Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 8 maart 2022, nr. 82444667, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Uitvoeringsverordening subsidie Biodiversiteit provincie Utrecht)

Geldend van 09-07-2024 t/m heden

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 8 maart 2022, nr. 82444667, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Uitvoeringsverordening subsidie Biodiversiteit provincie Utrecht)

Gedeputeerde Staten van Utrecht;

Gelet op Natuurvisie 2016 en het bijbehorende Supplement biodiversiteit en artikel 1.4, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022;

Overwegende dat Provinciale Staten op 12 december 2016 de “Natuurvisie” en het bijbehorende “Supplement biodiversiteit” hebben vastgesteld, waarin de doelstellingen van het beleid voor biodiversiteit zijn opgenomen;

Overwegende dat Provinciale Staten op 12 december 2016 het Beleidskader wet natuurbescherming hebben vastgesteld, waarin beleidsafspraak 5 (pagina 32) is opgenomen om gemeenten te stimuleren om in te zetten op soortmanagementplannen;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 18 mei 2021 het programma Biodiversiteit in Stad en Dorp hebben vastgesteld;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 8 februari 2022 het Uitvoeringsprogramma Invasieve Exoten 2022-2026 hebben vastgesteld, waarin de doelstellingen van het beleid ter bestrijding en beheersing van invasieve exoten zijn opgenomen;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten deze doelstellingen willen bereiken door onder andere subsidie te verlenen aan activiteiten die aan realisering daarvan bijdragen;

Overwegende dat de Uitvoeringsverordening Subsidie Biodiversiteit: besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 11 mei 2021, nr. 8223686B, niet meer voldoet en wordt ingetrokken;

Besluiten de volgende uitvoeringsverordening vast te stellen:

Paragraaf 1 Biodiversiteit en leefgebieden bedreigde soorten

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022;

  • b.

    Utrechtse aandachtsoorten: bedreigde plant-, en diersoorten zoals vastgesteld in de provinciale Natuurvisie 2016, te vinden in het bijbehorende Supplement Biodiversiteit en in bijlage 1 van deze uitvoeringsverordening;

  • c.

    Icoonsoort: Utrechtse aandachtsoort waarvan het zwaartepunt van het verspreidingsgebied in de provincie Utrecht gelegen is;

  • d.

    Rode lijst: door de rijksoverheid vastgestelde lijsten van soortgroepen van planten en dieren. In deze lijsten staat voor elke soort aangegeven in welke mate deze met uitsterven bedreigd wordt;

  • e.

    SKNL: subsidie kwaliteitsimpuls natuur en landschap;

  • f.

    Anlb: subsidie agrarisch natuur en landschapsbeheer.

Artikel 1.2 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten in het kader van Natuurvisie 2016 en het bijbehorende Supplement biodiversiteit voor uitvoeringsprojecten ten behoeve van het behoud, uitbreiding, herstel of verbetering van de leefgebieden van de Utrechtse aandachtsoorten en (overige categorieën) rode lijstsoorten.

  • 2. De subsidie, bedoeld in het eerste lid, kan voor maximaal 10% worden besteed aan communicatie en draagvlakvergroting gericht op de inwoners van de provincie Utrecht, ter bevordering van hun betrokkenheid bij de Utrechtse aandachtsoorten en rode lijstsoorten en de mogelijkheid tot beleving van natuur in dat kader.

Artikel 1.3 Nadere criteria

De activiteiten, bedoeld in artikel 1.2, komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking indien:

  • 1.

    de resultaten van de activiteiten relevant en bruikbaar zullen zijn voor instandhouding en ontwikkeling van aandachtsoorten en rode lijstsoorten of hun leefgebieden.

  • 2.

    Inzichtelijk wordt gemaakt wat het effect van de voorgenomen activiteiten is op deze soorten in het projectgebied;

  • 3.

    voor zover er plant- en zaaigoed wordt gebruikt, geldt voor bomen en struiken dat dit autochtoon is, voor zaden van kruiden geldt dat zij inheems en van regionale afkomst zijn.

Artikel 1.4 Subsidieontvangers

Subsidie kan worden verstrekt aan alle in de Asv toegestane aanvragers: natuurlijk persoon, rechtspersoon of een samenwerkingsverband waarbij een rechtspersoon optreedt als penvoerder.

Artikel 1.5 Aanvraag

  • 1. Onverminderd artikel 4.4 van de Asv worden bij de aanvraag om subsidie gevoegd een projectplan dat in ieder geval bevat:

    • a.

      op welke wijze er wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;

    • b.

      ondersteunend kaartmateriaal;

    • c.

      een sluitende en realistische begroting;

    • d.

      op welke wijze beheer en onderhoud wordt geborgd.

  • 2. Indien er sprake is van een samenwerkingsverband van meerdere deelnemers, een document waaruit de instemming blijkt van alle deelnemers van het samenwerkingsverband.

  • 3. Indien voor de activiteiten toestemming en medewerking vereist is van de eigenaar van het leefgebied, of van degene die krachtens overeenkomst of zakelijk recht gerechtigd is tot het gebruik van het leefgebied, een document waaruit die toestemming blijkt.

Artikel 1.6 Weigeringsgronden

Onverminderd artikel 4.6 van de Asv, wordt de subsidie geweigerd indien:

  • a.

    Het project onvoldoende aantoonbaar bijdraagt aan het versterken of beschermen van het leefgebied van de populatie van de betreffende aandachtsoort en of rode lijstsoort;

  • b.

    Het aangevraagde subsidiebedrag lager is dan € 5.000,-;

  • c.

    Het gaat om activiteiten voor weidevogels die door andere regelingen reeds gefinancierd kunnen worden;

  • d.

    Het project gefinancierd kan worden door de SKNL, Anlb, platform kleine landschapselementen;

  • e.

    De activiteit voortvloeit uit een wettelijk opgelegde verplichting;

  • f.

    De activiteit een beheermaatregel betreft.

Artikel 1.7. Openstelling en subsidieplafond

  • 1. Gedeputeerde Staten kunnen een of meerdere keren per jaar een openstellingsbesluit vaststellen voor het verstrekken van subsidies op grond van deze verordening;

  • 2. in het openstellingsbesluit, bedoeld in het eerste lid, geven Gedeputeerde Staten nadere invulling aan:

    • a.

      het subsidieplafond;

    • b.

      de periode van openstellen

Artikel 1.8 Hoogte van de subsidie

  • 1. De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 1.2 sub 1 is maximaal 95% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 60.000,- voor activiteiten die worden uitgevoerd buiten het stedelijk gebied.

  • 2. De hoogte van de subsidie zoals bedoeld in artikel 1.2 sub 1, is voor activiteiten binnen het stedelijk gebied:

    • a.

      Maximaal 95% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 30.000,- voor niet gemeentelijke eigendommen of terreinen die de gemeente niet in erfpacht heeft.

    • b.

      Maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 30.000,- voor gemeentelijke eigendommen of terreinen die de gemeente in erfpacht heeft.

  • 3. In afwijking van het gestelde onder het eerste lid kan de subsidie in bijzondere gevallen worden verhoogd tot maximaal € 100.000,- voor activiteiten die worden uitgevoerd buiten het stedelijk gebied.

Artikel 1.9 Subsidiabele kosten

  • 1. Voor subsidie komen, met in achtneming van de bepalingen in de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht, de redelijk gemaakte kosten door de aanvrager in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit. Het bestuursorgaan keurt kosten af die niet voldoen aan het redelijkheidsbeginsel.

  • 2. Kosten voor vrijwilligers zijn alleen subsidiabel indien hier daadwerkelijk een vergoeding voor wordt betaald tot een maximum van wat belastingvrij kan worden uitgekeerd.

  • 3. Onvoorziene omstandigheden, mogen max. 5% uitmaken van de uitvoeringskosten.

Artikel 1.10 Niet subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 1.9 komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking, kosten:

  • a.

    die worden gemaakt voordat de aanvraag is ontvangen;

  • b.

    interne loonkosten van een gemeente of waterschap;

  • c.

    legeskosten indien de aanvraag wordt gedaan door een bestuursorgaan;

  • d.

    voor aanschaf van machines;

Artikel 1.11 Verplichtingen subsidieontvanger

De subsidieontvanger heeft de volgende verplichtingen:

  • a.

    activiteiten als bedoeld in artikel 1.2, zijn uiterlijk 3 jaar na de datum van de subsidieverlening gerealiseerd;

  • b.

    resultaten van de activiteiten worden minimaal 6 jaar in stand gehouden door beheer en onderhoud;

  • c.

    voor zover in het project verspreidingsgegevens van soorten worden verzameld, worden deze opgenomen in de Nationale Databank Flora en Fauna;

  • d.

    na afloop van uitvoeringsactiviteiten dienen de resultaten van de ingreep middels een monitoringsverslag gedeeld te worden met de provincie Utrecht. Het monitoringsverslag dient gemaild te worden naar subsidiebiodiversiteit@provincie-utrecht.nl en minimaal de volgende componenten te bevatten:

    • a.

      Een omschrijving en/of weergave van de startsituatie;

    • b.

      Een omschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden;

    • c.

      Een omschrijving en/of weergave van de eindsituatie.

Paragraaf 2 Soortenmanagementplan

Artikel 2.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    AsvpU2022: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022;

  • b.

    Beschermde soorten: soorten die op grond van de artikelen 11.37, 11.46 en 11.54 Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) wettelijk beschermd zijn;

  • c.

    Omgevingsvergunning flora en fauna activiteiten: vergunning van de verboden conform de voorwaarden uit de Omgevingswet (Ow), voor verschillende activiteiten binnen een plangebied, zijnde een substantieel deel van een gemeente, waarbij maatregelen worden genomen die het functioneel leefgebied van de beschermde soorten, ongeacht de aard van de negatieve effecten van de toegestane activiteiten, versterken. De voorwaarden voor het verkrijgen van een vergunning zijn vastgelegd in artikel 8:74j Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) voor de soorten die vallen onder het beschermingsregime van de Vogelrichtlijn, in artikel 8:74k Bkl voor de soorten die vallen onder het beschermingsregime van de Habitatrichtlijn. Gedeputeerde Staten kunnen op grond van de artikelen 8.74j en 8.74k Bkl, in samenhang met artikel 5.1 tweede lid, aanhef en onder g van de Wet, een omgevingsvergunning verlenen in verband met de werkzaamheden voor onder andere de verduurzaming van grondgebonden woningen in particulier eigendom. De omgevingsvergunning wordt verleend als:

    • 1.

      er geen andere bevredigende oplossing dan het verrichten van de activiteit bestaat;

    • 2.

      de activiteit nodig is voor de genoemde belangen;

    • 3.

      aan het gestelde ten aanzien van de staat van instandhouding van de soort wordt voldaan;

  • d.

    SMP: Soortenmanagementplan: een beleidsplan gericht op het versterken van de staat van instandhouding van beschermde diersoorten binnen een gemeente of enkele gemeenten, berustend op ecologisch onderzoek, dat wordt opgesteld met als doel het dienen als onderbouwing voor het aanvragen van een ontheffing, vergunning of vrijstelling van een verbod ten aanzien van beschermde diersoorten;

  • e.

    Pre-SMP: Pre-Soortenmanagementplan: werkwijze die voorziet in de bescherming van populaties gebouwbewonende soorten met de bijbehorende compenserende maatregelen en natuurvriendelijk isoleren gedurende het opstellen van een soortenmanagementplan (SMP). Zie ook 'Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 22 februari 2022, nr. UTSP-1204204527-1348, tot wijziging van de Beleidsregels Natuur en Landschap provincie Utrecht 2017;

  • f.

    Stedelijk gebied: het gebied zoals aangeduid op de themakaart stedelijk gebied in Atlas. Buiten het stedelijk gebied ligt het ‘landelijk gebied’.

Artikel 2.2 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten in het kader van Natuurvisie 2016 en het bijbehorende Supplement biodiversiteit, voor het opstellen van een soortenmanagementplan ten behoeve van het kunnen aanvragen van een omgevingsvergunning flora en fauna activiteiten die minimaal het gehele stedelijke gebied omvat.

Artikel 2.3 Nadere criteria

Subsidie als bedoeld in artikel 2.2 kan slechts worden verstrekt indien:

  • a.

    de maatregelen in het soortenmanagementplan tot doel hebben de staat van instandhouding en bescherming van beschermde soorten die voorkomen in het plangebied en die beïnvloed worden door de omgevingsvergunning flora en fauna activiteiten, te verbeteren;

  • b.

    de aanvrager in de onderzoeksfase voor het opstellen van een SMP gebruik maakt van de pre-SMP methodiek conform de beleidsregels Wnb en hiervoor een tijdelijke omgevingsvergunning flora en fauna activiteiten van de provincie heeft ontvangen of minimaal een complete aanvraag daarvoor heeft ingediend.

Artikel 2.4 Subsidieontvangers

Subsidie kan worden verstrekt aan gemeenten gelegen in de provincie Utrecht.

Artikel 2.5 Aanvraag

  • 1. Onverminderd artikel 4.4 van de AsvpU2022 worden bij de aanvraag om subsidie gevoegd:

    • a.

      een offerte van een adviesbureau voor de kosten van de activiteit, bedoeld in artikel 2.2;

    • b.

      een kaart en een beknopte beschrijving van het plangebied. 

Artikel 2.6 Weigeringsgronden

Onverminderd artikel 4.6 van de AsvpU2022, kan de subsidie geweigerd worden indien er aan de aanvrager in het verleden reeds een subsidie op grond van deze paragraaf is verstrekt.

Artikel 2.7 Openstelling en subsidieplafond

  • 1. Gedeputeerde Staten kunnen een of meerdere keren per jaar een openstellingsbesluit vaststellen voor het verstrekken van subsidies op grond van deze verordening;

  • 2. in het openstellingsbesluit, bedoeld in het eerste lid, geven Gedeputeerde Staten nadere invulling aan:

    • a.

      het subsidieplafond;

    • b.

      de periode van openstellen

Artikel 2.8 Hoogte van de subsidie

  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van €50.000,-. 

  • 2. Combineren van subsidies uit verschillende subsidieregelingen is toegestaan.  

Artikel 2.9 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie en met inachtneming van artikel 4.8 van de AsvpU 2022, komen in ieder geval de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    inventarisatie en onderzoek naar de betrokken beschermde soorten;

  • b.

    [vervallen]

  • c.

    [vervallen]

  • d.

    het opstellen van een soortenmanagementplan.

  • e.

    het opstellen van de aanvraag omgevingsvergunning flora en fauna op basis van het soortenmanagementplan.

Artikel 2.10 Niet subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 2.9 komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking, de volgende kosten:

  • a.

    interne loonkosten van een gemeente of waterschap;

  • b.

    legeskosten indien de aanvraag wordt gedaan door een bestuursorgaan; 

  • c.

    voor onvoorziene omstandigheden; 

  • d.

    voorbereidingskosten die gemaakt zijn > 12 maanden vóór indienen aanvraag zijn niet subsidiabel. Hiervan kan afgeweken worden als er kosten gemaakt moesten worden, waarbij de planning onvoldoende toereikend is, vanwege de beperkte onderzoeksperioden bij soortenonderzoek of wanneer investeringskosten gemaakt moeten worden ter bepaling van de omvang van een SMP in relatie tot de lange doorlooptijd tussen de investering en het opstellen van een SMP. In deze situaties geldt dat de kosten die gemaakt zijn > 24 maanden vóór indienen aanvraag niet subsidiabel zijn.  

Artikel 2.11 Verplichtingen subsidieontvanger

De subsidieontvanger heeft de volgende verplichtingen:

  • a.

    het soortenmanagementplan is uiterlijk drie jaar na de datum van de subsidieverlening gereed;

  • b.

    de voor het soortenmanagementplan verzamelde ecologische data worden in de Nationale Databank Flora en Fauna ingevoerd en/of eventuele opvolgers daarvan; 

  • c.

    het soortenmanagementplan bevat de informatie genoemd in bijlage 2.

  • d.

    de subsidieontvanger schrijft de omgevingsvergunning flora en fauna activiteiten door naar de initiatiefnemers die daarom vragen en die aan de voorwaarden van deze ontheffing voldoen, zoals onder andere particulieren, woningcorporaties en projectontwikkelaars.  

Paragraaf 3 Bestrijding en beheersing invasieve exoten

Artikel 3.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022;

  • b.

    Aziatische duizendknopen: Japanse Duizendknoop (Fallopia japonica) , Sachalinse duizendknoop (Fallopia sachalinensis) en Boheemse duizendknoop (Fallopia x bohemica);

  • c.

    Beschermde soorten Wnb: soorten die op grond van de artikelen 3.1, 3.5 en 3.10 van de Wet natuurbescherming wettelijk beschermd zijn;

  • d.

    Biodiversiteit: Natura 2000-doelen, beschermde soorten Wnb, ecologische kwaliteitselementen in KRW-oppervlaktewaterlichamen, wezenlijke kenmerken en waarden van het Natuurnetwerk Nederland en de Groene contour, locaties waar natuurlijke bosverjonging optreedt of potentieel zou kunnen optreden, de Utrechtse aandachtsoorten en alle inheemse soorten amfibieën, libellen, vlinders en jonge vis voor zover die voorkomen in kleine landschapselementen aangewezen door de provincie;

  • e.

    Bosreservaten: Bosreservaat De Heul bij het Leersumse Veld en bosreservaat Galgenberg bij Amerongen. Voormalig cultuurbos waar het beheer is stopgezet en de bosontwikkeling wordt gevolgd;

  • f.

    Ecologische kwaliteitselementen in KRW-oppervlaktewaterlichamen: de ecologische kwaliteitselementen die per afzonderlijk oppervlaktewaterlichaam zijn vastgelegd in ‘Provincie Utrecht Factsheets oppervlaktewaterlichamen KRW behorend bij Deelplan KRW 2010-2015’ (nadien verlengd);

  • g.

    Invasieve exoten: dieren, planten en micro-organismen die door menselijk handelen in een nieuw gebied terechtkomen (zoals Nederland) en die bij vestiging en verspreiding schade kunnen veroorzaken;

  • h.

    Ganzenrustgebieden: de gebieden binnen de provincie Utrecht die door Gedeputeerde Staten als ganzenrustgebieden zijn aangewezen. Zij zijn bedoeld om overwinterende ganzen rust te bieden in perioden dat buiten deze gebieden ganzen opzettelijk verstoord dan wel verjaagd mogen worden met ondersteunend afschot;

  • i.

    Groene contour: Binnen de 'Groene contour' liggen gebieden die van belang worden geacht voor het functioneren van het NNN, maar die (nog) niet onder het NNN zelf vallen en waar op vrijwillige basis nieuwe natuur gerealiseerd kan worden. Na realisatie van deze nieuwe natuur wordt die opgenomen in het NNN;

  • j.

    Kleine landschapselementen: qua oppervlakte of volume beperkte groene component in het landschap, die bijdraagt aan de opbouw, structuur, invulling, identiteit en belevingswaarde van dat landschap, die niet onder hoofdstuk 4 van de Wet natuurbescherming valt en die als zodanig zijn aangewezen door de provincie. Bijvoorbeeld bepaalde kleine bosjes en houtwallen, meidoornhagen in uiterwaarden, statige lanen, rijen knotwilgen, beeldbepalende bomen, bloemrijke akkerranden, alsmede bepaalde natuurvriendelijke slootkanten en poelen;

  • k.

    KRW: Kaderrichtlijn Water. Deze EU-richtlijn (Richtlijn 2000/60/EG van het Europees parlement en de raad van 23 oktober 2000 heeft als doel de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater in Europa te waarborgen;

  • l.

    KRW-oppervlaktewaterlichamen: bepaalde, op kaart vastgelegde oppervlaktewateren van aanzienlijke omvang, zoals meren, waterbekkens, stromen, rivieren, kanalen, delen van een stroom, rivier of kanaal, overgangswateren danwel stroken kustwater;

  • m.

    Natura 2000-doelen: doelen voor bepaalde beschermde soorten en habitats van Natura 2000-gebieden die zijn vastgelegd in de aanwijzingsbesluiten van die gebieden;

  • n.

    Natura 2000-gebieden: Door Europa beschermde natuurgebieden die tezamen het Natura 2000-netwerk vormen en waarin bepaalde habitats en (dier)soorten met hun natuurlijke leefomgeving beschermd worden om de biodiversiteit te behouden;

  • o.

    NNN: het Natuurnetwerk Nederland is het samenhangende netwerk van bestaande en nog aan te leggen natuurgebieden. De provincies stellen de begrenzing vast;

  • p.

    Oude bosgroeiplaats: boslocatie die in het midden van de negentiende eeuw als bos op de historische kaarten staat aangegeven en tot op heden onafgebroken een boslocatie is gebleven;

  • q.

    Oude boskern: actuele groeiplaats van autochtone bomen en struiken die afstammelingen zijn van de oorspronkelijk inheemse flora die na de ijstijd op eigen kracht Nederland heeft bereikt. De groeiplaats kan zowel een bos betreffen als een houtwal of een enkele boom of struik die als relict van het oorspronkelijk bos te beschouwen is;

  • r.

    Uitheemse rivierkreeften: Gevlekte Amerikaanse rivierkreeft (Orconectes limosus), Geknobbelde Amerikaanse rivierkreeft (Orconectes virilis), Rode Amerikaanse rivierkreeft (Procambarus clarkii) en Gestreepte Amerikaanse rivierkreeft (Procambarus acutus/zonangulus);

  • s.

    Unielijst: de lijst met invasieve exoten die door de Europse Unie zijn aangewezen in de uitvoeringsverordeningen nr. 1141/2016 (37 soorten) en nr. 1263/2017 (12 soorten);

  • t.

    Utrechtse aandachtsoorten: bedreigde plant- en diersoorten zoals vastgesteld in de provinciale Natuurvisie 2016, te vinden in het bijbehorende ‘Supplement biodiversiteit’ en in bijlage 1 van deze uitvoeringsverordening;

  • u.

    Waardevole houtopstanden: oude bosgroeiplaatsen, oude boskernen, A-locatie bossen en bosreservaten. A-locatie bossen (locaties met natuurlijke bosgemeenschappen) vallen geheel binnen de NNN;

  • v.

    Waterparels: 25 ecologisch waardevolle wateren die op basis van het voorkomen van bijzondere soorten binnen de provincie Utrecht zijn geïdentificeerd. Deze gebieden met hoge potenties op het gebied van waternatuur en – kwaliteit, liggen deels binnen en deels buiten de begrenzing van het NNN en Natura 2000;

  • w.

    Weidevogelkerngebieden: door de provincie aangewezen natuur- en agrarische gebieden waar de condities voor weidevogels het meest gunstig zijn en waar beheerders en vrijwilligers gezamenlijk werken aan optimale inrichting, beheer en bescherming van weidevogels;

  • x.

    Wezenlijke kenmerken en waarden van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) en de Groene contour: de natuurwaarden van de NNN zoals die zijn vastgelegd in het vigerende Natuurbeheerplan van de provincie (natuurbeheertypen), bijbehorende kaart met de natuurbeheertypen en de Index Natuur en landschap van BIJ12 (natuurtypen inclusief karakteristieke soorten);

  • y.

    Wnb: Wet natuurbescherming.

Artikel 3.2 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten in het kader van Natuurvisie 2016 en het bijbehorende Supplement biodiversiteit, gericht op het bestrijden of beheersen van invasieve exoten dan wel herstel van biodiversiteit na schade veroorzaakt door een of meer invasieve exoten, in de vorm van:

  • a.

    uitvoering van bestrijdings-, beheers-, herstel- en onderzoeksprojecten in:

    • 1°.

      leefgebieden van Utrechtse aandachtsoorten;

    • 2°.

      het Natuurnetwerk Nederland (NNN);

    • 3°.

      KRW-oppervlaktewaterlichamen;

    • 4°.

      Natura 2000-gebieden;

    • 5°.

      Weidevogelkerngebieden;

    • 6°.

      Ganzenrustgebieden;

    • 7°.

      Groene contour;

    • 8°.

      Waterparels;

    • 9°.

      Kleine landschapselementen;

    • 10°.

      Waardevolle houtopstanden buiten de bebouwde kom.

  • b.

    het opstellen van een gebiedsplan voor de bestrijding of beheersing van invasieve exoten;

  • c.

    het betrekken van burgers bij de bestrijding en beheersing van invasieve exoten;

  • d.

    kosten voor veldonderzoek om de kosten van de activiteit te kunnen inschatten.

Artikel 3.3 Nadere criteria

  • 1. De activiteiten, bedoeld in artikel 3.2, komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking indien:

    • a.

      de activiteit gericht is op bestrijding en beheersing van één of meer van de volgende invasieve exoten:

      • 1°.

        uitheemse rivierkreeftsoorten;

      • 2°.

        Reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum);

      • 3°.

        Reuzen- of Springbalsemien (Impatiens glandulifera);

      • 4°.

        Aziatische duizendknopen;

      • 5°.

        Grote waternavel (Hydrocotyle ranunculoides );

      • 6°.

        Ongelijkbladig vederkruid (Myriophyllum heterophyllum);

      • 7°.

        Waterwaaier of Cabomba (Cabomba caroliniana);

      • 8°.

        Watercrassula (Crassula helmsii).

      • 9°.

        Kleine waterteunisbloem of Postelein waterlepeltje (Ludwigia peploides subsp. Montevidensis)

      • 10°.

        Waterteunisbloem (Ludwigia grandiflora)

    • b.

      uitvoering van bestrijdings-, beheers-, herstel- en onderzoeksprojecten betrekking heeft op locaties waar de soorten, genoemd onder a, de biodiversiteit negatief kunnen (gaan) beïnvloeden of hebben beïnvloed; en

    • c.

      aannemelijk kan worden gemaakt dat de activiteit of het gebiedsplan (bij uitvoering) in hoge mate zal bijdragen aan het blijvend terugdringen van desbetreffende invasieve exoot op de beoogde locatie, tenzij de activiteit onderzoek naar één of meer bestrijdingsmethoden betreft waarvan de effectiviteit juist onderzocht zal worden.

  • 2. Onderzoeksprojecten genoemd in artikel 3.2 onder a, komen alleen voor subsidie in aanmerking als het ‘onderzoek naar bestrijdings- en beheersmethoden’ betreft.

  • 3. In afwijking van het eerste lid komt een activiteit als bedoeld in artikel 3.2, onder a, gericht op uitheemse invasieve rivierkreeftsoorten, uitsluitend voor subsidie in aanmerking indien het specifiek ‘onderzoek naar bestrijdings- en beheersmethoden’ betreft.

  • 4. In afwijking van het eerste lid onder c en artikel 3.2 onder a, komen onderzoeksprojecten ook voor subsidie in aanmerking indien ze niet op locaties plaatsvinden genoemd in artikel 3.2 onder a en artikel 3.3. eerste lid onder c, mits ze aantoonbaar een nieuwe of gecombineerde methode betreffen die bedoeld is om bij succes (mede) toe te passen op locaties waar de biodiversiteit wel negatief wordt beïnvloed door één van de invasieve exoten genoemd in het eerste lid.

  • 5. Een activiteit als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, onder a, gericht op herstel van biodiversiteit na schade veroorzaakt door een of meer invasieve exoten, komt uitsluitend voor subsidie in aanmerking indien benodigd plant- en zaaigoed dat wordt gebruikt om het ecosysteem weerbaarder te maken tegen exoten, inheems, autochtoon en van regionale afkomst is.

  • 6. Subsidie als bedoeld in artikel 3.2., onder b, wordt alleen verstrekt als desbetreffend gebiedsplan betrekking heeft op:

    • a.

      één of meer invasieve exoten genoemd in het eerste lid onder a, met uitzondering van uitheemse rivierkreeften;

    • b.

      één van de volgende mogelijkheden:

      • 1°.

        het totale grondgebied van een gemeente;

      • 2°.

        het stroomgebied van een of meer waterlopen dat wordt beheerd door het waterschap en eventueel andere partijen.

Artikel 3.4 Subsidieontvangers

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt aan:

    • a.

      rechtspersonen;

    • b.

      een samenwerkingsverband van rechtspersonen;

    • c.

      een samenwerkingsverband van ten minste één rechtspersoon en natuurlijke personen.

  • 2. Indien het samenwerkingsverband, bedoeld in het eerste lid, onder b en c, geen rechtspersoonlijkheid bezit:

    • a.

      wordt subsidie aangevraagd door een deelnemer van het samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid;

    • b.

      draagt het project de instemming van alle deelnemers van het samenwerkingsverband.

Artikel 3.5 Aanvraag

Onverminderd artikel 4.4 van de Asv worden bij de aanvraag om subsidie gevoegd:

  • a.

    een projectplan dat in ieder geval beschrijft waar het project of programma wordt uitgevoerd, welke invasieve exoten worden bestreden, welke inheemse biodiversiteit daar van zal profiteren en hoe, welke maatregelen daarvoor worden uitgevoerd, welke planning is voorzien, op welke wijze de gerealiseerde vermindering van aantallen invasieve exoten in stand worden gehouden en of, en zo ja, hoe de effecten van de maatregelen worden gemonitord;

  • b.

    ondersteunend kaartmateriaal en

  • c.

    indien het gestelde in artikel 3.4, tweede lid, onder b, van toepassing is, een document waaruit de instemming blijkt.

Artikel 3.6 Weigeringsgronden

Onverminderd artikel 4.6 van de Asv, wordt de subsidie geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit voortvloeit uit een wettelijk opgelegde verplichting;

  • b.

    de activiteit een algemene beheermaatregel betreft, met uitzondering van de activiteiten, bedoeld in artikel 3.2, onder a;

  • c.

    de activiteit betrekking heeft op:

    • 1°.

      toepassing van glyfosaat om invasieve exoten te bestrijden of te beheersen;

    • 2°.

      Verspreidingsonderzoek aan invasieve exoten zonder dat de bestrijding of beheersing van die exoten deel uitmaakt van de subsidieaanvraag;

    • 3°.

      het periodiek inzaaien van terreinen en de daarmee gepaard gaande werkzaamheden;

    • 4°.

      sier- en groenteteelt; of

    • 5°.

      privé tuinen, tenzij deze direct grenzen aan gebieden genoemd in artikel 3.2 onder a.) en de in die tuinen voorkomende exoten genoemd in artikel 3.3 onder b.) een bedreiging vormen voor de biodiversiteit in die gebieden.

Artikel 3.7 Openstelling en subsidieplafond

  • 1. Gedeputeerde Staten kunnen een of meerdere keren per jaar een openstellingsbesluit vaststellen voor het verstrekken van subsidies op grond van deze verordening;

  • 2. in het openstellingsbesluit, bedoeld in het eerste lid, geven Gedeputeerde Staten nadere invulling aan:

    • a.

      het subsidieplafond;

    • b.

      de periode van openstellen

Artikel 3.8 Hoogte van de subsidie

De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 3.2:

  • a.

    onder a bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 40.000,- voor de bestrijding van de Unielijstsoorten reuzenberenklauw, reuzen- of springbalsemien, grote waternavel, ongelijkbladig vederkruid, waterwaaier of cabomba, de uitheemse rivierkreeftsoorten en waterteunisbloem en postelein waterlepeltje/kleine waterteunisbloem, en tot een maximum van € 60.000,- voor de bestrijding van Aziatische duizendknopen en de watercrassula.;

  • b.

    onder b bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 10.000,-;

  • c.

    onder c bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 10.000,-;

  • d.

    wordt bij meerdere aanvragen door dezelfde subsidieontvanger, zoals bedoeld in artikel 3.4, gemaximaliseerd op € 100.000,- cumulatief.

Artikel 3.9 Subsidiabele kosten

  • 1. Voor subsidie komen, met in achtneming van de bepalingen in de Algemene subsidie-verordening provincie Utrecht, de redelijk gemaakte kosten door de aanvrager in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als genoemd in artikel 3.2. Het bestuursorgaan keurt kosten af die niet voldoen aan het redelijkheidsbeginsel.

  • 2. Kosten voor activiteiten als genoemd in artikel 3.2. die gemaakt zijn voordat de aanvraag is ontvangen, kunnen voor subsidie in aanmerking komen indien ze aantoonbaar zijn gemaakt na 1 januari 2022.

  • 3. Kosten voor vrijwilligers zijn alleen subsidiabel indien hier daadwerkelijk een vergoeding voor wordt betaald tot een maximum van wat belastingvrij kan worden uitgekeerd.

Artikel 3.10 Niet subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 3.9 komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    interne loonkosten van een gemeente of waterschap;

  • b.

    legeskosten indien de aanvraag wordt gedaan door een bestuursorgaan;

  • c.

    kosten voor waardedaling van grond of opbrengstderving;

  • d.

    kosten voor de aanleg, beheer en onderhoud van verharde constructies en gebouwen;

  • e.

    kosten voor machines, gereedschap en materialen, tenzij deze speciaal bedoeld zijn om invasieve exoten te bestrijden of te beheersen;

  • f.

    kosten voor onvoorziene omstandigheden.

Artikel 3.11 Verplichtingen subsidieontvanger

De subsidieontvanger heeft de volgende verplichtingen:

  • a.

    Activiteiten als bedoeld in artikel 3.2 onder a, b en c, zijn uiterlijk vijf jaar na de datum van de subsidieverlening gerealiseerd, met een verlengingsmogelijkheid van maximaal vijf jaar;

  • b.

    In geval van uitvoerings- en onderzoeksactiviteiten als omschreven in artikel 3.2, onder a, wordt het voorkomen van de bestreden invasieve soort(en) op de projectlocatie (bij aanvang van het project) opgenomen in de Nationale Databank Flora en Fauna;

  • c.

    Na afloop van uitvoeringsactiviteiten dienen de resultaten van de ingreep middels een monitoringsverslag gedeeld te worden met de provincie Utrecht. Het monitoringsverslag dient gemaild te worden naar subsidiebiodiversiteit@provincie-utrecht.nl en minimaal de volgende componenten te bevatten:

    • a.

      Een omschrijving en/of weergave van de startsituatie (voorkomen/groeiareaal, effect op biodiversiteit);

    • b.

      Een omschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden/bestrijdingsmethode en de praktische uitvoerbaarheid daarvan;

    • c.

      Een omschrijving en/of weergave van de eindsituatie.

Paragraaf 4 Slotbepalingen

Artikel 4.1 Intrekking

Ingetrokken wordt de Uitvoeringsverordening subsidie Biodiversiteit van 11 mei 2021, nr. 8223686B.

Artikel 4.2 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst. Subsidies die zijn aangevraagd of verstrekt vóór de datum van inwerkingtreding van de Uitvoeringsverordening subsidie Biodiversiteit provincie Utrecht, worden behandeld overeenkomstig de regeling die gold ten tijde van hun aanvraag.

Artikel 4.2 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsverordening subsidie Biodiversiteit provincie Utrecht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 8 maart 2022.

Gedeputeerde Staten van Utrecht,

Voorzitter,

mr. J.H. Oosters

Secretaris,

mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen

Bijlage 1 Behorende bij de uitvoeringsverordening subsidie Biodiversiteit provincie Utrecht, 8 maart 2022, nr. 82444667

Paragraaf 1 Biodiversiteit en leefgebieden bedreigde soorten

Lijst met Utrechtse aandachtsoorten

Wetenschappelijke naam

Nederlandse naam

Soortgroep

Reden

Rode lijst categorie

Icoonsoort

Triturus cristatus

kamsalamander

amfibieën

Habitatrichtlijn bijlagen II en IV

kwetsbaar

icoonsoort

Bufo calamita

rugstreeppad

amfibieën

Habitatrichtlijn bijlage IV

gevoelig

icoonsoort

Rana arvalis ssp. arvalis

heikikker

amfibieën

Habitatrichtlijn bijlage IV

Rana lessonae

poelkikker

amfibieën

Habitatrichtlijn bijlage IV

Andrena labialis

donkere klaverzandbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

icoonsoort

Coelioxys inermis

gewone kegelbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

icoonsoort

Bombus magnus

grote veldhommel

bijen

Rode Lijst

bedreigd

icoonsoort

Andrena denticulata

kruiskruidzandbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

icoonsoort

Anthophora retusa

zwarte sachembij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

icoonsoort

Halictus maculatus

blokhoofdgroefbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Lasioglossum nitidiusculum

borstelgroefbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Bombus sylvarum

boshommel

bijen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Nomada opaca

boswespbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Lasioglossum lativentre

breedbuikgroefbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Melecta albifrons

bruine rouwbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Nomada fuscicornis

bruinsprietwespbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Lasioglossum intermedium

combigroefbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Andrena bimaculata

donkere rimpelrug

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Bombus subterraneus

donkere tuinhommel

bijen

Rode Lijst

verdwenen uit Nederland

Andrena niveata

gebandeerde dwergzandbij

bijen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Nomada guttulata

gedrongen wespbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Bombus distinguendus

gele hommel

bijen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Hylaeus clypearis

gestippelde maskerbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Eucera longicornis

gewone langhoornbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Coelioxys conoidea

grote kegelbij

bijen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Osmia xanthomelana

grote metselbij

bijen

Rode Lijst

verdwenen uit Nederland

Bombus ruderatus

grote tuinhommel

bijen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Bombus humilis

heidehommel

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Coelioxys quadridentata

heidekegelbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Osmia leaiana

kauwende metselbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Megachile ligniseca

klaverbehangersbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Nomada roberjeotiana

kleine bonte wespbij

bijen

Rode Lijst

verdwenen uit Nederland

Anthophora bimaculata

kleine sachembij

bijen

Rode Lijst

verdwenen uit Nederland

Andrena pilipes

koolzwarte zandbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Bombus soroeensis

late hommel

bijen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Bombus barbutellus

lichte koekoekshommel

bijen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Hylaeus pfankuchi

moerasmaskerbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Bombus muscorum

moshommel

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Andrena marginata

oranje zandbij

bijen

Rode Lijst

verdwenen uit Nederland

Bombus rupestris

rode koekoekshommel

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Hylaeus variegatus

rode maskerbij

bijen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Andrena rosae

roodrandzandbij

bijen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Nomada fulvicornis

roodsprietwespbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Megachile circumcincta

ruige behangersbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Andrena nitidiuscula

schermbloemzandbij

bijen

Rode Lijst

verdwenen uit Nederland

Andrena fulvida

sporkehoutzandbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Lasioglossum quadrinotatum Andrena varians

steilrandgroefbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Nomada striata

stomptandwespbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Andrena fulvago

texelse zandbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Nomada integra

tweekleurige wespbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Andrena gravida

weidebij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Melecta luctuosa

witte rouwbij

bijen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Dufourea halictula

zandblauwtjesglansbij

bijen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Bombus veteranus

zandhommel

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Ammobates punctatus

zandloperbij

bijen

Rode Lijst

verdwenen uit Nederland

Halictus sexcinctus

zesbandgroefbij

bijen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Andrena argentata

zilveren zandbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Halictus leucaheneus

zuidelijke gouden groefbij

bijen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Osmia niveata

zwartbronzen houtmetselbij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Stelis phaeoptera

zwarte tubebij

bijen

Rode Lijst

bedreigd

Hesperia comma

kommavlinder

dagvlinders

Rode Lijst

bedreigd

icoonsoort

Thecla betulae

sleedoornpage

dagvlinders

Rode Lijst

bedreigd

icoonsoort

Pyrgus malvae ssp. malvae

aardbeivlinder

dagvlinders

Rode Lijst

bedreigd

Satyrium ilicis

bruine eikenpage

dagvlinders

Rode Lijst

bedreigd

Argynnis niobe

duinparelmoervlinder

dagvlinders

Rode Lijst

bedreigd

Maculinea alcon

gentiaanblauwtje

dagvlinders

Rode Lijst

bedreigd

Argynnis aglaja

grote parelmoervlinder

dagvlinders

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Nymphalis polychloros

grote vos

dagvlinders

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Argynnis paphia

keizersmantel

dagvlinders

Rode Lijst

verdwenen uit Nederland

Hipparchia statilinus

kleine heivlinder

dagvlinders

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Limenitis camilla

kleine ijsvogelvlinder

dagvlinders

Rode Lijst

bedreigd

Euphydryas aurinia ssp. aurinia

moerasparelmoervlinder

dagvlinders

Rode Lijst

verdwenen uit Nederland

Lycaena hippothoe ssp. hippothoe

rode vuurvlinder

dagvlinders

Rode Lijst

verdwenen uit Nederland

Nymphalis antiopa

rouwmantel

dagvlinders

Rode Lijst

verdwenen uit Nederland

Coenonympha arcania

tweekleurig hooibeestje

dagvlinders

Rode Lijst

verdwenen uit Nederland

Plebeius idas ssp. idas

vals heideblauwtje

dagvlinders

Rode Lijst

verdwenen uit Nederland

Coenonympha tullia ssp. tullia

veenhooibeestje

dagvlinders

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Melitaea cinxia

veldparelmoervlinder

dagvlinders

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Boloria selene

zilveren maan

dagvlinders

Rode Lijst

bedreigd

Ephemera glaucops

haften

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Graphoderus bilineatus

gestreepte waterroofkever

kevers

Habitatrichtlijn bijlagen II en IV

icoonsoort

Lucanus cervus

vliegend hert

kevers

Habitatrichtlijn bijlage II

Hydroptila tineoides

kokerjuffers

Bijzonder belang Utrecht

ernstig bedreigd

icoonsoort

Grammotaulius nigropunctatus

kokerjuffers

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Grammotaulius nitidus

kokerjuffers

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Limnephilus elegans

kokerjuffers

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Limnephilus fuscicornis

kokerjuffers

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Limnephilus griseus

kokerjuffers

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Limnephilus incisus

kokerjuffers

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Limnephilus nigriceps

kokerjuffers

Rode Lijst

bedreigd

Limnephilus stigma

kokerjuffers

Rode Lijst

bedreigd

Oecetis notata

kokerjuffers

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Oligostomis reticulata

kokerjuffers

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Stenophylax permistus

kokerjuffers

Rode Lijst

bedreigd

Cladonia squamosa

doornig heidestaartje

korstmossen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

icoonsoort

Peltigera praetextata

ruig leermos

korstmossen

Rode Lijst

bedreigd

icoonsoort

Collema fuscovirens

bolletjes-geleimos

korstmossen

Rode Lijst

bedreigd

Tuckermanopsis chlorophylla

bruin boerenkoolmos

korstmossen

Rode Lijst

bedreigd

Rhizocarpon distinctum

bruin landkaartmos

korstmossen

Rode Lijst

bedreigd

Lecanora aitema

dennenschotelkorst

korstmossen

Rode Lijst

bedreigd

Caloplaca variabilis

donkere citroenkorst

korstmossen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Physconia distorta

fors rijpmos

korstmossen

Rode Lijst

bedreigd

Vulpicida pinastri

geel boerenkoolmos

korstmossen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Aspicilia radiosa

gelobd dambordje

korstmossen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Physcia aipolia

gemarmerd vingermos

korstmossen

Rode Lijst

bedreigd

Verrucaria denudata

groene waterstippelkorst

korstmossen

Rode Lijst

bedreigd

Ramalina fraxinea

groot takmos

korstmossen

Rode Lijst

bedreigd

Micarea lignaria

heideoogje

korstmossen

Rode Lijst

bedreigd

Usnea cornuta

ingesnoerd baardmos

korstmossen

Rode Lijst

bedreigd

Rhizocarpon lecanorinum

klein landkaartmos

korstmossen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Arthonia muscigena

knotwilgkorst

korstmossen

Rode Lijst

bedreigd

Clauzadea metzleri

mergelkorst

korstmossen

Rode Lijst

bedreigd

Rhizocarpon lavatum

oever-landkaartmos

korstmossen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Dibaeis baeomyces

roze heikorst

korstmossen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Clauzadea monticola

ruïnekorst

korstmossen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Cladonia ciliata

sierlijk rendiermos

korstmossen

Rode Lijst

bedreigd

Graphis elegans

sierlijk schriftmos

korstmossen

Rode Lijst

bedreigd

Stereocaulon condensatum

stuifzandkorrelloof

korstmossen

Rode Lijst

bedreigd

Bagliettoa steineri

tulbandkorst

korstmossen

Rode Lijst

bedreigd

Xanthoparmelia verruculifera

wrattig schildmos

korstmossen

Rode Lijst

bedreigd

Peltigera neckeri

zwart leermos

korstmossen

Rode Lijst

bedreigd

Lecidea lithophila

zwarte granietkorst

korstmossen

Rode Lijst

bedreigd

Caloplaca cerina

korstmossen

Rode Lijst

verdwenen uit Nederland

Parmeliopsis hyperopta

korstmossen

Rode Lijst

verdwenen uit Nederland

Leucorrhinia pectoralis

gevlekte witsnuitlibel

libellen

Habitatrichtlijn bijlagen II en IV

kwetsbaar

icoonsoort

Aeshna viridis

groene glazenmaker

libellen

Habitatrichtlijn bijlage IV

kwetsbaar

icoonsoort

Gomphus vulgatissimus

beekrombout

libellen

Rode Lijst

bedreigd

Sympetrum depressiusculum

kempense heidelibel

libellen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Sympecma paedisca

Noordse winterjuffer

libellen

Rode Lijst

bedreigd

Gomphus flavipes ssp. flavipes

rivierrombout

libellen

Habitatrichtlijn bijlage IV

Leucorrhinia caudalis

sierlijke witsnuitlibel

libellen

Rode Lijst en Habitatrichtlijn bijlage IV

verdwenen uit Nederland

Entodon concinnus

cilindermos

mossen

Bijzonder belang Utrecht

gevoelig

icoonsoort

Sphagnum contortum

trilveenveenmos

mossen

Rode Lijst

bedreigd

icoonsoort

Racomitrium lanuginosum

wollige bisschopsmuts

mossen

Rode Lijst

bedreigd

icoonsoort

Cephalozia macrostachya

aarmaanmos

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Ptilidium pulcherrimum

boomfranjemos

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Scapania nemorea

bosschoffelmos

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Kurzia sylvatica

bosspinragmos

mossen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Lophozia bicrenata

cederhoutmos

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Nardia scalaris

echt vleugelmos

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Frullania tamarisci

flesjesroestmos

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Scapania compacta

gedrongen schoffelmos

mossen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Hamatocaulis vernicosus

geel schorpioenmos

mossen

Rode Lijst en Habitatrichtlijn bijlage II

bedreigd

Dicranum spurium

gekroesd gaffeltandmos

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Riccardia multifida

gevind moerasvorkje

mossen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Bartramia pomiformis

gewoon appelmos

mossen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Barbilophozia barbata

glanzend tandmos

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Racomitrium canescens

grijze bisschopsmuts

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Scorpidium cossonii

groen schorpioenmos

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Mylia anomala

hoogveenlevermos

mossen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Barbilophozia kunzeana

kaal tandmos

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Buxbaumia aphylla

kaboutermos

mossen

Rode Lijst

verdwenen uit Nederland

Racomitrium fasciculare

kale bisschopsmuts

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Tortula subulata

langkapselsterretje

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Dicranum bonjeanii

moerasgaffeltandmos

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Calliergon giganteum

reuzenpuntmos

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Cephaloziella rubella

rood draadmos

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Scorpidium scorpioides

rood schorpioenmos

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Mnium marginatum

rood sterrenmos

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Sphagnum rubellum

rood veenmos

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Barbilophozia attenuata

steil tandmos

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Hedwigia stellata

stergranietmos

mossen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Campylium stellatum

sterrengoudmos

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Diplophyllum obtusifolium

stomp zaagmos

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Campyliadelphus elodes

tenger goudmos

mossen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Orthotrichum rogeri

tonghaarmuts

mossen

Habitatrichtlijn bijlage II

gevoelig

Calypogeia sphagnicola

veenbuidelmos

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Odontoschisma denudatum

zanddubbeltjesmos

mossen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Scapania irrigua

zandschoffelmos

mossen

Rode Lijst

bedreigd

Russula pseudointegra

kleibosrussula

paddenstoelen

Bijzonder belang Utrecht

icoonsoort

Russula grata

amandelrussula

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Dumontinia tuberosa

anemonenbekerzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Sarcodon joeides

avondroodstekelzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Cortinarius azureus

azuursteelgordijnzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Cortinarius simulatus

bedrieglijke gordijnzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Inocybe decipiens

bedrieglijke vezelkop

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Psathyrella seymourensis

beemdfranjehoed

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Agaricus gennadii

beurschampignon

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Ramariopsis tenuiramosa

bezemkoraaltje

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Tricholomella constricta

blanke pronkridder

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Pholiotina aeruginosa

blauwgroen breeksteeltje

paddenstoelen

Rode Lijst

verdwenen uit Nederland

Lyophyllum gangraenosum

blauwvlekkende rouwridderzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Phellodon niger

blauwzwarte stekelzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Trichophaea woolhopeia

bleek pelsbekertje

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Boletus fechtneri

bleke boleet

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Cortinarius barbatus

bleke galgordijnzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Lactarius pallidus

bleke melkzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Leucoagaricus badhamii

bloedende champignonparasol

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Ramaria botrytis

bloemkoolzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Gymnopilus odini

bosbrandvlamhoed

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Coprinellus angulatus

brandplekinktzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Hygrocybe helobia

broos vuurzwammetje

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Psathyrella gossypina

bruinbultige franjehoed

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Agaricus cupreobrunneus

bruine weidechampignon

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Inocybe fuscomarginata

bruinsnedeviltkop

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Mycena citrinomarginata

citroensnedemycena

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Lycoperdon umbrinum

donkerbruine stuifzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Lactarius fuliginosus

donkere fluweelmelkzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Russula cuprea

donkere geelplaatrussula

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Camarophyllopsis hymenocephala

donkere wasplaat

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Cerrena unicolor

doolhofelfenbankje

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Chamaemyces fracidus

druppelparasolzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Russula cessans

duinbosrussula

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Tubaria minutalis

dwergdonsvoetje

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Hebeloma birrus

dwergvaalhoed

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Otidea leporina

echt hazenoor

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Phaeomarasmius erinaceus

egelzwammetje

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Nidularia deformis

eierzakje

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Pseudoinonotus dryadeus

eikenweerschijnzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Gyrodon lividus

elzenboleet

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Galerina heimansii

elzenmosklokje

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Suillus variegatus

fijnschubbige boleet

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Cortinarius psammocephalus

fijnschubbige gordijnzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Tricholoma imbricatum

fijnschubbige ridderzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Xerula pudens

fluwelige wortelzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Agaricus macrocarpus

forse anijschampignon

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Inocybe oblectabilis

forse vezelkop

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Otidea cochleata

gedrongen hazenoor

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Boletus appendiculatus

geelnetboleet

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Inocybe muricellata

geelschubbige vezelkop

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Hygrocybe flavipes

geelvoetwasplaat

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Amanita franchetii

geelwrattige amaniet

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Cortinarius bivelus

gegordelde berkengordijnzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Lactarius ruginosus

gekartelde fluweelmelkzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Cortinarius torvus

gelaarsde gordijnzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Hypholoma ericaeoides

gele moeraszwavelkop

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Tricholoma equestre

gele ridderzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Inocybe auricoma

gele witsteelvezelkop

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Sowerbyella radiculata

gele wortelbekerzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Hericium cirrhatum

gelobde pruikzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Hebeloma radicosum

geringde vaalhoed

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Leratiomyces squamosus

geschubde stropharia

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Entoloma subradiatum

gestreepte satijnzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Entoloma olorinum

gestreepte sneeuwvloksatijnzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Inocybe bongardii

geurende vezelkop

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Gymnopus inodorus

geurloze collybia

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Inocybe pseudohiulca

gevlekte knolvezelkop

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Russula maculata

gevlekte russula

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Melanogaster ambiguus

gewone inkttruffel

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Anthracobia melaloma

gewoon houtskoolbekertje

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Lichenomphalia umbellifera

gewoon veentrechtertje

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Inocybe leiocephala

gladhoedvezelkop

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Tricholoma portentosum

glanzende ridderzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Xerocomus pelletieri

goudplaatzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Boletus impolitus

goudporieboleet

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Mycena aurantiomarginata

goudrandmycena

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Dermoloma cuneifolium

grauwe barsthoed

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Clitopilus caelatus

grijsbruine zalmplaat

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Russula urens

groene peperrussula

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Entoloma incanum

groensteelsatijnzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Ramaria abietina

groenwordende koraalzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Clavaria subfalcata sensu Maas Geest.

groezelige knotszwam

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Disciotis venosa

grote aderbekerzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Cortinarius caninus

grote fraaisteelgordijnzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Entoloma costatum

grote trechtersatijnzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Clitocybe geotropa

grote trechterzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Peniophora laeta

haagbeukschorszwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Hypholoma polytrichi

haarmoszwavelkop

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Hypholoma ericaeum

heidezwavelkop

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Entoloma infula

helmsatijnzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Cortinarius allutus

honinggordijnzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Hypsizygus ulmarius

iepenzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Gyroporus cyanescens

indigoboleet

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Coprinopsis spelaiophila

ivoorinktzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Ramariopsis kunzei

ivoorkoraaltje

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Inocybe fibrosoides

ivoorvezelkop

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Hygrophorus eburneus

ivoorzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Postia balsamea

jeneverbeskaaszwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Russula turci

jodoformrussula

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Morchella elata

kegelmorielje

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Aureoboletus gentilis

kersrode boleet

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Mycena vulgaris

kleefsnedemycena

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Dermoloma pseudocuneifolium

kleine barsthoed

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Mycena clavularis

kleverige schorsmycena

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Cortinarius privignoides

knollige gordelsteelgordijnzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Agaricus langei

knolloze boschampignon

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Chroogomphus rutilus

koperrode spijkerzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Osmoporus odoratus

korianderzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Pluteus dietrichii

krakhoedhertenzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Tricholoma acerbum

krulzoomridderzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Agaricus bernardii

kwelderchampignon

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Omphalotus illudens

lantaarnzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Tricholoma psammopus

lariksridderzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Mycena meliigena

lilabruine schorsmycena

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Suillus granulatus

melkboleet

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Russula puellula

milde braakrussula

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Armillaria ectypa

moerashoningzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Tricholoma terreum

muisgrijze ridderzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Boletus junquilleus

narcisboleet

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Squamanita odorata

odeurzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Agaricus luteomaculatus

okerbruine dwergchampignon

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Cortinarius tabularis

okergrijze fraaisteelgordijnzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Russula laeta

okerroze russula

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Clitopilus nitellinus

oranje zalmplaat

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Mycena clavicularis

palingsteelmycena

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Mycena mucor

pantoffelmycena

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Lactarius decipiens

pelargoniummelkzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Russula lepida

potloodrussula

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Amanita ceciliae

prachtamaniet

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Thelephora caryophyllea

prachtfranjezwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Boletus calopus

pronksteelboleet

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Hericium erinaceus

pruikzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Galerina triscopa

puntig mosklokje

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Agaricus subfloccosus

rafelige champignon

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Macrolepiota excoriata

rafelige parasolzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Entoloma farinogustus

ranzige dennensatijnzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Mycena olida

ranzige mycena

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Leucopaxillus giganteus

reuzendikhoed

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Hygrocybe fornicata

ridderwasplaat

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Scutellinia umbrorum

rietlandwimperzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Mycena belliae

rietmycena

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Cortinarius lividoochraceus

rimpelige gordijnzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Russula rutila

rode geelplaatrussula

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Flammulaster ferrugineus

roestbruin vloksteeltje

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Elaphocordyceps capitata

ronde truffelknotszwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Lyophyllum anthracophilum

rondsporig pekzwammetje

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Lactarius hysginus

roodbruine melkzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Hydnotrya tulasnei

rosse doolhoftruffel

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Hebeloma theobrominum

rossige vaalhoed

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Postia floriformis

rozetkaaszwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Hebeloma vaccinum

ruderale vaalhoed

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Lactarius mairei

ruige melkzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Gloeopeniophorella convolvens

ruwe oliecelkorst

paddenstoelen

Rode Lijst

verdwenen uit Nederland

Boletus satanas

satansboleet

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Hygrocybe coccinea

scharlaken wasplaat

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Omphalina acerosa

schelptrechtertje

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Inocybe margaritispora

schubbige knobbelspoorvezelkop

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Stropharia pseudocyanea

slanke kopergroenzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Gomphidius glutinosus

slijmige spijkerzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Pluteus pellitus

sneeuwwitte hertenzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Coprinopsis picacea

spechtinktzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Russula illota

spikkelsneerussula

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Cortinarius acutus

spitse gordijnzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Myxomphalia maura

splijtplaat

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Laccaria fraterna

steenrode fopzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Camarophyllopsis foetens

stinkende wasplaat

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Sistotrema confluens

stinktolletje

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Hygrophorus pustulatus

stippelsteelslijmkop

paddenstoelen

Rode Lijst

verdwenen uit Nederland

Tricholoma sejunctum

streephoedridderzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Clavaria straminea

strogele knotszwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Lyophyllum deliberatum

taaie rouwridderzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Phellodon melaleucus

tengere stekelzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Lactarius semisanguifluus

vaalrode melkzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Lepista panaeolus

vale schijnridderzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Inocybe paludinella

valse satijnvezelkop

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Geoglossum difforme

veelseptige aardtong

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Psathyrella cernua

verblekende franjehoed

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Pisolithus arhizus

verfstuifzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Russula elegans

vergelende netspoorrussula

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Russula subfoetens

vergelende stinkrussula

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Hygrophorus discoxanthus

verkleurende slijmkop

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Entoloma hispidulum

vezelkopsatijnzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Cortinarius evernius

violetsteelgordijnzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Russula violacea

violette russula

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Lactarius pterosporus

vleugelspoormelkzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Gymnopilus stabilis

vlezige vlamhoed

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Lyophyllum boudieri

vloksteelgrauwkop

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Peziza ampliata

voddenbekerzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Gyromitra esculenta

voorjaarskluifzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Hygrocybe obrussea

wantsenwasplaat

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Octaviania asterosperma

welriekende sterspoortruffel

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Russula vinosopurpurea

wijnpurperen russula

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Mycena tintinnabulum

wintermycena

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Omphalina mutila

wit heidetrechtertje

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Clavicorona taxophila

wit kroonknotsje

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Galerina jaapii

witgeringd mosklokje

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Entoloma speculum

witte bossatijnzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Tricholoma columbetta

witte duifridderzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Melanoleuca nivea

witte veldridderzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Clitopilus fallax

witte zalmplaat

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Hymenogaster tener

witte zijdetruffel

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Gymnopus terginus

wolsteelcollybia

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Lyophyllum rancidum

wortelende grauwkop

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Pluteus petasatus

zaagselhertenzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Peziza echinospora

zemelige brandplekbekerzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Hebeloma laterinum

zoete vaalhoed

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Clavaria incarnata

zonnegloedknotszwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Inocybe fuligineoatra

zwarte knolvezelkop

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Helvella corium

zwarte schotelkluifzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Psathyrella atrolaminata

zwartplaatfranjehoed

paddenstoelen

Rode Lijst

bedreigd

Pluteus atromarginatus

zwartsnedehertenzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Lyophyllum semitale

zwartvlekkende rouwridderzwam

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Inocybe tenebrosa

zwartvoetvezelkop

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Lyophyllum oldae

zwartwordende grauwkop

paddenstoelen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Natrix natrix ssp. helvetica

ringslang

reptielen

Bijzonder belang Utrecht

kwetsbaar

icoonsoort

Lacerta agilis ssp. agilis

zandhagedis

reptielen

Habitatrichtlijn bijlage IV

kwetsbaar

icoonsoort

Gryllus campestris

veldkrekel

sprinkhanen en krekels

Bijzonder belang Utrecht

kwetsbaar

icoonsoort

Ephippiger ephippiger

zadelsprinkhaan

sprinkhanen en krekels

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Arnoseris minima

korensla

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

icoonsoort

Eriophorum gracile

slank wollegras

vaatplanten

Rode Lijst

ernstig bedreigd

icoonsoort

Pinguicula vulgaris

vetblad

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

icoonsoort

Leucojum aestivum

zomerklokje

vaatplanten

Bijzonder belang Utrecht

kwetsbaar

icoonsoort

Eleocharis quinqueflora

armbloemige waterbies

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Silene baccifera

besanjelier

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Hyoscyamus niger

bilzekruid

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Cystopteris fragilis

blaasvaren

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Carex hostiana

blonde zegge

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Cicendia filiformis

draadgentiaan

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Schoenoplectus triqueter

driekantige bies

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Luronium natans

drijvende waterweegbree

vaatplanten

Habitatrichtlijn bijlagen II en IV

kwetsbaar

Kickxia spuria

eironde leeuwenbek

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Hypericum pulchrum

fraai hertshooi

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Botrychium lunaria

gelobde maanvaren

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Valerianella rimosa

geoorde veldsla

vaatplanten

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Hypochaeris glabra

glad biggenkruid

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Liparis loeselii

groenknolorchis

vaatplanten

Rode Lijst en Habitatrichtlijn bijlagen II en IV

bedreigd

Gymnadenia conopsea

grote muggenorchis

vaatplanten

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Lycopodium clavatum

grote wolfsklauw

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Holosteum umbellatum

heelbeen

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Alchemilla glabra

kale vrouwenmantel

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Carum carvi

karwij

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Pyrola minor

klein wintergroen

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Clinopodium acinos

kleine steentijm

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Thymus serpyllum

kleine tijm

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Sparganium natans

kleinste egelskop

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Wahlenbergia hederacea

klimopklokje

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Campanula glomerata

kluwenklokje

vaatplanten

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Alopecurus bulbosus

knolvossenstaart

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Potamogeton praelongus

langstengelig fonteinkruid

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Viola persicifolia

melkviooltje

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Erysimum cheiri

muurbloem

vaatplanten

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Chenopodium murale

muurganzenvoet

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Corrigiola litoralis

riempjes

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Carex diandra

ronde zegge

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Potamogeton alpinus

rossig fonteinkruid

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Baldellia ranunculoides ssp. ranunculoides

stijve moerasweegbree

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Anthemis cotula

stinkende kamille

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Monotropa hypopitys

stofzaad

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Carex dioica

tweehuizige zegge

vaatplanten

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Lepidium campestre

veldkruidkers

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Carex pulicaris

vlozegge

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Potentilla tabernaemontani

voorjaarsganzerik

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Platanthera bifolia

welriekende nachtorchis

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Juncus tenageia

wijdbloeiende rus

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Fritillaria meleagris

wilde kievitsbloem

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Ranunculus ololeucos

witte waterranonkel

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Atropa bella-donna

wolfskers

vaatplanten

Rode Lijst

bedreigd

Misgurnus fossilis

grote modderkruiper

vissen

Habitatrichtlijn bijlage II

kwetsbaar

icoonsoort

Lota lota

kwabaal

vissen

Rode Lijst

ernstig bedreigd

icoonsoort

Rhodeus amarus

bittervoorn

vissen

Habitatrichtlijn bijlage II

Alosa fallax

fint

vissen

Habitatrichtlijn bijlage II

verdwenen uit Nederland

Coregonus oxyrinchus

houting

vissen

Habitatrichtlijn bijlagen II en IV

gevoelig

Cobitis taenia

kleine modderkruiper

vissen

Habitatrichtlijn bijlage II

Cottus perifretum

rivierdonderpad

vissen

Habitatrichtlijn bijlage II

kwetsbaar

Lampetra fluviatilis

rivierprik

vissen

Habitatrichtlijn bijlage II

gevoelig

Salmo salar

zalm

vissen

Habitatrichtlijn bijlage II

Petromyzon marinus

zeeprik

vissen

Habitatrichtlijn bijlage II

gevoelig

Apus apus

gierzwaluw

vogels

Bijzonder belang Utrecht

icoonsoort

Acrocephalus arundinaceus ssp. arundinaceus

grote karekiet

vogels

Rode Lijst

bedreigd

icoonsoort

Limosa limosa

grutto

vogels

Bijzonder belang Utrecht

gevoelig

icoonsoort

Vanellus vanellus

kievit

vogels

Bijzonder belang Utrecht

icoonsoort

Netta rufina

krooneend

vogels

Bijzonder belang Utrecht

icoonsoort

Caprimulgus europaeus ssp. europaeus

nachtzwaluw

vogels

Vogelrichtlijn bijlage I

kwetsbaar

icoonsoort

Ardea purpurea ssp. purpurea

purperreiger

vogels

Rode Lijst en Vogelrichtlijn bijlage I

bedreigd

icoonsoort

Alauda arvensis ssp. arvensis

veldleeuwerik

vogels

Bijzonder belang Utrecht

gevoelig

icoonsoort

Ixobrychus minutus ssp. minutus

woudaap

vogels

Rode Lijst en Vogelrichtlijn bijlage I

ernstig bedreigd

icoonsoort

Luscinia svecica ssp. cyanecula

blauwborst

vogels

Vogelrichtlijn bijlage I

Lullula arborea ssp. arborea

boomleeuwerik

vogels

Vogelrichtlijn bijlage I

Branta leucopsis

brandgans

vogels

Vogelrichtlijn bijlage I

Circus aeruginosus ssp. aeruginosus

bruine kiekendief

vogels

Vogelrichtlijn bijlage I

Jynx torquilla ssp. torquilla

draaihals

vogels

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Miliaria calandra ssp. calandra

grauwe gors

vogels

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Lanius collurio ssp. collurio

grauwe klauwier

vogels

Rode Lijst en Vogelrichtlijn bijlage I

bedreigd

Casmerodius albus ssp. albus

grote zilverreiger

vogels

Vogelrichtlijn bijlage I

gevoelig

Alcedo atthis ssp. ispida

ijsvogel

vogels

Vogelrichtlijn bijlage I

Philomachus pugnax

kemphaan

vogels

Rode Lijst en Vogelrichtlijn bijlage I

ernstig bedreigd

Egretta garzetta ssp. garzetta

kleine zilverreiger

vogels

Vogelrichtlijn bijlage I

gevoelig

Porzana pusilla ssp. intermedia

kleinst waterhoen

vogels

Rode Lijst en Vogelrichtlijn bijlage I

verdwenen uit Nederland

Recurvirostra avosetta

kluut

vogels

Vogelrichtlijn bijlage I

Nycticorax nycticorax ssp. nycticorax

kwak

vogels

Rode Lijst en Vogelrichtlijn bijlage I

in het wild verdwenen uit Nederland

Crex crex

kwartelkoning

vogels

Vogelrichtlijn bijlage I

kwetsbaar

Platalea leucorodia ssp. leucorodia

lepelaar

vogels

Vogelrichtlijn bijlage I

Mergus albellus

nonnetje

vogels

Vogelrichtlijn bijlage I

Ciconia ciconia ssp. ciconia

ooievaar

vogels

Vogelrichtlijn bijlage I

Emberiza hortulana

ortolaan

vogels

Rode Lijst en Vogelrichtlijn bijlage I

ernstig bedreigd

Saxicola rubetra

paapje

vogels

Rode Lijst

bedreigd

Anas acuta ssp. acuta

pijlstaart

vogels

Rode Lijst

bedreigd

Porzana porzana

porseleinhoen

vogels

Vogelrichtlijn bijlage I

kwetsbaar

Botaurus stellaris ssp. stellaris

roerdomp

vogels

Rode Lijst en Vogelrichtlijn bijlage I

bedreigd

Falco peregrinus ssp. peregrinus

slechtvalk

vogels

Vogelrichtlijn bijlage I

gevoelig

Himantopus himantopus

steltkluut

vogels

Vogelrichtlijn bijlage I

gevoelig

Oenanthe oenanthe ssp. oenanthe

tapuit

vogels

Rode Lijst

bedreigd

Asio flammeus ssp. flammeus

velduil

vogels

Rode Lijst en Vogelrichtlijn bijlage I

ernstig bedreigd

Sterna hirundo ssp. hirundo

visdief

vogels

Vogelrichtlijn bijlage I

kwetsbaar

Gallinago gallinago ssp. gallinago

watersnip

vogels

Rode Lijst

bedreigd

Pernis apivorus

wespendief

vogels

Vogelrichtlijn bijlage I

Dryocopus martius ssp. martius

zwarte specht

vogels

Vogelrichtlijn bijlage I

Chlidonias niger ssp. niger

zwarte stern

vogels

Rode Lijst en Vogelrichtlijn bijlage I

bedreigd

Larus melanocephalus

zwartkopmeeuw

vogels

Vogelrichtlijn bijlage I

Anisus vorticulus

platte schijfhoren

weekdieren

Habitatrichtlijn bijlagen II en IV

kwetsbaar

icoonsoort

Pseudanodonta complanata

platte zwanenmossel

weekdieren

Bijzonder belang Utrecht

bedreigd

icoonsoort

Candidula gigaxii

fijngeribde grasslak

weekdieren

Rode Lijst

bedreigd

Zonitoides excavatus

grofgestreepte glimslak

weekdieren

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Helicella itala

heideslak

weekdieren

Rode Lijst

bedreigd

Aegopinella pura

kleine blinkslak

weekdieren

Rode Lijst

bedreigd

Monacha cartusiana

kleine karthuizerslak

weekdieren

Rode Lijst

bedreigd

Myxas glutinosa

kleverige poelslak

weekdieren

Rode Lijst

ernstig bedreigd

Clausilia dubia

knotwilgslak

weekdieren

Rode Lijst

bedreigd

Pseudotrichia rubiginosa

oever-loofslak

weekdieren

Rode Lijst

bedreigd

Gyraulus riparius

oeverschijfhoren

weekdieren

Rode Lijst

bedreigd

Balea perversa

schorshorentje

weekdieren

Rode Lijst

bedreigd

Pisidium pseudosphaerium

sphaeriumvormige erwtenmossel

weekdieren

Rode Lijst

bedreigd

Oxyloma sarsii

tweeling-barnsteenslak

weekdieren

Rode Lijst

bedreigd

Vertigo moulinsiana

zegge-korfslak

weekdieren

Habitatrichtlijn bijlage II

kwetsbaar

Myotis nattereri

franjestaart

zoogdieren

Habitatrichtlijn bijlage IV

icoonsoort

Microtus oeconomus ssp. arenicola

noordse woelmuis

zoogdieren

Habitatrichtlijn bijlagen II en IV

kwetsbaar

icoonsoort

Myotis mystacinus ssp. mystacinus

baardvleermuis

zoogdieren

Habitatrichtlijn bijlage IV

Castor fiber ssp. albicus

bever

zoogdieren

Habitatrichtlijn bijlagen II en IV

gevoelig

Myotis brandti ssp. brandti

brandts vleermuis

zoogdieren

Habitatrichtlijn bijlage IV

Pipistrellus pipistrellus

gewone dwergvleermuis

zoogdieren

Habitatrichtlijn bijlage IV

Plecotus auritus ssp. auritus

gewone grootoorvleermuis

zoogdieren

Habitatrichtlijn bijlage IV

Rhinolophus hipposideros ssp. hipposideros

kleine hoefijzerneus

zoogdieren

Rode Lijst en Habitatrichtlijn bijlagen II en IV

verdwenen uit Nederland

Eptesicus serotinus ssp. serotinus

laatvlieger

zoogdieren

Habitatrichtlijn bijlage IV

kwetsbaar

Myotis dasycneme

meervleermuis

zoogdieren

Habitatrichtlijn bijlagen II en IV

Eptesicus nilssoni ssp. nilssoni

noordse vleermuis

zoogdieren

Habitatrichtlijn bijlage IV

Lutra lutra ssp. lutra

otter

zoogdieren

Rode Lijst en Habitatrichtlijn bijlagen II en IV

verdwenen uit Nederland

Nyctalus noctula ssp. noctula

rosse vleermuis

zoogdieren

Habitatrichtlijn bijlage IV

kwetsbaar

Pipistrellus nathusii

ruige dwergvleermuis

zoogdieren

Habitatrichtlijn bijlage IV

Vespertilio murinus ssp. murinus

tweekleurige vleermuis

zoogdieren

Habitatrichtlijn bijlage IV

gevoelig

Myotis myotis ssp. myotis

vale vleermuis

zoogdieren

Rode Lijst en Habitatrichtlijn bijlagen II en IV

verdwenen uit Nederland

Myotis daubentoni ssp. daubentoni

watervleermuis

zoogdieren

Habitatrichtlijn bijlage IV

Bijlage 2 Behorende bij de uitvoeringsverordening subsidie Biodiversiteit provincie Utrecht, 8 maart 2022, nr. 82444667

Paragraaf 2 Soortenmanagementplan

Het soortenmanagementplan bevat in elk geval de volgende informatie:

  • 1.

    De aanleiding voor de aanvraag omgevingsvergunning.

  • 2.

    De meerwaarde voor het plangebied van een omgevingsvergunning.

  • 3.

    Het doel, de reikwijdte, ambitie, verantwoordelijkheden en afbakening van de aanvraag. Over welke beschermde soorten gaat het, hoe om te gaan met de overige soorten, motivatie achter keuze soorten.

  • 4.

    De juridische verantwoording: geef aan van welk(e) verbod(en) uit de Omgevingswet u een vergunning wenst, en op grond van welke belangen het nodig is.

  • 5.

    De vergunningstermijn.

  • 6.

    Een beschrijving van het plangebied, beschrijving van de ingreep(en) en de beoogde eindsituatie.

  • 7.

    Toekomstige gebruikers van het Soortenmanagementplan en de omgevingsvergunning. Zie ook 8 j.

  • 8.

    Beschrijving per soort. Daaronder vallen in elk geval:

    • a.

      Een beschrijving van de ecologie en de ecologische randvoorwaarden per soort (waaronder de rol van groenstructuren);

    • b.

      Een beschrijving per soort van de nul-situatie, verspreiding, ecologische functies (in tekst en verspreidingskaarten) in het projectgebied van de soorten die deel uitmaken van het Soortenmanagementplan ten tijde van de aanvraag. De nul-situatie dient ook inzicht te geven over de projectgrens heen, zodat inzicht ontstaat in de samenhang met populaties buiten het plangebied;

    • c.

      Een beschrijving van de wijze waarop het onderzoek naar de nul-situatie van de beschermde soorten die deel uitmaken van het Soortenmanagementplan heeft plaatsgevonden (inclusief kaartmateriaal waarop alle uitgevoerde onderzoeken staan);

    • d.

      Een beschrijving van de staat van instandhouding per soort op zowel landelijk, provinciaal, als lokaal niveau;

    • e.

      Een overzicht van de bedreigingen per soort (algemeen en specifiek ten gevolge van de voorgenomen ingrepen in het plangebied);

    • f.

      Een beschrijving van de beoogde verbetering per soort (ambitieniveau/streefbeeld per soort);

    • g.

      Een beschrijving van de wijze waarop soortenorganisaties al dan niet betrokken zijn in het Soortenmanagementplan;

    • h.

      Een concrete uitwerking van maatregelen die tot de beoogde verbetering voor de soorten moeten leiden, zo veel mogelijk onderverdeeld naar generieke maatregelen en meer specifieke maatregelen die tot de beoogde plus moeten leiden. Hieronder vallen ook kaarten met de potentiële locaties voor maatregelen;

    • i.

      Een beschrijving van de wijze van uitvoering van maatregelen (materieel, periode);

    • j.

      Een beschrijving van de wijze waarop de maatregelen in stand gehouden worden en wie daarvoor verantwoordelijk is. Afspraken waaraan de toekomstige gebruikers van het Soortenmanagementplan en de gebiedsgerichte ontheffing zich moeten houden. In ieder geval is dit uitgewerkt voor particulieren als toekomstige gebruikers;

    • k.

      Uitwerking van aanvullende maatregelen als bij de toekomstige monitoring blijkt dat de getroffen maatregelen niet werken. Zie ook punt 10;

    • l.

      Tevens – voor zover relevant – aangeven of verankering van maatregelen in het bestemmingsplan kan en zal plaatsvinden.

    • m.

      Bovengenoemde maatregelen moeten zo gedetailleerd mogelijk opgenomen worden in een mitigatie- en compensatieplan en gestandaardiseerde ecologische werkprotocollen. 

    • n.

      Standaard maatwerkoplossingen moeten opgesomd worden bij bijzondere verblijfplaatsen zoals kolonies / bolwerken van huismus en gierzwaluw en grote kraam- en/of winterverblijfplaatsen van vleermuizen. Deze oplossingen moeten gemonitord worden. Zie ook punt 10. 

  • 9.

    Inzicht in de planning en uitvoering van het soortenmanagementplan, het voorgenomen beheer van voorzieningen en de wijze van borging van:

    • a.

      Beschikbaarheid van alternatieve verblijfplaatsen als tijdelijke opvang van het verlies van de potentiële verblijfplaatsen voor de periode tussen de ingreep en de realisatie van de nieuwe situatie als er nog geen alternatieve permanente oplossing beschikbaar zijn; 

    • b.

      Het tijdig ongeschikt maken van verblijfplaatsen van beschermde soorten;

    • c.

      Controle om afwezigheid van beschermde soorten op het moment van ingreep aan te tonen;

    • d.

      Duurzame verblijfsmogelijkheden voor beschermde soorten in de nieuwe situatie. In het onderdeel ‘Management- en administratieplan’ van het Soortenmanagementplan beschrijft u de processen, communicatielijnen en verantwoordelijkheden. 

  • 10.

    Omschrijving van de voorgenomen monitoring en evaluatie voor een periode van 10 jaar (monitoringplan). Gezien de relatieve onbekendheid met de effectiviteit van sommige maatregelen dient het Soortenmanagementplan minimaal te voorzien in een tussentijdse evaluatie na 4 of 5 jaar. Voor zover hieruit zou blijken dat maatregelen tekortschieten worden de aanvullende maatregelen toegepast en zo nodig verder uitgewerkt. Zodat het doel van het Soortenmanagementplan (de beoogde plus voor soorten) alsnog gehaald wordt. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van effectieve maatregelen. Voor niet-bewezen effectieve maatregelen, hanteert de provincie Utrecht de volgende uitgangspunten: Niet (bewezen) effectieve maatregelen tellen voor 50% mee als alternatieve maatregel, maar alleen wanneer de overige 50% aan maatregelen bestaan uit (bewezen) effectieve maatregelen waarbij ook voldoende aandacht is voor de variatie in de maatregelen. In algemene zin geldt namelijk dat hoe groter de variatie is, hoe groter de kans is op ingebruikname. Voor de monitoring van de populatie-ontwikkeling raden we aan om gestandaardiseerde methodieken als VleerMUS en MUS te gebruiken. 

  • 11.

    Financiering, hoe wordt het Soortenmanagementplan en de voorgenomen maatregelen gefinancierd (denk aan stakeholders zoals woningbouwcorporaties, leges, koppeling aan andere beleidsthema’s). 

Toelichting behorende bij de uitvoeringsverordening subsidie Biodiversiteit provincie Utrecht, 8 maart 2022, nr. 82444667

Juridisch kader

Deze uitvoeringsverordening is vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022 (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in deze uitvoeringsverordening zijn vastgelegd, maar in de Asv. In de Asv staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en staan algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.

Voor een goed begrip van deze uitvoeringsverordening is dus bestudering van de Asv noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze uitvoeringsverordening.

Paragraaf 1 Biodiversiteit en leefgebieden bedreigde soorten

Aanleiding

Vanaf 1 januari 2017 zijn provincies verantwoordelijk voor een actief soortenbeleid. Dit volgt uit artikel 1.12 van de oude Wet natuurbescherming (Wnb). Deze verantwoordelijkheid is per 1 januari 2024 overgenomen in de Omgevingswet (artikel 3.57 uit het Besluit Kwaliteit Leefomgeving). Provincie Utrecht heeft haar actief soortenbeleid vastgelegd en uitgewerkt in de Natuurvisie en het daarbij behorende Supplement Biodiversiteit. Deze beleidsnotities zijn op 12 december 2016 door Provinciale Staten van Utrecht vastgesteld. Het doel van het actieve soortenbeleid is het duurzaam in stand houden van alle in de provincie Utrecht van nature voorkomende soorten planten en dieren. Het beleid richt zich daarbij op het behoud en herstel van de voor die soorten benodigde levensomstandigheden. Speciaal wordt daarbij gericht op een selectie van in de provincie Utrecht van nature voorkomende soorten van de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn en een selectie van met uitroeiing bedreigde of speciaal gevaar lopende van nature in de provincie Utrecht in het wild voorkomende dier- en plantensoorten.

In het supplement Biodiversiteit heeft de provincie haar ambities voor het actieve soortenbeleid benoemd. Dit beleid loopt in de provincie Utrecht via vier sporen:

  • 1.

    systeemherstel binnen Natuur Netwerk Nederland (hierna: NNN),

  • 2.

    agrarisch natuurbeheer buiten NNN,

  • 3.

    informatieverstrekking aan eigenaren/beheerders van terreinen met bedreigde soorten,

  • 4.

    extra inspanning voor leefgebieden en biotopen die onvoldoende via voorgenoemde sporen worden bediend en waarvoor de provincie Utrecht een bovengemiddelde verantwoordelijkheid draagt.

Voor de analyse en aansturing is het Supplement Biodiversiteit gemaakt. Voor de definiëring van de leefgebieden waarin de aandachtsoorten geconcentreerd voorkomen (de natuurparels) is zoveel mogelijk aangesloten bij de leefgebieden uit de leefgebiedenbenadering.

De Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap ziet op spoor 1, het Subsidiestelsel Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer ziet op spoor 2.

Als aanvulling van spoor 1, kunnen terreineigenaren voor actief soortenbeleid, voor soortgerichte ( inrichtings )maatregelen in NNN vanaf 2018 gebruik maken van de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap provincie Utrecht.

Deze uitvoeringsverordening ziet op de sporen 3 en 4 en deels spoor 1 waar projecten buiten de reikwijdte van de SKNL blijven. Met deze uitvoeringsverordening wordt beoogd om doelstellingen uit het Supplement Biodiversiteit te realiseren door gebruik te maken van het instrument subsidie.

Paragraaf 2 Soortenmanagementplan

Aanleiding

Vanaf 1 januari 2017 zijn provincies verantwoordelijk voor een actief soortenbeleid. Dit volgt uit artikel 1.12 van de oude Wet natuurbescherming (Wnb). Deze verantwoordelijkheid is per 1 januari 2024 overgenomen in de Omgevingswet (artikel 3.57 uit het Besluit Kwaliteit Leefomgeving). De wet biedt de mogelijkheid om behalve vergunningen voor individuele gevallen ook omgevingsvergunningen te verlenen, waarmee alle initiatieven binnen een specifiek thema en begrensd gebied onder de werking van de omgevingsvergunning vallen. Een omgevingsvergunning in het belang van flora en fauna, kan verleend worden als er een plan aan ten grondslag ligt waaruit blijkt dat de staat van instandhouding van de beschermde soorten die in het geding zijn, verbetert: een soortenmanagementplan (SMP).

Zonder omgevingsvergunning zal een initiatiefnemer, bijvoorbeeld een woningcorporatie die op grootschalige wijze haar woningbezit wil verduurzamen, maar ook particuliere woningbezitters, vooraf per project zich moeten vergewissen of er bij de uitvoering van geplande werkzaamheden beschermde soorten in het geding kunnen zijn. Dit gaat zowel om verbouwingen, sloop-nieuwbouw maar ook isolatiewerkzaamheden en de plaatsing van zonnepanelen en kleine ingrepen aan gebouwen zoals schilderwerk, voegherstelwerk en vervangen van kozijnen. Op grond van een quick-scan, een gedetailleerd vervolgonderzoek en de uitwerking van mitigerende en compenserende maatregelen kan vervolgens een omgevingsvergunning worden aangevraagd. Dit proces is tijdrovend, kostbaar en onzeker voor de initiatiefnemer, waardoor het tot vertraging en extra kosten in het project kunnen leiden.

Voor een SMP zoals deze subsidieregeling beoogt organiseert een gemeente – al dan niet samen met woningcorporaties – het benodigde onderzoek voor (minimaal) het gehele stedelijk gebied in de gemeente. Het onderzoek aan de voorkant richt zich niet zozeer op individuele gevallen maar meer op de kwetsbare verblijfplaatsen, zijnde kolonies/bolwerken van huismus en gierzwaluw en grote kraam- en/of winterverblijfplaatsen van vleermuizen, de instandhouding van het leefgebied, de omvang van een populatie van een soort en de trend daarin. Er wordt meer dan ruimschoots (en tijdig) gemitigeerd en gecompenseerd. De gemeente krijgt een omgevingsvergunning voor het overtreden van verbodsbepalingen en schrijft deze door naar woningcorporaties, particulieren, ontwikkelaars en andere initiatiefnemers die daar gebruik van willen maken. De corporaties zijn hierbij gebaat omdat er een veel grotere planningszekerheid ontstaat: op voorhand is ruim van tevoren bekend waar kwetsbare locaties zijn en er wordt op veel ruimere schaal gemitigeerd en gecompenseerd zodat de beschermde soorten er uiteindelijk op vooruit gaan. Om dit te onderbouwen zal aan initiatiefnemers gevraagd worden de positieve trend te onderbouwen door monitoringonderzoek.

Paragraaf 3 Bestrijding en beheersing invasieve exoten

Aanleiding

Vanaf 1 januari 2017 zijn provincies verantwoordelijk voor een actief soortenbeleid. Dit volgt uit artikel 1.12 van de oude Wet natuurbescherming (Wnb). Deze verantwoordelijkheid is per 1 januari 2024 overgenomen in de Omgevingswet (artikel 3.57 uit het Besluit Kwaliteit Leefomgeving). Provincies moeten hun natuurbeleid gaan inzetten voor het in stand houden en eventueel verbeteren van soortenpopulaties en hun habitats, biotopen en leefgebieden, voor zover die zijn opgenomen in internationale verdragen (Bonn en Bern), de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en de Nederlandse Rode Lijsten.

Aan bovenstaande taken, uitgewerkt in de door ons vastgestelde Realisatiestrategie natuurvisie 2018-2027, is nu de nieuwe taak de bestrijding van invasieve exoten toegevoegd. Het is een verplichting die rechtstreeks volgt uit de Exotenverordening (EU) Nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014. Het Rijk heeft bij ministeriële aanwijzing in de Regeling natuurbescherming de provincies op 7 maart jl., met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2018, verantwoordelijk gemaakt voor de uitroeiing en het beheer van (inmiddels) 61 invasieve uitheemse dier- en plantensoorten op de zogenaamde ‘Unielijst’, de EU-lijst van invasieve soorten waarvoor de Exotenverordening geldt. Voor onderhavige uitvoeringsverordening zijn uit die invasieve uitheemse dier- en plantensoorten 10 soorten geselecteerd waarvan de beheersing of bestrijding het meest urgent is en waarvoor subsidie kan worden aangevraagd.

Naast de door de EU en van Rijkswege aangewezen invasieve soorten, kunnen provincies ook soorten aanwijzen binnen hun grondgebied die de biodiversiteit bedreigen, mits op grond van een wetenschappelijke risicobeoordeling aangetoond is of wordt dat ze de biodiversiteit bedreigen en de wettelijke zorgplicht in acht wordt genomen. Op advies van het Platform Invasieve Exoten Provincie Utrecht zijn (vooralsnog) de drie soorten Aziatische Duizendknopen, gestreepte Amerikaanse rivierkreeft en de watercrassula op de ‘Utrechtse lijst’ gezet. Deze soorten dienen op vergelijkbare wijze te worden bestreden of ‘beheerst’ als de Unielijstsoorten. Zodoende zijn ze ook meegenomen in onderhavige uitvoeringsverordening.

Artikelsgewijs

Paragraaf 1 Biodiversiteit en leefgebieden bedreigde soorten

Artikel 1.2 Subsidiabele activiteiten

Het gaat om eenmalige maatregelen die niet gesubsidieerd kunnen worden uit andere regelingen: SKNL, Anlb, platform kleine landschapselementen, NNN, N2000. Denk bijvoorbeeld aan kunstmatige nest en voorplantingsgelegenheid.

Artikel 1.3 Nadere criteria

Eerste lid

Als subsidievereiste is hier bepaald dat de activiteiten een aantoonbare verbetering dienen op te leveren voor de plant- of diersoorten waarvoor de activiteiten worden uitgevoerd. Hiermee wordt bedoeld dat in het leefgebied van de betreffende soorten maatregelen worden uitgevoerd, waarvan op basis van literatuur, kennis en inschatting van experts bekend is dat die maatregelen positieve effecten hebben voor die soorten.

Derde lid, Plant-, en zaaigoed

Met planten en inzaaien willen wij terughoudend omgaan. Dat wil zeggen dat we vooral natuurlijke processen van vestiging willen stimuleren. Inheems betekent dat Nederland tot het oorspronkelijke verspreidingsgebied van de plant hoort. Autochtoon zijn soorten die afstammelingen zijn van de oorspronkelijk inheemse flora die na de ijstijd op eigen kracht Nederland heeft bereikt. Veel plantmateriaal wordt bijvoorbeeld opgekweekt uit zaad dat geïmporteerd is uit Zuid- en Oost-Europa. Daarbij gaat het weliswaar om soorten waarvoor Nederland tot het natuurlijke verspreidingsgebied hoort (inheems), maar het importmateriaal heeft andere erfelijke eigenschappen (niet autochtoon). Alleen in of nabij het stedelijk gebied, kan inzaai van cultuurplanten of -gewassen plaatsvinden.

Artikel 1.5 eerste lid, onder b, ondersteunend kaartmateriaal

Als subsidievereiste is hier bepaald dat bij de aanvraag ondersteunend kaartmateriaal moet worden meegezonden. Hiermee wordt bedoeld dat aangegeven wordt op welk gebied het project gericht is en welke maatregelen op welke plek in het gebied uitgevoerd gaan worden.

Artikel 1.8 Hoogte van de subsidie

De 10% genoemd in artikel 1.2 onder 2, zit in het totaalbedrag van de maximale subsidie en komt hier niet als extra bedrag bovenop.

Artikel 1.9 Subsidiabele kosten

Derde lid, Uitvoeringskosten

Onder uitvoeringskosten worden activiteiten verstaan zoals: grondwerk, kunstwerken water, groenwerk, onvoorzien (niet benoemd, nader te detailleren). In ieder geval niet tot uitvoeringskosten behoren: planvorming, engineeringskosten, inzet eigen personeel (valt onder engineerkosten).

Artikel 1.11 Verplichtingen subsidieontvanger

De Asv gaat uit van het principe dat gewerkt wordt vanuit het vertrouwen in plaats van wantrouwen. Het aantal informatieverplichtingen is hierdoor verminderd. De eigen verantwoordelijkheid ligt bij de subsidieontvanger. Deze moet op grond van artikel 6.1 van de Asv onverwijld melden wanneer de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel zal worden voldaan aan de subsidieverplichtingen. In dat geval kunnen Gedeputeerde Staten ambtshalve de subsidieverlening wijzigen of intrekken, de subsidie lager of op nihil vaststellen, voorschotten opschorten of verplichtingen aanpassen. Indien er geen melding is gedaan en pas bij een aanvraag voor vaststelling of bij een steekproef blijkt dat er wel een melding gedaan had moeten worden, kan dit leiden tot volledige terugvordering inclusief wettelijke rente. In geval van misbruik wordt dit geregistreerd. Onder de meldingsplicht van artikel 6.1 van de Asv valt eveneens het melden van het wijzigen van gebruikte materialen. In dat geval wordt immers de activiteit niet geheel verricht als de activiteit waarvoor subsidie is verleend.

Onder c, opnemen verspreidingsgegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna

Indien de subsidieontvanger niet beschikt over een account bij de Nationale databank flora en fauna (NDFF), kunnen de verspreidingsgegevens van de projectlocatie in de NDFF worden ingevoerd via www.waarneming.nl, www.telmee.nl of via de apps ‘ObsMapp’.

Paragraaf 2 soortenmanagementplan

Artikel 2.1 Begripsbepalingen

Onder c Omgevingsvergunning flora en fauna activiteiten

Bij de inzet van een omgevingsvergunning flora en fauna activiteiten wordt beoogd om zowel een soort duurzaam te beschermen als ruimte te verschaffen voor ontwikkelingen waarvan op voorhand nog niet precies duidelijk is hoe, waar en wanneer deze zullen worden uitgevoerd. De omgevingsvergunning flora en fauna activiteiten behelst als het ware overcompensatie: ook al weet de aanvrager vooraf nog niet precies wat hij tijdens het uitvoeren van activiteiten allemaal zal aantreffen, vast staat dat hij vooraf duidelijk heeft kunnen maken dat de situatie van de soorten na het uitvoeren van activiteiten niet gelijk zal blijven, maar beter zal worden. Het is daarbij belangrijk om de meest wezenlijke functionaliteiten van een gebied voor het voortbestaan van de soort in beeld te hebben. Als een soort, afhankelijk van de tijd van het jaar, verschillende gebieden gebruikt dan moeten de verschillende functies afzonderlijk in beeld zijn. Het gaat hierbij dus nadrukkelijk om het behoud van de soort, niet het individu. De inventarisatie die aan het soortenmanagementplan vooraf gaat hoeft derhalve niet tot op grote zekerheid ook het laatste individu in beeld te hebben gebracht. Belangrijke verblijfplaatsen moeten wel in beeld zijn.

Artikel 2.11 Verplichtingen subsidieontvanger

De inhoudelijke eisen waaraan een SMP dient te voldoen zijn opgenomen als bijlage 2 van deze verordening. Een ander criterium is dat de staat van instandhouding van de soorten waarover het SMP handelt, moet verbeteren. Dat betekent dat de omgevingsvergunning flora en fauna activiteiten (mede) verleend kan worden op grond van het in de wet genoemde belang ‘flora en fauna’. Een SMP dient gebaseerd te zijn op deugdelijk ecologisch onderzoek dat voldoende recent is, zodat aannemelijk is dat het overtreden van verbodsbepalingen van de Wnb tot een minimum wordt beperkt.

  • d.

    Doorschrijven naar derden moet in de basis kosteloos zijn. Indien de vergunning na doorschrijven gebruikt wordt voor de ontplooiing van commerciële activiteiten met winstoogmerk (bijvoorbeeld projectontwikkelaars), kunnen leges worden gerekend of een afdracht geëist worden aan het fonds voor bovenwijkse voorzieningen.

Paragraaf 3 Bestrijding en beheersing invasieve exoten

Artikel 3.1 Begripsbepalingen

Onder g, invasieve exoten

Onder schade van invasieve exoten wordt verstaan: verlies van biodiversiteit en/of economische, sociale of milieugevolgen. Invasieve exoten kunnen inheemse soorten wegconcurreren, opeten, infecteren of zich ermee vermengen en ecosystemen veranderen.

Onder m, Natura 2000-doelen

Externe werking van de Natura 2000-doelen buiten Natura 2000-gebieden: kan aan de orde zijn indien zich daar cruciaal foerageergebied bevindt van doelsoorten; foerageergebied waarop deze doelsoorten ‘pendelen’ vanuit een Natura 2000-gebied (bijvoorbeeld purperreigers, zwarte sterns of meervleermuizen).

Artikel 3.2 Subsidiabele activiteiten

Alle subsidiabele activiteiten die genoemd worden in dit artikel kunnen ook in één aanvraag gecombineerd worden. Geadviseerd wordt meerdere locaties waar een invasieve exoot wordt ‘aangepakt’ alleen te combineren als de locaties relatief dicht bij elkaar liggen en als de werkwijze per locatie sterk overeenkomt. Zo niet, dan kan het lastig zijn het aanvraagformulier in te vullen voor meerdere locaties tegelijk.

Onder a, uitvoering van bestrijdings-, beheers- herstel- en onderzoeksprojecten

Ook bestrijdings- en beheersprojecten met een experimenteel karakter worden tot ‘onderzoek’ gerekend. De leefgebieden van veel aandachtsoorten zijn terug te vinden op www.verspreidingsatlas.nl, www.vogelatlas.nl of www.waarneming.nl. De KRW-oppervlaktelichamen van de provincie Utrecht zijn terug te vinden in het document ‘Factsheets oppervlaktewaterlichamen KRW behorend bij Deelplan KRW 2010-2015’ op www.provincie-utrecht.nl. Natura 2000-gebieden en bijbehorende doelen zijn te vinden op www.synbiosys.alterra.nl. De ligging van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) plus bijbehorende natuurtypen, weidevogelkerngebieden, ganzenrustgebieden, de Groene contour, waterparels, kleine landschapselementen en waardevolle houtopstanden zijn te vinden op webkaart.provincie-utrecht.nl/viewer/app. Te zijner tijd zal hierop een kaart worden geplaatst waarin al deze categorieën van bescherming van biodiversiteit worden gecombineerd in één kaart.

Artikel 3.3 Nadere criteria

Eerste lid, onder a, bestrijding en beheersing gericht op bepaalde invasieve exoten

Alleen deze geprioriteerde, wijd verspreide invasieve soorten van de Unielijst of op de ‘Utrechtse lijst van invasieve soorten’, komen in aanmerking voor subsidiëring van de bestrijding en beheersing. De prioritering heeft plaatsgevonden binnen het Platform Invasieve exoten van de Provincie Utrecht (in 2021), en is in 2024 uitgebreid. In de toekomst wordt deze lijst van soorten mogelijk uitgebreid. Niet wijd verspreide soorten ontbreken omdat de provincie bij vestiging van die soorten direct verantwoordelijk is voor de bestrijding.

Eerste lid, onder b, (invasieve) soorten die de biodiversiteit negatief kunnen (gaan) beïnvloeden of hebben beïnvloed

Hieronder wordt verstaan: predatie, het ‘wegconcurreren’, overdracht van ziektes of het wijzigen van (a)biotische omstandigheden door invasieve exoten waardoor bepaalde beschermde soorten en hun leefgebied, ecosystemen, habitat- of vegetatietypen (als omschreven in artikel 3.1. lid d) in ieder geval plaatselijk kunnen verdwijnen of in aantal of omvang achteruit gaan. Achtergrondinformatie hierover is te vinden in factsheets van invasieve exoten opgesteld door de Nederlandse Voedsel- en warenautoriteit van het Ministerie van LNV, zie https://www.nvwa.nl/onderwerpen/invasieve-exoten/documenten.

Tweede lid, onderzoek naar bestrijdings- en beheersmethoden in het geval van uitheemse invasieve rivierkreeftsoorten

In het geval van uitheemse invasieve rivierkreeftsoorten komt alleen onderzoek naar bestrijding en beheersmethoden in aanmerking voor subsidie omdat:

  • a)

    Er nog geen bestrijdings- of beheermaatregel is ontwikkeld die effectief is;

  • b)

    Het Ministerie van LNV verantwoordelijk is voor de bestrijding en beheersing van uitheemse rivierkreeftsoorten op de Unielijst en niet de provincie. Anders dan bij andere invasieve exoten, is deze taak voor de rivierkreeftsoorten niet overgedragen aan de provincies, omdat het vangen van deze dieren rechtstreeks onder de Visserijwet 1963 valt.

Artikel 3.5 Aanvraag

Eerste lid, onder b, ondersteunend kaartmateriaal

Als subsidievereiste is hier bepaald dat tevens ondersteunend kaartmateriaal moet worden meegezonden. Hiermee wordt bedoeld dat op kaart aangegeven wordt op welke locatie(s) het project betrekking heeft en waar de voorgenomen maatregelen uitgevoerd gaan worden.

Artikel 3.8 Hoogte van de subsidie

Onder a. Als er een subsidie wordt aangevraagd voor een programma waarin meerdere projecten zijn gebundeld dan wordt de hoogte van de subsidie bepaald aan de hand van de activiteiten die worden aangevraagd. Bestaat een programma uit gebundelde projecten als bedoeld in artikel 3.2, onder a, dan geldt de hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 3.8, onder a. Per aanvraag en per invasieve soort kan geen hoger bedrag dan de maximum bedragen uit artikel 3.8 worden aangevraagd, ook niet als meerdere locaties met betrekking tot één invasieve soort worden gecombineerd. Overstijgt het bedrag voor één soort met meerdere locaties het maximum uit artikel 3.8 onder a., dan dient de aanvraag te worden gesplitst in meerdere aanvragen.

Onder d. De totaalsom van meerdere aanvragen kan per aanvrager voor niet meer dan € 100.000 cumulatief worden beschikt. Overschrijdt de totaalsom van één aanvrager dit plafond dan worden aanvragen die toezien op bedragen boven dit plafond (deels) afgewezen.

Artikel 3.12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Onder a, termijn van realisatie

De Asv gaat uit van het principe dat gewerkt wordt vanuit het vertrouwen in plaats van wantrouwen. Het aantal informatieverplichtingen is hierdoor verminderd. De eigen verantwoordelijkheid ligt bij de subsidieontvanger. Deze moet op grond van artikel 6.1 van de Asv onverwijld melden wanneer de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel zal worden voldaan aan de subsidieverplichtingen. In dat geval kunnen Gedeputeerde Staten ambtshalve de subsidieverlening wijzigen of intrekken, de subsidie lager of op nihil vaststellen, voorschotten opschorten of verplichtingen aanpassen. Indien er geen melding is gedaan en pas bij een aanvraag voor vaststelling of bij een steekproef blijkt dat er wel een melding gedaan had moeten worden, kan dit leiden tot volledige terugvordering inclusief wettelijke rente. In geval van misbruik wordt dit geregistreerd. Onder de meldingsplicht van artikel 6.1 van de Asv valt eveneens het melden van het wijzigen van gebruikte materialen. In dat geval wordt immers de activiteit niet geheel verricht als de activiteit waarvoor subsidie is verleend. Nazorg in de vorm van het verwijderen van resterende uitlopers van invasieve plantensoorten (uitputting) valt niet onder de maximum-uitvoeringstermijn van vier jaar omdat het noodzakelijk kan zijn dit juist nog langer uit te voeren.

Onder b, opname van de bestreden invasieve soort(en) op de projectlocatie in de Nationale Databank Flora en Fauna

Indien de subsidieontvanger niet beschikt over een account bij de Nationale databank flora en fauna (NDFF), dienen de verspreidingsgegevens op de projectlocatie in de NDFF worden ingevoerd via www.waarneming.nl, www.telmee.nl of via de apps ‘ObsMapp’ of ‘snApp de exoot’.

Onder c, monitoringsverplichting

Om inzicht krijgen en te verschaffen in de verschillende bestrijdingsmethoden, de kosten en de effectiviteit vragen wij met ingang van de USB 2021 de resultaten van de gesubsidieerde bestrijdingsprojecten te monitoren en ons de bevindingen te doen toekomen. De rapportages zullen niet worden gepubliceerd, maar een grondslag vormen voor (interne) beleidsontwikkelingen en kennisdeling in het Platform Invasieve Exoten. Bovendien zijn lidstaten verplicht hun inzet ter bestrijding van invasieve exoten inzichtelijk te maken aan de EU, en rapporteren wij aan het ministerie van LNV over de financiële zijde van bestrijdingsprojecten. De bevindingen van rapportages die in het kader van subsidieverleningen opgesteld worden zullen onderdeel uitmaken van deze rapporteringen.