intaketafel (aanpassing van het principeverzoek): |
Nihil |
|
3. |
voor een derde overleg op de intaketafel (of verdere aanpassing van het principeverzoek): |
€ 400,00 |
|
4. |
voor een overleg op de omgevingstafel: |
€ 950,00 |
|
5. |
voor een overleg op de regionale omgevingstafel: |
€ 400,00 |
|
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
|||
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
indien de bouwkosten minder bedragen dan € 250.000,00; |
|
37,530‰ |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 108,10 |
|
b. |
Bedragen de bouwkosten € 250.000,00 of meer, doch minder dan € 500.000,00, dan bedragen de leges; |
€ 9.383,00 |
|
|
vermeerderd met; |
|
30,030‰ |
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 250.000,00 te boven gaan; |
|
|
c. |
Bedragen de bouwkosten € 500.000,00 of meer, doch minder dan € 2.250.000,00 dan bedragen de leges; |
€ 16.890,00 |
|
|
Vermeerderd met; |
|
27,030‰ |
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 500.000,00 te boven gaan; |
|
|
d. |
Bedragen de bouwkosten € 2.250.000,00 of meer, doch minder dan € 5.000.000,00 dan bedragen de leges; |
€ 64.193,00 |
|
|
Vermeerderd met; |
|
23,880‰ |
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 2.250.000,00 te boven gaan; |
|
|
e. |
Bedragen de bouwkosten € 5.000.000,00 of meer dan bedragen de leges; |
€ 129.863,00 |
|
|
Vermeerderd met; |
|
4,730‰ |
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten € 5.000.000,00 te boven gaan. |
|
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|
||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 900,00 |
|
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 1.200,00 |
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit zoals bedoeld in de Beleidsregels planologische kruimelgevallen gemeente Laarbeek |
€ 1.350,00 |
|
d. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
|
1. |
Laag tarief: indien aanvraag voor de vergunning in overeenstemming is met het ‘besluit van de gemeenteraad betreffende wijzigen of afwijken van het omgevingsplan’ : |
€ 6.765,20 |
|
2. |
Hoog tarief: indien aanvraag voor de vergunning in afwijking is van het ‘besluit van de gemeenteraad betreffende wijzigen of afwijken van het omgevingsplan’ : |
€ 10.860,80 |
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|
||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 700,00 |
|
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 800,00 |
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 1.100,00 |
|
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|||
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
||
|
Niet van toepassing |
|
|
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit |
|
||
|
Niet van toepassing |
|
|
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
||
|
Niet van toepassing |
|
|
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
||
|
Niet van toepassing |
|
|
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten |
|||
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het Omgevingsplan of in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten; |
€ 4.400,00 |
|
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten; |
€ 4.400,00 |
|
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten; |
€ 4.400,00 |
|
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten; |
€ 4.400,00 |
|
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten; |
€ 4.400,00 |
|
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten; |
€ 4.400,00 |
|
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving) |
|
||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten; |
€ 4.400,00 |
|
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten; |
€ 4.400,00 |
|
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten |
|
||
1. |
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast. |
|
|
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt. |
|
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten |
|||
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 283,50 |
|
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 3.000,00 |
|
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten |
|||
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
|
||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het Omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
Nihil |
|
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het Omgevingsplan of in de Verordening ondergrondse infrastructuur Laarbeek 2018, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, als volgt bij: |
|
|
a. |
een sleuflengte van minder dan 100 meter of een lasgat / montagegat met een oppervlakte van meer dan 2m² |
€ 213,97 |
|
b. |
een sleuflengte van 100 meter of meer bedraagt |
€ 427,95 |
|
c. |
het tarief bedoeld onder a en b wordt verhoogd met een bedrag per strekkende meter sleuflengte, voor zover gelegen binnen de bebouwde kom; |
€ 2,06 |
|
d. |
het tarief bedoeld onder a en b wordt verhoogd met een bedrag per strekkende meter sleuflengte, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom; |
|
|
|
over de eerste 2000 meter |
€ 1,46 |
|
|
over de lengte langer dan 2000 meter maar kleiner dan 10.000 meter |
€ 0,86 |
|
|
over de lengte van 10.000 meter of meer |
€ 0,75 |
|
3. |
De in dit artikel genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. |
|
|
4. |
Met een aanvraag om een omgevingsvergunning dat betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet wordt gelijkgesteld een aanvraag om een instemmingsbesluit zoals bedoeld in artikel 3.2 van de "Verordening Ondergrondse Infrastructuur Laarbeek 2018". |
|
|
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
|
||
|
Niet van toepassing |
|
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
|
||
|
Niet van toepassing |
|
|
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|
||
|
Niet van toepassing |
|
|
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 135,00 |
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 900,00 |
|
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 1.200,00 |
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 1.350,00 |
|
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten |
|||
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie |
|
||
|
Niet van toepassing |
|
|
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, zoals bedoeld in de Bomenverordening Laarbeek 2021, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
Nihil |
|
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame |
|
||
|
Niet van toepassing |
|
|
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken of objecten plaatsen op of aan de weg of openbare plaats |
|
||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken, zoals bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,: |
€ 40,00 |
|
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: |
€ 40,00 |
|
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen |
|
||
|
Niet van toepassing |
|
|
Artikel 2.34 Andere activiteiten |
|
||
|
Niet van toepassing |
|
|
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften |
|||
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|
||
|
Niet van toepassing |
|
|
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
||
1. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
|
|
a. |
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 1.400,00 |
|
b. |
twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid; |
€ 1.400,00 |
|
c. |
vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid; |
€ 1.400,00 |
|
2. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 1.400,00 |
|
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
||
|
Niet van toepassing |
|
|
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid |
|||
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel |
|
||
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
|
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 131,00 |
|
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur: |
Nihil |
|
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur |
€ 131,00 |
|
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 131,00 |
|
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
Paragraaf 2.11 Overige tarieven |
|||
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
||
|
Niet van toepassing |
|
|
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
|
||
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|
|
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
||
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ 3.000,00 |
|
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning |
|
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.42, lid 2 of 2.58 van toepassing is: |
€ 2.600,00 |
|
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: |
€ 0,00 |
|
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens |
|
||
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het beoordelen van de aanvullende gegevens van de aanvraag bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b: |
€ 100,00 |
|
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
||
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit. |
|
|
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan |
|
||
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
|
|
a. |
Laag tarief: indien aanvraag voor de vergunning in overeenstemming is met het ‘besluit van de gemeenteraad betreffende wijzigen of afwijken van het omgevingsplan’: |
€ 6.765,20 |
|
b. |
Hoog tarief: indien aanvraag voor de vergunning in afwijking is van het ‘besluit van de gemeenteraad betreffende wijzigen of afwijken van het omgevingsplan’ : |
€ 10.860,80 |
|
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
||
|
Niet van toepassing |
|
|
Paragraaf 2.12 Modaliteiten |
|||
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
|
||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
|
10,000% |
|
Met een maximum van: |
€ 10.000,00 |
|
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
||
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
|
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 4.400,00 |
|
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
|
1. |
Laag tarief: indien aanvraag voor de vergunning in overeenstemming is met het ‘besluit van de gemeenteraad betreffende wijzigen of afwijken van het omgevingsplan’ |
€ 6.765,20 |
|
2. |
Hoog tarief: indien aanvraag voor de vergunning in afwijking is van het ‘besluit van de gemeenteraad betreffende wijzigen of afwijken van het omgevingsplan’ |
€ 10.860,80 |
|
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
||
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
|
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 800,00 |
|
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 800,00 |
|
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 800,00 |
|
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 800,00 |
|
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 800,00 |
|
f. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 2.950,00 |
|
g. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 800,00 |
|
Artikel 2.50 Advies |
|
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
|
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
Nihil |
|
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Laarbeek 2021 dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: |
Nihil |
|
c. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a en b: Het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
Artikel 2.51 Instemming |
|
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|
|
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
Paragraaf 2.13 Vermindering |
|||
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg |
|
||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
|
100,000% |
|
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges. |
|
|
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: |
|
|
a. |
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; |
|
|
b. |
in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en |
|
|
c. |
binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
|
|
Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag |
|
||
|
Niet van toepassing |
|
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf |
|||
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
||
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
50,000% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
||
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
|
50,000% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
||
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
a. |
bij gehele intrekking binnen 3 maanden na de indiening van de aanvraag: |
|
50,000% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
||
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
a. |
bij gehele intrekking binnen 3 maanden na de indiening van de aanvraag: |
|
50,000% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
||
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
|
50,000% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
||
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
25,000% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
|
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
||
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
|
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
||
|
Indien 50 % van de geheven leges minder bedraagt dan; |
€ 96,00 |
|
|
dan wordt een bedrag terugbetaald dat gelijk is aan de geheven leges verminderd met; |
€ 96,00 |
|
Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn
Artikel |
Omschrijving |
Verkooptarief |
Paragraaf 3.1 Horeca |
||
Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting |
||
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
a. |
een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 424,45 |
b. |
een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29 van de Algemene Plaatselijke Verordening: |
|
1. |
per uur of gedeelte daarvan |
€ 74,95 |
2. |
vanaf één uur per dag gedurende een jaar |
€ 613,00 |
3. |
voor het in behandeling nemen van een ontheffing van de schenktijden zoals genoemd in artikel 3 van de Drank- en Horecaverordening gemeente Laarbeek voor een para commerciële inrichting |
Nihil |
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
||
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
a. |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ 424,45 |
b. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet: |
€ 60,65 |
c. |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet |
€ 121,30 |
d. |
een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet: |
€ 121,30 |
e. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet: |
€ 60,65 |
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven |
||
Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf |
||
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 110,25 |
Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf |
||
|
Niet van toepassing |
|
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet |
||
Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden |
||
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet: |
€ 85,45 |
b. |
wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing: |
€ 85,45 |
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt |
||
Artikel 3.6 Organiseren evenement |
||
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in hoofdstuk 2, afdeling 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Laarbeek (APV), paragraaf 3.1 van Evenementenbeleid 2017 Gemeente Laarbeek, artikel 148 Wegenverkeerswet 1994 (wedstrijden op de weg) en artikel 5:32 APV (crossen), indien het betreft: |
|
a. |
Categorie A reguliere evenementen met een laag risico |
Nihil |
b. |
Categorie B evenementen met verhoogde aandacht |
€ 181,90 |
c. |
Categorie C risicovolle evenementen |
€ 4.253,45 |
Artikel 3.7 Gereserveerd |
||
Paragraaf 3.5 Standplaatsen |
||
Artikel 3.8 Gereserveerd |
||
Artikel 3.9 Gereserveerd |
||
Artikel 3.10 Losse standplaatsen |
||
3.10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats; |
|
a. |
voor een dag |
€ 18,55 |
b. |
voor een week |
€ 33,95 |
c. |
voor een maand, of gedeelte daarvan |
€ 51,70 |
d. |
voor een jaar, of gedeelte daarvan |
€ 139,35 |
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 [en Wet goed verhuurderschap] |
||
Artikel 3.11 Vergunning [of ontheffing] onttrekken woonruimte |
||
|
Niet van toepassing |
|
Artikel 3.12 Vergunning [of ontheffing] samenvoegen woonruimte |
||
|
Niet van toepassing |
|
Artikel 3.13 Vergunning [of ontheffing] omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte |
||
|
Niet van toepassing |
|
Artikel 3.14 Vergunning [of ontheffing] verbouwen woonruimte tot meer woonruimten |
||
|
Niet van toepassing |
|
Artikel 3.15 Splitsingsvergunning [of -ontheffing] |
||
|
Niet van toepassing |
|
Artikel 3.16 Vergunning of ontheffing toeristische verhuur |
||
|
Niet van toepassing |
|
Artikel 3.17 Verhuurvergunning opkoopbescherming |
||
|
Niet van toepassing |
|
Artikel 3.18 Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte |
||
|
Niet van toepassing |
|
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit |
||
Artikel 3.19 Niet benoemd besluit op aanvraag |
||
a. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
€ 211,70 |
b. |
In geval verlening van de vergunning, ontheffing of beschikking als bedoeld in artikel 3.19, onder a, of elders in dit hoofdstuk, leidt tot het nemen van een tijdelijke verkeersmaatregel, worden de bedragen verhoogd met: |
€ 211,70 |
Bijlage 2: ROEB lijst, behorende bij de Legesverordening 2024
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl