Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2023

Geldend van 01-01-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2023

De raad van de gemeente Velsen,

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer …………van …………..

Gelet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer

Besluit

Vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2023

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van ………………..

artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder;

“gebruik maken”: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Perceel: voor toepassing van deze verordening wordt als één perceel aangemerkt:

b.1 hetgeen in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken als één onroerende zaak wordt aangemerkt;

b.2 een roerende zaak;

b.3 een gedeelte van een onroerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

b.4 een samenstel van twee of meer onroerende zaken of in onderdeel b.3 bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en, naar omstandigheden beoordeeld, bij elkaar horen.

c. afvalpas: een door of namens de gemeente aan een perceel verstrekte pas waarmee een ondergrondse inzamelcontainer kan worden ontgrendeld of het afvalbrengstation kan worden bezocht.

d. restafval mini- of rolcontainer: (ook wel “grijze afvalbak” genaamd) voorzien van een geregistreerde chip, welk is geregistreerd per huishouden en is te gebruiken voor het langs de weg aanbieden restafval.

artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffenheffing geldt.

artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

artikel 6 Wijze van heffing

De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1. van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2. van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge kennisgeving dan wel schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel is verschuldigd vóór de aanvang van de dienstverlening.

artikel 8 Termijnen van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

In afwijking van het eerste lid geldt, in het geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 75,-, doch minder is dan € 10.000,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in maximaal acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

In afwijking van het eerste lid (betaling in twee termijnen) moet de belasting worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6, tweede lid:

mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze rechten kan kwijtschelding worden verleend.

artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

artikel 11 Overgangsrecht

De "Verordening afvalstoffenheffing 2022", vastgesteld bij raadsbesluit van 25 november 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening afvalstoffenheffing 2023".

Ondertekening

De raad van de gemeente Velsen,

De griffier, De voorzitter,

R, B. Palstra F.C. Dales

Tarieventabel, als bedoeld in artikel 4 van de Verordening afvalstoffenheffing 2023.

Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:

voor een éénpersoonshuishouden € 374,70

voor een huishouden van meer dan één persoon € 406,87

Indien in de loop van het belastingjaar een verandering plaatsvindt van 1.1.a naar 1.1.b en vice versa wordt het tarief als bedoeld in 1.1.a of 1.1.b toegepast met ingang van de eerst volgende kalendermaand, tenzij in dezelfde dan wel de eerstvolgende kalendermaand opnieuw sprake is van 1.1.a dan wel 1.1.b.

Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor

het op aanvraag bij het perceel laten ophalen van grove huishoudelijke afvalstoffen door de inzameldienst:

1.2.1 per aanvraag € 15,00