Subsidieverordening Landbouwportaal Rijnland

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening Landbouwportaal Rijnland

Bekendmaking

De verenigde vergadering van het hoogheemraadschap van Rijnland heeft op 10 mei 2023 de Subsidieverordening Landbouwportaal Rijnland vastgesteld. De vaststelling is bekrachtigd op 5 juli 2023. Met deze subsidieverordening wil het hoogheemraadschap van Rijnland agrariërs stimuleren bovenwettelijke maatregelen te nemen die de water- en bodemkwaliteit verbeteren.

Besluit

De verenigde vergadering van het hoogheemraadschap van Rijnland,

gelet op:

  • artikel 78, eerste lid, van de Waterschapswet;

  • artikel 4:23, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 1.5, van de Algemene Subsidieverordening Rijnland (ASV),

  • artikel 14 van Verordening (EU) 2022/2472 van de Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, zoals gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie van 21 december 2022, L 327/1,

besluit:

vast te stellen de navolgende Subsidieverordening Landbouwportaal Rijnland.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • Agrarische onderneming: Bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren.

  • BOOT: Bestuurlijk Overleg Open Teelten en veehouderij dat is ingesteld in opdracht van de Stuurgroep Water van het ministerie van Infrastructuur & Milieu en is belast met de uitvoering van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer.

  • BOOT-lijst: Lijst van maatregelen die kunnen worden getroffen om de waterkwaliteit, waterkwantiteit of bodemkwaliteit te verbeteren en die is vastgesteld door het Bestuurlijk Overleg Open Teelten en veehouderij.

  • Coach: Aan het landbouwportaal Rijnland verbonden adviseur op het gebied van een van de thema's erfafspoeling, duurzaam bodemgebruik, gewasbeschermingsmiddelen, inrichting en beheer van perceel en oever, voldoende zoetwater.

  • Dijkgraaf en hoogheemraden: Het dagelijks bestuur van Rijnland, bedoeld in artikel 8 van het Reglement van bestuur voor het hoogheemraadschap van Rijnland en artikel 40 van de Waterschapswet.

  • Landbouwportaal Rijnland: Online platform voor communicatie, informatie en subsidieverstrekking.

  • Landbouwvrijstellingsverordening: Verordening (EU) 2022/2472 van de Europese Commissie van 14 december 2022.

  • Maaiveld: De bovenkant van de grond van een terrein. Ook de bestrating hoort bij het maaiveld. Bij het maaiveld hoort niet:

    • een kunstmatige verhoging zoals een talud of een berm; en

    • een kunstmatige verlaging.

  • Maatregelenlijst: Lijst van de subsidiabele maatregelen die in bijlage 1 bij Subsidieverordening Landbouwportaal Rijnland is gevoegd.

  • Meerkosten: Kosten van een maatregel voor zover die uitstijgen boven de kosten die moeten worden gemaakt om aan een wettelijke verplichting te voldoen.

  • Niet-productieve maatregel: Investering die niet leidt tot een aanzienlijke stijging van de waarde of de rentabiliteit van het bedrijf.

  • Oever: Het gebied tussen de waterbodem en het maaiveld.

  • Oppervlaktewater: De sloten, vaarten, plassen, meren, rivieren, kanalen. En ook droogstaande greppels die wel in verbinding staan met ander oppervlaktewater.

  • Perceel: Een stuk grond of een terrein met vaste grenzen die door het Kadaster zijn bepaald.

  • Productieve maatregel: Maatregel die leidt tot hogere inkomsten voor de ondernemer.

  • Rijnland: Het hoogheemraadschap van Rijnland.

  • Talud: Dit is het schuine deel van een dijk, of de schuine oever tussen de waterbodem en het maaiveld.

  • Verzilting: Het zouter worden van de bodem en het water.

  • Waterbodem: De grond van een oppervlaktewater onder de waterspiegel.

  • Waterspiegel: Het grensvlak tussen water en lucht. Een ander woord is wateroppervlak.

Artikel 2 Doel

Het doel van deze subsidieverordening is:

  • a.

    het verbeteren van water- en bodemkwaliteit;

  • b.

    het tegengaan van verdroging, verzilting en wateroverlast op agrarisch grondgebied;

  • c.

    het creëren van meer waterbewustzijn in de agrarische sector.

Artikel 3 Uitvoering verordening

  • 1.

    Dijkgraaf en hoogheemraden zijn belast met de uitvoering van deze verordening.

  • 2.

    Dijkgraaf en hoogheemraden zijn bevoegd de maatregelenlijst uit bijlage 1 te wijzigen, mits die wijzigingen passen binnen de kaders van de BOOT-lijst en de Landbouwvrijstellingsverordening.

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1.

    Dijkgraaf en hoogheemraden zijn bevoegd subsidietijdvakken met subsidieplafonds vast te stellen.

  • 2.

    Indien in enig subsidietijdvak het beschikbare bedrag niet geheel wordt verstrekt, kunnen dijkgraaf en hoogheemraden het resterende bedrag toevoegen aan een ander subsidieplafond dat op grond van deze verordening is vastgesteld voor een volgend tijdvak.

Artikel 5 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan agrarische ondernemingen mits zij zijn aan te merken als kleine, middelgrote of micro-onderneming als bedoeld in artikel 2 van bijlage 1 bij de Landbouwvrijstellingsverordening.

Artikel 6 Subsidiabele maatregelen

Subsidie kan worden verstrekt voor het treffen van maatregelen die zijn opgenomen in de maatregelenlijst van bijlage 1 en die betrekking hebben op tenminste één van de volgende thema’s:

  • a.

    duurzaam bodemgebruik;

  • b.

    gewasbeschermingsmiddelen;

  • c.

    erfafspoeling mineralen en nutriënten;

  • d.

    inrichting en beheer van perceel en oever, voor zover het investeringsmaatregelen betreft;

  • e.

    voldoende zoetwater.

Artikel 7 Coach

  • 1.

    Wanneer de aanvrager een maatregel wil treffen uit de maatregelenlijst van bijlage 1, verzoekt hij voorafgaand aan de indiening van een subsidieaanvraag via het Landbouwportaal Rijnland om toewijzing van een coach.

  • 2.

    Wie als coach wordt toegewezen, wordt door dijkgraaf en hoogheemraden bepaald in onderling overleg met de organisaties waarbij de coaches werkzaam zijn.

Artikel 8 Subsidieaanvraag

Een subsidieaanvraag wordt ingediend via het Landbouwportaal Rijnland van het hoogheemraadschap van Rijnland.

Artikel 9 Aan te geven, te overleggen of te verklaren gegevens en bescheiden

Bij de indiening van een subsidieaanvraag worden de volgende gegevens aangegeven, overgelegd of verklaard:

  • a.

    de naam van het bedrijf en of het bedrijf is aan te merken als kleine, middelgrote of micro-onder-neming als bedoeld in artikel 2 van bijlage 1 bij de Landbouwvrijstellingsverordening;

  • b.

    een beschrijving van de te treffen maatregelen, met inbegrip van de start- en einddatum;

  • c.

    de locatie waar de maatregelen worden uitgevoerd;

  • d.

    een overzicht van de kosten en offerte(s) ter onderbouwing;

  • e.

    bankrekeningnummer van de subsidieaanvrager;

  • f.

    een overzicht van andere subsidieaanvragen die op grond van deze verordening zijn ingediend;

  • g.

    een overzicht van subsidies of vergoedingen die de aanvrager, het eventuele moederconcern dan wel dochterconcerns van het bedrijf, voor dezelfde activiteiten bij andere bestuursorganen, private organisaties of personen heeft of hebben aangevraagd, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

  • h.

    een verklaring dat de aanvrager geen onderneming in moeilijkheden is als bedoeld in artikel 2, lid 59, van de Landbouwvrijstellingsverordening;

  • i.

    voor zover geen overzicht als onder g. is verstrekt, een verklaring dat de aanvrager alsmede het eventuele moederconcern dan wel dochterconcerns van het bedrijf, geen andere subsidie of andere vormen van staatssteun hebben ontvangen voor dezelfde activiteit in de drie jaren voorafgaand aan de aanvraag voor subsidie;

  • j.

    een akkoordverklaring van het aanmelden van steun van € 10.000,- of meer in de Transparency Award Module (TAM) van de Europese Commissie als bedoeld in artikel 9, lid 1, van de Landbouwvrijstellingsverordening.

Artikel 10 Beslistermijn

  • 1. Dijkgraaf en hoogheemraden beslissen binnen 8 weken na ontvangst op een aanvraag om subsidie.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, beslissen dijkgraaf en hoogheemraden op een aanvraag om subsidie voor een zoetwatermaatregel binnen 18 weken na ontvangst.

  • 3. Wanneer de aanvraag een zoetwatermaatregel betreft, voeren dijkgraaf en hoogheemraden een onderzoek uit naar de haalbaarheid van de maatregel.

Artikel 11 Verdeelregel

  • 1.

    Het subsidieplafond wordt verdeeld op volgorde van ontvangst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    De datum van ontvangst is de datum waarop de aanvraag volledig is ingediend.

  • 3.

    Wanneer meerdere subsidieaanvragen op dezelfde dag zijn ontvangen en verstrekking van subsidie voor deze aanvragen zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, wordt de volgorde van afhandeling door middel van loting bepaald.

Artikel 12 Subsidiebedrag

  • 1.

    De te verlenen subsidie voor het treffen van maatregelen bedraagt per aanvrager:

    • a.

      minimaal € 500,- en maximaal € 15.000,- voor het thema Duurzaam bodemgebruik;

    • b.

      minimaal € 500,- en maximaal € 10.000,- voor het thema Gewasbeschermingsmiddelen;

    • c.

      minimaal € 500,- en maximaal € 10.000,- voor het thema Erfafspoeling mineralen en nutriënten;

    • d.

      minimaal € 500,- en maximaal € 10.000,- voor investeringsmaatregelen inrichting binnen het thema inrichting en beheer van perceel en oever;

    • e.

      minimaal € 500,- en maximaal € 50.000,- voor het thema Voldoende zoetwater.

  • 2.

    Voor productieve maatregelen uit de maatregelenlijst van bijlage 1 bedraagt de subsidie maximaal 40% van de kosten van aanschaf van materialen, van aanleg van de maatregel of van de meerkosten, zoals aangegeven in de maatregelenlijst of het maximale subsidiebedrag per maatregel zoals aangegeven in de maatregelenlijst.

  • 3.

    Voor niet-productieve maatregelen uit de maatregelenlijst van bijlage 1 bedraagt de subsidie maximaal 60% van de kosten van aanschaf van materialen, van aanleg van de maatregel of van de meerkosten, zoals aangegeven in de maatregelenlijst of het maximale subsidiebedrag per maatregel zoals aangegeven in de maatregelenlijst.

  • 4.

    De subsidie wordt berekend op basis van de werkelijke kosten tot maximaal het bedrag dat in de bij de aanvraag overgelegde offerte is vastgelegd.

  • 5.

    De belasting over de toegevoegde waarde (btw) komt niet voor subsidie in aanmerking, behalve wanneer zij niet terugvorderbaar is krachtens de nationale btw-wetgeving.

Artikel 13 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:25, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt een subsidie geweigerd indien:

  • a.

    de aanvrager een onderneming in moeilijkheden betreft, zoals bedoeld in artikel 1, lid 5, van de Landbouwvrijstellingsverordening;

  • b.

    voor dezelfde activiteiten op grond van enige regeling reeds subsidie is vertrekt tot de op grond van de in de Landbouwvrijstellingsverordening toegestane maximale steunintensiteit;

  • c.

    met het uitvoeren van de maatregel is gestart voordat de subsidie is aangevraagd;

  • d.

    de subsidieverstrekking anderszins in strijd zou zijn met de Landbouwvrijstellingsverordening;

  • e.

    er voor dezelfde activiteiten al subsidie is verstrekt op grond van deze verordening;

  • f.

    uit het onderzoek blijkt dat de uitvoering van een zoetwatermaatregel niet haalbaar is;

  • g.

    de activiteit niet ten goede komt aan de landbouwsector in het beheergebied van Rijnland;

  • h.

    de activiteit niet bijdraagt aan de verwezenlijking van de doelstelling van deze subsidieverordening zoals omschreven in artikel 2;

  • i.

    een bevel tot terugvordering uitstaat als gevolg van een eerder besluit van de Europese Commissie, zoals bedoeld in artikel 1, lid 4, van de Landbouwvrijstellingsverordening.

Artikel 14 Verplichtingen

Aan de subsidie zijn de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    De subsidieontvanger meldt, zodra een maatregel gerealiseerd is, deze gereed in het Landbouwportaal Rijnland;

  • b.

    In communicatie-uitingen over het gesubsidieerde project vermeldt de subsidieontvanger het logo van het Landbouwportaal Rijnland zoals geplaatst op het portaal;

  • c.

    Vanaf het moment van de vaststelling van de subsidie wordt de investering minimaal vijf jaar in standgehouden;

  • d.

    De maatregelen zijn getroffen (of uitgevoerd) op de datum die in de subsidieverleningsbeschikking is vermeld.

Artikel 15 Vaststelling van de subsidie

  • 1.

    De gereedmelding van de laatste te treffen maatregel wordt beschouwd als een aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

  • 2.

    Voorafgaand aan de vaststelling van de subsidie kan een eindcontrole plaatsvinden door een aan het Landbouwportaal Rijnland gelieerde medewerker.

  • 3.

    Wanneer geen gereedmelding van de laatste te treffen maatregel is ontvangen voor de uiterste datum waarop deze getroffen had moeten worden, stellen dijkgraaf en hoogheemraden de subsidieontvanger in de gelegenheid alsnog binnen een bepaalde termijn een gereedmelding te doen.

  • 4.

    Indien de subsidieontvanger geen gebruik maakt van de mogelijkheid de gereedmelding alsnog te doen, stellen dijkgraaf en hoogheemraden de subsidie ambtshalve vast binnen 8 weken na het verstrijken van de hersteltermijn.

  • 5.

    De gereedmelding wordt gedaan via het Landbouwportaal Rijnland.

  • 6.

    Bij de gereedmelding worden de facturen overgelegd waaruit blijkt welke maatregel en welke kosten het betreft.

  • 7.

    Bij de gereedmelding worden betaalbewijzen en foto’s overgelegd.

Artikel 16 Beslistermijn vaststelling

Dijkgraaf en hoogheemraden stellen de subsidie binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag vast.

Artikel 17 Voorschotten

  • 1.

    Dijkgraaf en hoogheemraden kunnen op aanvraag een voorschot verstrekken wanneer subsidieverlening meerdere maatregelen betreft en deze niet gelijktijdig worden uitgevoerd.

  • 2.

    Een voorschot wordt alleen verstrekt wanneer de maatregel waarvoor het voorschot wordt aangevraagd, is uitgevoerd.

  • 3.

    Een aanvraag wordt ingediend via het Landbouwportaal Rijnland.

  • 4.

    Het voorschot komt overeen met het subsidiebedrag dat voor de betreffende maatregel is verleend.

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking in het Waterschapsblad.

  • 2.

    Deze verordening vervalt met ingang van 1 januari 2027.

  • 3.

    Na 31 december 2026 blijft deze verordening van toepassing op de subsidies die voor 1 januari 2027 zijn verleend.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening Landbouwportaal Rijnland.

Ondertekening

Leiden, 10 mei 2023 (bekrachtigd op 5 juli 2023)

De verenigde vergadering

R.A.M. van der Sande, dijkgraaf

M. Middendorp, secretaris

Bijlage 1 Maatregelen waarvoor subsidie kan worden aangevraagd

Thema duurzaam bodemgebruik

Maatregelen

Nummer Bootlijst

Productief/ niet productief

Percentage/bedrag vergoeding

Vergoeding betreft

Maximaal subsidie-bedrag per maatregel (euro)

Wat subsidiëren we? / voorwaarden

Toelichting

Bodemvochtsensor ten behoeve van sensorgestuurde beregening

7

productief

40%

Aanschaf

1.000

Aanschaf bodemsensor

Indien via het thema Gewasbeschermingsmiddelen de maatregel Weer-, blad- en bodemsensor is aangevraagd kan binnen thema Duurzaam Bodemgebruik de maatregel Bodemvocht sensor ten behoeve van sensorgestuurde beregening niet ook worden aangevraagd.

Drukwisselsystemen ten behoeve van brede banden

80

productief

40%

Aanschaf

4.000

Aanschaf drukwisselsysteem

Aanschaf drukwisselsysteem https://www.goedbodembeheer.nl/bandendruk

Bovenwettelijke mestopslag 8 tot 10 mnd

20

productief

40%

Aanschaf

nvt

Aanschaf mestopslag 8 of 9 mnd

Alleen bovenwettelijke deel is subsidiabel. Bij aanschaf van 10 maanden berging wordt van het deel boven de 7 maanden wordt 40% vergoed.

Ekoploeg

79

productief

40%

Aanschaf

5.000

Aanschaf De ploeg bestaat uit minimaal 5 scharen uitgevoerd met een klein type rister Werkdiepte 5 tot maximaal 20 cm Voortgetrokken door een trekker die “bovenover” rijdt. Subsidiabele optie: - -Vorendrukker aan de ploeg Niet subsidiabele opties: -Variabel verstel-bare scharen -Verstelbare trekarm -Led-verlichting en gevaren driehoek -Onder gronders / woelers en beschermhoezen -Diepte loopwiel in de front -Onderzet opbergbok

1) De ekoploeg zit tussen een reguliere ploeg en niet-kerende grondbewerking. Door ondiep te ploegen blijft de bodemopbouw intact en is het mogelijk om menging van gewasresten in de bovengrond te houden zodat de organische stof bovenin blijft. Door de organische stof bovenin te houden, zakt water sneller de grond in en is slemp te voorkomen. Het bodemprofiel blijft grotendeels intact en dat zorgt voor waterberging. 2) Aanschaf van een ecoploeg kost ca. 24.500 euro 3) Meest gangbare type: achtschaar met een werkbreedte van 3,20 meter

Onkruidbestrijdingsmachine gericht op bodemvriendelijke grondbewerking

79

productief

40%

Aanschaf Er worden geen opties vergoed

4.000

Deze machine krabt/schaaft op ca. 2-4 cm diepte i.p.v. freest. De machine versnippert onkruiden en gewasresten en legt ze gelijkmatig verspreid neer, vermengd met de bovenste 2 cm van de grond. Deze minimale grondbewerking spaart de bodem.

Thema gewasbeschermingsmiddelen

Maatregelen

Nummer Bootlijst

Productief/ niet productief

Percentage vergoeding

Vergoeding betreft

Maximaal subsidie-bedrag per maatregel (euro)

Wat subsidiëren we? / voorwaarden

Toelichting / nummer toolboxkaart

Gebruik driftreducerende spuittechnieken met tenminste 90% driftreductie.

24

productief

40%

Aanschaf of meerkosten

nvt

De te subsidiëren technieken vallen binnen de DRT lijst van de Technische Commissie (en passen daarmee binnen de kaders van de Boot-lijst)'.

Gesloten kistenwassers inclusief zuiveringsvoorziening

44

productief

40%

Aanschaf

nvt

Gebruik mechanische onkruidbestrijdingstechniek

25

productief

40%

Aanschaf

10.000

7

Gebruik precisie toepassingstechniek

productief

40%

Aanschaf

10.000

Onder preciesietechnieken vallen: -aanschaf pneumatisch -aanschaf branden -aanschaf precisie spuittechniek - aanschaf heet water onkruidbestrijder Onder toepassingstechnieken vallen: -spuitmachine -GPS/GIS-systeem -regeleenheid voor optimale dosering -autopilot systeem -automatisch sectieafsluitingssysteem met GPS/GIS-koppeling -aanpassings- of stuursysteem voor de spuitinstallatie en evt de volgende onderdelen: -meetapparatuur met GPS/GIS- koppeling -ISObus 11783-systeem -volledig gesloten vulsysteem -plantherkennings- systeem en onkruidsensoren

Software optimale technieken spuitmoment

13

productief

40%

Aanschaf

nvt

Hieronder vallen de aanschaf van softwarepakket: -GEWIS -SpuitWeerWijzer -PhyApp -Phytophthora Lite App -BOS -QMS

15

Herinrichting erf voor het bovenwettelijk tegengaan van afspoeling gewasbeschermingsmiddelen

42

niet productief

40%

Aanschaf en aanleg

nvt

13-14

Aanleg vul- en of wasplaats spuitmachine

45

niet productief

40%

Aanschaf en aanleg

nvt

-aanschaf en aanleg vloeistofkerende vul- en wasplaats met opvang. Voorwaarde voor subsidiering is dat voorafgaand aan de subsidieaanvraag contact wordt opgenomen met de milieudienst om te bepalen of de aanleg gerealiseerd kan worden en wat de voorwaarden zijn. Advies dient opgenomen te zijn bij subsidieaanvraag.

13 a, b, c

Technieken om restwater, waswater, spuitmiddel en dompelvloeistof bov.wett. in te zamelen, te zuiveren of te verdampen

45

niet productief

40%

Aanschaf en aanleg

nvt

Subsidie betreft alleen technieken Biofilter, Phytobac, Heliosec, RemDry

13 b, c

Automatische interne reiniging

45

niet productief

40%

Aanschaf en aanleg

nvt

13, b, c

Continue reiniging

45

niet productief

40%

Aanschaf en aanleg

nvt

13, b, c

Weer-, blad- en bodemsensoren

7/13/50

productief

40%

Aanschaf hardware en abonnement

1.000

Ter ondersteuning van wijze en mate van toediening gewasbescherming en het vaststellen van het optimale toepassingsmoment. Sensoren voor metingen van: - Weer, temperatuur, windsnelheid, luchtvochtigheid; - Bodemtemperatuur/vochtigheid op verschillende dieptes; - Dauwpunt, natteboltemperatuur, cumulatieve neerslag, bladnat. Combinatie met BOS-systeem mogelijk

Indien via thema Duurzaam Bodemgebruik de maatregel Bodemvochtsensor ten behoeve van sensorgestuurde beregening is aangevraagd kan binnen het thema Gewasbeschermingsmiddelen de maatregel Weer-, blad- en bodemsensor niet ook worden aangevraagd.

Elektrische pulsgestuurde doseersysteem voor toedienen biostimulanten

25

niet productief

40%

Aanschaf

10.000

Gebruik schuiminstallatie i.p.v. dompelinstallatie bollenteelt

40%

10.000

Thema erfafspoeling mineralen en nutriënten

Maatregelen

Nummer Bootlijst

Productief/ niet productief

Percentage vergoeding

Vergoeding betreft

Maximaal subsidie-bedrag per maatregel (euro)

Wat subsidiëren we? / voorwaarden

Toelichting

Veegmachine met opvangbak

conform Schoon Erf Schoon Water Friesland

niet productief

40%

aanschaf

1.000

Nieuw of 2e-hands, geleverd via dealer

Rubberschuifmachine- of borstelmachine met stalen borstels

niet productief

40%

aanschaf

1.000

Nieuw of 2e-hands, geleverd via dealer

Herinrichting erf voor het bovenwettelijk tegengaan erfafspoeling nutriënten. Hieronder vallen: -Verbetering van de afwatering van voer, compost en vaste mestopslag -Aansluiting opvangpunt op mestkelder -Plaatsen afvoergoten, dakgoten en bezinkgoten (geen vervanging van bestaande) -Aanleg duo systemen -Opvangsysteem pers- en mestvocht voor ruwvoeropslag aangelegd voor 2013 -Koepad verleggen op afschot (richting land) -(deel van het) Koepad rioleren en aansluiten op mestkelder -Verbeteren afvoer richting opvangput - Maatregelen ter voorkoming erfafspoeling bij vernieuwen erfverharding

42

niet productief

40%

aanleg en aanschaf

nvt

Het betreft hier: a) Grondwerk en extra cunet of aanbrengen extra verharding voor het kunnen realiseren van een scheiding op het erf van schoon- en vuil water b) Hemelwaterputten en goten om het schone water direct af te kunnen voeren naar oppervlaktewater c) Putten, leidingen en goten om vuilwater af te kunnen voeren naar een opvangpunt (vuilwaterput, bassin of gierkelder)

Bovengrondse waterbergingsbassin voor opvang afspoelwater erf

42

niet productief

40%

aanleg en aanschaf

5.000

Voorwaarde voor subsidiering is dat voorafgaand aan de subsidieaanvraag contact wordt opgenomen met de gemeente en/of omgevingsdienst om te bepalen of de aanleg gerealiseerd kan worden en wat de voorwaarden zijn. Advies dient opgenomen te zijn bij subsidieaanvraag.

Aan te vragen als huidige capaciteit op erf in bijvoorbeeld mestkelder onvoldoende is om het water van het erf op te vangen. Het water is ten behoeve van gebruik op de percelen is (al dan niet in de mest) of als bluswater gebruikt kan worden.

Aanleg wasplaats machines en werktuigen met aansluiting op de gierkelder (veehouderij) Aanleg wasplaats machines en werktuigen met aansluiting via een bezinkput en benzine/olieaf-scheider op riolering (niet-veehouderij)(niet gebruikt bij toepassen gewasbeschermingsmiddelen)

45

niet productief

40%

aanleg en aanschaf

nvt

Voorwaarde voor subsidiering is dat voorafgaand aan de subsidieaanvraag contact wordt opgenomen met de milieudienst om te bepalen of de aanleg gerealiseerd kan worden en wat de voorwaarden zijn. Advies dient opgenomen te zijn bij subsidieaanvraag.

Aansluiting standplaats voor kalveriglo's met aansluiting op de gierkelder

42

niet productief

40%

aanleg en aanschaf van de meerkosten van de aanpassing

nvt

- De kosten bestaan uit het realiseren van een standplaats/spuitplaats/ ontsmettingsplaats die afwatert naar een put of goot die wordt aangesloten op de gierkelder en waarbij constructie wordt gebruikt die zorgt dat verontreinigd water niet op het erf of oppervlaktewater loost. - Totale kosten voor deze maatregel worden geschat op maximaal 5000,00. - Aanleg en aanschaf van de meerkosten van de aanpassingen.

Permanente afdekking van mest-, compostopslag om schoon- en vuilwaterstromen te scheiden en/of op te vangen

42

niet productief

40%

aanleg en aanschaf

5.000

Toelichting 'permanent': Een afdekking is permanent wanneer deze is aangebracht en altijd aanwezig

Nieuwe mest- of compostopslag aanleggen t.b.v voorkomen erfafspoeling of bestaande aanpassen

42

niet productief

40%

aanleg en aanschaf

nvt

Voorwaarde voor subsidiering is het bij de subsidie-aanvraag aanleveren van een tekening met daarop maatvoering van de nieuwbouw van het bovenwettelijk deel van de compostopslag en een berekening van het bovenwettelijk deel van de mestopslag.

Vergoeding voor bovenwettelijke mestopslag om het door afvalstromen van het erf verontreinigde regenwater te bergen

Thema inrichting en beheer van perceel en oever

Maatregelen

Nummer Bootlijst

Productief/niet productief

Percentage/bedrag vergoeding van de investering (euro)

Vergoeding betreft

Maximaal subsidie-bedrag per maatregel (euro)

Wat subsidiëren we? / voorwaarden

Zuiveringssysteem om met ijzerzand fosfaat uit drainagewater te verwijderen

32

niet productief

40%

meerkosten aanleg en aanschaf

nvt

De meerkosten van de toepassing van ijzerzanddrainage ten opzichte van reguliere drainage

Infiltratiegreppel

40

niet productief

500

aanleg

500

Veedrinkbak

22/60

niet productief

60%

aanschaf

3.000

(Tijdelijke) afrastering met schrikdraadklok tegen vertrapping oever

22

niet productief

60%

aanschaf

1.000

Helofytenfilter ten behoeve van het zuiveren van erf- en bodem gerelateerde waterstromen met een minimaal zuiveringsrendement van 50%

44

niet productief

40%

aanleg

5.000

Bovenwettelijk herinrichting oever ter voorkoming van afkalving

37

niet productief

40%

aanschaf

5.000

Infiltratie via (regelbare) onderwaterdrainage in veenweidegebied ter voorkoming van bodemdaling

33

niet productief

40%

aanleg en aanschaf

nvt

Thema voldoende water

Maatregelen

Nummer Bootlijst

Productief/niet productief

Percentage vergoeding

Vergoeding betreft

Maximaal subsidie-bedrag per maatregel (euro)

Wat subsidiëren we? / voorwaarden

Ondergrondse en bovengrondse druppelirrigatie en of -fertigatie

18

productief

40%

aanleg en aanschaf

10.000

Peilgestuurde drainage/systeemgerichte drainage, sub-irrigatie ter vergroting van de zoetwaterlens

33

productief

40%

aanleg en aanschaf

20.000

Subsidiabele kosten betreffen het koppelen van de drains, het aanleggen van een verzameldrain en een regelbare put en voor het realiseren van subirrigatie de pomp en de elektra. Ook de kosten voor het graven van een regelsloot en de aanleg van een stuw zijn subsidiabel. De subsidie is uitsluitend aan te vragen na consultatie en in overleg met de waterbeheerder

Sensing-en beslissingsondersteunend systeem

7

productief

40%

aanschaf

2.500

Ondergrondse zoetwaterberging (Spaarwater en Freshmaker)

27

niet productief

40%

aanleg en aanschaf

50.000

Voorwaarde voor subsidie is dat door inzet van deze maatregel op het gebruik van oppervlaktewater wordt bespaard

Zoete stuw binnen de eigen percelen

28

productief

40%

aanleg en aanschaf

5.000

Bijlage 2 Maatregelen die gestimuleerd worden maar waarvoor geen subsidie kan worden aangevraagd

Thema duurzaam bodemgebruik

Maatregelen

Aanleggen diepte en afstanddrainage slecht ontwaterd perceel

Goede drainage structuur van het perceel met regelmatige controle (minstens 1 x per jaar)

Vlaklegging, egalisatie van percelen vergroot infiltratiecapaciteit waardoor het water minder snel afstroomt naar lager gelegen plekken

Planning van werkzaamheden beter afstemmen op bodemomstandigheden, mn gericht op voorkomen bewerken van de grond onder natte omstandigheden

Type beregening afstemmen op situatie

Maak bewuste keuzes over type/diepte grondbewerking

Aanschaf bodembesparende mechanisatie: onbereden grond icm vaste rijpaden, lichtere machines, bredere banden icm belasting, drukwisselsystemen

Niet kerende grondbewerking of minder ploegen

Aanpassen van grondbewerking, waardoor grond minder fijn ligt - focus op zaaibed bereiding

Bovenover ploegen

Ploegen op verschillende dieptes om vorming van een ploegzool zoveel mogelijk te voorkomen

Ploegen, bij verdichting van de bouwvoor

Verruiming bouwplan/gewasrotatie met rustgewassen en diepwortelende gewassen, eventueel door samenwerking tussen akkerbouw en melkveehouderij

Teelt van (diepwortelende, sterk groeiende) groenbemesters / vanggewassen icm aaltjesschema.nl en aaltjesmonster

Aanpassing van bouwplan, gewassenkeus om risico’s van nat- en droogteschade te verminderen (niet ieder gewas is even gevoelig).

Aanpassen van bouwplan, introduceer gewassen die de bodem rust geven (weinig bewerkingen)

Aanpassen van gewaskeus om schade door verslemping te verminderen (bijv. plantuien ipv zaaiuien).

Aanpassen van het bouwplan, minder uitspoelingsgevoelige gewassen

Selecteer de juiste percelen voor de teelt van mais, bij voorkeur geen maïs indien OS-gehalte >8%

Indien van toepassing: Verkort de graslandperiode in de vruchtwisseling tot max 3 jaar

75% jaarrond groen

Kies voor een vroeg tot zeer vroeg ras icm een vanggewas/groenbemester

Grasonderzaai (alleen in combinatie met een vroeg ras)

Derde gewas introduceren zoals klaver, luzerne, veldboon, granen

Teel een tussengewas – zonder of met beperkte N-gift.

Toepassen van klavers in grasland en maak een bewuste keuze voor grassoorten en rassen

Maaien in een zwaarder stadium: maai- en/of graaslengte van 5 naar 7 cm brengen om grasbedekking beter in stand te houden

Melkvee voor 1 oktober opstallen en zo nodig voor half september, mn bij natte omstandigheden om vertrapping tegen te gaan

Verhoog de organische stofaanvoer op het perceel door bijv. aanvoer van stro, gewasresten en organische mest, rekening houdend met principe van evenwichtsbemesting voor fosfaat. Zorg voor een positieve organische stofbalans (zie www.os-balans.nl).

Meerjarenplan organisch stof beheer t.b.v. het bodemleven (bodemweerbaarheid): opstellen OS-balans op bedrijfsniveau en meerjarenplan (ook onderdeel Milieukeur)

Toepassing van mineralen zoals klei, steenmeel en lavameel bij boomteelt

Toedienen dierlijke mest met sleepslangbemesting

Verlaag het N en P gehalte in het krachtvoer van dierrantsoenen om mest te krijgen met een geschikte samenstelling voor uw gewas

Maak een bemestingsplan waarbij N-mineralisatie op minimaal 50% van de percelen wordt bepaald: hoeveel, wanneer, waar, hoe op basis van gerichte bodem*- en gewasanalyses conform het in Nederland geldende bemestingsadvies (vastgesteld door CBGV en CBAV) *waarbij N-mineralisatie op minimaal 50% van de percelen wordt bepaald.

Stem N-gift af op N-leverend vermogen vd bodem. Neem bv eind juli begin augustus een Nmin monster van uw gras. Is er meer dan 30 kg Nmin/ha aanwezig dan kunt u de laatste kunstmestbemesting in augustus overslaan

Plaats bemesting op het bed, niet in de paden.

Bemest kort (<1 week) voor zaaien

Plaatsing van fosfaat bij P-behoeftige gewassen in de plantveur/in de rij. Een lagere P-gift volstaat door toename effectiviteit

Verlaag de fosfaattoestand van het perceel door geen (of minder) fosfaat aan te voeren dan het gewas afvoert. Dit uitmijnen kan op het hele perceel of juist langs de sloot om P-uitspoeling te verlagen.

Deel de mestgift over het groeiseizoen, volg het Stikstof Bijmest Systeem (NBS)

Gebruik de Beslisboom Snijmaïs (WUR 2016, biedt geen oplossingsrichtingen voor ziekten en plagen)

Volg het bekalkingsadvies op calciumbemesting (gips) advies op om pH en Ca-bezetting van de bodem op juiste niveau houden

Volg het zwavelbemestingsadvies op, niet te weinig maar ook niet te veel zwavel

Voorkom besmetting met pathogenen door gebruik van gezond uitgangsmateriaal, een goede bedrijfshygiëne, en geschikte vruchtwisseling

Voorkom besmetting met pathogenen door voor het groeiseizoen aanwezig aaltjes in de grond te meten en gewasstand te scouten

Gebruik de Aaltjes Beheers Strategie (ABS), incl. aaltjesschema en analyse van aaltjes in een bodemmonster

Gebruik de milieumeetlat en milieubelastingskaarten en risicolijst (CLM) voor middelenkeuze

Gebruik de Akkerbouw - Routewijzer Gewasbescherming (NMI 2017)

Gebruik de Milieukeur Bloembollen, selectie van het onderdeel gewasbescherming (SMK 2017) – het opstellen van een gewasbeschermingsplan en een organische stof balans is hier onderdeel van, zo ook het gebruik van de milieumeetlat.

Thema gewasbeschermingsmiddelen

Maatregelen

Nummer toolboxkaart

Onkruidpreventie door het voorkomen van nieuwe aanvoer onkruidzaad en het verminderen van de onkruiddruk

9

Goed waarnemen soort en stadium voor bestrijden

9

Inzet selectie middelen (milieumeetlat)

10

Nauwkeurig hoeveelheid aanmaken

12

Bezem door de middelenkast

Aanpassen rijsnelheid --> drift en effectiviteit

11

spuitdruk op DRD-lijst spuitdop niet overschrijden

11

Zelftest bedekking / instellingen

11

Emissies vanuit kuubkisten voorkomen bij transport, reinigen en opslag

14-16

Voorkomen erfafspoeling na ruimtebehandeling (condens, ventilatie, firstflush) en verslepen via banden heftruck, wagen en tractor voorkomen

14

Zuiveren sorteer- en spoelwater (groenten en fruit)

14

Zaai- en pootmachines behandelen op dezelfde manier als spuitapparatuur in verband met ontsmet/gecoat zaad.

14

Rekening houden met lekkage en afspoeling bij toepassing van gewasbeschermingsmiddelen in schuur/op erf (bijvoorbeeld bij ontsmetten)

14

Toepassing van mineralen zoals klei, steenmeel en lavameel

Thema erfafspoeling mineralen en nutriënten

Maatregelen

Extra stro in kalverhokjes (tot 2mnd) tegen lekvocht

Kalverhokken onder afdak plaatsen

Extra stro onder mestopslag (indien onverhard)

Vaste mestopslag niet te vol vullen

Aanleggen absorberende onderlaag onder (verharde) mest- en voeropslag

Het repareren van wand mestopslag

Het vergroten van het wettelijk deel van de mest- of compostopslag

Erf en voeropslagen bezemschoon houden

Het storten van beton om overlopen te voorkomen

Toelichting bij Subsidieverordening Landbouwportaal Rijnland

Algemene toelichting

Doel

Het doel van de subsidieverordening is:

  • a.

    het verbeteren van water- en bodemkwaliteit;

  • b.

    het tegengaan van verdroging, verzilting en wateroverlast op agrarisch grondgebied;

  • c.

    het creëren van meer waterbewustzijn in de agrarische sector.

Dit draagt bij aan een veerkrachtig en klimaatrobuust watersysteem. Voor wat betreft het verbeteren van de waterkwaliteit wordt met name gestreefd naar een afname van de uit- en afspoeling van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen vanuit de landbouw naar het water. Voor wat betreft het tegengaan van verdroging, verzilting en wateroverlast, wordt onder andere gestreefd naar een voor zoetwater meer zelfvoorzienende landbouw, waardoor deze minder afhankelijk wordt van het watersysteem.

Werkwijze

Er is voor gekozen het subsidieproces te laten plaatsvinden via het online platform Landbouwportaal Rijnland. Het Landbouwportaal heeft als doel agrarische bedrijven bewust te maken van het belang van voldoende en schoon water voor henzelf en anderen. Het portaal bevat informatie over de maatregelen die de agrarische bedrijven zelf kunnen treffen en kunnen subsidies op grond van de Subsidieverordening Landbouwportaal Rijnland worden aangevraagd.

Via het Landbouwportaal dient te worden verzocht om toewijzing van een coach. De coaches zijn medewerkers van ondernemersorganisaties voor Nederlandse boeren en tuinders. De coaches bespreken met de bedrijven de mogelijkheden om verbeteringen door te voren om emissies van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen te reduceren. Ze helpen een keuze te maken bij het bepalen van de voor het bedrijf meest effectieve maatregelen waarvoor een subsidie zal worden aangevraagd en ondersteunen bij het indienen van een subsidieaanvraag. Ook de indiening van de gereedmeldingen en de aanvraag tot vaststelling van de subsidie nadat alle maatregelen zijn getroffen (de gereedmelding van de laatst te treffen maatregel, artikel 15, eerste lid), loopt via het Landbouwportaal Rijnland.

Artikelsgewijze toelichting

Voor zover nodig is hierna per artikel een toelichting opgenomen.

Op deze subsidieverordening zijn de Waterschapswet, Algemene wet bestuursrecht (Awb), Algemene Subsidieverordening Rijnland (ASV) en de Europese landbouwvrijstellingsverordening (LVV) van toepassing. De belangrijkste regels waaraan moet worden voldaan volgens de LVV zijn hieronder toegelicht.

Deze subsidieverordening biedt steun aan kleine, middelgrote en micro ondernemingen (kmo’s) voor zover zij actief zijn in de primaire landbouwproductie, hetgeen valt onder de voorwaarden van de LVV.

Tot de categorie kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (kmo's) behoren ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet € 50 miljoen of het jaarlijkse balanstotaal € 43 miljoen niet overschrijdt. De te subsidiëren activiteiten vallen onder artikel 14 van de LVV.

Toelichting op artikel 3: Uitvoering verordening

D&H is belast met de uitvoering van de verordening. Het is bevoegd alle besluiten te nemen die nodig zijn. De bevoegdheid strekt zich dus ook uit tot bijvoorbeeld het intrekken van een subsidieverlening of een voorschotverlening of het lager vaststellen en terugvorderen van subsidies en zo nodig het intrekken van de vaststelling.

De subsidiabele maatregelen zijn opgenomen in een maatregelenlijst. Daarbij worden verschillende categorieën van maatregelen onderscheiden. Aan de hand van de categorie waarin de maatregel valt en eventueel de vraag of het om een productieve of niet-productieve maatregel gaat, wordt het subsidiebedrag of de wijze waarop dat bedrag wordt berekend, bepaald. Ook de subsidiebedragen of het percentage van de investeringen dat wordt gesubsidieerd zijn in de lijst opgenomen.

De maatregelenlijst valt binnen de kaders van de zogenaamde BOOT-lijst die door het Bestuurlijk Overleg Open Teelten en veehouderij (BOOT) is vastgesteld. Het BOOT kan deze lijst wijzigen. Wanneer het wenselijk is dat nieuw opgenomen maatregelen op deze lijst ook in het kader van deze Subsidieverordening Landbouwportaal Rijnland subsidiabel zijn of andere aanpassingen in de BOOT-lijst aan de orde zijn, kan D&H de maatregelenlijst in die zin aanpassen. D&H is niet bevoegd maatregelen in de lijst op te nemen die niet vallen onder de maatregelen die in de BOOT-lijst zijn opgenomen of niet passen binnen de kaders van de Landbouwvrijstellingsverordening.

Toelichting op artikel 4: Subsidieplafond

Het algemeen bestuur heeft de bevoegdheid om per thema en tijdvak subsidieplafonds vast te stellen, gedelegeerd aan het dagelijks bestuur (D&H). De omvang van de plafonds kan verschillen en hangt af van de omvang van de investeringen die gemoeid zijn met het treffen van de maatregelen, maar kan ook afhangen van de prioriteit dat een bepaald thema heeft. D&H is bevoegd de subsidieplafonds vast te stellen, maar moet daarbij vanzelfsprekend blijven binnen het door het algemeen bestuur beschikbaar gestelde bedrag. Voor zover er geld resteert binnen een bepaald tijdvak, kan dat geld worden overgeheveld naar een ander plafond voor een volgend tijdvak. Zowel het besluit tot verlaging als tot verhoging moet bekend worden gemaakt. Een verlaging heeft geen gevolgen voor subsidieaanvragen die voor de bekendmaking van de verlaging zijn ingediend (artikel 4:27 Awb).

Toelichting op artikel 5: Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan landbouwers, eigenaren van gronden met bestemming landbouw, grondgebruikers, en agrarische bedrijven. De doelgroep kan zich in allerlei vormen voordoen zoals eenmanszaken, vennootschappen onder firma en besloten vennootschappen. Aangezien de subsidie alleen kan worden verleend, wanneer dit past binnen de kaders van de Landbouwvrijstellingsverordening, moeten de aanvragers ook kunnen worden aangemerkt als kleine, middelgrote of micro-onderneming als bedoeld in artikel 2 van bijlage 1 bij de Landbouwvrijstellingsverordening. Dit artikel luidt als volgt:

Artikel 2 Aantal werkzame personen en financiële drempels ter bepaling van de categorieën ondernemingen

  • 1.

    Tot de categorie kleine, middelgrote en micro-ondernemingen („kmo's”) behoren ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet 50 miljoen EUR of het jaarlijkse balanstotaal 43 miljoen EUR niet overschrijdt.

  • 2.

    Binnen de categorie kmo's is een „kleine onderneming” een onderneming waar minder dan 50 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 10 miljoen EUR niet overschrijdt.

  • 3.

    Binnen de categorie kmo’s is een „micro-onderneming” een onderneming waar minder dan 10 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 2 miljoen EUR niet overschrijdt.

Toelichting op artikel 6: Subsidiabele maatregelen

Alleen de maatregelen die zijn opgenomen in de maatregelenlijst zijn subsidiabel. Deze maatregelen moeten bovendien betrekking hebben op één van de genoemde thema’s.

Toelichting op artikel 7: Coach

Voor het treffen van maatregelen is het een voorwaarde daarbij een coach te betrekken. De coach kan de aanvrager adviseren en toegevoegd inzicht geven in zijn eigen bedrijfssituatie. Ook bespreekt hij de mogelijkheden van de te treffen maatregelen en biedt de coach hulp bij het aanvragen van de subsidie. De ondersteuning van een coach kan worden aangevraagd via het Landbouwportaal Rijnland. De coach zal vervolgens met de aanvrager afspraken maken over de verdere aanpak. Wie als coach wordt toegewezen, wordt in onderling overleg bepaald door de organisaties waarvoor de coaches werkzaam zijn. De aanvrager heeft hier geen invloed op.

Toelichting op artikel 8: Subsidieaanvraag

Een aanvraag wordt ingediend via het Landbouwportaal Rijnland.

Toelichting op artikel 9: Aan te geven, te overleggen of te verklaren gegevens en bescheiden

Bij het indienen van de aanvraag moeten diverse gegevens en bescheiden worden overgelegd. Een deel hiervan vloeit voort uit de eisen die de Landbouwvrijstellingsverordening stelt.

Toelichting op artikel 10: Beslistermijn

In de meeste gevallen kan binnen acht weken op een aanvraag worden beslist. Dit ligt alleen anders wanneer de maatregel wordt getroffen binnen het thema zoetwater. In dat geval is het noodzakelijk dat wordt onderzocht of de maatregel daadwerkelijk uitvoerbaar is. Het onderzoek vindt plaats door een medewerker van het hoogheemraadschap van Rijnland of een door hem aangewezen partij.

Toelichting op artikel 11: Verdeelregel

De aanvragen worden behandeld op volgorde van ontvangst. Als datum van ontvangst geldt de datum waarop de aanvraag compleet is ingediend, met alle bijbehorende gegevens en bescheiden. Worden meerdere aanvragen op een dag ingediend en zou de verlening van subsidies voor deze aanvragen leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, dan wordt de volgorde van afhandeling door middel van loting bepaald. Dit om te voorkomen dat een subsidieplafond moet worden overschreden.

Toelichting op artikel 12: Subsidiebedrag

Op grond van deze subsidieverordening geldt een maximumpercentage van 40% tenzij het steun voor niet-productieve investeringen betreft. In dat geval geldt op grond van deze subsidieverordening een maximumpercentage van 60%.

De subsidiabele kosten kunnen zijn:

  • de kosten van aanschaf van de materialen die nodig zijn om de maatregel te treffen;

  • de kosten van aanleg van de maatregel; of

  • de meerkosten ten opzichte van de kosten die de aanvrager moet maken om te voldoen aan zijn wettelijke verplichtingen.

De maatregelenlijst geeft per maatregel aan welke kosten subsidiabel zijn. Bij diverse maatregelen komen zowel de kosten voor de aanschaf als voor de aanleg voor subsidie in aanmerking. Voor andere maatregelen geldt dat uitsluitend de kosten van aanleg of de kosten van aanschaf dan wel de meerkosten subsidiabel zijn.

De subsidie wordt berekend op basis van de werkelijke kosten voor zover deze de kosten als opgegeven in de offerte niet overschrijden.

Toelichting op artikel 13: Weigeringsgronden

De weigeringsgronden onder a tot en met d en i zijn gebaseerd op de Landbouwvrijstellingsverordening. Op grond van deze verordening mag geen steun worden verleend:

  • aan een onderneming in moeilijkheden;

  • wanneer de maximaal toegestane steun al is verleend;

  • wanneer met het uitvoeren van de maatregel is gestart voordat de subsidie is aangevraagd. Nadat de aanvraag is ingediend, mag met de uitvoering worden gestart. De aanvrager loopt dan wel het risico dat de subsidie toch niet (geheel) wordt verleend;

  • tegen de onderneming van de aanvrager een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Europese Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard;

  • wanneer op een ander punt niet aan de vereisten van de Landbouwvrijstellingsverordening is voldaan.

Activiteiten worden één keer gesubsidieerd (onderdeel e). Wordt een maatregel door dezelfde aanvrager meerdere malen maar op verschillende locaties uitgevoerd, dan is sprake van verschillende activiteiten en kunnen meerdere subsidies worden verstrekt.

Als het gaat om een zoetwatermaatregel en D&H is op basis van het uitgevoerde onderzoek van mening dat de maatregel niet uitvoerbaar is, wordt de subsidie geweigerd (onderdeel f).

De weigeringsgrond onder g benadrukt dat de maatregelen ten goede moeten komen aan de bedrijven in het beheergebied van het hoogheemraadschap van Rijnland en dat de subsidie niet bestemd is voor agrarische bedrijven buiten dit gebied. De aanvraag voor een maatregel in het beheergebied van een ander waterschap door een ondernemer wiens bedrijf in twee beheergebieden is gelegen, wordt op deze grond afgewezen.

De grond onder h zorgt ervoor dat aanvragen die aan de vereisten van de subsidieregeling voldoen, toch kunnen worden geweigerd wanneer zij niet bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstelling van deze verordening.

Toelichting op artikel 14: Verplichtingen

De verplichtingen waaraan tijdens de uitvoering van de activiteiten moet zijn voldaan betreffen het gereedmelden van de maatregelen en het plaatsen van het logo van Landbouwportaal Rijnland in alle communicatie-uitingen over het gesubsidieerde project.

De subsidieontvanger is verplicht na de vaststelling van de subsidie de investering minimaal vijf jaar in stand te houden.

Toelichting op artikel 15: Vaststelling van de subsidie

Uit de Awb volgt dat na afronding van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt ingediend. Op dat moment legt de subsidieontvanger rekening en verantwoording af: er wordt aangetoond dat de gesubsidieerde maatregelen zijn uitgevoerd en wat deze hebben gekost door middel van facturen, betaalbewijzen en foto’s. Op basis van de aanvraag tot vaststelling, wordt het subsidiebedrag berekend waar de ontvanger uiteindelijk recht op heeft. Is slechts een deel van de maatregelen uitgevoerd, dan wordt de subsidie op een lager bedrag vastgesteld. Zijn voorschotten uitbetaald voor een bedrag dat hoger is dan het bedrag waarop de subsidie is vastgesteld, dan kan D&H het teveel betaalde terugvorderen.

De redenen op grond waarvan een subsidie lager kan worden vastgesteld zijn vastgelegd in artikel 4:46, tweede lid, van de Awb.

De subsidie kan lager worden vastgesteld indien:

  • a.

    de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;

  • b.

    de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

  • c.

    de subsidie-ontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid, of

  • d.

    de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidie-ontvanger dit wist of behoorde te weten.

Zoals hierboven is aangegeven, is het subsidiebedrag afhankelijk van de werkelijke kosten van de maatregelen waarvoor subsidie is verleend. Dit kan er toe leiden dat een subsidie (voor een maatregel) op nul of een lager bedrag wordt vastgesteld. Het betekent ook dat kosten die in redelijkheid niet als noodzakelijk kunnen worden beschouwd bij de vaststelling van de subsidie, niet in aanmerking worden genomen (artikel 4:46, derde lid, Awb).

Een subsidie kan nooit hoger worden vastgesteld. Wanneer de subsidie niet een vast bedrag per maatregel bedraagt, maar een percentage van de subsidiabele kosten, wordt in de verleningsbeschikking het maximumbedrag vermeld waarop de subsidie kan worden vastgesteld.

Toelichting op artikel 17: Voorschotten

In principe vindt betaling van de subsidie plaats nadat alle maatregelen waarvoor de subsidie is verleend, zijn uitgevoerd. Een subsidieverlening kan meerdere maatregelen omvatten, die gefaseerd worden uitgevoerd. In dat geval kan het een lange tijd duren voordat de subsidieontvanger een deel van zijn investeringen terugkrijgt en een groot bedrag moet voorschieten. Voor die gevallen bestaat de mogelijkheid een voorschot op de betaling aan te vragen, nadat een maatregel is uitgevoerd het Landbouwportaal Rijnland.