Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2024

Geldend van 20-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2024

De raad van de gemeente Apeldoorn;

gelezen het voorstel van het college;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 225 van de Gemeentewet, de Parkeervisie 2019 en de Parkeerverordening;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2024.

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • -

    autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen (autodelen) op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan een huishouden;

  • -

    centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Apeldoorn een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of een ander communicatiemiddel;

  • -

    houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

  • -

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • -

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • -

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • -

    camper: een motorvoertuig dat is ingericht om daarin te kunnen slapen en eten;

  • -

    jaar: kalenderjaar, de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: kalendermaand;

  • -

    week: periode van zeven kalenderdagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze of een eerdere verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat:

  • 3. als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

  • 4. als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 5. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 6. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 3a Vrijstelling

De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van houders van een geldige gehandicaptenparkeerkaart , mits deze parkeerkaart met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats direct achter de voorruit van het motorvoertuig is geplaatst.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

  • 1. De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

  • 2. De begrenzing van de verschillende tariefzones wordt aangegeven in de bij deze verordening behorende kaart.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven door voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven door voldoening op aangifte.

  • 3. Bij de voldoening op aangifte moet het kenteken van het motorvoertuig waarmee wordt geparkeerd of waarvoor de vergunning geldt worden opgegeven.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, voor wat betreft de vergunningen, moet zijn betaald op het tijdstip waarop de vergunning is verleend, dan wel binnen de bij schriftelijke kennisgeving gestelde termijn.

  • 5. In afwijking van het bepaalde in artikel 7 lid 4 kan ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,= maar minder dan € 10.000,= en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 6. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

  • 7. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd, geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.

Artikel 9 Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen €76,70-.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De verordening parkeerbelastingen 2023 inclusief tarieventabel en bijlagen, vastgesteld op 10 november 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening met tarieventabel en bijlagen treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4. De tarieven van vergunningen en abonnementen voor 2024 worden in rekening gebracht in geval de aanvraag of verlenging van de vergunning of abonnement nog in 2023 geschiedt.

  • 5. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Parkeerbelastingen 2024’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 9 november 2023.

De raad voornoemd,

S.M. Stam

waarnemend raadsgriffier

A.J.M. Heerts

voorzitter

Bijlage 1: TARIEVENTABEL behorende bij de verordening Parkeerbelastingen 2024

Begripsomschrijvingen.

Onverminderd de in artikel 1 van de verordening genoemde begripsomschrijvingen wordt voor de toepassing van deze tarieventabel verstaan onder:

Tariefzone binnenstad: de gebieden die op de - bij de verordening behorende - kaart (bijlage 2) als zodanig zijn aangegeven.

Tariefzone wijken: de gebieden die op de - bij de verordening behorende - kaart (bijlage 2) zijn aangegeven.

Parkeergarage Px: de gemeentelijke parkeergarages: P1 – Marktplein, P2 – Haven Centrum, P3 – Brinklaan, P4 – Orpheus, P5 – Anklaar.

  • 1.

    Tarieven

  • 2.

    Het tarief voor het parkeren op een parkeerplaats of een parkeerterrein met parkeerapparatuur, bedraagt:

2.1

in tariefzone binnenstad, hoog

2.1.1

per uur, maximaal twee uur parkeren

€ 3,56

2.2

in tariefzone binnenstad, midden

2.2.1

per uur

€ 3,06

2.3.

in tariefzones wijken

2.3.1

per uur

€ 0,51

2.4

op parkeerterrein Rosariumstraat

2.4.1

per uur

€ 3,06

2.4.2

op zaterdag van 10.00 – 16.00 uur, per uur

€ 3,56

2.4.3

met een maximum tarief per dag van

€ 17,08

2.5

op parkeerterreinen Sprengenweg en P.W.A.-Laan

2.5.1

per uur

€ 2,54

2.5.2

op zaterdag van 10.00 – 16.00 uur, per uur

€ 3,06

2.5.3

met een maximum tarief per dag van

€ 16,20

2.6

Leonorestraat

2.6.1

eerste en tweede uur, per uur

€ 0,00

2.6.2

derde uur en verder, per uur

€ 1,58

2.7

voor een camper per maximaal 24 aaneengesloten uren

€ 10,60

Het te betalen bedrag wordt afgerond op eenheden van € 0,10

  • 3.

    Het tarief voor het parkeren in een parkeergarage bedraagt:

3.1

in parkeergarage P1 (Marktplein)

3.1.1

basistarief van 07.00 - 21.00 uur per minuut of gedeelte daarvan (afrekenbasis)

€ 0,04442

3.1.2

basistarief van 21.00 - 07.00 uur per minuut of gedeelte

daarvan (afrekenbasis)

€ 0,02509

3.1.3

piektarief op zaterdag van 07.00 - 19.00 uur

per minuut of gedeelte daarvan (afrekenbasis)

€ 0,05419

3.1.4

piektarief op donderdag van 19.00 - 21.00 uur per

minuut of gedeelte daarvan (afrekenbasis)

€ 0,05419

3.1.5

met een maximum dagtarief van

€ 13,24

3.1.6

30 dagen kaart

gedurende openingstijden

€ 146,99

3.2

in parkeergarages P2 (Haven Centrum) en P3 (Brinklaan)

3.2.1

basistarief per minuut of gedeelte daarvan (afrekenbasis)

€ 0,01765

3.2.2

met een maximum tarief van 06.30 - 21.00 uur van

€ 4,24

3.2.3

met een maximum tarief voor 24 aaneengesloten uren

€ 8,47

3.2.4

30 dagen kaart

gedurende openingstijden

€ 105,00

3.3

in parkeergarage P4 (Orpheus)

3.3.1

per minuut of gedeelte daarvan (afrekenbasis)

€ 0,04442

3.2.2

met een maximum tarief voor 12 aaneengesloten uren

€ 7,41

3.3.3

met een maximum tarief voor 24 aaneengesloten uren

€ 10,59

3.4

in parkeergarage P5 (Anklaar) voor alle openingstijden

3.4.1

tot en met 120 minuten

€ 0,00

3.4.2

Vanaf de 121e minuut per minuut of gedeelte daarvan

(afrekenbasis)

€ 0,02624

  • 4.

    Het tarief voor een permanente parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt per maand:

4.1

voor het parkeren in garage Marktplein:

4.1.1

bewonersvergunning

voor 24 uur per dag gedurende 7 dagen per week

€ 24,48

4.1.2

zakelijke vergunning

ma t/m vr van 07.00-19.00 uur

€ 92,53

4.1.3

zakelijke vergunning

gedurende openingstijden parkeergarage

€ 147,01

4.1.4

zakelijke vergunning

voor 6 uur per dag gedurende 7 dagen per week

€ 73,49

4.2

voor het parkeren in garage Haven Centrum of Brinklaan:

4.2.1

bewonersvergunning

voor 24 uur per dag gedurende 7 dagen per week

€ 24,48

4.2.2

zakelijke vergunning

ma t/m vr van 07.00-19.00 uur

€ 61,76

4.2.3

zakelijke vergunning

gedurende openingstijden parkeergarage

€ 105,00

4.2.4

zakelijke vergunning

voor 6 uur per dag gedurende 7 dagen per week

€ 73,49

4.3

voor het parkeren in garage Orpheus:

4.3.1

zakelijke vergunning

voor medewerkers Theater Orpheus

€ 27,48

4.3.2

zakelijke vergunning

voor externe partners Theater Orpheus

€ 54,97

4.4

voor het parkeren in garage Anklaar:

4.4.1

bewonersvergunning

voor 24 uur per dag gedurende 7 dagen per week voor een eerste vergunning

€ 00,00

4.4.2

bewonersvergunning

voor 24 uur per dag gedurende 7 dagen per week voor een tweede vergunning

€ 12,24

4.4.3

zakelijke vergunning

voor een eerste vergunning

€ 00,00

4.4.4

zakelijke vergunning

voor een tweede of derde vergunning

€ 54,97

4.5

voor het parkeren op een terrein of een weggedeelte

in de binnenstad, m.u.v. parkeren in een parkeergarage:

4.5.1

bewonersvergunning

voor 24 uur per dag gedurende 7 dagen per week

€ 12,24

4.5.2

zakelijke vergunning

ma t/m vr van 08.00-18.00 uur

€ 59,23

4.5.3

zakelijke vergunning

alle dagen van 08.00-21.00 uur

€ 80,01

4.5.4

deelautovergunning

voor 24 uur per dag gedurende 7 dagen per week

€ 39,58

4.5.5

marktluivergunning

per wekelijkse marktdag

€ 11,43

4.6

voor het parkeren op een terrein of een weggedeelte in de wijken:

4.6.1

bewonersvergunning

gedurende reguleringstijden

€ 00,00

4.6.2

zakelijke vergunning

gedurende reguleringstijden

€ 41,99

4.6.3

deelautovergunning

voor 24 uur per dag gedurende 7 dagen per week

€ 21,00

4.7

voor het parkeren op alle terreinen en weggedeelten

in binnenstad en wijken. Met uitzondering van parkeren in een

parkeergarage:

4.7.1

zakelijke vergunning

voor 13 uur per dag gedurende 7 dagen per week

€ 97,09

4.7.2

zorgvergunning

gedurende reguleringstijden

€ 48,54

4.7.3

deelautovergunning

gedurende reguleringstijden

€ 48,54

  • 5.

    Het tarief voor een openbaar abonnement in een parkeergarage bedraagt :

5.1

voor een maandabonnement in een parkeergarage:

5.1.1

ma t/m vr van 07.00-19.00 uur

€ 92,54

5.1.3

voor 24 uur per dag gedurende 7 dagen per week

€ 147,01

  • 6.

    Het tarief voor een algemene parkeervergunning van tijdelijke duur, als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:

6.1

voor een maandkaart op een terrein of een weggedeelte in de binnenstad, met uitzondering van parkeren in een parkeergarage

6.1.1

7 dagen per week gedurende de reguleringstijden

€ 90,00

6.2

voor een weekkaart op een terrein of een weggedeelte in de binnenstad, met uitzondering van parkeren in een parkeergarage

6.2.1

gedurende de reguleringstijden

€ 46,00

6.3

voor een dagkaart op terreinen en weggedeelten in de binnenstad

6.3.1

gedurende de reguleringstijden

€ 16,70

6.3

voor een maandkaart op alle terreinen en weggedeelten in zones binnenstad en wijken, met

uitzondering van parkeren in een parkeergarage

6.4

gedurende de reguleringstijden

€ 112,50

6.5

voor een maandkaart op terreinen en weggedeelten In zone wijken

6.5.1

gedurende de reguleringstijden

€ 46,10

6.6

voor een weekkaart op terreinen en weggedeelten in zone wijken

6.6.1

gedurende de reguleringstijden

€ 16,70

6.7

voor een dagkaart op terreinen en weggedeelten in zone wijken:

6.7.1

gedurende de reguleringstijden

€ 3,00

6.8

Indien het college een vergunning heeft verleend wordt voor de berekening van de tarieven uitgegaan van de geldigheidsduur van de verleende vergunning. Voor een vergunning aangevraagd voor de aanvang van het kalenderjaar wordt uitgegaan van een geldigheidsduur van een kalenderjaar.

  • 7.

    Het tarief voor het gebruik van de bezoekersregeling voor bewoners in Apeldoorn bedraagt:

7.1

Behorend bij het woonadres in de binnenstad per uur waarbij de kosten per minuut in rekening worden gebracht en een startsaldo kent van €10,00

€ 1,79

7.2

Behorend bij het woonadres in de woonwijken per uur waarbij de kosten per minuut in rekening worden gebracht en een startsaldo kent van € 10,00

€ 0,26

7.3

Behorend bij het woonadres in zone Radio Kootwijk waarbij geen kosten in rekening worden gebracht en tevens geen startsaldo.

€ 0,00

  • 8.

    Afronden van bedragen

Voor tarieven waarvoor hierboven de afrekenbasis per minuut is vermeld, geldt dat het te betalen bedrag bij contante betaling wordt afgerond op € 0,50

Bij PIN betaling wordt het te betalen bedrag afgerond op € 0,01

Bij betaling van producten voor zover beschikbaar bij de kassa’s van de publieksbalie van het stadhuis en de bezoekersloge van garage Marktplein wordt het totale aankoopbedrag per betaling afgerond op het meest naastliggende veelvoud van € 0,05.

  • 9.

    BTW

Voor alle tarieven in parkeergarages geldt dat deze inclusief 21% btw zijn.

Behorende bij het raadsbesluit van 9 november 2023.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 9 november 2023.

De raad voornoemd,

S.M. Stam

Waarnemend raadsgriffier

A.J.M. Heerts

voorzitter

Bijlage 2: Overzicht van parkeerlocaties en zones in Apeldoorn (4 bladzijden) behorende bij de verordening parkeerbelastingen 2024

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Behorende bij het raadsbesluit van 9 november 2023.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 9 november 2023.

De raad voornoemd,

S.M. Stam

Waarnemend raadsgriffier

A.J.M. Heerts

voorzitter