VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING VLISSINGEN 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING VLISSINGEN 2024

De raad van de gemeente Vlissingen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;

gezien het advies van

BESLUIT:

Vast te stellen de

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN DE AFVALSTOFFENHEFFING VLISSINGEN 2024

____________________________________________________________________

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin vanhttp://wetten.overheid.nl/cgi-bin/deeplink/law1/title=Wet%20milieubeheer/article=15.33Artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2. Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3. Voorwerp van de belasting

  • 1.

    Voorwerp van de belasting is een perceel.

  • 2.

    Als perceel wordt aangemerkt:

  • a.

    de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

  • b.

    de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

  • c.

    een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

  • d.

    een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren.

  • e.

    het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 4. Belastingplicht.

De belasting wordt geheven van degene die al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.

Artikel 5. Maatstaf van heffing en tarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel

Artikel 6. Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7. Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting, als bedoelt in artikel 5, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in artikel 6 verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting bedoeld in artikel 6 voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.

  • 5.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel, is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 10. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de hiervoor gestelde termijnen.

Artikel 11. Kwijtschelding

  • 1.

    Bij de invordering van de afvalstoffenheffing kan 100% kwijtschelding worden verleend, voor de tarieven genoemd in hoofdstuk 1 van de tarieventabel.

  • 2.

    Het beleid inzake kwijtschelding wordt vastgesteld conform vigerend kwijtscheldingsbeleid.

Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening afvalstoffenheffing Vlissingen 2023", vastgesteld bij raadsbesluit van 10 november 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing Vlissingen 2024".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Vlissingen d.d. 16 November 2023.

de griffier, de voorzitter, Mr. F. Vermeulen Drs. A.R.B. van den Tillaar

Tarieventabel 2024 behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing Vlissingen 2024.

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

1.

De belasting bedraagt per perceel

2024

1.1

Indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar, of indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door 1 persoon

€ 323,86

1.2

Indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar, of indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door twee personen

€ 346,58

1.3

Indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar, of indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door drie- of meer personen

€ 394,62

1.4

Indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht niet permanent mag worden bewoond of bestemd is voor de recreatieve verhuur of verhuur aan arbeidsmigranten, of indien bij aanvang van de belastingplicht geen inschrijving in de BRP aanwezig is.

€ 394,62

1.5

Indien op het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht geen gebruik wordt gemaakt van een rolcontainer of ondergronds container , en ten aanzien waarvan wel een inzamelplicht bestaat, bedraagt de belasting per belastingjaar.

€ 394,62

Hoofdstuk 2. Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

2.

overige tarieven afvalstoffenheffing

2.1.1

Voor een nieuwe (vervangende) afvalsleutel

€ 12,00

2.1.1.1

Voor een extra afvalsleutel met 30 openingen per maand. Is het tarief per belastingjaar

€ 394,62

2.1.1.2

Voor een extra rest rolcontainer per belastingjaar

€ 394,62

2.1.2

Voor het openen en doorzoeken van een ondergrondse container:

€ 172,00

2.1.3

voor het verwijderen van grofvuil, aan huis op afspraak, per kubieke meter of gedeelte daarvan:

€ 48,50

2.1.4

voor het verwijderen van gebundeld grof tuinafval, wit- en bruingoed, matrassen aan huis op afspraak, per kubieke meter:

Gratis

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Vlissingen d.d. 16 November 2023.

de griffier, de voorzitter, Mr. F. Vermeulen Drs. A.R.B. van den Tillaar