Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

Geldend van 23-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

De raad van de gemeente Aalten;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2023;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

Besluit:

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaat onder:

  • dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1) e dag in het volgende kalenderjaar;

  • kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 14 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht en slotbepalingen

  • 1. De 'Legesverordening 2023' van 20 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening 2024’.

Ondertekening

Aalten, 19 december 2023

De raad voornoemd,

De griffier,

M.A.J.B. Fiering,

De voorzitter,

mr. A.B. Stapelkamp

Tarieventabel 2024

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Aalten 2024 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENINGParagraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 

a.

bij voltrekking in de trouwzaal aan de Markt 7 te Aalten op maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 16.00 uur

€ 416,20

b.

bij voltrekking in de trouwzaal aan de Markt 7 te Aalten op maandag tot en met vrijdag op een tijdstip, niet vallend tussen 9.00 en 16.00 uur

€ 635,20

c.

bij voltrekking in de trouwzaal aan de Markt 7 te Aalten op een zaterdag, zondag of op een algemeen erkende feestdag

€ 832,60

d.

Indien de voltrekking zoals bedoeld in artikel 1.1 plaatsvindt in een andere locatie dan de trouwzaal aan de Markt 7 te Aalten, worden de in de artikelen 1.1 a t/m 1.1 c genoemde tarieven verhoogd met

€ 116,90

e.

Het tarief bedraagt indien de voltrekking van het huwelijk of partnerschapregistratie plaatsvindt als een ‘huwelijk zonder ceremonie’ op maandag tot en met donderdag tussen 9.00 en 16.00 uur

€ 105,10

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

 

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

€ 37,60

a.

bij voltrekking in de trouwzaal aan de Markt 7 te Aalten op maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 16.00 uur

€ 416,20

b.

bij voltrekking in de trouwzaal aan de Markt 7 te Aalten op maandag tot en met vrijdag op een tijdstip, niet vallend tussen 9.00 en 16.00 uur

€ 635,20

c.

bij voltrekking in de trouwzaal aan de Markt 7 te Aalten op een zaterdag, zondag of op een algemeen erkende feestdag

€ 832,60

d.

Indien de voltrekking zoals bedoeld in artikel 1.1 plaatsvindt in een andere locatie dan de trouwzaal aan de Markt 7 te Aalten, worden de in de artikelen 1.2 a t/m 1.2 c genoemde tarieven verhoogd met

€ 116,90

e.

Het tarief bedraagt indien de voltrekking van het huwelijk of partnerschapregistratie plaatsvindt als een ‘huwelijk zonder ceremonie’ op maandag tot en met donderdag tussen 9.00 en 16.00 uur

€ 105,10

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek: van het tarief zoals bedoeld in artikelen 1.1 a t/m 1.1 c

50 %

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek: van het tarief zoals bedoeld in artikel 1.2 a t/m 1.2 c

50 %

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

 

a.

als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden:

€ 87,70

Artikel 1.6 niet van toepassing Aalten

 

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen:

€ 37,60

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

a.

een trouwboekje of partnerschapboekje

€ 29,20

b.

een duplicaat van een trouwboekje of partnerschapboekje

€ 29,20

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een nationaal paspoort:

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 63,40

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 75,80

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 40,90

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 36,90

Artikel 1.11 Modaliteiten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 57,05

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

 
 
 

Artikel 1.12 Rijbewijzen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 51,10

Artikel 1.13 Modaliteiten

 

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

 
 

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 39,65

 

b.

bij een aanvraag in verband met beschadiging of vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs vermeerderd met:

€ 25,00

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14 Definities

 

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking digitaal:

€ 7,50

b.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking op papier:

€ 11,00

Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking digitaal

€ 7,50

b.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking op papier:

€ 11,00

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

 

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50*

Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 20,50

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

* Dit is het maximumtarief.

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

een afschrift van de gemeentebegroting:

€ 164,00

b.

een afschrift van de gemeenterekening:

€ 164,00

c.

een afschrift van het burgerjaarverslag:

€ 41,00

d.

een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, inclusief bijbehorende stukken, per vergadering

€ 22,65

e.

een afschrift van de bouwverordening

€ 164,00

f.

een afschrift van de overige verordeningen, per pagina

€ 0,70

Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op:

 

a.

de agenda, notulen en raadsvoorstellen van de raadsvergaderingen, (incl. verzend-kosten)

€ 191,60

b.

de agenda en voorstellen van de vergaderingen van de rondetafelgesprekken, (incl. verzendkosten)

€ 94,00

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b:

 

a.

voor ieder daaraan besteed halfuur of gedeelte daarvan

€ 41,00

Artikel 1.22 Informatie uit registers niet van toepassing Aalten

 

Artikel 1.23 niet van toepassing Aalten

 
 
 
 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.24 Gemeentegarantie

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening:

€ 113,80

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€ 41,35*

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 11,00

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

c.

Tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn digitaal

€ 7,50

d.

Tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn op papier

€ 11,00

e.

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap digitaal

€ 7,50

f.

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap op papier

€ 11,00

* Dit is het maximumtarief vanaf 1 maart 2016.

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 20,50

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 
 

een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina op formaat

 

a.

A4, enkelzijdig, zwart-wit

€ 0,15

b.

A4, dubbelzijdig, zwart-wit

€ 0,20

c.

A3, enkelzijdig, zwart-wit

€ 0,25

d.

A3, dubbelzijdig, zwart-wit

€ 0,30

e.

A4, enkelzijdig, kleur

€ 0,60

f.

A4, dubbelzijdig, kleur

€ 0,90

g.

A3, enkelzijdig, kleur

€ 1,20

h.

A3, dubbelzijdig, kleur

€ 1,85

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29 niet van toepassing Aalten

 

Artikel 1.30 niet van toepassing Aalten

 

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 
 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,50*

 

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50*

 
 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00*

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 29,00

Artikel 1.32 Telecommunicatiewet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 
 

a.

voor het afgeven van een instemmingsbesluit voor reguliere werkzaamheden binnen het grondgebied van de gemeente

€ 555,60

 

b.

voor het afgeven van een instemmingsbesluit voor werkzaamheden

van minder ingrijpende aard binnen het grondgebied van de gemeente

€ 110,90

 

c.

Voor beheers-, degeneratie- en onderhoudskosten worden de onder 3.5A.1.1 en 3.5A.1.2 genoemde tarieven per meter sleuf verhoogd conform de genoemde tarieven in de VNG-regeling (Richtlijn Tarieven (graaf)werkzaamheden telecom) en UNOG (Uniformiteit Nutsbedrijven Oostelijk Gelderland).

 

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 49,55

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 49,55

c.

tot het verkrijgen van een bewonersontheffing om te parkeren op een

parkeergelegenheid die alleen bestemd is voor bewoners van een als

zodanig aangeduide zone en welke parkeergelegenheid wordt aangeduid

met het bord E9 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en

verkeerstekens 1990, per kalenderjaar of gedeelte daarvan

€ 49,55

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 7,45

b.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 13,90

c.

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 6,50

d.

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.17.1.1 en 1.17.1.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk

€ 11,70

e.

kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 
 

1.

per pagina

€ 14,30

Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om advies met betrekking tot de uitkomst van een verricht of advies voor een nog te verrichten (bodem) onderzoek

€ 301,15

b.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag van een vergunning tot het aansluiten van een eigendom op het gemeenteriool, ingevolge de lozingsverordening

€ 499,80

c.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag van een inrit- of uitwegvergunning ingevolge artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 77,10

d.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een

aanvraag voor een ontheffing veroorzaken geluidshinder (carbidschieten) als bedoeld in artikel 2.73a van de Algemene plaatselijke verordening

€ 14,40

e.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het tijdelijk in gebruik hebben van

gemeentegrond als bedoeld in artikel 2.10 van de Algemene

Plaatselijke Verordening en niet zijnde een standplaats of terras, geldig maximaal voor: 

  • 1.

    1. Een week

  • 2.

    2. Een maand

  • 3.

    3. Een half jaar

  • 4.

    4. Een jaar

€ 14,40

€ 28,85

€ 57,90

€ 115,90

f.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het geven van toestemming door het college van B en W voor het in gebruik nemen van een bijzondere particuliere begraafplaats of van een deel daarvan als bedoeld in artikel 41 van de Wet op de lijkbezorging

€ 451,90

g.

Voor het schouwen van een stoffelijk overschot door een gemeentelijk

lijkschouwer of door een vanwege de gemeente aangewezen lijkschouwer bedraagt het tarief binnen kantooruren van de GGD Noord- en Oost-Gelderland zoals door de GGD Noord- en Oost-Gelderland gehanteerd

€ 681,50

h.

Voor het schouwen van een stoffelijk overschot door een gemeentelijk lijkschouwer of door een vanwege de gemeente aangewezen lijkschouwer bedraagt het tarief buiten kantooruren van de GGD Regio Achterhoek zoals door de Regio Achterhoek gehanteerd

€ 1.222,00

 
 
 

Artikel 1.36 Kinderopvang

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

a.

het in exploitatie nemen van een kindercentrum (dagopvang en/of

buitenschoolse opvang) of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45,

eerste lid van de Wet kinderopvang.

€ 1.115,00

b.

Indien de in 1.36 a. bedoelde aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van twee weken na het in behandeling nemen ervan, bedraagt de teruggaaf van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

75 %

c.

Indien de in 1.36 a. bedoelde aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van vijf weken na het in behandeling nemen ervan, bedraagt de teruggaaf van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

50 %

Artikel 1.37 Recreatief nachtverblijf

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4.18 van de Algemene plaatselijke verordening indien:

 

a.

incidenteel geldig

€ 21,35

b.

geldig voor één jaar

€ 86,00

c.

geldig voor 5 jaar

€ 430,20

 
 
 
 

  HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWETParagraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

-

omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan.

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

5.

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de normbouwkosten voor de bouwactiviteit, als daarin is voorzien in de bij deze tarieventabel behorende Beleidsregels voor het berekenen van de bouwkosten 2016 en de bij de aanvraag opgegeven bouwkosten meer dan 10 % afwijken van deze normbouwkosten.

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

omgevingsoverleg;

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

Artikel 2.3 Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

 
 
 

1.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg (conceptaanvraag) over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 205,00

 
 
 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

indien de bouwkosten € 500.000,- of minder bedragen voor elke € 100,00 aan bouwkosten of een gedeelte daarvan

€ 1,07

 

met een minimum van:

€ 82,00

b.

indien de bouwkosten meer dan € 500.000 bedragen:

 
 

Over de eerste € 500.000 aan bouwkosten voor elke €100 aan bouwkosten

€ 1,07

 

Voor elke €100 of een gedeelte daarvan aan bouwkosten boven € 500.000 aan bouwkosten

€ 0,32

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

1.

voor een omgevingsplanactiviteit:

 
 

a.

indien de bouwkosten € 500.000,- of minder bedragen voor elke € 100,00 aan bouwkosten of een gedeelte daarvan

€ 2,00

 
 

met een minimum van:

€ 82,00

 

b.

indien de bouwkosten meer dan € 500.000 bedragen:

 
 
 

Over de eerste € 500.000 aan bouwkosten voor elke €100 aan bouwkosten

€ 2,00

 
 

Voor elke €100 of een gedeelte daarvan aan bouwkosten boven € 500.000 aan bouwkosten

€ 0,59

2.

 

Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het tarief verhoogd met:

 
 

a.

voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in bijlage A:

€ 287,00

 

b.

voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd onder 1:

€ 4.457,00

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 82,00

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de Erfgoedverordening gemeente Aalten 2017 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

 
 
 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 287,00

 
 

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 287,00

2.

Als het een archeologisch monument betreft:

€ 287,00

3.

Het eerste lid, aanhef is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening gemeente Aalten 2017 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

  • 1.

    als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

  • 2.

    als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 287,00

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 287,00

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor een omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 18 van de Erfgoedverordening gemeente Aalten 2017 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 287,00

 

b.

voor een omgevingsplanactiviteit danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit

€ 287,00

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

Artikel 2.11 niet van toepassing Gemeente Aalten

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten 

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 2.650,00

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.180,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten

€ 4.770,00

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten

€ 6.360,00

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 4.770,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten

€ 7.155,00

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten

€ 9.540,00

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 4.770,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten

€ 7.155,00

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 9.540,00

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.180,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten

€ 4.770,00

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten

€ 6.360,00

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.180,00

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.180,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten

€ 4.770,00

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten

€ 6.360,00

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.180,00

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

 

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

 

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten 

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 424,00

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 424,00

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23 niet van toepassing gemeente Aalten

 

Artikel 2.24 niet van toepassing gemeente Aalten

 

Artikel 2.25 niet van toepassing gemeente Aalten

 

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 287,00

 
 

Artikel 2.27 niet van toepassing gemeente Aalten

 

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een omgevingsplanactiviteit:

€ 287,00

 

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

€ 287,00

b.

voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit

€ 287,00

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.29 niet van toepassing gemeente Aalten

 

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

regeling in de Algemene plaatselijke verordening/overgangsrecht Omgevingswet

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de Kapverordening gemeente Aalten in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 82,00

Artikel 2.31 niet van toepassing gemeente Aalten

 

Artikel 2.32 niet van toepassing gemeente Aalten

 

Artikel 2.33 niet van toepassing gemeente Aalten

 

Artikel 2.34 Andere activiteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 82,00

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

voor een omgevingsplanactiviteit:

€ 82,00

 

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 82,00

 

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 82,00

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 82,00

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 82,00

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 
 

a.

Één of meer milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 1.696,00

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.696,00

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 82,00

 
 
 
 

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel 

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 
 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief

€ 287,00

 

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief

€ 287,00

 

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:

€ 2.650,00

 

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief

€ 287,00

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 287,00

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 287,00

Artikel 2.42 niet van toepassing gemeente Aalten

 

Artikel 2.43 niet van toepassing gemeente Aalten

 

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

 

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

  • 1.

    - minder is dan 2.500 m²

  • 2.

    - meer is dan 2.500 m² en minder dan 5.000 m²

meer dan 5.000 m² bedraagt dan wordt een begroting opgesteld

€5.944,00

€9.511,00

Begroting

b.

Wanneer een aanvraag tot vaststelling van een omgevingsplan integraal kan worden opgenomen in een andere wijziging van het omgevingsplan (bijvoorbeeld een actualiseringsplan) dan bedraagt het tarief 50 %

  • 1.

50 %

  • 1.

    c.

onverminderd het bepaalde in de onderdelen a en b van dit artikel wordt dit basistarief vermeerderd met de (interne of externe) kosten voor het feitelijk opstellen van een wijziging van het omgevingsplan.

Een aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van deze kosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht. Indien de werkelijke (advies)kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

Begroting

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 82,00

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

€ 287,00

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 1.060,00

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a1.

voor de beoordeling van een milieukundig historisch, verkennend of (eenvoudig) nader bodemonderzoekbodemrapport:

€ 636,00

a2.

voor de beoordeling van een milieukundig historisch, complexer aanvullend of nader bodemonderzoeksrapport:

€ 1.272,00

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 636,00

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 848,00

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 328,00

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 328,00

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER) bedraagt het tarief per uur:

€ 106,00

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport bedraagt het tarief per uur:

€ 106,00

2.

Het op grond van het eerste lid onder f en g verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.50 Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet (tarief op basis van een promillage van de bouwsom):

 
 

a.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de

Verordening Commissie Omgevingskwaliteit Aalten 2023 dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

 
 
 

Indien de bouwsom € 500.000,- of minder bedraagt

1,9 ‰

 
 

met een minimum van:

€ 100,00

 
 

plus over het gedeelte van de bouwsom

van € 500.001 tot en met € 1.000.000

1,2 ‰

 
 

plus over het gedeelte van de bouwsom

van € 1.000.001 tot en met € 2.500.000

0,8 ‰

 
 

plus over het gedeelte van de bouwsom

van € 2.500.001 tot en met € 5.000.000

0,5 ‰

 
 

van € 5.000.001 en meer

0,25 ‰

 

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening Commissie Omgevingskwaliteit Aalten 2023 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a:

€ 164,00

 

c.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.51 Instemming

 
 
 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

a.

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg (conceptaanvraag)

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100 %

van de voor het omgevingsoverleg (conceptaanvraag) geheven leges.

 

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

  • 1.

    a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

  • 2.

    b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

  • 3.

    c. binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

Artikel 2.53 niet van toepassing Aalten

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

85 %.

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

85 %.

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

75 %

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

50 %

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

25 %

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

75 %

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

50 %

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25 %

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 26 weken na onherroepelijk worden van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

20 %

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50 %

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Een bedrag minder dan € 82,00 wordt niet teruggegeven.

 

  HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 406,90

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29 van de Algemene plaatselijke verordening, geldig per keer:

€ 32,95

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 406,90

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet per dag:

€ 14,90

Paragraaf 3.2 niet van toepassing gemeente AaltenParagraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 13,05

 
 
 

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

 

a.

een grootschalig evenement, per dag vermeerderd met een toeslag van € 5,05 per iedere dag verlenging

€ 173,50

b.

een middelgroot evenement, per dag

vermeerderd met een toeslag van € 3,35 per iedere dag verlenging

€ 57,80

c.

voor een te laat ingediende vergunningaanvraag van de in de onderdelen 3.6 a en 3.6 b genoemde vergunningen, wordt de genoemde leges vermeerderd met

50 %

d.

Het tarief voor het gebruik van een elektriciteitsaansluiting bij een evenement als bedoeld in artikel 3.6 of een standplaats als bedoeld in artikel 3.7 bedraagt per dag of gedeelte daarvan

€ 5,00

Artikel 3.7 niet van toepassing Aalten

 

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.8 niet van toepassing Aalten

 

Artikel 3.9 niet van toepassing Aalten

 

Artikel 3.10 Losse standplaatsen

 

tot het innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 5.18 van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan op de weekmarkt te Aalten of Dinxperlo en behoudens de huurprijs van de gemeentegrond als bepaald in het Standplaatsenbeleid gemeente Aalten

€ 14,35

Paragraaf 3.6 Niet van toepassing AaltenParagraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.18 Niet benoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 14,35

Behorende bij het raadsbesluit van 19 december 2023.

De Griffier,

M.A.J.B. Fiering

Bijlage 1 ADVIESRECHT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 16.15a, lid b. onder 1 Omgevingswet

Omgevingswet

  • 1.

    De toevoeging van maximaal 5 woningen op een inbreidingslocatie welke voldoet aan het lokale en regionale woonbeleid en waar sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties;

  • 2.

    De splitsing van grote hoofdbouwmassa’s binnen de in het tijdelijk omgevingsplan voorkomende enkelbestemmingen ‘Wonen-1’ of ‘Wonen-2’ en het vermeerderen van de woningvoorraad met ten hoogste 20 nieuwe burgerwoningen, gelegen binnen de contouren van het van het tijdelijk omgevingsplan onderdeel uitmakende bestemmingsplan Landelijk Gebied 2015, mits wordt voldaan aan de volgende (splitsings)voorwaarden:

    • 1.

      De oorspronkelijke hoofdbouwmassa heeft een inhoud van minimaal 1.200 m³;

    • 2.

      De toename van het aantal nieuwe woningen binnen een ‘woonbestemming’ is beperkt tot één; binnen de hoofdbouwmassa zijn na realisatie van de nieuwe woning ten hoogste twee woningen toegestaan;

    • 3.

      De belangen van de in de omgeving aanwezige functies en waarden mogen niet in onevenredige mate worden geschaad;

    • 4.

      Elke afzonderlijke woning moet na splitsing een minimale inhoud van 350 m³ hebben;

    • 5.

      Per woning zijn bij de woning bijbehorende bouwwerken toegestaan met inachtneming van het tijdelijke omgevingsplan;

    • 6.

      Overtollige bebouwing moet worden gesloopt, met uitzondering van karakteristieke bebouwing;

    • 7.

      De woningen dienen levensloopbestendig, energieneutraal en gasvrij te worden gebouwd;

    • 8.

      De woning dient te passen in de woningbouwplanning (voor het buitengebied).

  • 3.

    De realisatie van mini en kleine windmolens, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • 1.

      De ashoogte bedraagt maximaal 5 meter op en gemeten vanaf een ander bouwwerk;

    • 2.

      De ashoogte bedraagt maximaal 15 meter op en gemeten vanaf de grond;

    • 3.

      De ashoogte bedraagt maximaal 25 meter op en gemeten van de grond in het bij het Uitnodingskader zon en wind behorende inpassingskaart aangewezen Functioneel landschap en Bedrijventerrein;

    • 4.

      Er is geen sprake van een onevenredige afbreuk aan het (leef)milieu of in de omgeving aanwezige functies;

    • 5.

      Natuurwaarden worden niet onevenredig aangeteast en er wordt rekening gehouden met bepalingen omtrent GNN en GO;

    • 6.

      In het waardevol landschap worden de landschapskwaliteiten niet onevenredig aangetast;

    • 7.

      De windmolens op of grenzend aan het erf zijn.

  • 4.

    De realisatie van zonnevelden, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • 1.

      De oppervlakte bedraagt maximaal 1.000 m² in het bij het Uitnodingskader zon en wind behorende inpassingskaart aangewezen Waardevol landschap en aansluitend aan het agrarisch bouwvlak;

    • 2.

      De oppervlakte bedraagt tussen de 0,25 ha tot 2,5 ha in het op de inpassingskaart aangegeven Waardevol landschap;

    • 3.

      De oppervlakte bedraagt maximaal 2,5 ha in het op de inpassingskaart aangewezen Functioneel Landschap en Grootschalig functioneel landschap, binnen de ‘bestemmingen’ Bedrijf en Agrarisch;

    • 4.

      De oppervlakte bedraagt maximaal 2,5 ha in het op de inpassingskaart aangegeven Bedrijventerrein;

    • 5.

      Er is geen sprake van een onevenredige afbreuk aan het (leef)milieu of in de omgeving aanwezige functies;

    • 6.

      Er wordt voorzien in landschappelijke inpassing middels streekeigen erfbeplanting;

    • 7.

      In het waardevol landschap worden de landschapskwaliteiten niet onevenredig aangetast;

    • 8.

      Natuurwaarden worden niet onevenredig aangetast en er wordt rekening gehouden met bepalingen omtrent GNN en GO;

    • 9.

      Zonnevelden tot 2.500 m² bij de functies Agrarisch en Agrarisch met waarden zijn uitsluitend toegestaan grenzend aan het agrarisch bouwvlak.

  • 5.

    De realisatie van het toevoegen van een woning in het landelijk gebied van de gemeente Aalten, mits wordt voldaan aan de ‘Lokale kwaliteitscriteria voor het toevoegen van een woning in het landelijk gebied van de gemeente Aalten’, zoals vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad d.d. 30 november 2021.

  • 6.

    De realisatie van:

    • 1.

      een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:

      • 1.

        niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of een bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf

      • 2.

        de oppervlakte niet meer dan 150m²

    • 2.

      een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening als bedoeld in artikel 2, onderdeel 18, onder a, dat niet voldoet aan de in dat subonderdeel genoemd eisen, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

      • 1.

        niet hoger dan 5 m, en

      • 2.

        de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

    • 3.

      een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

      • 1.

        niet hoger dan 10 m, en

      • 2.

        de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

    • 4.

      een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;

    • 5.

      een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m;

    • 6.

      een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder w, van de Elektriciteitswet 1998;

    • 7.

      een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen;

    • 8.

      het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;

    • 9.

      het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen;

    • 10.

      het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

      • 1.

        de recreatiewoning voldoet aan de bij of krachtens de Omgevingswet aan een bestaande woning gestelde eisen;

      • 2.

        de bewoning niet in strijd is met de bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Omgevingswet of de Reconstructiewet concentratiegebieden,

      • 3.

        de bewoner op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik had en deze sedertdien onafgebroken bewoont, en

      • 4.

        de bewoner op 31 oktober 2003 meerderjarig was;

    • 11.

      ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 10, voor een termijn van ten hoogste tien jaar.