Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR709394
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR709394/1
Verordening op de heffing en invordering van leges 2024
Geldend van 29-12-2023 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van leges 2024De raad van de gemeente Weststellingwerf;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, 2e lid en 7 van de Paspoortwet;
b e s l u i t:
Vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van leges 2024”.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
- f.
APV: de Algemene Plaatselijke Verordening
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.
- a.
-
2. In afwijking in zoverre van het eerste lid moeten de leges, indien zij worden geheven voor de afgifte van een stuk of het verstrekken van inlichtingen, worden betaald bij de afgifte van dat stuk of het verstrekken van inlichtingen.
-
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
artikel 1.25, onder 1 (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
-
1. De “Verordening op de heffing en invordering van leges 2023” wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening op de heffing en invordering van leges 2024”.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 2023.
De griffier,
De voorzitter,
Bijlage Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Weststellingwerf 2024
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk |
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap dan wel het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, op: |
|
|
Artikel 1.1.1 |
|
|
Locatie Griffioenpark 1/Van Harenstraat 37 |
|
|
a. |
werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur |
€ 306,00 |
b. |
zaterdag van 9.00 tot 17.00 uur |
€ 602,00 |
c. |
dinsdagochtend 9:00 en 9:30 uur |
€ 0,00 |
d. |
op tijden en dagen niet hiervoor genoemd voor zover bij besluit door Burgemeester en wethouders is toegestaan |
€ 602,00 |
Artikel 1.1.2 |
|
|
Locatie Mandehof 7 |
|
|
a. |
werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur |
€ 442,00 |
b. |
zaterdag van 9.00 tot 17.00 uur |
€ 878,00 |
c. |
dinsdagochtend 9:00 en 9:30 uur |
€ 0,00 |
d. |
op tijden en dagen niet hiervoor genoemd voor zover bij besluit door Burgemeester en wethouders is toegestaan |
€ 602,00 |
De onder artikel 1.1.1 en 1.1.2 genoemde bedragen worden eveneens geheven voor een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien de omzetting plaatsvindt in een andere ruimte dan in een spreekkamer in het Publiekscentrum |
|
|
Artikel 1.2 Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of omzetten geregistreerd partnerschap in bijzonder huis |
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap, dan wel het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek op maandag tot en met zaterdag |
€ 602,00 |
|
Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of omzetten geregistreerd partnerschap in een andere ruime |
|
|
Het voltrekken van een huwelijk of registratie van een partnerschap , dan wel het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, in een andere ruimte dan onder 1.1 of 1.2 zonder dienstverlening van een bode) op: |
|
|
a. werkdagen |
€ 443,00 |
|
b. zaterdag |
€ 878,00 |
|
Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het aanwijzen van een door het bruidspaar aangewezen bijzonder ambtenaar van de burgerlijke stand voor het voltrekken van een huwelijk of registratie partnerschap dan wel omzetten geregistreerd partnerschap in een huwelijk: |
€ 127,00 |
|
Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
|
|
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige: |
€ 51,00 |
|
Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen |
€ 51,00 |
|
Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje |
|
|
Het tarief bedraagt voor: |
|
|
a. |
het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje: |
€ 25,35 |
b. |
Het kalligraferen van een trouwboekje of partnerschapsboekje: |
€ 15,80 |
c. |
het gekalligrafeerd laten bijschrijven van een kind in het trouwboekje of partnerschapsboekje: |
€ 10,70 |
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
(gemeente hanteert het maximum Rijkstarief met afronding naar beneden op € 0,05)
Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten |
|
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
||
a. |
een nationaal paspoort: |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat. |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat. |
b. |
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort): |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat. |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat. |
c. |
een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat. |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat. |
d. |
een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: |
Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat. |
|
Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart |
|
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
||
a. |
een Nederlandse identiteitskaart: |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat. |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat. |
b. |
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon: |
Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat. |
|
Artikel 1.11 Toeslagen (ipv Modaliteiten) |
|
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
||
a. |
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen: |
Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat. |
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
(gemeente hanteert het maximum Rijkstarief met afronding naar beneden op € 0,05)
Artikel 1.12 Rijbewijzen |
|
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: |
Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat. |
||
Artikel 1.13 Modaliteiten |
|
||
1. |
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt: |
|
|
|
a. |
bij een spoedlevering vermeerderd met: |
Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat. |
|
b. |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een formulier “Eigen verklaring CBR” |
€ 1,85 |
|
c. |
Het tarief onder 1.13.a. wordt verhoogd met het door het Centraal Bureau Rijvaardigheid (CBR) vastgestelde tarief dat de gemeente voor een “Eigen verklaring CBR” is verschuldigd aan het CBR |
|
3. |
De verhogingen genoemd in het eerste lid zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd. |
|
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
Artikel 1.14 Definities |
|
|
1. |
Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
2. |
Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
|
Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€ 8,90 |
b. |
tot het verstrekken van een afschrift van een persoonslijst: |
€ 8,90 |
c. |
tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200): |
€ 8,90 |
Artikel 1.16 Verstrekkingen van aangehaakte gegevens |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€ 8,90 |
Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking |
|
|
In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen: |
Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat. |
|
Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 25,25 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
3. |
Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen van één of meer kaartverzamelingen of registers voor ieder daaraan besteed kwartier: |
€ 25,25 |
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|
a. |
een afschrift van de gemeentebegroting: |
€ 19,00 |
b. |
een afschrift van de gemeenterekening: |
€ 19,00 |
c. |
een afschrift van de kadernota |
€ 9,45 |
Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken |
|
|
gereserveerd. |
|
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie, fysiek of digitaal, van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b: |
|
|
a. |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde: |
€ 1,00 |
b. |
in formaat A3, per bladzijde: |
€ 1,65 |
c. |
in formaat A2 of groter, per bladzijde: |
€ 2,65 |
d. |
In de vorm van een lichtdruk |
€ 9,60 |
e. |
Bij toezending per post van de in dit hoofdstuk omschreven aanvragen worden de leges verhoogd met de portokosten. |
|
Artikel 1.22 Informatie uit registers |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel: |
|
|
a. |
uit de Basisregistratie Kadaster |
€ 13,10 |
b. |
het tarief onder 1.22 lid a wordt verhoogd met het door de minister vastgestelde tarief dat de gemeente voor een kadastraal uittreksel verschuldigd is aan het kadaster |
|
d. |
van brondocumenten van Gemeentelijke Publiekrechtelijke Beperkingen per object |
€ 10,10 |
|
Voor het digitaal verstrekken van gegevens die schriftelijk beschikbaar zijn, per scan: |
€ 1,00 |
|
Voor alle andere, geschreven of gedrukte stukken of kopieën daarvan, per bladzijde |
€ 1,00 |
Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van: |
|
|
|
het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat: |
€ 10,10 |
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Artikel 1.24 Gemeentegarantie |
|
|
gereserveerd |
|
|
Artikel 1.25 Overige publiekszaken |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1. |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: |
Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat. |
2. |
Tot het afgeven van een bewijs van in leven zijn anders dan een attestatie de vita |
€ 8,90 |
3. |
Tot het doen van herziene naamskeuze op grond van de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam |
zoals is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand |
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier of deel daarvan: |
€ 25,25 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 1.28 Gereserveerd |
|
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014 |
|
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
|
a. |
een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014: |
n.v.t. |
|
b. |
tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014: |
n.v.t. |
Artikel 1.30 Leegstandwet |
|
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
|
a. |
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet: |
€ 202,35 |
|
b. |
verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet: |
€ 151,75 |
2. |
Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend. |
|
|
Artikel 1.31 Wet op de kansspelen (gemeente hanteert het Rijkstarief uit het Speelautomatenbesluit 2000) |
|
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
|
|
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat: |
€ 58,25 |
|
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 58,25 |
|
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 35,05 |
|
c. |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd: |
€ 233,50 |
|
d. |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd: |
€ 373,75 |
2. |
Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden naar gelang het aantal maanden of gedeelte van een maand. |
|
|
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning): |
€ 303,45 |
|
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een loterijvergunning door een vereniging of stichting waarbij blijkens de statuten of handelingen in het maatschappelijk verkeer sprake is van een niet-commerciële activiteit en/of realisering van een ideële doelstelling zonder winstoogmerk, bedraagt |
€ 50,55 |
|
Artikel 1.32 Telecommunicatiewet |
|
||
n.v.t. |
|
||
Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving |
|
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
||
a. |
afgifte van een ontheffing in het kader van de toepasselijke verkeerswetgeving en/of Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer: |
€ 101,20 |
|
b. |
verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) of het afgeven van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 52 van het BABW: |
€ 50,55 |
Paragraaf 1.10 Diversen
Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
|
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
||
1. |
het verstrekken van fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 1,00 |
|
2. |
het digitaal verstrekken van gegevens die schriftelijk beschikbaar zijn, per gescande pagina: |
|
|
|
a. |
in formaat A4 of kleiner: |
€ 1,00 |
|
b. |
in formaat A3 |
€ 1,65 |
|
b. |
in formaat A0: |
€ 2,65 |
3. |
het verstrekken van een duplicaat van de WOZ-beschikking: |
€ 8,90 |
|
4. |
het verstrekken van een exemplaar van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 51,40 |
|
5. |
het waarmerken van kopieën van origineel getoonde documenten |
€ 8,90 |
|
6. |
voor het legaliseren van een handtekening, een foto op een stuk of het ter legalisatie opsturen van één stuk |
€ 8,90 |
|
7. |
het verstrekken van schriftelijke inlichtingen uit processen verbaal en rapporten, betreffende plaats gehad hebbende verkeersongevallen voor elke opgave of inlichting |
€ 10,70 |
|
Bij toezending per post van de in dit hoofdstuk omschreven aanvragen worden de leges verhoogd met de portokosten |
|
||
Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen |
|
||
Het tarief bedraagt voor elke andere vergunning/ontheffing of niet uitdrukkelijk in deze titel genoemd stuk, per stuk |
€ 303,45 |
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 Definities |
|||
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
|
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
|
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
|
|
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
|
|
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
|
4. |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemdeUniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs, de prijs exclusief omzetbelasting. |
|
|
5. |
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de normbouwkosten voor de bouwactiviteit, zoals daarin is voorzien in de bij deze tarieventabel behorende Bijlage 1. bij de tarieventabel Legesverordening 2024 gemeente Weststellingwerf (Richtlijn bouwkosten en legeskosten) en de bij de aanvraag opgegeven bouwkosten meer dan 10% afwijken van deze normbouwkosten. |
|
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
||
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
||
a. |
een conceptverzoek te beoordelen of een principeverzoek te behandelen; |
|
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
|
||
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
|
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
|
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
|
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
|
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
|
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
Paragraaf 2.2 Voorfase
Artikel 2.4 Conceptverzoek en principeverzoek |
|
|
Als de aanvraag betrekking heeft op beoordelen van een conceptverzoek dan wel het behandelen van een principeverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
|
1. |
voor het beoordelen en/of behandelen van |
|
|
een conceptverzoek: |
€ 386 |
|
een principeverzoek: |
€ 386 |
2. |
Als het voor de behandeling noodzakelijk is om een Omgevingstafel te organiseren, waarbij externe ketenpartners aan moeten sluiten, worden de kosten hiervan doorberekend aan de aanvrager. Dit is ook het geval wanneer er meerdere Omgevingstafels noodzakelijk zijn. |
|
3. |
Het op grond van het tweede lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 25.000: |
1,95% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 200 |
b. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 25.000 tot € 50.000: |
1,85% |
|
van de bouwkosten; |
|
c. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 200.000: |
1,75% |
|
van de bouwkosten; |
|
d. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000 tot € 2.500.000: |
1,60% |
|
van de bouwkosten; |
|
e. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.500.000: |
1,40% |
|
van de bouwkosten, met een maximum van: |
€100.000 |
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
1. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 25.000: |
1,55% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 200 |
2. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 25.000 tot € 50.000: |
1,45% |
|
van de bouwkosten; |
|
3. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 200.000: |
1,35% |
|
van de bouwkosten; |
|
4. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000 tot € 2.500.000: |
1,00% |
|
van de bouwkosten; |
|
5. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.500.000: |
0,80% |
|
van de bouwkosten, met een maximum van: |
€ 50.000 |
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht worden de in het lid a genoemde tarieven verhoogd met: |
50% |
|
met een maximum van: |
€ 6.000 |
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit de in het lid a genoemde tarieven verhoogd met: |
50% |
|
met een maximum van: |
€ 6.000 |
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 274 |
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 694 |
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 694 |
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
|||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel [14] van de Erfgoedverordening gemeente Weststellingwerf 2017 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
|
|
|
|
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 321 |
|
|
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 321 |
|
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
|
|
|
|
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 741 |
|
|
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 741 |
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
|
|
|
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 741 |
|
|
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 741 |
2. |
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met, de bedragen als bedoeld in artikel 2.49. |
|
||
3. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening gemeente Weststellingwerf 2017 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:
|
|
||
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit |
|
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|||
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 321 |
||
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 321 |
||
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
|||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel [20] van de Erfgoedverordening gemeente Weststellingwerf 2017 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
€ 321 |
|
|
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 741 |
|
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 741 |
|
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
||
Artikel 2.11 Gereserveerd |
|
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 1.962 |
||
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
Bij oprichting of verandering of actualisatie (niet ambtshalve) per milieubelastende activiteit: |
€ 1.962 |
|
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
|
||
a. |
bij oprichting: |
|
|
|
1. |
voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft: |
€ 5.450 |
|
2. |
voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft: |
€ 1.962 |
b. |
bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve): |
€ 1.962 |
|
c. |
indien er sprake is van een IPPC installatie, bedraagt het tarief in afwijking van bovenstaande: |
€ 7.357 |
|
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
|
||
a. |
bij oprichting: |
|
|
|
1. |
voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft: |
€ 5.450 |
|
2. |
voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft: |
€ 1.962 |
b. |
bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve): |
€ 1.962 |
|
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
|
||
a. |
bij oprichting: |
|
|
|
1. |
voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft: |
€ 5.450 |
|
2. |
voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft: |
€ 1.962 |
b. |
bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve): |
€ 1.962 |
|
c. |
indien er sprake is van een IPPC installatie, bedraagt het tarief in afwijking van bovenstaande: |
€ 7.357 |
|
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
|
||
a. |
bij oprichting: |
|
|
|
1. |
voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft: |
€ 5.450 |
|
2. |
voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft: |
€ 1.962 |
b. |
bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve): |
€ 1.962 |
|
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving) |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
|
||
a. |
bij oprichting: |
|
|
|
1. |
voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft: |
€ 5.450 |
|
2. |
voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft: |
€ 1.962 |
b. |
bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve): |
€ 1.962 |
|
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
|
||
a. |
bij oprichting: |
|
|
|
1. |
voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft: |
€ 5.450 |
|
2. |
voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft: |
€ 1.962 |
b. |
bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve): |
€ 1.962 |
|
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten |
|
||
1. |
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast. |
|
|
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt. |
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Artikel 2.21 Gereserveerd |
|
Artikel 2.22 Gereserveerd |
|
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Artikel 2.23 Gereserveerd |
|
|
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel […] van het omgevingsplan: |
€ 420 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 840 |
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 420 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 840 |
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel [2:11] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 164 |
|
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel [2:12] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 0 |
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 164 |
|
en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met: |
€ 420 |
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 584 |
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 584 |
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Artikel 2.29 Gereserveerd |
|
||
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 102 |
||
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame: |
€ 95 |
|
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken en/of objecten plaatsen op de weg |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel [2:10] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,: |
€ 198 |
|
Artikel 2.33 Gereserveerd |
|
||
Artikel 2.34 Andere activiteiten |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|
||
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 420 |
|
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|
1. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 420 |
|
2. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 840 |
|
3. |
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: |
€ 420 |
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
|
|
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: 1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of 4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift: |
€ 420 |
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 420 |
Artikel 2.36 Gereserveerd |
|
|
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 105 |
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel |
|
||
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
|
|
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 105 |
|
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 105 |
|
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 105 |
|
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 105 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 420 |
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ 420 |
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: |
€ 420 |
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens |
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen: |
€ 105 |
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit. |
|
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
€ 3000 |
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 420 |
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
|
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
10%, |
||||
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
||||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
||||
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 0 |
|||
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 840 |
|||
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 420 |
|||
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
||||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
||||
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 420 |
|||
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 420 |
|||
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 420 |
|||
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 420 |
|||
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 420 |
|||
f. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 420 |
|||
g. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 420 |
|||
Artikel 2.50 Advies |
|
||||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
|||
|
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ 797 |
||
|
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet wordt het tarief verhoogd met de door de commissie ter zake aan de gemeente in rekening gebrachte kosten: |
|
||
|
c. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b wordt het tarief verhoogd met de door de commissie ter zake aan de gemeente in rekening gebrachte kosten: |
|
||
|
d. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
||
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|||
Artikel 2.51 Instemming |
|
||||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
€ 797 |
|||
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|
|
||
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|||
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.13 Vermindering
Artikel 2.52 Vermindering na conceptverzoek of principeverzoek |
|
||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om een conceptverzoek te beoordelen dan wel om een principeverzoek te behandelen als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
100% |
|
van de voor het beoordelen van het conceptverzoek of de behandeling van het principeverzoek geheven leges, mits de voor de aanvraag geheven leges niet negatief worden. |
|
||
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: |
|
|
|
a. |
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het conceptverzoek of principeverzoek betrekking had; |
|
|
b. |
in overeenstemming met de uitkomsten van het conceptverzoek of principeverzoek; en |
|
|
c. |
binnen vier maanden na het verzenden van de uitkomst van het conceptverzoek of principeverzoek aan de aanvrager. |
|
Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt: |
|
||
a. |
bij 5 tot 10 activiteiten: |
5% |
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
|
b. |
bij 10 tot 15 activiteiten: |
5% |
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
|
c. |
bij 15 of meer activiteiten: |
5% |
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges. |
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
85%. |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
100%. |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: |
30% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op verzoek van bevoegd gezag: |
100% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
30% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op verzoek van bevoegd gezag: |
100% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
30% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
|
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
Een bedrag minder dan € 115 wordt niet teruggegeven. |
|
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2
Paragraaf 3.1 Horeca
Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
a. |
een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel [2:28] van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 254 |
b. |
een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel [2:29, tweede lid,] van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 254 |
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
a. |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ 606 |
b. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet: |
€ 75 |
c. |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet: |
€ 221 |
d. |
een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet: |
€ 221 |
e. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet: |
€ 75 |
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf |
|
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel [3:3] van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
|
|
a. |
voor een escortbedrijf: |
€ 1147 |
|
b. |
voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in onderdeel a: |
€ 1147 |
|
c. |
voor andere seksbedrijven dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 1147 |
Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf |
|
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning |
€ 705 |
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
a. |
een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet: |
€ 438 |
b. |
wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing: |
€ 105 |
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
Artikel 3.6 Organiseren evenement |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel [2.25, eerste lid,] van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft: |
|
|
a. |
Klein evenement in de zin van artikel 2.24, lid 3: |
€ 0 |
b. |
Groot evenement, een evenement met een piekbezoekersaantal van meer dan 5.000 bezoekers of een evenement met verhoogd risicoprofiel o.b.v. classificatie veiligheidsregio. |
€ 1680 |
c. |
Overige evenement, zijnde een evenement die niet voldoet aan de criteria voor “Klein” of “Groot” |
€ 0 |
Artikel 3.7 Organiseren markt |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning: |
|
|
a. |
voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel [5:23] van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 0 |
b. |
voor het organiseren van een markt als bedoeld in artikel [3] van de Marktverordening gemeente Weststellingwerf 2018 |
|
Paragraaf 3.5 Standplaatsen
Artikel 3.8 Lokaal beleid - Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt |
|
||||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|||
|
a. |
een vaste-standplaatsvergunning als bedoeld in artikel [2] van de marktreglement gemeente Weststellingwerf 2009 en artikel [6] marktverordening gemeente Weststellingwerf 2018: |
€303,47 ; |
||
2. |
Een recht wordt geheven voor het innemen van een standplaats voor het uitstallen, aanbieden of verkopen van goederen onder de benaming van marktgeld (op locaties die zijn aangewezen voor het houden van een warenmarkt). |
|
|||
3. |
Het marktgeld wordt geheven van de vergunninghouder genoemd in artikel 1, aanhef, sub g van de Marktverordening gemeente Weststellingwerf 2009 dan wel artikel 1, aanhef, sub j van de Marktverordening gemeente Weststellingwerf 2018. |
|
|||
4. |
Het tarief voor het innemen van een standplaats of een mobiele verkoopinrichting op de wekelijkse warenmarkt, de voorjaarsmarkt of de najaarsmarkt is per dag per strekkende meter frontbreedte, voor kramen met een maximale diepte van 4 meter (de standaardmaat), een bedrag van: |
€ 1,36; |
|||
5. |
Daarbij geldt per dag een minimum van: |
€ 6,55; |
|||
6. |
De kosten van elektriciteit uit de gemeentelijke stroomkasten en de netwerkkosten worden op privaatrechtelijke basis afzonderlijk en tegen kostprijs in rekening gebracht. |
|
|||
7. |
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van marktgelden. |
|
|||
8. |
Indien een periode niet volledig wordt uitgediend, zal geen restitutie plaatsvinden. |
|
|||
Artikel 3.9 Gereserveerd |
|
||||
Artikel 3.10 Losse standplaatsen |
|
||||
1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening bedraagt: |
|
|||
a. |
voor één dag per kalenderjaar: |
€ 101,19 |
|||
b. |
voor twee dagen tot 20 dagen per kalenderjaar: |
€ 202,33 |
|||
c. |
vanaf 20 dagen per kalenderjaar: |
€ 303,47 |
|||
2 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 5:18 Algemene plaatselijke verordening door een vereniging of stichting, waarbij blijkens de statuten of handelingen in het maatschappelijk verkeer sprake is van een niet- commerciële activiteit en/of realisering van een ideële doelstelling zonder winstoogmerk, voor een standplaats bedraagt: |
|
|||
a. |
voor één dag per kalenderjaar: |
€ 25,26 |
|||
b. |
voor twee dagen tot 20 dagen per kalenderjaar: |
€ 50,57 |
|||
c. |
vanaf 20 dagen per kalenderjaar: |
€ 101,19 |
|||
3 |
Een recht wordt geheven voor het innemen van een standplaats voor het uitstallen, aanbieden of verkopen van goederen onder de benaming van staangeld (op locaties als bedoeld in artikel 5:18, van de Algemene plaatselijke verordening). |
|
|||
4 |
Het staangeld wordt geheven van de vergunninghouder krachtens artikel 5:18 Algemene plaatselijke verordening. |
|
|||
5 |
Het tarief voor innemen van een standplaats op gemeentegrond bedraagt: |
|
|||
a. |
voor één dag per kalenderjaar: |
€ 101,19 |
|||
b. |
voor twee dagen tot 20 dagen per kalenderjaar: |
€ 202,33 |
|||
c. |
vanaf 20 dagen per kalenderjaar: |
€ 303,47 |
|||
6 |
Het tarief voor het innemen van een standplaats op gemeentegrond door een vereniging of stichting, waarbij blijkens de statuten of handelingen in het maatschappelijk verkeer sprake is van een niet-commerciële activiteit en/of realisering van een ideële doelstelling zonder winstoogmerk, bedraagt: |
|
|||
a. |
voor één dag per kalenderjaar: |
€ 25,26 |
|||
b. |
voor twee dagen tot 20 dagen per kalenderjaar: |
€ 50,57 |
|||
c. |
vanaf 20 dagen per kalenderjaar: |
€ 101,19 |
|||
7 |
De kosten van elektriciteit uit de gemeentelijke stroomkasten en de netwerkkosten worden op privaatrechtelijke basis afzonderlijk en tegen kostprijs in rekening gebracht. |
|
|||
8 |
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van staangelden |
|
|||
9 |
Indien een periode niet volledig wordt uitgediend, zal geen restitutie plaatsvinden. |
|
Paragraaf 3.6 Gereserveerd
Artikel 3.11 Gereserveerd |
|
Artikel 3.12 Gereserveerd |
|
Artikel 3.13 Gereserveerd |
|
Artikel 3.14 Gereserveerd |
|
Artikel 3.15 Gereserveerd |
|
Artikel 3.16 Gereserveerd |
|
Artikel 3.17 Gereserveerd |
|
Artikel 3.18 Gereserveerd |
|
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Artikel 3.19 Niet benoemd besluit op aanvraag |
|
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking, |
|
|
|
a. |
bedraagt het tarief per uur: |
€ 105 |
|
b. |
Met een maximum van: |
€ 222 |
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Bijlage 1: Richtlijn bouwkosten 2024 Weststellingwerf
RICHTLIJN BOUWKOSTEN EN LEGESKOSTEN 2024
overeenkomstig NEN 2699 (excl. BTW)
inhoudsberekening volgens NEN 2580
Soort bouwwerk |
Omschrijving |
Eenheid |
Richtprijs 2024 |
WONINGEN |
|
|
|
Geschakelde woningen, projectmatig |
|
m3 |
€ 295 |
Geschakelde woningen |
|
m3 |
€ 340 |
Halfvrijstaande woningen, projectmatig |
|
m3 |
€ 390 |
Halfvrijstaande woningen |
|
m3 |
€ 435 |
Vrijstaande woningen |
|
m3 |
€ 450 |
Systeembouw woningen |
|
m3 |
€ 270 |
Gestapeld, appartementen |
|
m3 |
€ 505 |
|
|
|
|
BIJGEBOUWEN BIJ WONINGEN |
|
|
|
Uitbreiding |
woonruimte |
m3 |
€ 500 |
Uitbreiding |
bergruimte |
m3 |
€ 200 |
Serre |
woonruimte |
m2 |
€ 600 |
Serre |
geen woonruimte |
m2 |
€ 545 |
Verandering intern |
woonruimte |
m3 |
€ 210 |
Garage / berging |
hout |
m3 |
€ 185 |
Garage / berging |
halfsteens plat of kap |
m3 |
€ 200 |
Garage / berging |
spouw plat of kap |
m3 |
€ 240 |
Kelder |
prefab |
m3 |
€ 460 |
Dakopbouw |
breedte |
m1 |
€ 1.850 |
Carport |
open constructie |
m2 |
€ 240 |
Tuinhuisje |
prefab |
m2 |
€ 255 |
Houten schutting/pergola |
per lengte |
m1 |
€ 100 |
Tuinmuur hout/metselwerk |
per lengte |
m1 |
€ 185 |
|
|
|
|
AGRARISCHE BOUWWERKEN |
|
|
|
Bovengronds |
mestsilo |
m3 |
€ 75 |
Ondergronds |
mestsilo |
m3 |
€ 100 |
Kelder |
los/onder gebouw |
m3 |
€ 225 |
Werktuigenberging drie zijden gesloten |
staalplaat |
m3 |
€ 25 |
Werktuigenberging drie zijden gesloten |
metselwerk |
m3 |
€ 45 |
Werktuigenberging vier zijden gesloten |
staalplaat |
m3 |
€ 30 |
Werktuigenberging vier zijden gesloten |
metselwerk |
m3 |
€ 55 |
Stal voor melkkoeien |
groen label |
plaats |
€ 6.600 |
Stal voor rundvee |
groen label |
plaats |
€ 925 |
Stal voor kraamzeugen |
groen label |
plaats |
€ 3.500 |
Stal voor vleesvarkens |
groen label |
plaats |
€ 650 |
Stal voor dragende zeugen |
groen label |
plaats |
€ 1475 |
Stal voor biggen |
groen label |
plaats |
€ 350 |
Stal voor kippen |
groen label |
plaats |
€ 18 |
Kassen |
enkel glas |
m2 |
€ 45 |
Kassen |
isolerend glas |
m2 |
€ 75 |
Folietunnel |
|
m2 |
€ 30 |
|
|
|
|
KANTOREN |
|
|
|
Kantoren nieuwbouw tot 4 lagen |
|
m3 |
€ 535 |
Kantoren nieuwbouw vanaf 4 lagen |
|
m3 |
€ 565 |
Kantoren verbouw |
casco gehandhaafd |
m3 |
€ 270 |
Kantoor bij bedrijfsgebouw |
|
m3 |
€ 240 |
|
|
|
|
WINKELGEBOUWEN |
|
|
|
Winkelruimte eenlaags |
|
m3 |
€ 280 |
Winkelruimte gestapeld |
|
m3 |
€ 350 |
Winkelruimte verbouw |
casco gehandhaafd |
m3 |
€ 270 |
|
|
|
|
SCHOOLGEBOUWEN |
|
|
|
Schoolgebouw |
|
m3 |
€ 390 |
Semi permanente voorziening |
|
m3 |
€ 280 |
|
|
|
|
ZIEKENHUIZEN VERPLEEGHUIZEN |
|
|
|
Ziekenhuis |
m2/bvo |
m2 |
€ 1500 |
Zorginstelling |
m2/bvo |
m2 |
€ 850 |
Geestelijke/gehandicapten gezondheidszorg |
m2/bvo |
m2 |
€ 700 |
|
|
|
|
BEDRIJFSGEBOUWEN |
|
|
|
Romneyloods |
|
m3 |
€ 30 |
Hal plaatstaal damwand |
<500m3 |
m3 |
€ 100 |
Hal plaatstaal damwand |
>500m3 |
m3 |
€ 85 |
Hal plaatstaal geïsoleerd |
<500m3 |
m3 |
€ 115 |
Hal plaatstaal geïsoleerd |
>500m3 |
m3 |
€ 70 |
Hal metselwerk geïsoleerd |
|
m3 |
€ 140 |
Semi permanente unit |
|
m3 |
€ 350 |
|
|
|
|
THEATER- BIOSCOOPGEBOUWEN |
|
|
|
Theatergebouw |
|
m3 |
€ 580 |
Bioscoopgebouw |
|
m3 |
€ 505 |
|
|
|
|
HOTEL- LOGIESGEBOUWEN |
|
|
|
Hotelgebouw |
|
m3 |
€ 540 |
Logiesgebouw |
|
m3 |
€ 465 |
Multifunctioneel centrum |
|
m3 |
€ 465 |
|
|
|
|
PARKEERGARAGES |
|
|
|
Ondergronds |
|
plaats |
€ 46.600 |
Half verdiept met gevel |
|
plaats |
€ 31.000 |
Half verdiept zonder gevel |
|
plaats |
€ 23.300 |
Bovengronds met gevel |
|
plaats |
€ 19.400 |
Bovengronds zonder gevel |
|
plaats |
€ 13.200 |
|
|
|
|
SPORT- KLEEDGEBOUWEN |
|
|
|
Gym zaal |
|
m3 |
€ 370 |
Sporthal |
|
m3 |
€ 350 |
Kleedgebouw (sportvereniging) |
|
m3 |
€ 410 |
Semi permanente voorziening |
|
m3 |
€ 280 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl