Subsidieregeling leefbaarheidssubsidie gemeente Horst aan de Maas

Geldend van 01-07-2023 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling leefbaarheidssubsidie gemeente Horst aan de Maas

Het college van burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas;

overwegende dat:

  • -

    de gemeente samen met haar inwoners, vrijwilligersorganisaties en (overige) maatschappelijke partners wil bouwen aan Vitale Gemeenschappen en een gezonde en duurzame leefomgeving;

  • -

    de gemeente in die beweging zelfsturende gemeenschappen wil bevorderen en ondersteunen;

  • -

    de dorpsraden, wijkraden en samenwerkingsverbanden hierbij een initiërende en verbindende rol vervullen in de gemeenschappen;

  • -

    de gemeente de dorpsraden, wijkraden en samenwerkingsverbanden inhoudelijk en financieel eigenaarschap en meer verantwoordelijkheid wil geven;

  • -

    de gemeente op een gelijkwaardige, transparante manier en op basis van vertrouwen deze activiteiten ondersteunt;

gelet op het Subsidiekader Samen werken aan Vitale Gemeenschappen gemeente Horst aan de Maas, de Algemene subsidieverordening gemeente Horst aan de Maas en titel 4.2. Subsidies van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de:

Subsidieregeling leefbaarheidssubsidie gemeente Horst aan de Maas

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Horst aan de Maas;

  • -

    dorpsraad of wijkraad: een door het college erkende rechtspersoon die met een georganiseerd team van vrijwilligers op een structurele manier het behartigen van het algemeen belang van het dorp of de wijk en zijn inwoners ten doel stelt, dit in samenwerking en wisselwerking met die inwoners en de gemeente. In de praktijk kan ook een andere benaming worden gebruikt zoals een platform, comité, overleg of werkgroep;

  • -

    samenwerkingsverband: een samenwerkingsverband van organisaties dat op dorps-, wijk- of disciplineniveau activiteiten organiseert en zich inzet voor samenwerking tussen verschillende individuele verenigingen, stichtingen en/of coöperaties.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op het verstrekken van leefbaarheidssubsidies aan dorpsraden, wijkraden en samenwerkingsverbanden door het college voor de in artikel 3 bedoelde doelen en activiteiten.

Artikel 3. Doelen en activiteiten

  • 1. De subsidie wordt als een te besteden werkbudget verleend aan dorpsraden, wijkraden en samenwerkingsverbanden.

  • 2. Met het verstrekken van deze subsidie maken we het mogelijk dat zij initiatieven kunnen ondersteunen of zelf uitvoeren, die bijdragen aan een gezonde en duurzame leefomgeving.

  • 3. Voor het uitvoeren van de activiteiten zoekt de dorpsraad, de wijkraad of het samenwerkingsverband draagvlak in het dorp of de wijk.

  • 4. De subsidiegelden mogen niet worden besteed aan activiteiten die vallen binnen de gemeentelijke taken.

Artikel 4. Wie deze subsidie kan aanvragen

  • 1. Dorpsraden, wijkraden en samenwerkingsverbanden die activiteiten willen uitvoeren zoals bedoeld in artikel 3 kunnen een subsidie bij het college aanvragen.

  • 2. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan verenigingen met volledige rechtspersoonlijkheid (ex artikel 2:26 BW), aan stichtingen (ex artikel 2:285 BW) en aan coöperaties (ex artikel 2:53 BW).

Artikel 5. Subsidieperiode en bepaling subsidiebedrag

  • 1. De subsidie wordt voor een periode van een jaar verstrekt.

  • 2. De subsidie wordt als volgt bepaald:

    • a.

      dorpsraden ontvangen een bedrag per jaar van maximaal € 8.500;

    • b.

      wijkraden ontvangen een bedrag per jaar van maximaal € 5.000;

    • c.

      samenwerkingsverbanden ontvangen een bedrag per jaar van maximaal € 2.500.

  • 3. Dorpsraden, wijkraden en samenwerkingsverbanden ontvangen naast de subsidie als genoemd in het tweede lid een bedrag van € 1.000 als eigen organisatiebudget.

Artikel 6. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1. Er is een subsidieplafond van toepassing dat jaarlijks door het college wordt vastgesteld.

  • 2. De door de dorpsraden, wijkraden en samenwerkingsverbanden binnen de in artikel 7, eerste lid, bedoelde termijn aangevraagde subsidies worden binnen dit subsidieplafond verstrekt. Als de aangevraagde subsidies gezamenlijk de hoogte van het subsidieplafond overstijgen, dan worden de binnen het subsidieplafond beschikbare gelden naar rato van de hoogte van het jaarlijkse subsidiebedrag, zoals bedoeld in artikel 5, tweede en derde lid, over de dorpsraden, wijkraden en samenwerkingsverbanden verdeeld.

Artikel 7. Aanvraag subsidie

  • 1. De dorpsraad, de wijkraad of het samenwerkingsverband vraagt de subsidie jaarlijks voor 1 februari van het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd bij het college aan.

  • 2. Bij de aanvraag wordt gebruik gemaakt van een door het college beschikbaar gesteld aanvraagformulier (webformulier).

  • 3. Het aanvragen van de subsidie voor dorpsraden en wijkraden kan in twee vormen:

    • a.

      Vorm 1: subsidiegelden in eigen beheer van de dorpsraad of de wijkraad. In deze vorm ontvangt de dorpsraad of de wijkraad zelf de subsidie en wordt deze na het besluit tot verstrekking van de subsidie betaald aan de dorpsraad of de wijkraad. De dorpsraad of de wijkraad beheert deze subsidiegelden en behandelt zelf de afzonderlijke aanvragen voor een bijdrage in een initiatief of project;

    • b.

      Vorm 2: subsidiegelden in beheer van de gemeente. In deze vorm ontvangt de dorpsraad of de wijkraad de subsidie, maar wordt deze na het besluit tot verstrekking van de subsidie niet direct betaald aan de dorpsraad of de wijkraad. De dorpsraad of de wijkraad vraagt via een daartoe door het college beschikbaar gesteld webformulier per initiatief of project uiterlijk 8 weken voor de start van het initiatief of het project om betaling van de voor het initiatief of project benodigde gelden. Bij deze aanvraag verstrekt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens:

      • -

        een omschrijving van het initiatief of het project;

      • -

        een beschrijving van hoe het initiatief of het project bijdraagt aan de in artikel 3 bedoelde doelen;

      • -

        een begroting van inkomsten en uitgaven.

  • 4. Een samenwerkingsverband ontvangt de subsidiegelden in eigen beheer. Het in het derde lid, aanhef en onder a (vorm 1) bepaalde is van overeenkomstige toepassing.

  • 5. Het college kan de aanvraag buiten behandeling stellen als de in het eerste lid genoemde termijn wordt overschreden of als de aanvraag, ook na verzoek tot aanvulling daarvan, onvolledig is.

Artikel 8. Beslissing college

  • 1. Bij subsidie verstrekt in eigen beheer (vorm 1), als bedoeld in artikel 7, derde lid, onder a, neemt het college een beslissing over het verlenen van de subsidie (de totale subsidie voor één jaar) voor 1 maart van het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 2. Bij subsidie verstrekt in beheer van de gemeente (vorm 2), als bedoeld in artikel 7, derde lid, onder b, neemt het college eveneens een beslissing over het verlenen van de subsidie (de totale subsidie voor één jaar) voor 1 maart van het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. Het college beslist op een aanvraag om betaling van voor een afzonderlijk initiatief of project benodigde gelden binnen 4 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

Artikel 9. Betaling

  • 1. Bij subsidie verstrekt in eigen beheer (vorm 1), als bedoeld in artikel 7, derde lid, onder a, wordt de subsidie na de beslissing van het college tot verstrekking van de subsidie in een keer in zijn geheel uitbetaald voor 1 april.

  • 2. Bij subsidie verstrekt in beheer van de gemeente (vorm 2), als bedoeld in artikel 7, derde lid, onder b, wordt de subsidie na de beslissing van het college gereserveerd. De betaling vindt plaats op basis van initiatief- of projectaanvragen. In de reactie op de aanvraag om betaling van de voor het initiatief of project benodigde gelden wordt aangegeven hoe de betaling plaatsvindt.

Artikel 10. Vermogensvorming

  • 1. Een dorpsraad, wijkraad of samenwerkingsverband mag de subsidiegelden tot een bedrag van maximaal € 15.000 als financiële reserve aanhouden.

  • 2. Een dorpsraad, wijkraad of samenwerkingsverband mag de subsidiegelden tot een bedrag van maximaal € 25.000 als financiële reserve aanhouden als deze reserve dient voor een concreet spaardoel.

  • 3. Deze regeling voor vermogensvorming betreft uitsluitend de ontvangen subsidiegelden.

Artikel 11. Overgangsregeling vermogensvorming

  • 1. De bepalingen voor vermogensvorming, zoals bedoeld in artikel 10, gelden vanaf 1 januari 2025. Aanvragen om subsidie voor het jaar 2025 worden dus (mede) beoordeeld op basis van de in artikel 10 bedoelde toegestane maximale hoogte van de reservegelden.

  • 2. Aanvragen om subsidie voor het jaar 2024 worden (mede) beoordeeld op basis van een toegestane maximale hoogte van de reservegelden van € 25.000.

Artikel 12. Verantwoording

De in vorm 1 en in vorm 2 ontvangen (totale) subsidie, als bedoeld in artikel 7, derde lid, onder a en b, wordt verantwoord voor 1 maart van het jaar volgend op het jaar waarvoor de subsidie is verstrekt. Verantwoording gebeurt door het bij het college indienen van een financieel verslag van de uitgevoerde initiatieven en projecten. Bij de verantwoording wordt gebruik gemaakt van een door het college beschikbaar gesteld verantwoordingsformulier (webformulier).

Artikel 13. Vaststelling subsidie

Voor de in vorm 1 en in vorm 2 ontvangen (totale) subsidie, als bedoeld in artikel 7, derde lid, onder a en b, geldt de financiële verantwoording als een aanvraag tot vaststelling van de subsidie. Het college stelt de subsidie binnen 8 weken nadat het volledige financieel verslag is ontvangen vast.

Artikel 14. Hardheidsclausule

Het college kan een artikel of meerdere artikelen van deze subsidieregeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of subsidieontvanger gevolgen zou hebben die vanwege bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen.

Artikel 15. Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze regeling niet of niet voldoende voorziet, of toepassing daarvan niet overeenkomt met de bedoeling van deze regels, beslist het college.

Artikel 16. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 juli 2023.

  • 2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling leefbaarheidssubsidie gemeente Horst aan de Maas.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 12 juni 2023,

Burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas,

De burgemeester,

drs. R.F.I. Palmen

De secretaris,

mr. L.M.C. Beckers