Besluit Algemeen ondermandaat secretaris 2023

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Besluit Algemeen ondermandaat secretaris 2023

Overwegende dat het in verband met de organisatieontwikkeling waarbij de eenheden en afdelingen zijn komen te vervallen en er expertiseteams en concerndirecteuren voor zijn terug gekomen het gewenst is dat er een nieuw ondermandaat secretaris wordt vastgesteld.

Gelet op artikel 2, tweede lid van het door gedeputeerde staten op 14 maart 2017, nummer 2018030, vastgestelde Algemeen Mandaatbesluit Flevoland 2017, waarin algemeen mandaat wordt verleend aan de secretaris, met recht tot ondermandaat;

Besluit:

  • I.

    In te trekken het Besluit Algemeen ondermandaat secretaris 2021

  • II.

    Vast te stellen het navolgende

Besluit Algemeen ondermandaat secretaris 2023

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • a)

    Aangewezen medewerker: de functionaris die door de secretaris is aangewezen als uitvoerder van een specifieke taak.

  • b)

    Ambtelijk opdrachtgever: de functionaris die door de secretaris is aangewezen als verantwoordelijke voor de uitvoering van het PMIRT- en/of het MBVI.

  • c)

    Budgethouder: de door de secretaris aangewezen functionarissen zoals bedoeld in artikel 1, lid 1 Besluit algemeen budgetbeheer, als bedoeld in artikel 2 van de Budgethoudersregeling Flevoland 2015. Een overzicht van budgethouders is te vinden op overzicht budgethouders en aandachtsgebieden managers en concerndirectie. Dit overzicht is op te vragen bij de provincie.

  • d)

    Concerndirecteur: de functionaris die leiding geeft aan een of meer managers van de expertiseteam of programma’s of opgaves, zoals opgenomen is in het overzicht van budgethouders en aandachtsgebieden managers en concerndirectie.

  • e)

    Manager: de functionaris die leiding geeft aan een of meerdere expertiseteams zoals opgenomen is in het overzicht van budgethouders en aandachtsgebieden managers en concerndirectie

  • f)

    MBVI: Meerjarenprogramma Beheer en onderhoud en Vervangingsinvesteringen Infrastructuur.

  • g)

    MER: het milieueffectrapport, het product dat aan het eind van het proces wordt opgeleverd.

  • h)

    m.e.r.: de milieueffectrapportage, het proces dat doorlopen wordt om een besluit te kunnen nemen en waarin het milieubelang goed kan worden afgewogen.

  • i)

    PMIRT: Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport

  • j)

    Opzichter van dienst: de functionaris die door de secretaris is aangewezen als verantwoordelijke voor het treffen van (beheers)maatregelen bij calamiteiten/ incidenten, gladheidsbestrijding en storingen.

  • k)

    Opgave-manager: de functionaris die door de secretaris is aangewezen om uitvoering te geven aan een maatschappelijke opgave, neergelegd in een door gedeputeerde staten vastgestelde bestuursopdracht.

  • l)

    Programmamaker: de functionaris die door gedeputeerde staten is ingehuurd om uitvoering te geven aan het programmadeel Flevolands Fonds voor culturele ontwikkeling

  • m)

    Programma-manager: de functionaris die door de secretaris is aangewezen om uitvoering te geven aan een concern-breed programma neergelegd in een door gedeputeerde staten vastgestelde bestuursopdracht.

Artikel 2. Ondermandaat

  • 1. De secretaris wijst, op grond van artikel 2 van het Algemeen mandaatbesluit Flevoland 2017 de functionarissen, genoemd in de bij dit besluit behorende bijlage I,als degenen die in het kader van de aan hen opgedragen werkzaamheden, het in deze bijlage genoemde ondermandaat kunnen uitoefenen.

  • 2. Onder het in het eerste lid genoemde ondermandaat, wordt eveneens machtiging bij feitelijke handelingen verleend.

  • 2a. Onder het in het eerste lid genoemde ondermandaat, wordt eveneens ondermandaat voor het aangaan van een verwerkersovereenkomst als bedoeld in artikel 28, derde lid, van de Algemene verordening gegevensbescherming verleend.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde functionarissen oefenen het ondermandaat uit met in achtneming van artikel 2 van het Algemeen Mandaatbesluit Flevoland 2017 en met inachtneming van het bepaalde in de Budgethoudersregeling Flevoland 2015.

  • 4. De in het eerste lid bedoelde functionarissen oefenen het ondermandaat uit op hun aandachtsgebied zoals deze door de secretaris is vastgesteld in het overzicht budgethouders en aandachtsgebieden managers en concerndirecteuren.

  • 5. Bij afwezigheid van de functionaris als bedoeld in het eerste lid, wordt het mandaat uitgeoefend door diens plaatsvervanger, die als zodanig is vermeld in het door de secretaris vast te stellen overzicht budgethouders en aandachtgebieden managers en concerndirecteuren.

  • 6. De uitoefening van het ondermandaat, als bedoeld in het eerste lid, geschiedt binnen de grenzen van de vastgestelde taken en budgetten en met inachtneming van het ter zake geldende recht alsmede het vastgestelde provinciale beleid.

  • 7. Degene aan wie ondermandaat is verleend ziet er op toe dat de te nemen besluiten of handelingen integraal worden voorbereid.

  • 8. Degene aan wie ondermandaat is verleend doet periodiek, zo nodig volgens gedeputeerde staten nader vast te stellen regels, verslag van de in mandaat genomen besluiten.

  • 9. Degene aan wie ondermandaat is verleend stelt, zo nodig via de secretaris, gedeputeerde staten in kennis van die besluiten en handelingen waarvan redelijkerwijs moet worden aangenomen dat deze informatie bevatten waarvan de kennisneming door gedeputeerde staten van belang is.

Artikel 3. Schakelbepaling

Voor zover niet anders bepaald zijn de bepalingen van het Algemeen mandaatbesluit Flevoland 2017 van overeenkomstige toepassing.

Ondertekening

Aldus besloten op 6 oktober 2023

Gedeputeerde staten van Flevoland

Namens deze

de secretaris

D.J. Tijl

Bijlage 1. behorende bij Besluit algemeen ondermandaat secretaris 2023

Schema mandaat

De hieronder vermelde bevoegdheid:

wordt namens de secretaris in ondermandaat uitgeoefend en ondertekend door:

onder de volgende voorwaarden:

A. ALGEMEEN

 
 

1. Algemeen informatieverkeer:

a. toezenden zonder commentaar van gevraagde feitelijke openbare informatie;

b. beantwoorden van vragen;

c. doorzenden van stukken bestemd voor een ander bestuursorgaan of doorverwijzing naar een andere instantie;

d. terugzenden naar de afzender van stukken die niet bestemd zijn voor ons bestuursorgaan;

e. ontvangst bevestigen van correspondentie waarbij om feitelijke informatie wordt gevraagd;

f. opvragen van informatie in het algemeen.

g. tussen projectleider en aannemer, voor zover passend binnen de scope van het betreffende PMIRT of MBVI-project;

h. tussen concerndirectie UAV-contractmanager en aannemer, voor zover passend binnen de scope van het betreffende PMIRT of MBVI-project.

Behandelend medewerker

Ten aanzien van g en h wordt correspondentie inhoudende financiële afspraken in ieder geval uitgesloten van deze bevoegdheid.

2. Verzenden van uitnodigingen en agenda’s voor en verslagen van externe ambtelijke overleggen.

Behandelend medewerker

 

3. Verzenden van uitnodigingen, agenda’s voor en verslagen van externe bestuurlijke overleggen.

Concerndirecteur

Na afstemming portefeuille- houder.

4. Digitaal aanleveren aan het Kadaster van besluiten waaruit publiekrechtelijke beperkingen in de zin van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen voortvloeien.

Aangewezen medewerker

 

5. Elektronisch ondertekenen manifest/ geleideformulier in het kader van Wet ruimtelijke ordening.

Aangewezen medewerker

 

6. Vaststellen van een verweerschrift in het kader van een bezwaarprocedure tegen een besluit van gedeputeerde staten, provinciale staten of de commissaris van de Koning.

Concerndirecteur

 

7. Aanvragen van vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen bij andere overheidsorganen.

Concerndirecteur

 

8. Procedurele correspondentie in het kader van de terinzagelegging van ontwerpbesluiten.

Manager

 

9 a. Beslissen op verzoeken op grond van de Wet open overheid en de Wet hergebruik overheidsinformatie,

b. de betreffende procedurele correspondentie.

a. Manager expertise team Juridische zaken en Inkoop.

b. Behandelend medewerker

Met instemming vakinhoudelijk portefeuillehouder.

10. Doen van aanpassing in het register op grond van artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Manager expertiseteam Juridische zaken en Inkoop.

 

11a. Beslissing op verzoeken op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming,

b. alsmede de procedurele correspondentie.

a. Manager expertiseteam Juridische zaken en Inkoop

b. Behandelend medewerker

 

12. Het ontwerpen van selectielijsten van archiefbescheiden die voor vernietiging in aanmerking komen in de zin van artikel 5 van de Archiefwet 1995.

Manager expertiseteam IV 

Inclusief de uitvoering van taken/handelingen die betrekking hebben op het beheer van archiefbescheiden die verband houden met de uitvoering van de ambtsinstructie door de commissaris van de Koning zoals bedoeld in artikel 23 lid 2 Archiefwet 1995 jo artikel 182, lid 1 en lid 2 Provinciewet.

13. Het overbrengen van archiefbescheiden naar de archiefbewaarplaats en het opmaken van een verklaring van overbrenging (artikel 12 Archiefwet 1995 en artikel 9 Archiefbesluit 1995).

Manager expertiseteam IV

Inclusief de uitvoering van taken/handelingen die betrekking hebben op het beheer van archiefbescheiden die verband houden met de uitvoering van de ambtsinstructie door de commissaris van de Koning zoals bedoeld in artikel 23 lid 2 Archiefwet 1995 jo artikel 182, lid 1 en lid 2 Provinciewet.

14. Het stellen van beperkingen aan de openbaarheid in de zin van artikel 15 Archiefwet 1995.

Manager expertiseteam IV

Inclusief de uitvoering van taken/handelingen die betrekking hebben op het beheer van archiefbescheiden die verband houden met de uitvoering van de ambtsinstructie door de commissaris van de Koning zoals bedoeld in artikel 23 lid 2 Archiefwet 1995 jo artikel 182, lid 1 en lid 2 Provinciewet

15. Het nemen van een besluit tot vervangen van archiefbescheiden voor reproducties in de zin van artikel 6 Archiefbesluit 1995.

Manager expertiseteam IV 

Inclusief het nemen van een besluit dat betrekking heeft op het beheer van archiefbescheiden die verband houden met de uitvoering van de ambtsinstructie door de commissaris van de Koning zoals bedoeld in artikel 23 lid 2 Archiefwet 1995 jo artikel 182, lid 1 en lid 2 Provinciewet.

16. Het nemen van een besluit tot vervreemden van archiefbescheiden in de zin van artikel 7 Archiefbesluit 1995.

Manager expertiseteam IV 

Inclusief het nemen van een besluit dat betrekking heeft op het beheer van archiefbescheiden die verband houden met de uitvoering van de ambtsinstructie door de commissaris van de Koning zoals bedoeld in artikel 23 lid 2 Archiefwet 1995 jo artikel 182, lid 1 en lid 2 Provinciewet.

17. Het opmaken van een verklaring van vernietiging, vervanging of vervreemding in de zin van artikel 8 Archiefbesluit 1995.

Manager expertiseteam IV 

Inclusief de uitvoering van taken/handelingen die betrekking hebben op het beheer van archiefbescheiden die verband houden met de uitvoering van de ambtsinstructie door de commissaris van de Koning zoals bedoeld in artikel 23 lid 2 Archiefwet 1995 jo artikel 182, lid 1 en lid 2 Provinciewet.

18.a Het verdagen/opschorten van de beslissing op een bezwaarschrift.

b. procedurele correspondentie.

c. besluit last onder dwangsom niet tijdig beslissen

a.b. Secretaris bezwarencommissie

c. Concerndirecteur

 

19. Het afgeven of wijzigen van een toegankelijkheidsverklaring in het kader van Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid

Concerndirecteur, Programmamanager

 

20.Werkzaamheden in het kader van de Wet basisregistratie:

a. ondergrond

b. grootschalige topografie.

Behandelend medewerker

 

21. Vaststellen van onderzoek als bedoeld in:

a artikel 30 van de Wet basisregistratie grootschalige topografie en

b artikel 9a van de Wet basisregistratie ondergrond

Concerndirecteur

OBI-GEO

 

22.Aanvragen van e-herkenning

medewerker die belast is met machtigingenbeheer

In overeenstemming met een door de concerndirecteur van het betrokken expertiseteam vastgesteld overzicht van medewerkers die in het kader van de uitoefening van hun functie e-herkenning nodig hebben

23. aanvragen bij derden van aanvullende financiering voor de uitvoering van het programmadeel Flevolands Fonds voor culturele ontwikkeling

Programmamaker

 

B. SUBSIDIEBESLUITEN

 
 

1. Procedurele correspondentie in het kader van de Algemene wet bestuursrecht en relevante wet- en regelgeving op het terrein van subsidiering, waaronder het niet in behandeling nemen van een aanvraag.

manager

 

2. Nemen van een besluit om gelabelde subsidie toe te kennen, alsmede het aangaan van een uitvoeringsovereenkomst behorende bij het in mandaat genomen besluit tot toekenning subsidie.

Concerndirecteur, Programmamanager

De overeenkomst wordt getekend namens de commissaris van de Koning

3. Nemen van een besluit om voorschotten te verstrekken.

Concerndirecteur, Programmamanager

 

4. Definitief vaststellen subsidie (moet passen binnen besluit om subsidie toe te kennen).

Concerndirecteur, Programmamanager

 

5. Het ondertekenen van een uitvoeringsovereenkomst die in mandaat door portefeuillehouder is aangegaan bij het verlenen van een subsidie.

Concerndirecteur, Programmamanager

De overeenkomst wordt getekend namens de commissaris van de Koning

6. Nemen van een besluit tot weigering subsidie vanwege overschrijding subsidieplafond.

Concerndirecteur, Programmamanager

 

7. Op verzoek van ontvanger nemen van een besluit tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van de subsidie, dan wel wijzigen subsidieverlening of –vaststelling, dan wel terugvorderen voorschot.

Concerndirecteur, Programmamanager

 

8. Het nemen van besluiten in het kader van subsidiering wanneer sprake is van de situatie dat:

I. Het de subsidieaanvrager c.q. -ontvanger niet verweten kan worden dat hij:

a. zich bij indienen van zijn subsidieaanvraag/doen van een melding niet heeft gehouden aan de datum die de algemene subsidieverordening flevoland (ASF) hiervoor voorschrijft onder de randvoorwaarde dat de termijnoverschrijding niet meer dan 10 werkdagen mag zijn;

b. de aan de subsidieverstrekking verbonden verplichtingen en prestaties niet (geheel) is nagekomen en hij heeft nagelaten dit tijdig te melden, onder de randvoorwaarde dat hiervoor wel een goede reden is.

II. Er afwijkingen zijn ten opzichte van een goedkeurende controleverklaring door een onafhankelijke accountant, waarbij het voor de provincie wel aannemelijk is dat de door de accountant geconstateerde tekortkoming geen invloed heeft op de verwachte prestaties uit de beschikking tot subsidieverlening.

Concerndirecteur, Programmamanager

 

C. BESLUITEN VERGUNNING, ONTHEFFING ETC

 

1. Procedurele correspondentie in het kader van de Algemene wet bestuursrecht en andere relevante wet- en regelgeving, waaronder het niet in behandeling nemen van een aanvraag.

Manager

 

2/ Het in het kader van vooroverleg of Omgevingstafel uitbrengen van het voorlopige integrale provinciale advies over een initiatief, conceptaanvraag of (partiële herziening van een) (concept-) omgevingsplan op basis van de Omgevingswet.

Behandelend ambtenaar 

In overeenstemming met het provinciale beleid, de lijst van provinciaal belang en de opgehaalde ambtelijke sectorale adviezen van de betrokken expertiseteams (voor vervolg zie voor vergunningen nrs. 6 en 7 en voor omgevingsplan nr. 3).

3. Het uitbrengen van het integrale provinciale advies over een (partiële herziening van een) (ontwerp-)omgevingsplan op basis van de Omgevingswet.

  • a.

    Manager expertiseteam ruimte

  • b.

    Behandelend ambtenaar

  • a.

    Tenzij sprake is van kleine ondergeschikte wijzigingen.

  • b.

    Als er sprake is van kleine ondergeschikte wijzigingen.

a. en b.

In overeenstemming met het provinciale beleid, de lijst van provinciaal belang en de opgehaalde ambtelijke sectorale adviezen van de betrokken expertiseteams (vervolg op nr. 2).

4. Besluit tot het verlenen van ontheffing:

  • a.

    voor het schutten van schepen met extra lengte;

  • b.

    in het kader van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Voertuigreglement;

  • c.

    voor wedstrijden conform artikel 10 Wegenverkeerswet 1994.

Manager Beheer en onderhoud Infra

 

5. Besluit tot het verlenen van omgevingsvergunning voor activiteiten op grond van de hoofdstukken wegen en vaarwegen van de Omgevingsverordening provincie Flevoland voor:

  • -

    kabels en leidingen werkzaamheden;

  • -

    werkzaamheden door derden op of aan onze wegen en vaarwegen;

  • -

    een ligplaats en/of afmeervoorziening;

  • -

    het uitvoeren van vaarwegactiviteiten;

  • -

    het plaatsen van objecten;

  • -

    het plaatsen van borden;

  • -

    het aanleggen van uitwegen;

  • -

    het innemen van standplaatsen.

Manager Beheer en onderhoud Infra

6. Verlenen van omgevingsvergunning voor een:

  • a.

    Omgevingsplan-activiteit;

  • b.

    flora- en fauna-activiteit;

  • c.

    natura 2000-activiteit.

  • a.

    Manager expertiseteam ruimte

  • b.

    Manager expertiseteam natuur

  • c.

    Manager expertiseteam natuur

Indien in het kader van vooroverleg of omgevingstafel een positief advies is gegeven (zie nr. 2).

7. Geven van advies over de aanvraag om omgevingsvergunning aan het bevoegd gezag op grond van artikel 16.15 en 16.15a Omgevingswet.

Manager

Indien in het kader van vooroverleg of omgevingstafel een positief advies is gegeven (zie nr. 2).

8. Besluiten tot instemmen met een door het bevoegd gezag voorgelegd conceptbesluit over een aangevraagde omgevingsvergunning op grond van de artikel 16.16 Omgevingswet.

Manager

Indien het conceptbesluit overeenkomt met het gegeven advies over de aanvraag (zie nr. 7).

9. Intrekking ontheffing/vergunning op verzoek houder ontheffing/vergunning.

Concerndirecteur

 

10. Nemen van uitvoerende besluiten die op grond van aan een vergunning verbonden voorschriften moeten worden genomen.

Concerndirecteur

 

11. Uitbrengen van advies in het kader van milieueffectrapportages aan de initiatiefnemer.

Manager expertiseteam milieu

 

12. Het nemen van besluiten op grond van artikel 16.43 Omgevingswet inzake m.e.r.-beoordelings-besluit.

Manager expertiseteam milieu

13. Het adviseren aan andere overheden over milieueffectrapportage in het kader van project- en planmer.

Manager expertiseteam milieu

14. Intrekken of wijzigen van ontheffing voor het leggen van kabels en leidingen.

Manager expertiseteam Beheer en onderhoud Infra

 

15. Verkeersbesluiten op grond van:

a. de Wegenverkeerswet juncto het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

b. de Scheepvaartverkeerswet juncto het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer.

Manager Beheer en onderhoud Infra

 

16. Vaststellen grenzen bebouwde kom.

Concerndirecteur

 

17. Aanwijzen van toezichthouder en bijzonder opsporingsambtenaren

Concerndirecteur Beheer en onderhoud Infra

.

18. Het in het kader van de uitvoering van de beleidsregel toezicht en handhaving provinciale infrastructuur opleggen, dan wel beëindigen van een:

a. last onder bestuursdwang (artikel 5:21 Awb)

b. last onder dwangsom (artikel 5:32 Awb)

Concerndirecteur Beheer en onderhoud Infra

 

19. Het in het kader van de uitvoering van de beleidsregel toezicht en handhaving provinciale infrastructuur invorderen van de verschuldigde kosten bij toepassing van de last onder dwangsom (artikel 5:37 Awb)

Concerndirecteur Beheer en onderhoud Infra 

 

20. Het in het kader van de uitvoering van de beleidsregel toezicht en handhaving provinciale infrastructuur opleggen van de verschuldigde kosten bij toepassing van bestuursdwang (artikel 5:25 Awb) .

Concerndirecteur Beheer en onderhoud Infra 

 

D. INKOOP/AANBESTEDING

 

1.Besluiten tot het door middel van opdrachtbon, opdrachtbrief, overeenkomst of anderszins aangaan van verplichtingen met betrekking tot

- het leveren van zaken,

- het verrichten van diensten, en

- het uitvoeren van werken, met uitzondering van besluiten tot (voortijdige) beëindiging van verplichtingen met betrekking tot het leveren van zaken, verrichten van diensten en het uitvoeren van werken.

Nb. Wanneer het om meerjarige verplichtingen gaat en zover in de provinciale meerjarenraming hiermee rekening is gehouden, mogen deze worden aangegaan voor zover het betreft gebruikelijke contracten met betrekking tot bedrijfsvoering en onderhoud van provinciale eigendommen en de daarmee gemoeide jaarlijkse lasten niet groter zijn dan € 250.000,-.

a. Manager

Programmamaker

b. Opzichter van Dienst, r

c. Concerndirecteur,  Programmamanager

a. tot € 50.000,- totale opdrachtsom (initiële opdracht inclusief opties, verlengingen en meerwerk)

b. tot € 50.000, totale opdrachtsom (initiële opdracht inclusief opties, verlengingen en meerwerk). Opzichter van Dienst maakt uitsluitend gebruik van deze bevoegdheid onder de volgende voorwaarden: - er is sprake van spoedeisendheid; en - er wordt ten spoedigste verantwoording afgelegd aan de manager expertiseteam Beheer en onderhoud Infra

c. tot € 100.000,- totale opdrachtsom (initiële opdracht inclusief opties, verlengingen en meerwerk)

2. betaalbaar stellen van facturen behorende bij, door of namens gedeputeerde staten genomen besluiten tot het aangaan van verplichtingen met betrekking tot:

- het leveren van zaken,

- het verrichten van diensten, en

- het uitvoeren van werken.

Manager, Ambtelijk Opdrachtgever, Concerndirecteur, Programmamaker

Voor zover passend in het aan het betreffende project toegekende budget;

3. Afwijken van de Algemene inkoopvoorwaarden provincie Flevoland.

Concerndirecteur, Programmamaker

Na consultatie aanbestedingsjurist

4. Besluiten inzake PMIRT- of MBVI-projecten, waaronder (maar niet uitsluitend) besluiten over

- inkoop- en aanbesteding van leveringen, diensten en werken;

- voortijdige beëindiging van verplichtingen betreffende leveringen, diensten en werken;

- de aan- en verkoop van gronden;

- het vestigen van zakelijke rechten;

- het aangaan van pacht-, huur- en gebruiksovereenkomsten met betrekking tot gronden;

- het aangaan van samenwerkingsovereenkomsten met andere overheden;

- het aangaan van planschadeverhaalsovereenkomsten;

- het afhandelen van nadeelcompensatieclaims, alle bovenstaande besluiten voor zover passend binnen het door het college van gedeputeerde staten vastgestelde PMIRT en MBVI.

a. Manager expertiseteam Beheer en onderhoud Infra en Manager expertiseteam Projectvoorbereiding en -uitvoering Infra

b. Ambtelijk Opdrachtgever

c. Concerndirecteur Beheer en onderhoud Infra, en Concerndirecteur Projectvoorbereiding en -uitvoering Infra

1a. Tot € 50.000,-;

b. Voor zover passend in het aan het betreffende project / maatregel toegekende budget

c. Ongelimiteerd

5. Besluiten tot het door middel van opdrachtbon, opdrachtbrief of overeenkomst aangaan van verplichtingen met betrekking tot het leveren van zaken en het verrichten van diensten, betreffende zaken die verband houden met de ondernemingsraad. (omvat tevens paraferen facturen voor levering akkoord).

Voorzitter ondernemingsraad

 

6. Ondertekenen van huurovereenkomsten voor verhuur van het haventerrein Flevokust haven.

Programmamanager

Voor bedragen tot maximaal

€ 100.000 en voor contracten met een looptijd tot 1 jaar.

E. PERSONELE AANGELEGENHEDEN

 

1. Functiegebouw/wijzigen functie

 

a. Wijzigen functie-inhoud individuele medewerker;

Concerndirecteur

Passend binnen de geldende wetgeving (Boek 7 titel 10 Burgerlijk wetboek) en vastgelegde grenzen en procedures.

b. Externe detachering individuele medewerker;

Concerndirecteur

 

2.Indiensttreding en ontslag

 

a. Medewerker anders dan om een dringende redenen

Concerndirecteur

Passend binnen de beschikbare formatieruimte en voor ten hoogste de voor de functie vastgestelde salarisschaal.

b. Toekennen en intrekken van toelagen zoals bedoeld in de CAO en de daarop gebaseerde regelingen, met uitzondering van toekennen arbeidsmarkttoelage en bindingspremie.

Concerndirecteur

 

3. Reorganisatie

 

a. Beslissen omtrent plaatsing;

Concerndirecteur

Wanneer door de medewerker geen wensen of bedenkingen tegen het plaatsingsvoorstel zijn ingediend,

b-Toepassen van flankerende maatregelen;

c- het overeenkomen van specifieke arrangementen met individuele medewerker (zoals afspraken over volgen opleiding).

Concerndirecteur

Het besluit dient in overeenstemming te zijn met een eventueel sociaal plan en/of afspraken met de vakbonden

4. Disciplinaire maatregelen

 

a. opleggen van disciplinaire maatregelen, anders dan schorsen of ontslag op basis van dringende redenen

Concerndirecteur

 

5. Overige zaken

 

a. Individuele besluiten, behoudens hetgeen in sub c. genoemd wordt, in lijn met de in het personeelshandboek opgenomen regeling.

Manager

 

b. Individuele besluiten in afwijking van de in het personeelshandboek opgenomen regeling, voorzover het personeelshandboek niet al bepaalt wie dit besluit mag nemen. Nemen van individuele besluiten op het terrein van secundaire arbeidsvoorwaarden zoals opgenomen in het personeelshandboek met uitzondering van het genoemde onder 5 c 

Manager expertiseteam HRM

Ontslag op staande voet, het toekennen en intrekken van de arbeidsmarkttoelage en bindingspremie en het afnemen van de eed en belofte blijven de bevoegdheid van de secretaris.

c Toekennen vergoeding wegens schade aan kleding of uitrusting;

Manager expertiseteam HRM

 

F. BUDGETBEHEER

 

1. Overhevelen van bedragen binnen de beheerslasten van een product in de productenraming, alleen bij kostensoorten:

- aankoop duurzaam roerende zaken;

- overige goederen en diensten;

- belastingen

Budgethouder

Mutaties tot en met € 100.000

2. het besluiten over een begrotingswijziging, voor het doorgeven van bijdragen van derden met een specifiek doel, binnen het programmaonderdeel bedrijfsvoering.

Concerndirecteur

Betreft budget van de budgethouder. Ophogen is toegestaan voor zover wijziging in de begroting budgetneutraal is binnen het programmaonderdeel “bedrijfsvoering”.

3. Het overhevelen van bedragen tussen uitvoeringskredieten wegen/vaarwegen:

a. en kredieten ontwikkelingsinvesteringen voor zover het binnen het raamkrediet Ontwikkelingsinvesteringen valt;

b. en kredieten vervangings-investeringen voor zover het binnen het raamkrediet Vervangings-investeringen valt;

c. en budgetten Niet-Jaarlijks Onderhoud (NJO) voor zover het binnen het vastgestelde begrotingsbedrag voor Niet-Jaarlijks Onderhoud valt.

Concerndirecteur Beheer en onderhoud Infra, Concerndirecteur Projectvoorbereiding en -uitvoering infra

 

G. AANSPRAKELIJKSTELLINGEN

 

1.Het aansprakelijk stellen van derden voor de door hun toedoen door de provincie geleden schade, alsmede het indienen van een schadeclaim naar aanleiding hiervan, voor zover de externe partij aan wie de provincie mandaat heeft verleend het relevante dossier heeft (terug)gegeven aan de provincie.

Manager

 

2. Afhandelen van door derden ingediende aansprakelijkstelling van de provincie voor geleden schade, voor zover het schadebedrag het eigen risico van € 2.500 niet te boven gaat bij inwilliging verzoek schadevergoeding, voor zover de externe partij aan wie de provincie mandaat heeft verleend het relevante dossier heeft (terug)gegeven aan de provincie.

Manager

Boven € 2.500 vindt afhandeling plaats door de verzekeraar van de provincie

3.Het als oninbaar aanmerken van (een gedeelte van) een vordering wegens aansprakelijkheid bij schades en het afboeken van het opgenomen recht in de financiële administratie met een maximum van € 2.500

Manager

 

4. Betaalbaar stellen van facturen aan derden behorende bij aansprakelijkstellingen wegens schades met een maximum van € 2.500

Manager

 

H. BATEN

 

1.Het sturen van facturen aan samenwerkingspartners waarmee gezamenlijke activiteiten worden gerealiseerd

Concerndirecteur,

Programmamanager

Voor zover passend binnen de provinciale beleidsdoelstellingen.

Toelichting

Het college van gedeputeerde staten heeft aan de secretaris de bevoegdheid toegekend om besluiten te nemen waarvoor zij bevoegd is en waarvoor zij niet aan de portefeuillehouder mandaat heeft verleend (bestuurlijk mandaat), behoudens enkele uitzonderingen (randvoorwaarden). Besluiten mogen alleen in mandaat worden genomen als voldaan is aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in artikel 1a onder 2 algemeen mandaatbesluit Flevoland 2017.

Voor wat betreft de bevoegdheden die het college van gedeputeerde staten heeft gegeven aan de secretaris, heeft de secretaris een deel van deze bevoegdheden weer ondergemandateerd in dit ondermandaat. Wanneer een bevoegdheid niet is vastgelegd in het ondermandaat dan is de secretaris bevoegd. Als een bevoegdheid wordt (onder)gemandateerd dan blijft degene die heeft (onder)gemandateerd ook bevoegd.

A. Algemeen

  • 1.

    Moet passen binnen de normale uitoefening van de functie. De behandelend medewerker stuurt op diens verzoek een afschrift aan de manager.

  • 1a.

    De behandelend medewerker gaat na of het verstrekken van de feitelijke informatie op grond van de Wet open overheid wel mogelijk is. Wanneer hij daarover twijfelt pleegt hij overleg met de manager expertiseteam Juridische zaken & inkoop

  • 2.

    Moet passen binnen de normale uitoefening van de functie. De behandelend medewerker stuurt op diens verzoek een afschrift aan de manager.

  • 19.

    Conform de algemene maatregel van bestuur ‘Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid’ dienen er toegankelijkheidsverklaringen te staan op websites waar de provincie eigenaar van is. Omdat het hier een actieve rechtshandeling betreft (verklaren dat we aan de wetgeving voldoen) kan de behandelend medewerker dit niet verklaren.

  • 20a.

    Toelichting basisregistratie ondergrond (BRO)

  • Voor de werkzaamheden ten behoeve van de BRO wordt belegd wie de naleving borgt van de volgende wetsartikelen in de Wet basisregistratie ondergrond:

    • artikel 9, betreffende de leverplicht

    • artikel 12, lid 2 betreffende de verplichting tot correctie en herlevering als de initiële aanlevering is geweigerd

    • artikel 27, betreffende de gebruiksplicht

    • artikel 30, lid 1 en 2, betreffende de terugmeldplicht voor gegevens en modellen

    • artikel 33, lid 3, betreffende de onderzoeksplicht

    • artikel 40, lid 1, betreffende de regeling voor aanleveren waar dat niet wettelijk verplicht is.

  • 20b.

    Toelichting basisregistratie grootschalige topografie (BGT)

  • Voor de werkzaamheden ten behoeve van de BGT wordt belegd wie de naleving borgt van de volgende wetsartikelen in de Wet basisregistratie grootschalige topografie:

    • artikel 6, betreffende verzamelen en vastleggen

    • artikel 11, betreffende de leverplicht

    • artikel 12, betreffende de afstemming met andere bronhouders

    • artikel 23, betreffende de gebruiksplicht

    • artikel 25, lid 1, betreffende de terugmeldplicht

    • artikel 27, betreffende de onderzoeksplicht.

B. Subsidie

Onder het begrip subsidie wordt verstaan: de aanspraak op financiële middelen door het college van gedeputeerde staten verstrekt, met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager.

  • 1.

    Procedurele correspondentie in het kader van de Algemene wet bestuursrecht en relevante wet- en regelgeving (hieronder valt ook provinciale regelgeving), op het terrein van subsidiering. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het sturen van een ontvangst- bevestiging van een aanvraag om subsidie, besluit om aanvraag niet in behandeling te nemen omdat aanvraag onvolledig is, verzoek om aanvulling van de aanvraag, opschorten/verlengen van de beslistermijn op de aanvraag, inwinnen van advies over de aanvraag, vaststellen ontwerpbesluit en inwinnen van zienswijzen n.a.v. ontwerpbesluit)

  • 2.

    Toekenning mag slechts plaatsvinden voor het jaar waarvoor de productenraming is vastgesteld. Meerjarige toezeggingen alleen wanneer dat past binnen het vastgestelde beleid en onder het voorbehoud dat door provinciale staten voor komende jaren voldoende middelen op de begroting beschikbaar worden gesteld. Ingeval de concerndirecteur programmamanager/ de steller is van het te nemen besluit en er aan dat besluit financiële consequenties zijn verbonden, is de medeparaaf van de financieel medewerker van het expertiseteam nodig.

  • 3.

    Alleen voor het jaar waarvoor de productenraming is vastgesteld. Meerjarige toezeggingen alleen wanneer dat past binnen het vastgestelde beleid en onder het voorbehoud dat door provinciale staten voor deze periode voldoende middelen beschikbaar hebben gesteld).

  • Wanneer het gaat om het toekennen van een bijdrage in het kader van het Europees Programma en de daarop gebaseerde regelingen dient een afschrift van het besluit ter kennisneming te worden geagendeerd voor de Commissie Bestuur en de betreffende vakcommissie.

  • 4.

    Het moet passen binnen het besluit om subsidie toe te kennen. Besluit moet bevoorschotting mogelijk maken. Ingeval de concerndirecteur, de programmamanger de steller is van het te nemen besluit en er aan dat besluit financiële consequenties zijn verbonden, is de medeparaaf van de financieel medewerker van het betreffende expertiseteam nodig voordat ondertekening door de concerndirecteur mag plaatsvinden.

  • 5.

    Moet passen binnen besluit om subsidie te verlenen. Ingeval de concerndirecteurde steller is van het te nemen besluit en er aan dat besluit financiële consequenties zijn verbonden, is de medeparaaf van de financieel medewerker van het betreffende expertiseteam nodig voordat ondertekening door de concerndirecteur mag plaatsvinden.

C. Vergunningen, ontheffingen etc.

  • 1.

    Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het sturen van een ontvangstbevestiging van een aanvraag, besluit om aanvraag niet in behandeling te nemen omdat aanvraag onvolledig is, verzoek om aanvulling van de aanvraag, opschorten/verlengen van de beslistermijn op de aanvraag, inwinnen van advies over de aanvraag, vaststellen ontwerpbesluit en inwinnen van zienswijzen n.a.v. ontwerpbesluit)

D. Inkoop/aanbesteding

De genoemde bedragen zijn exclusief btw.

  • 1.

    Uitgangspunt is dat de in mandaat genomen besluiten met financiële gevolgen gelijk of groter dan € 50.000 voorzien zijn van een nota Financiën. De nota Financiën is tenminste geparafeerd door een planning- en controlmedewerker.

  • Onder meerwerk wordt verstaan: onvoorziene werkzaamheden die een relatie hebben met een opdracht en noodzakelijk zijn om die opdracht volledig en juist uit te voeren, dan vallen deze binnen de scope van die opdracht.

  • Onder bedrijfsvoering wordt verstaan de bedrijfsvoeringsproducten zoals opgenomen in de productenraming waaronder; personeel en organisatie, financiën, communicatie, bestuurlijk-juridische zaken, facilitaire zaken en financiële administratie en Informatievoorziening.

  • 2.

    Voor zover het verplichtingen betreft die betrekking hebben op begrotingsproducten waarvoor de functionaris is aangewezen als budgethouder en voor zover het verplichtingen betreft die betrekking hebben op de begrotingsproducten instandhouding landwegen en instandhouding wegen.

  • 3.

    Afwijken van het inkoop- en aanbestedingsbeleid is en blijft de bevoegdheid van de secretaris dit dient plaats te vinden op basis van een deugdelijk gemotiveerd voorstel en na aantoonbare consultatie van een aanbestedingsjurist van de Provincie, en voor zover een en ander op basis van geldende wet- en regelgeving mogelijk is.

  • 4.

    Het moet passen in de projectraming die in het PMIRT en het MBVI is opgenomen voor uitvoeringskosten, inclusief onvoorzien en indexering. De procedure regels zoals beschreven in de relevante protocollen die zijn opgenomen in de procesbeschrijving “Programmamanagement PMIRT”, moeten daarbij in acht worden genomen.

  • 5.

    Voor zover redelijkerwijze noodzakelijk voor de vervulling van de taak van de ondernemingsraad.

E. Personele aangelegenheden

Dit mandaatbesluit gaat voor op datgene wat is omschreven in het personeelshandboek.

F. Budgetbeheer

Conform de Financiële verordening provincie Flevoland stelt het college van gedeputeerde staten regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt. Het college dient daarbij zorg te dragen dat de lasten van de programmaonderdelen zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden

overschreden en dat de baten worden gerealiseerd. In dit mandaatbesluit is vastgelegd welk mandaat budgethouders hebben aangaande inkoop/aanbesteding en budgetbeheer. In

de budgethoudersregeling Flevoland 2015 (e-docs 1738216) die onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van het mandaatbesluit, stelt het college nadere regels aangaande de rechten en plichten van budgethouders. In het overzicht van budgethoudersen aandachtsgebieden managers en concerndirectie 3013357 worden de budgethouders genoemd.