Marktreglement gemeente ’s-Hertogenbosch 2021

Geldend van 29-08-2023 t/m heden

Intitulé

Marktreglement gemeente ’s-Hertogenbosch 2021

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Hertogenbosch,

In zijn vergadering van 13 juli 2021,

gelezen het collegevoorstel van 13 juli 2021, reg.nr. 11137684 de Marktverordening en -reglement 2021;

gelet op artikel 160 lid 1 onder g van de Gemeentewet, artikel 4 van de Marktverordening gemeente ’s-Hertogenbosch 2021 en de Algemene wet bestuursrecht;

gezien het advies van de marktadviescommissie;

overwegende, dat het wenselijk is om nadere regels vast te stellen met betrekking tot de uitvoering van de Marktverordening gemeente ’s-Hertogenbosch 2021;

besluit

Het “Marktreglement gemeente ’s-Hertogenbosch 2021” als volgt vast te stellen:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In dit reglement wordt, naast de definities die zijn bepaald in artikel 1 van de Marktverordening gemeente ’s-Hertogenbosch 2021, verstaan onder:

  • a.

    eco- en consumptiemarkt: markt die hoofdzakelijk gericht is op ecologische en biologische producten en levensmiddelen.

  • b.

    standplaatshouder: de vergunninghouder of diens waarnemer.

  • c.

    uitstallingen: andere objecten dan het verkoopmiddel, voor het tentoonstellen, aanprijzen en/of verkopen van goederen, danwel de te verkopen goederen zelf;

  • d.

    verordening: de Marktverordening gemeente ’s-Hertogenbosch 2021;

  • e.

    voertuig: voertuig zoals bedoeld in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • f.

    warenmarkt: de markt die gericht is op zowel de verkoop van levensmiddelen als overige producten.

Artikel 2. Dagen, plaatsen en tijden van de markten

  • 1.

    In de gemeente ’s-Hertogenbosch worden de volgende markten gehouden:

  • a.

    Warenmarkt in het centrum

op dinsdag

van 9:00 tot 13:30 uur;

  • b.

    Warenmarkt in het centrum

op woensdag

van 9:00 tot 15:00 uur;

  • c.

    Eco- en consumptiemarkt in het centrum

op vrijdag

van 9:00 tot 13:30 uur;

  • d.

    Warenmarkt in het centrum

op zaterdag

van 9:00 tot 17:00 uur;

  • e.

    Warenmarkt in het centrum

op zondag

van 12:00 tot 17:00 uur;

  • f.

    Warenmarkt bij de Rompert

op donderdag

van 7:00 tot 13:00 uur;

  • g.

    Warenmarkt bij Helftheuvel

op donderdag

van 9:00 tot 13:00 uur;

  • h.

    Warenmarkt in Rosmalen

op donderdag

van 9:30 tot 17:00 uur;

  • i.

    Warenmarkt in Maaspoort

op vrijdag

van 9:00 tot 15:00 uur.

  • j.

    Warenmarkt Nuland

op donderdag

van 8:30 tot 13:00 uur.

  • 2.

    Voor de warenmarkten op dinsdag en donderdag in het centrum worden geen nieuwe vergunningen verleend, met uitzondering de vergunningen die worden verleend op grond van het overgangsrecht bij inwerkingtreding van de nieuwe verordening en dit marktreglement.

  • 3.

    De warenmarkt op zondag, zoals bedoeld in lid 1 onder f, vindt plaats op twintig zondagen per kalenderjaar. De betreffende zondagen worden jaarlijks voorafgaand aan het kalenderjaar aangewezen.

  • 4.

    De begrenzing van de marktterreinen en de plaatsen van de standplaatslocaties zijn weergegeven op de aan dit marktreglement bijgevoegde tekeningen.

  • 5.

    Op de volgende dagen vindt er geen markt in de zin van artikel 1 van de verordening plaats:

    • a.

      Nieuwjaarsdag;

    • b.

      Eerste en tweede Paasdag;

    • c.

      Koningsdag;

    • d.

      Hemelvaartsdag (met uitzondering van de geraniummarkt);

    • e.

      Eerste en tweede Pinksterdag;

    • f.

      Eerste en tweede Kerstdag.

Artikel 3. Inrichtingsbepalingen en branchering

  • 1.

    De volgende branches worden onderscheiden:

    • a.

      Eet- en drinkwaren, bestemd om ter plaatste te consumeren

    • b.

      Aardappelen, groenten en fruit

    • c.

      Poelierswaren en gegrilde kipproducten

    • d.

      Vlees

    • e.

      Vis en visproducten

    • f.

      Brood, banket en koek

    • g.

      Snoep en chocolade

    • h.

      Zuivelproducten en eieren

    • i.

      Olijven, kruiden, specerijen, noten en verduurzaamde zuidvruchten

    • j.

      Biologische en/of ecologische levensmiddelen

    • k.

      Overige levensmiddelen

    • l.

      Bovenkleding volwassenen

    • m.

      Baby-, kleuter- en kinderkleding

    • n.

      Onder- en nachtkleding en lingerie

    • o.

      Beenmode

    • p.

      Modestoffen

    • q.

      Kleinvakartikelen

    • r.

      Huishoudtextiel

    • s.

      Lederwaren

    • t.

      Schoeisel

    • u.

      Mode accessoires

    • v.

      Snijbloemen

    • w.

      Kamerplanten, perkgoed en bloembollen

    • x.

      Bezigheidsartikelen

    • y.

      Huishoudelijke artikelen

    • z.

      Telefoon, elektronische en PC artikelen

    • aa.

      Gereedschappen en fietsonderdelen

    • ab.

      Dierenbenodigdheden

    • ac.

      Drogisterij, cosmetica en kappersbenodigdheden

    • ad.

      Biologische en/of ecologische artikelen non-food

    • ae.

      Overige artikelen non-food

  • 2.

    Voor de in lid 1 genoemde branches zijn op de markten in onderstaande tabel het daarbij behorend aantal standplaatsen toegestaan:

Woensdag centrum

Vrijdag centrum

Zaterdag centrum

a. Eet- en drinkwaren, bestemd om ter plaatse te consumeren

6

3

6

b. Aardappelen, groente en fruit

6

6

10

c. Poelierswaren en gegrilde kipproducten

2

-

2

d. Vlees

2

-

2

e. Vis en visproducten

4

2

4

f. Brood, banket en koek

3

-

6

g. Snoep en chocolade

2

-

2

h. Zuivelproducten en eieren

3

2

5

i. Olijven, kruiden, specerijen, noten en verduurzaamde zuidvruchten

4

2

5

j. Biologische en/of ecologische levensmiddelen

-

20

-

k. Overige levensmiddelen

6

2

8

l. Bovenkleding volwassenen

5

-

6

m. Baby-, kleuter- en kinderkleding

2

-

2

n. Onder- en nachtkleding en lingerie

2

-

3

o. Beenmode

2

-

3

p. Modestoffen

3

-

4

q. Kleinvakartikelen

2

-

2

r. Huishoudtextiel

2

-

2

s. Lederwaren

2

-

2

t. Schoeisel

2

-

2

u. Mode accessoires

3

-

3

v. Snijbloemen

3

1

4

w. Kamerplanten, perkgoed en bloembollen

2

1

2

x. Bezigheidsartikelen

2

-

2

y. Huishoudelijke artikelen

2

-

2

z. Telefoon, elektronische en PC artikelen

2

-

2

aa. Gereedschappen en fietsonderdelen

2

-

2

bb. Dierenbenodigdheden

2

-

2

cc. Drogisterij, cosmetica en kappersbenodigdheden

2

-

2

dd. Biologische en/of ecologische artikelen non-food

-

4

-

ee. Overige artikelen non-food

6

-

6

Totaal

85

43

103

  • 3.

    In aanvulling op de branche als bedoeld onder a, geldt voor de branches b tot en met k dat de verkoop voor het nuttigen ter plaatse ook is toegestaan.

  • 4.

    Het is de standplaatshouder niet toegestaan goederen aan te bieden welke niet behoren tot de hem vergunde branche.

  • 5.

    In afwijking van lid 4 geldt voor alle in lid 1 genoemde branches dat aanverwante producten, passend bij de branche, eveneens mogen worden verkocht mits de verkoop daarvan een ondergeschikt karakter heeft, blijkend uit het aandeel in de uitstalling.

  • 6.

    Een standplaats mag op de volgende markten maximaal 64 vierkante meter groot zijn:

    a. Warenmarkt in Rosmalen op donderdag;

    b. Eco- en consumptiemarkt in het centrum op vrijdag;

    c. Warenmarkt in het centrum op zaterdag.

  • 7.

    In bijzondere omstandigheden kan het college ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 6.

  • 8.

    Op de tekeningen zoals bedoeld in artikel 2 lid 4, kunnen standplaatsen worden aangewezen die specifiek wel of niet bestemd zijn voor een bepaalde branche of bepaalde werkzaamheden zoals koken, bakken, braden en frituren.

Hoofdstuk 2 Vergunningen

Artikel 4. Inhoud vaste standplaatsvergunning

Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

  • a.

    de achternaam en voornamen, de geboortedatum en -plaats van de vergunninghouder;

  • b.

    de markt waarvoor de vergunning geldt;

  • c.

    een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

  • d.

    de kraam en/of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

  • e.

    de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

  • f.

    de periode waarvoor de vergunning is verstrekt;

  • g.

    indien op grond van de verordening en/of dit reglement ontheffingen zijn verstrekt, de inhoud van die ontheffingen;

Artikel 5. Toewijzen schaarse vergunningen

  • 1.

    Wanneer een standplaats beschikbaar komt, wordt op de website van de gemeente ’s-Hertogenbosch bekend gemaakt dat geïnteresseerden binnen een termijn van vier weken een vergunning voor de betreffende standplaats kunnen aanvragen.

  • 2.

    De aanvraag moet worden gedaan door middel van een vastgesteld aanvraagformulier en daarnaast moet in ieder geval worden aangeleverd:

    • a.

      een actueel uittreksel handelsregister van de Kamer van Koophandel (niet ouder dan drie maanden);

    • b.

      een verklaring omtrent het gedrag van de aanvrager (niet ouder dan zes maanden);

    • c.

      een foto of situatieschets van het verkoopmiddel, inclusief openstaande luifels en andere toebehoren;

    • d.

      bewijsstukken die aantonen dat biologische/ecologische producten worden verkocht, voor zover het ondernemers betreft in de branches als bedoeld in artikel 3 lid 1 onder j en dd;

    • e.

      bewijsstukken, zoals benoemd op het aanvraagformulier, waarmee wordt aangetoond dat wordt voldaan aan de beoordelingscriteria zoals bedoeld in lid 5.

  • 3.

    De aanvrager die een onvolledige aanvraag indient, wordt overeenkomstig artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid gesteld om deze aan te vullen met de ontbrekende gegevens. De termijn hiervoor bedraagt twee weken. Aanvragen die na de mogelijkheid tot aanvullen nog onvolledig blijven, worden niet in behandeling genomen.

  • 4.

    Alle volledige aanvragen worden beoordeeld.

  • 5.

    Tenzij reeds sprake is van een andere weigeringsgrond uit artikel 7 van de verordening, dan zoals bedoeld in artikel 7, lid 2, onder f, worden bij de beoordeling van de aanvraag de beoordelingscriteria uit onderstaande tabel gehanteerd, met het daaraan gekoppelde aantal punten. Hierbij geldt dat ofwel het totaal aantal punten ofwel nul punten wordt toegekend.

Beoordelingscriteria

Aantal punten

A. Toegevoegde waarde voor de markt (10 punten)

Het product of de diensten die vanaf de standplaats worden aangeboden zijn uniek op de markt.

2 punten

Het product of de diensten die vanaf de standplaats worden aangeboden, worden niet aangeboden in het naastgelegen winkelcentrum (geldt niet voor de binnenstad).

2 punten

Op de standplaats worden streekproducten aangeboden.

2 punten

De aanvrager heeft aantoonbaar aan marktverkenning gedaan.

2 punten

De aanvrager doet aantoonbaar aan klantenbinding.

2 punten

B. Presentatie (5 punten)

Het verkoopmiddel waarmee de standplaats wordt ingenomen heeft een verzorgd uiterlijk.

2 punten

De aanvrager presenteert de producten op een wijze die niet of bijna niet voorkomt op de betreffende markt.

1 punt

De aanvrager maakt gebruik van een website, webshop en/of social media.

1 punt

De vergunninghouder en diens personeel dragen bedrijfskleding.

1 punt

C. Dienstverlening (5 punten)

De aanvrager biedt garantie, mogelijkheid voor ruilen, terugbrengen en/of reparatie.

2 punten

De aanvrager bezorgt bestellingen aan huis.

1 punt

Klanten kunnen online of telefonisch bestellen en meer informatie over de producten vinden (bijvoorbeeld op de website en/of social media).

1 punt

Klanten kunnen digitaal betalen.

1 punt

D. Maatschappelijk betrokken (5 punten)

De aanvrager treft aantoonbare duurzaamheidsmaatregelen.

2 punten

De aanvrager doet aantoonbaar aan afvalscheiding en recycling.

1 punt

De aanvrager begeleidt stagiaires als erkend leerwerkbedrijf of verkoopt producten van een erkend leerwerkbedrijf.

1 punt

De aanvrager ondersteunt aantoonbaar goede doelen.

1 punt

E. Ervaring (3 punten)

De aanvrager of diens waarnemer heeft tenminste drie jaar ervaring op de markt of als ondernemer in een winkel.

2 punten

De aanvrager of diens waarnemer heeft diploma’s of certificaten binnen de branche waarin hij/zij opereert.

1 punt

F. Gedrag en aanwezigheid (7 punten)

De aanvrager heeft de afgelopen vijf jaar geen schriftelijke waarschuwingen of andere sancties gehad voor overtredingen van de verordening, het marktreglement of andere nadere regels.

2 punten

Van de aanvrager is afgelopen vijf jaar geen vergunning ingetrokken vanwege de afwezigheid, op grond van artikel 11, lid 2, sub c of d van de verordening.

5 punten

Afgelopen jaar is de aanvrager op de markt waarvoor vergunning wordt aangevraagd meer dan zes keer afwezig geweest.

- 1 punt

G. Binding (1 punt)

De aanvrager heeft tevens een standplaats op een of meerdere wijkmarkten in de gemeente ’s-Hertogenbosch

1 punt

  • 6.

    Aan degene met het hoogst aantal punten wordt de beschikbare vaste standplaatsvergunning verleend. De overige gevraagde vergunningen worden geweigerd op grond van artikel 7, lid 2 onder f van de verordening. De punten van eenieder worden bekendgemaakt in de besluiten.

  • 7.

    Bij een gelijk aantal punten, wordt de vaste standplaatsvergunning verleend aan degene met het hoogst aantal punten bij de beoordelingscriteria onder categorie A. Wanneer die score ook gelijk is, wordt gekeken naar de hoogste score bij de beoordelingscriteria onder categorie B, enzovoort.

  • 8.

    Als er na toepassing van lid 7 een identieke score is, wordt er geloot in het bijzijn van de betreffende ondernemers. De aanvraag die uit de loting als eerste wordt getrokken, krijgt de vaste standplaatsvergunning.

  • 9.

    Wanneer er na de bekendmaking van de beschikbare standplaats, als bedoeld in lid 1 geen vergunningaanvraag volgt binnen de daartoe opengestelde termijn, en op een later moment alsnog vaste standplaatsvergunningen worden aangevraagd, worden deze behandeld op volgorde van binnenkomst.

Artikel 6. Afmelden bij afwezigheid en opvullen meters door andere vergunninghouders

  • 1.

    De vergunninghouder die wegens ziekte, bijzondere omstandigheden of vakantie verhinderd is de vaste standplaats in te nemen en geen waarnemer heeft als bedoeld in artikel 9 van de verordening, stelt de marktmeester daarvan minimaal 48 uur voor de betreffende marktdag schriftelijk of per e-mail in kennis. Indien mogelijk geeft de vergunninghouder de duur van de afwezigheid aan.

  • 2.

    Bij plotselinge verhindering wordt de marktmeester mondeling, telefonisch of per tekstbericht ingelicht, gevolgd door een schriftelijke bevestiging van deze melding.

  • 3.

    Wanneer een vergunninghouder zich heeft afgemeld, kunnen de vierkante meters van zijn standplaats door anderen worden ingenomen na toestemming van de marktmeester en onder de volgende voorwaarden:

    a. De meters mogen alleen worden ingenomen door standplaatshouders met een standplaats die direct grenst aan de vrijgekomen plaats.

    b. Als er meer standplaatshouders gebruik kunnen maken van de vrijgekomen meters, moeten zij hierover, voordat zij toestemming aan de marktmeester vragen, onderling afspraken maken.

Hoofdstuk 3 Standwerkers

Artikel 7. Standwerkers

  • 1.

    Het is uitsluitend op daartoe op tekening vastgestelde standwerkersplaatsen toegestaan om als standwerker op te treden.

  • 2.

    Op de markten worden maximaal de volgende aantallen standwerkersplaatsen toegewezen:

    • a.

      Warenmarkt centrum op woensdag: 3

    • b.

      Warenmarkt centrum op zaterdag: 7

    • c.

      Warenmarkt Rosmalen op donderdag: 2

  • 3.

    De frontbreedte van een standwerkersplaats is maximaal 3.50 meter met een diepte van maximaal 3 meter, met dien verstande dat buiten het front van 3.50 meter geen artikelen aan eventuele kapconstructies dan wel aan een parasol mogen worden opgehangen.

  • 4.

    Personen die in aanmerking willen komen voor een standwerkersplaats, dienen zich persoonlijk op de betreffende marktdag, zoals omschreven in artikel 2, uiterlijk voor aanvang van de markt te melden bij de marktmeester.

  • 5.

    Wanneer er meer gegadigden zijn voor standwerkersplaatsen dan beschikbare plaatsen, vindt verdeling van de standwerkersplaatsen plaats door middel van loting, welke een half uur vóór de start van de markt plaatsvindt.

  • 6.

    Voor een standwerkersplaats komt slechts in aanmerking degene die volledig handelingsbekwaam is, die de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt en die staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

  • 7.

    De volgende personen mogen geen standwerkersplaats innemen:

    • a.

      vergunninghouders van een vaste standplaats;

    • b.

      personen die verse consumptieartikelen aanbieden.

  • 8.

    De marktmeester verleent, zo nodig na de loting in het geval als omschreven in lid 5, mondeling toestemming (aan de ingelote gegadigde) voor het innemen van een standwerkersplaats.

  • 9.

    Per artikel wordt één standwerker toegelaten.

  • 10.

    Een standwerkersplaats wordt voor maximaal één dag toegewezen.

  • 11.

    De standwerker waaraan een standwerkersplaats is toegewezen, mag uitsluitend één artikel voeren dat door hem bij de loting is opgegeven. Of er sprake is van één artikel is ter beoordeling aan de marktmeester.

  • 12.

    Degene aan wie een standwerkersplaats is toegewezen, is verplicht de toegewezen plaats een half uur na het einde van de loting in te nemen en deze gedurende de markt persoonlijk te bezetten. De standwerkersplaats mag niet (tijdelijk) aan een ander worden afstaan of in gebruik worden geven.

  • 13.

    Standwerkers dienen een half uur voor de sluitingstijd van de markt het marktterrein te hebben verlaten.

  • 14.

    De standwerker dient daadwerkelijk het aan te bieden product te presenteren met als doel publiek om zich heen te verzamelen en het product te verkopen.

  • 15.

    Het gebruik op de standwerkersplaats van prijskaarten, meet- en weegtoestellen, aanduidingborden, audiovisuele middelen en of geluidsversterkende apparatuur is niet toegestaan.

Hoofdstuk 4 Ordebepalingen

Artikel 8. Tijdstippen bezetten standplaats, op- en afbouwen

  • 1.

    Het is een vaste standplaatshouder verboden om op te bouwen vóór of buiten de tijden voor opbouw zoals genoemd in onderstaande tabel.

  • 2.

    Een vaste standplaats moet worden ingenomen vanaf één uur vóór het begin van de markt. Voor de markt in Rosmalen geldt dat standplaatshouders, die in het eerste tijdsblok van 8:30 tot 10:30 uur opbouwen, de standplaats uiterlijk om 10:30 uur moeten innemen. De standplaatshouders die in het tweede tijdsblok van 12:00 tot 13:30 uur opbouwen, moeten de standplaats uiterlijk om 13:30 uur innemen.

  • 3.

    Het bepaalde in lid 2 is niet van toepassing indien de standplaatshouder voor het aanvangstijdstip aan de marktmeester, met opgave van reden, heeft doorgegeven dat de standplaats niet tijdig kan worden ingenomen en daarvoor toestemming heeft gekregen van de marktmeester.

  • 4.

    Verkoop mag uitsluitend plaatsvinden vanaf één uur vóór de opening van de markt tot uiterlijk 30 minuten na de sluitingstijd van de markt.

  • 5.

    De vaste standplaatshouder is verplicht tot de eind(verkoop)tijd van de markt zijn standplaats in te blijven nemen.

  • 6.

    Het is een vaste standplaatshouder verboden voor de eind(verkoop)tijd van de markt, als weergegeven in onderstaande tabel, een begin te maken met het inpakken van de verkoopartikelen.

  • 7.

    Een vaste standplaatshouder dient de standplaats te hebben ontruimd en het marktterrein te hebben verlaten op de uiterste tijden voor afbouwen van de standplaats, zoals genoemd in onderstaande tabel.

  • 8.

    Onder bijzondere omstandigheden kan het college ontheffing verlenen van de verplichtingen uit één of meerdere bepalingen uit dit artikel.

  • 9.

    Het is een bedrijf of persoon die kramen plaatst voor een vaste standplaatshouder of standwerker niet toegestaan de kramen eerder te plaatsen dan:

    • 2:30 uur op vrijdag, zaterdag en zondag voor de markten op die dagen;

    • 20:00 uur op de dag voorafgaand aan de markt voor alle overige markten.

  • 10.

    De kramen als bedoeld in lid 9 moeten op de volgende momenten verwijderd zijn:

    • in het centrum: binnen anderhalf uur nadat de standplaatsen ontruimd moeten zijn;

    • .

      op de markten buiten het centrum: een half uur nadat de standplaatsen ontruimd moeten zijn.

    • wanneer een standplaatshouder niet op de markt verschijnt; uiterlijk op het moment dat de markt opent. Als het niet mogelijk is om de kramen op dat moment veilig te verwijderen, maakt eigenaar van de kramen afspraken met de marktmeester over een gelijkwaardige oplossing.

Marktdag

Openingstijden markt

Op- en afbouw

Consumptiemarkt centrum dinsdag

van 9:00 tot 13:30 uur

Opbouw vanaf 6:15 uur

Standplaats ontruimd om 15:00 uur

Warenmarkt centrum woensdag

van 9:00 tot 15:00 uur

Opbouw vanaf 5:15 uur

Standplaats ontruimd om 16:30 uur

Eco- en consumptiemarkt centrum vrijdag

van 9:00 tot 13:30 uur

Opbouw vanaf 6:15 uur

Standplaats ontruimd om 15:00 uur

Warenmarkt centrum zaterdag

van 9:00 tot 17:00 uur

Opbouw vanaf 5:15 uur

Standplaats ontruimd om 18:30 uur

Warenmarkt centrum zondag

van 12:00 tot 17:00 uur

Opbouw vanaf 9:00 uur

Standplaats ontruimd om 18:30 uur

Warenmarkt Rompert donderdag

van 7:00 tot 13:00 uur

Opbouw vanaf 6:00 uur

Standplaats ontruimd om 14:30 uur

Warenmarkt Helftheuvel donderdag

van 9:00 tot 13:00 uur

Opbouw vanaf 6:15 uur

Standplaats ontruimd om 14:30 uur

Warenmarkt Rosmalen donderdag

van 9:30 tot 17:00 uur

Opbouw tussen 8:30 en 10:30 uur of tussen 12:00 en 13:30 uur

Standplaats ontruimd om 18:30 uur

Warenmarkt Maaspoort vrijdag

van 9:00 tot 15:00 uur

Opbouw vanaf 7:00 uur

Standplaats ontruimd om 16:30 uur

Warenmarkt Nuland

donderdag

van 8:30 tot 13:00 uur

Opbouw vanaf 7:00 uur

Stansplaats ontruimd om 13:00 uur

Artikel 9. Voertuigen en koelwagens

  • 1.

    De standplaatshouder is het verboden om gedurende de verkooptijden van de markt, als genoemd in de tabel bij artikel 10, een voertuig, transportmiddel en/of koelwagen op het marktterrein aanwezig te hebben.

  • 2.

    Het verbod in lid 1 geldt niet voor een voertuig dat tevens is ingericht als middel van waaruit artikelen worden verkocht.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid mogen voertuigen op zaterdag in de binnenstad, in verband met de afbouw van de markt, het marktterrein betreden vanaf 16:45 uur.

  • 4.

    Van het verbod uit lid 1 kan door het college ontheffing worden verleend onder te stellen voorschriften.

Artikel 10. Afvalverwijdering en verzorging standplaats

  • 1.

    De standplaatshouder is verplicht;

    • a.

      er voor te zorgen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien heeft;

    • b.

      tijdens en na de markt zelf zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke in te zamelen, te bewaren en na afloop van de markt af te voeren;

    • c.

      indien etenswaren voor directe consumptie worden verkocht, afvalbakken te plaatsen bij de standplaats voor inzameling van verpakkingsmaterialen en deze tijdig, dat wil zeggen voordat de afvalbakken vol zitten, te legen; en

    • d.

      voordat de standplaatshouder het marktterrein verlaat, de ondergrond en de onmiddellijke omgeving van zijn standplaats veegschoon achter te laten en zulks ter goedkeuring aan de marktmeester voor te leggen.

  • 2.

    Het is de standplaatshouder verboden om de ondergrond te vervuilen. De standplaatshouder is verplicht, indien de ondergrond wordt vervuild, de vervuiling en de directe gevolgen daarvan te beperken en zoveel mogelijk ongedaan te maken.

  • 3.

    Tijdens evenementen, die (deels) plaatsvinden in de directe nabijheid van de markt en tijdens de openingstijden van de markt, kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van de verpakkingsmaterialen voor eet- en drinkwaren die bestemd zijn om ter plaatse te consumeren en de inzameling daarvan.

  • 4.

    De regels als bedoeld in lid 3:

    a. Worden tenminste vier weken vóór de dag waarop deze gelden bekend gemaakt;

    b. Gelden voor alle standplaatshouders die eet- en drinkwaren verstrekken die zijn bestemd om ter plaatse te consumeren, ongeacht de branche die in de vergunning staat vermeld;

    c. Zullen gelijkluidend zijn aan de normen voor de verpakkingsmaterialen van de eet- en drinkwaren van het evenement, tenzij redelijkerwijs niet van de standplaatshouder kan worden verwacht dat zij aan dezelfde normen voldoen.

Artikel 11. Elektriciteit

  • 1.

    Het is uitsluitend toegestaan om in elektriciteit te voorzien door middel van daarvoor bestemde gemeentelijke voorzieningen of zelf opgewekte groene stroom.

  • 2.

    Het is uitsluitend toegestaan om gemeentelijke voorzieningen te betrekken met schriftelijke toestemming.

  • 3.

    De vergoeding voor het gebruik van elektriciteit worden op basis van de werkelijke kosten doorberekend aan de gebruiker.

  • 4.

    De verantwoordelijkheid voor de elektriciteit en de bijbehorende technische middelen (zoals kabels) ligt bij de gebruiker vanaf de stekker die in de contactdoos wordt geplaats. De gemeente is als beheerder verantwoordelijk tot en met het leveringspunt (contactdoos in de kast) en zorgt voor veilige stroompunten.

  • 5.

    Bij het zakelijk gebruik van elektriciteit is de Arbeidsomstandighedenwet van kracht.

  • 6.

    Het gebruik van stroom moet veilig gebeuren. De standplaatshouder moet daarbij tenminste het volgende in acht nemen:

    • a.

      Kabels mogen niet zonder kabelgoot over de voetpaden voor publiek worden gelegd;

    • b.

      Haspels moeten volledig worden uitgerold;

    • c.

      Haspels moeten zo worden opgesteld en van zodanig materiaal en van zodanige kwaliteit zijn, dat deze niet in aanraking kunnen komen met (regen)water;

    • d.

      Meerdere haspels en kabels mogen niet met elkaar worden verbonden;

    • e.

      Kabels moeten regelmatig worden gecontroleerd op beschadiging en scheurvorming;

    • f.

      Kabels mogen niet met elkaar worden verbonden met een kroonsteen.

    • g.

      Defecten dienen zo spoedig mogelijk worden hersteld doch minimaal voor de eerstvolgende ingebruikname van de materialen.

Artikel 12. Geluidsapparatuur

  • 1.

    Het is verboden zonder ontheffing van het college tijdens de markt op het marktterrein gebruik te maken van geluidsapparatuur, luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 geldt dat het standplaatshouders is toegestaan om tijdens de openingstijden van de marktzachte achtergrondmuziek (radio) ten gehore te brengen, mits andere ondernemers of consumenten daar geen enkele hinder van ondervinden.

  • 3.

    Het is straatmuzikanten onder de volgende voorwaarden toegestaan om muziek te maken op de markt:

    • a.

      Ondernemers en consumenten mogen geen hinder ervaren van het optreden;

    • b.

      Een groep muzikanten bestaat maximaal uit vijf personen;

    • c.

      De muzikant of muzikanten mag/mogen niet langer dan 5 minuten aaneengesloten op één plaats optreden en moet/moeten zich telkens tenminste 50 meter verplaatsen;

    • d.

      Het gebruik van een podium of andere objecten die de doorgang belemmeren, is niet toegestaan.

Artikel 13. Koken, bakken, braden en frituren

  • 1.

    Het is de vergunninghouder verboden om zonder ontheffing van het college op de standplaats te koken, bakken, braden of frituren.

  • 2.

    Voor het verkrijgen van een ontheffing zoals bedoeld in lid 1, moet de vergunninghouder aantonen dat kan worden voldaan aan paragraaf 5.2 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen of een gelijkwaardige maatregel wordt getroffen zoals bedoeld in artikel 1.4 van dat besluit.

  • 3.

    Bij gebruik van verwarmingstoestellen, bak- en kookinstallaties worden de bij de bereiding van voedingsmiddelen vrijkomende wasem, bakdampen en rook, zonder zich binnen de standplaats te kunnen verspreiden, naar de buitenlucht afgezogen door een gasdicht uitgevoerde afvoerleiding en afgevoerd door een verwisselbaar of reinigbaar vetvangend filter, dan wel een doelmatige ontgeuringsinstallatie.

  • 4.

    Het derde lid is niet van toepassing indien naar het oordeel van het college geen geurhinder wordt ondervonden dan wel indien de afvoerleiding naar het oordeel van het college zodanig is gesitueerd dat een afdoende verspreiding van de wasem, bakdampen of rook in de buitenlucht is gewaarborgd en geurhinder wordt voorkomen.

  • 5.

    De ontheffing kan worden geweigerd als niet wordt voldaan aan de verplichting zoals bedoeld in lid 2 of 3.

  • 6.

    Bij constatering dat niet wordt voldaan aan de in lid 2 en 3 genoemde eisen, kan het college de ontheffing, als bedoeld in lid 1, intrekken.

Artikel 14. Uitstallingen van standplaatshouders en objecten van derden

  • 1.

    Het is een standplaatshouder verboden, buiten het in de vergunning toegewezen aantal vierkante meters standplaats, uitstallingen te plaatsen.

  • 2.

    Wanneer door anderen objecten op of nabij het marktterrein worden geplaatst, op een manier die verkoop-belemmerend werkt voor een standplaatshouder, dan wordt in goed overleg met de betreffende standplaatshouders naar een oplossing gezocht.

Artikel 15. Venten

  • 1.

    Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt goederen of waren rondlopend of rijdend aan te bieden.

  • 2.

    Van het bepaalde in het lid 1 kan door het college ontheffing worden verleend, voor zover het betreft de verkoop van eet- en drinkwaren bestemd om ter plaatse te consumeren ten behoeve van de standplaatshouders.

  • 3.

    Per markt, als bedoeld in artikel 2, lid 1, wordt hiervoor maximaal één ontheffing verleend.

  • 4.

    De ontheffing wordt verleend voor dezelfde periode als de standplaatsvergunning, indien de ontheffing wordt verleend aan een vaste standplaatshouder. Wanneer de ontheffing wordt verleend aan een persoon die geen standplaats op de markt inneemt, wordt de ontheffing voor venten verleend voor de periode van 5 jaar.

  • 5.

    Voor de ontheffing zoals bedoeld in lid 2 zijn de bepalingen uit artikel 5, lid 1 tot en met 4 en lid 6 tot en met 9 overeenkomstig van toepassing.

  • 6.

    Bij beoordeling van de aanvragen om ontheffing worden de aantallen punten toegekend zoals vermeld in onderstaande tabel. Hierbij geldt dat ofwel het totaal aantal punten ofwel nul punten wordt toegekend.

Beoordelingscriteria

Aantal punten

A. Toegevoegde waarde voor de markt (8 punten)

Het product of de diensten die worden aangeboden zijn uniek op de markt.

2 punten

De ondernemer biedt streekproducten aan.

2 punten

De aanvrager heeft aantoonbaar aan marktverkenning gedaan.

2 punten

De aanvrager doet aantoonbaar aan klantenbinding.

2 punten

B. Presentatie (3 punten)

Het verkoopmiddel van de ondernemer heeft een verzorgd uiterlijk.

2 punten

De vergunninghouder en diens personeel dragen bedrijfskleding.

1 punt

C. Dienstverlening (1 punt)

Klanten kunnen digitaal betalen.

1 punt

D. Maatschappelijk betrokken (5 punten)

De aanvrager treft aantoonbare duurzaamheidsmaatregelen.

2 punten

De aanvrager doet aantoonbaar aan afvalscheiding en recycling.

1 punt

De aanvrager begeleidt stagiaires als erkend leerwerkbedrijf of verkoopt producten van een erkend leerwerkbedrijf.

1 punt

De aanvrager ondersteunt aantoonbaar goede doelen.

1 punt

E. Ervaring (3 punten)

De aanvrager of diens waarnemer heeft tenminste drie jaar ervaring op de markt of in de horeca.

2 punten

De aanvrager of diens waarnemer heeft diploma’s of certificaten binnen de branche waarin hij/zij opereert.

1 punt

F. Gedrag en aanwezigheid (7 punten)

De aanvrager heeft de afgelopen vijf jaar geen schriftelijke waarschuwingen of andere sancties gehad voor overtredingen van de verordening, het marktreglement of andere nadere regels..

2 punten

Van de aanvrager is afgelopen vijf jaar geen vergunning ingetrokken vanwege de afwezigheid, op grond van artikel 11, lid 2, sub c of d van de verordening.

5 punten

Afgelopen jaar is de aanvrager op de markt waarvoor vergunning wordt aangevraagd meer dan zes keer afwezig geweest.

- 1 punt

Artikel 16. Verspreiden gedrukte stukken

  • 1.

    Het is verboden tijdens de duur van de markt op het marktterrein gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen te verspreiden.

  • 2.

    Lid 1 is niet van toepassing op betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties.

Artikel 17. Regels verkoopmateriaal

  • 1.

    In dit artikel wordt verstaan onder:

    • a.

      frontzeil: een zeil bij een kraam, welke over de volle lengte van de standplaats tussen de grond en de onderste horizontale plank van de kraam hangt.

    • b.

      Luifel: een uitstekende overkapping die aan één zijde aan een verkoopwagen of kraam is bevestigd en aan de daartegenover liggende zijde vrij dragend is (niet door palen ondersteund). Bij kramen wordt hier ook wel eens gesproken over “verlengers”.

  • 2.

    Een standplaats kan, behoudens het bepaalde in lid 3, in beginsel met ieder type verkoopmateriaal worden ingenomen, tenzij op de tekening van de markt anders is bepaald.

  • 3.

    Een standplaats mag in verband met het uiterlijk aanzien van de markt in ieder geval niet worden ingenomen met uitsluitend:

    • a.

      een kleed of meerdere kleden;

    • b.

      één of meerdere parasols;

    • c.

      een tafel of meerdere tafels; of

    • d.

      een combinatie van deze verkoopmaterialen.

  • 4.

    De oppervlakte van het verkoopmateriaal moet passen binnen de afmetingen van de standplaats die op de tekening van de markt zijn vastgelegd en waarvoor vergunning is verleend.

  • 5.

    Het oppervlakte zoals bedoeld in lid 4 wordt gemeten tussen de uiterste hoeken van het verkoopmiddel, tenten, luifels, de uitstallingen en overige objecten van de standplaatshouder tezamen.

  • 6.

    Verkoopmateriaal en bijbehorende luifels en parasols moeten een doorloophoogte voor de klant hebben van minimaal 2.10 meter en maximaal 3.00 meter.

  • 7.

    Luifels moeten in te klappen zijn in verband met het op- en afrijden van overige gebruikers van de markt.

  • 8.

    De standplaatshouder is verplicht ervoor te zorgen dat het verkoopmateriaal en bijbehorende objecten, met uitzondering van voertuigen, verankerd zijn en de zeilen goed gespannen zijn zodat deze geen gevaar opleveren.

  • 9.

    De gemeente draagt zorg voor ankers.

  • 10.

    Het is verboden om pinnen, haringen en dergelijke in de grond aan te brengen.

  • 11.

    Het is verboden de doorgang en de wandelgangen op en langs het marktterrein op enige wijze te hinderen of te blokkeren.

  • 12.

    Verkoopmateriaal moet een transparant karakter hebben, zodat achterliggende en naastgelegen ondernemingen zichtbaar blijven. Een uitzondering geldt voor verkoopwagens waarbij dat technisch gezien onmogelijk is.

  • 13.

    In verband met het uiterlijk aanzien van de standplaats, markt en omgeving worden de volgende eisen aan het verkoopmateriaal gesteld:

    • Zeilen die achter het verkoopmiddel hangen, moeten transparant zijn;

    • Wanneer sprake is van een kraam, moet een frontzeil worden aangebracht.

  • 14.

    Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in dit artikel. Bij het verlenen van een ontheffing wordt tenminste het volgende in acht genomen:

    • a.

      Een ontheffing als bedoeld in lid 6 wordt uitsluitend verleend voor luifels en parasols binnen de afmetingen van de standplaats, voor het gestelde in lid 4 (bestaande situaties uitgezonderd).

Hoofdstuk 5 Instellen marktadviescommissie

Artikel 18. Taken marktadviescommissie

  • 1.

    De marktadviescommissie brengt gevraagd en ongevraagd advies uit aan het college over algemene marktaangelegenheden betreffende de markten.

  • 2.

    De marktadviescommissie tracht de ontwikkeling en het functioneren van deze markten te bevorderen, rekening houdend met de omgeving (horeca, detailhandel, evenementen, etc.).

  • 3.

    Voordat besluiten worden genomen, betreffende de inrichting van de markt en de regels in dit marktreglement, dan wel aan de gemeenteraad wordt geadviseerd om de verordening te wijzigen, wordt de marktadviescommissie in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen.

Artikel 19. Samenstelling marktadviescommissie

  • 1.

    De marktadviescommissie bestaat uit maximaal acht leden:

    • a.

      Maximaal vijf leden zijn kooplieden, die op de markt in het centrum een vergunning voor het innemen van een vaste standplaats hebben en die zijn gekozen door de kooplieden die op de markten in het centrum een standplaats bezetten; waarbij gestreefd wordt naar een vertegenwoordiging van alle marktdagen;

    • b.

      Maximaal twee leden zijn kooplieden, die op een markt buiten het centrum een vaste standplaats hebben en zijn gekozen door de kooplieden die op een van die markten een standplaats bezetten. Tenminste één van deze plaatsen is gereserveerd voor een standplaatshouder op de markt in Rosmalen;

    • c.

      Maximaal één lid is voorgedragen door de branchevereniging; Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel (CVAH).

  • 2.

    De vertegenwoordiger van de CVAH, vertegenwoordigt tevens de belangen van standwerkers.

  • 3.

    De leden van de marktadviescommissie worden door het college benoemd voor een periode van vier jaar.

  • 4.

    De verkiezing voor de leden van de marktadviescommissie zoals bedoeld in lid 1 onder a en b wordt georganiseerd door het college.

  • 5.

    Voor onderwerpen die niet alleen de markt aangaan, maar ook belangen van omliggende ondernemers raken, kan een afvaardiging van die ondernemers deelnemen aan het overleg van de marktadviescommissie. Over de betreffende onderwerpen kunnen zij separaat advies uitbrengen

  • 6.

    De functie van voorzitter van overleggen met de marktadviescommissie wordt vervuld door de wethouder van Economische Zaken.

  • 7.

    Het lid dat niet langer een vergunning voor het innemen van een marktplaats heeft, houdt van rechtswege op lid van de commissie te zijn.

  • 8.

    De benoeming ter vervulling van een vrijgekomen plaats binnen de marktadviescommissie geschiedt binnen twee maanden na het vrijkomen van die plaats. Als het gaat om een nieuw lid, zoals bedoeld in lid 1 onder a en b, wordt deze gekozen volgens eenzelfde procedure als het aftredend lid. Het nieuwe lid treedt af op het tijdstip waarop degene die wordt vervangen zou hebben moeten aftreden.

Artikel 20. Vergadering en agenda

  • 1.

    De marktadviescommissie vergadert zoveel als de voorzitter of de commissie dat nodig acht.

  • 2.

    Vergaderingen van de marktadviescommissie zijn openbaar, tenzij de marktadviescommissie anders besluit omdat openbare bespreking schade toe kan brengen aan het functioneren van de markt.

  • 3.

    De uitnodiging en agenda voor de vergadering van de marktadviescommissie worden tenminste 10 werkdagen voorafgaand aan de vergaderingen aan de leden gezonden.

  • 4.

    In de vergaderingen van de marktadviescommissie worden enkel onderwerpen besproken die betrekking hebben op het beleid en de ontwikkeling van de warenmarkten.

  • 5.

    De marktadviescommissie en overige stakeholders worden in de gelegenheid gesteld om na vergadering een schriftelijk advies uit te brengen over de besproken onderwerpen.

  • 6.

    Leden van de marktadviescommissie die twee achtereenvolgende vergaderingen niet bijwonen en verzuimd hebben de secretaris een bericht van verhindering te sturen, kunnen door de commissie worden geroyeerd.

Hoofdstuk 6 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 21. Sanctiematrix

  • 1.

    Overtredingen van de verordening en dit reglement worden verdeeld in drie categorieën, namelijk:

    • a.

      lichte overtredingen;

    • b.

      middelzware overtredingen;

    • c.

      zware overtredingen.

  • 2.

    Onverminderd de bevoegdheid ingevolge artikel 17 van de verordening, beschrijft de sanctiematrix in bijlage I welke sancties in beginsel worden genomen na het begaan van overtredingen.

Artikel 22. Intrekken oude regelingen

Het “Marktreglement 2014 gemeente ’s-Hertogenbosch” en “Reglement Markt Advies Commissie gemeente ’s-Hertogenbosch 2018” worden ingetrokken.

Artikel 23. Overgangsbepalingen

  • 1.

    Tegelijkertijd met het intrekken van vergunningen en het verlenen van nieuwe vergunningen, zoals bepaald in het overgangsrecht van de verordening, worden alle ontheffingen, verleend op grond van het Marktreglement 2014 gemeente ’s-Hertogenbosch, ingetrokken en voor 15 jaar verleend op grond van dit marktreglement.

  • 2.

    Voorzieningen zoals genoemd in artikel 13, lid 3 moeten uiterlijk 1 januari 2024 gerealiseerd zijn.

Artikel 24. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking tegelijk met de verordening.

Artikel 25. Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: “Marktreglement gemeente ’s-Hertogenbosch 2021” en gewijzigd in de vergadering van 29 augustus 2023.

Bijlage 1 Sanctiematrix

Categorie 1: lichte overtredingen

Stappenplan:

Stap 1: Waarschuwen

Stap 2: Opleggen last onder dwangsom

Stap 3: Verbeuren dwangsom

Stap 4: Intrekken vergunning

Toelichting stappenplan:

  • 1.

    Na de eerste overtreding wordt verzocht de overtreding per direct ongedaan te maken. Wanneer daar niet direct gehoor aan wordt gegeven, wordt een schriftelijke waarschuwing gegeven. De ondernemer ontvangt hiervan een brief/mail. Omdat dit geen besluit is, kan hiertegen nog geen bezwaar worden gemaakt.

  • 2.

    Na de tweede overtreding (binnen één jaar na de waarschuwing) wordt een last onder dwangsom opgelegd. Op grond van artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet de betrokkene in de gelegenheid worden gesteld om een zienswijze naar voren te brengen. De zienswijzetermijn bedraagt twee weken nadat het voornemen bekend is gemaakt. De last onder dwangsom bij deze lichte overtredingen wordt opgelegd voor de periode van één jaar. De hoogte van de dwangsom bedraagt:

    - € 1.000,- per overtreding waaruit direct financieel voordeel kan worden gehaald, met een maximum van € 3.000,- (3 verbeurde dwangsommen van € 1.000,-).

    - € 500,- per overige overtreding, met een maximum van € 1.500 (3 x €500,-).

  • 3.

    Bij de derde, vierde en vijfde overtreding wordt de dwangsom verbeurd. Een dwangsom kan worden verbeurd in de periode dat nog bezwaar kan worden gemaakt tegen de opgelegde last onder dwangsom (ofwel: het besluit nog niet onherroepelijk is). Voordat het invorderingsbesluit wordt genomen, wordt de betrokkene op grond van artikel 4:8 van de Awb in de gelegenheid gesteld om een zienswijze naar voren te brengen.

  • 4.

    Bij de zesde overtreding wordt de vergunning ingetrokken. Voorafgaand aan dit besluit kan de betrokkene vooraf een zienswijze kenbaar maken op grond van artikel 4:8 Awb. De termijn hiervoor is twee weken.

Dit stappenplan geldt voor de volgende overtredingen:

  • -

    In afwijking van vergunning standplaats innemen en vergunningvoorschriften overtreden (artikel 5, lid 3 en 6 verordening).

  • -

    Innemen standplaats en waarneming (artikel 9 verordening).

  • -

    Niet langer voldoen aan hetgeen waarvoor men punten heeft gekregen bij de verdeling van schaarse vergunningen (artikel 11, lid 2 onder b, verordening).

  • -

    Overtreden regels standwerken (artikel 15, sub a en c verordening en artikel 7 marktreglement).

  • -

    Overtreden regels branchering (artikel 3 marktreglement).

  • -

    Afwezigheid zonder tijdige afmelding (artikel 6 marktreglement).

  • -

    Verkooptijden, tijden op- en afbouw en voertuigen van de markt (artikel 8 marktreglement).

  • -

    Gebruik geluidsapparatuur zonder ontheffing (artikel 12 marktreglement).

  • -

    Zonder ontheffing op de standplaats koken, bakken, braden of frituren of handelen in strijd met regels over verminderen geurhinder (artikel 13 marktreglement).

  • -

    Uitstallingen plaatsen buiten de aangeduide standplaats (artikel 14 marktreglement).

  • -

    Venten zonder ontheffing (artikel 15 marktreglement).

  • -

    Verspreiden van gedrukte stukken (artikel 16 marktreglement).

  • -

    Niet in acht nemen regels uiterlijk aanzien standplaats/markt (artikel 17 lid 10 en 11 marktreglement).

Categorie 2: middelzware overtredingen

Stappenplan:

Stap 1: Opleggen last onder dwangsom

Stap 2: Verbeuren dwangsom

Stap 3: Intrekken vergunning

Toelichting stappenplan:

  • 1.

    Na de eerste overtreding wordt verzocht de overtreding per direct ongedaan te maken. Wanneer daar niet direct gehoor aan wordt gegeven, wordt een last onder dwangsom opgelegd. Op grond van artikel 4:8 Awb moet de betrokkene in de gelegenheid worden gesteld om zienswijze naar voren te brengen. De zienswijzetermijn bedraagt twee weken nadat het voornemen bekend is gemaakt. De last onder dwangsom bij deze middelzware overtredingen wordt opgelegd voor de periode van twee jaar. De hoogte van de dwangsom bedraagt € 2.000,- per overtreding, met een maximum van € 4.000,- (2 verbeurde dwangsommen van € 2.000,-).

  • 2.

    Bij de tweede en derde overtreding wordt de dwangsom verbeurd. Een dwangsom kan worden verbeurd in de periode dat nog bezwaar kan worden gemaakt tegen de opgelegde last onder dwangsom (ofwel: het besluit nog niet onherroepelijk is). Voordat het invorderingsbesluit wordt genomen, wordt de betrokkene op grond van artikel 4:8 van de Awb in de gelegenheid gesteld zienswijze naar voren te brengen.

  • 3.

    Bij de vierde overtreding wordt de vergunning ingetrokken. Voorafgaand aan dit besluit kan de betrokkene vooraf zienswijze kenbaar maken op grond van artikel 4:8 Awb. De termijn hiervoor is twee weken. In geval van een standwerker is het intrekken van een vergunning niet mogelijk en wordt besloten tot uitsluiting van een jaar (op grond van artikel 15 van de verordening).

Dit stappenplan geldt voor de volgende overtredingen:

  • -

    Vergunningvoorschriften ontheffing koken, bakken, braden en frituren overtreden (artikel 5, lid 6 verordening).

  • -

    Niet opvolgen aanwijzingen en bevelen (artikel 14, sub c verordening).

  • -

    Niet of niet tijdig voldoen aan marktgeld (artikel 14, sub d verordening).

  • -

    Niet opvolgen aanwijzingen en bevelen door standwerker (artikel 15, sub d verordening).

  • -

    Zonder ontheffing buiten toegestane tijden voertuig op de markt aanwezig hebben (artikel 9 marktreglement).

  • -

    Standplaats niet schoonhouden of schoon achterlaten of niet voldoen aan de nadere regels over verpakkingsmaterialen (artikel 10 marktreglement).

  • -

    Niet op de juiste manier in stroom voorzien of onveilig stroomgebruik (artikel 11 marktreglement).

  • -

    Niet in acht nemen regels veilig innemen standplaats (artikel 17, lid 5 tot en met 9 marktreglement).

Categorie 3: zware overtredingen

Stappenplan:

Stap 1: Schorsen vergunning

Stap 2: Schorsen vergunning voor langere periode

Stap 3: Intrekken vergunning

Toelichting stappenplan:

  • 1.

    Na de eerste overtreding wordt de vergunninghouder voor één week geschorst van de markt. In tegenstelling tot bovenstaande sancties, die er in de eerste plaats op zijn gericht om herhaling te voorkomen, is dit in de eerste plaats een bestraffende sanctie. Deze heeft het meeste effect als deze zo snel mogelijk in werking treedt. Daarom wordt een voornemen tot schorsen zo snel mogelijk na de overtreding gedaan. De betrokkene heeft dan twee weken om zienswijze kenbaar te maken. Het besluit tot schorsing zal eveneens zo snel mogelijk worden genomen.

  • 2.

    Bij de tweede overtreding geldt hetzelfde als bij de eerste overtreding, met uitzondering van de duur van de schorsing. De vergunning wordt na de tweede overtreding voor drie weken geschorst.

  • 3.

    Een derde overtreding leidt tot het intrekken van de vergunning. Voorafgaand aan dit besluit kan de betrokkene vooraf zienswijze kenbaar maken op grond van artikel 4:8 Awb. De termijn hiervoor is twee weken.

    In geval van een standwerker is het intrekken van een vergunning niet mogelijk en wordt besloten tot uitsluiting van één jaar (op grond van artikel 15 van de verordening).

Dit stappenplan geldt voor de volgende overtredingen:

  • -

    Zonder vergunning een vaste standplaats innemen (artikel 5, lid 1 verordening).

  • -

    Wangedrag of bedrog (artikel 14, sub b verordening).

  • -

    Wangedrag of bedrog door standwerker (artikel 15, sub b verordening).

  • -

    Marktmeester belemmeren in de uitoefening van de functie (artikel 16, sub c verordening).

  • -

    Schaden van de openbare orde en veiligheid van de markt (artikel 16, sub d verordening).

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 13 juli 2021.

Burgemeester en wethouders van ’s-Hertogenbosch

De secretaris,

Drs. B. van der Ploeg

De burgemeester,

drs. J.M.L.N. Mikkers

Toelichting

Algemeen

Als gevolg van de Europese Dienstenrichtlijn en de jurisprudentie rondom 'schaarse vergunningen' is de marktverordening op een aantal punten herzien. Om deze reden is ook een nieuw marktreglement nodig. Naast de wijzigingen die nodig zijn om te voldoen aan de nieuwe Marktverordening gemeente 's-Hertogenbosch 2021, zijn bij deze wijziging praktische en juridische onvolkomenheden in het marktreglement weggenomen.

De warenmarkten worden volgens het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening (hierna: Besluit bgbop) aangemerkt als een 'overige plaats'. Dat wil zeggen dat de regels uit dat besluit, onverminderd wat in dit marktreglement is bepaald, van toepassing zijn op de warenmarkten. Bij het inrichten van de markt en het toewijzen van standplaatsen moet rekening worden gehouden met de bepalingen uit het besluit, zoals bijvoorbeeld de afstandscriteria voor bakkramen en bakwagens en de bereikbaarheid voor hulpdiensten. Daarnaast moeten individuele standplaatshouders voldoen aan de regels uit het besluit, waaronder bijvoorbeeld regels over de opslag en gebruik van gas.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Definities

In dit artikel zijn de begrippen, die in dit reglement worden gebruikt, uitgelegd.

Artikel 2. Dagen, plaatsen en tijdstippen van de markten

Door middel van het eerste lid geeft het college invulling aan de bevoegdheid, uit artikel 160 lid 1 onder h van de Gemeentewet en artikel 2 van de verordening, om marktdagen in te stellen. Hier wordt het type markt bepaald, de dag waarop de markt plaatsvindt en de verkooptijden.

Ten opzichte van het vorige marktreglement is het volgende gewijzigd:

  • 1.

    Markttijden in Rosmalen

    In Rosmalen is door de jaren heen een situatie ontstaan, waarbij de eerste kooplieden al om 8:30 uur startten met opbouwen en verkopen en andere kooplieden pas om 13:30 uur (1,5 uur na de starttijd van de markt) arriveerden. Dit terwijl opbouwen vanaf 9:00 uur was toegestaan, iedereen om 11:00 uur aanwezig moest zijn en om 12:00 uur de verkoop startte. De marktkooplieden hebben aangegeven dat zij de ontstane situatie wenselijk vinden. In verband met een ordelijk verloop van de opbouw (voorkomen dat er een hele ochtend wordt opgebouwd), was het tegelijkertijd wenselijk om de opbouwtijden engiszins te reguleren. Daarnaast is het uitgangspunt om geen regels vast te stellen en die te gedogen, zoals in de ontstane situatie. Rekening houdend met de ondernemerswensen (ruimere opbouwtijden), het stellen van duidelijke regels en het ordelijk verloop van de opbouw, is ervoor gekozen om de opbouw toe te staan in twee tijdsblokken. Ook de aanvangstijd van de markt is hierdoor vervroegd van 12:00 uur naar 9:30 uur.

  • 2.

    Markttijden Maaspoort en De Rompert

    Volgens het vorige marktreglement was de begintijd van de markt in Maaspoort 10:00 uur. In de praktijk begon de verkoop echter al rond 9:00 uur, zonder klachten of problemen. Om die reden wordt de begintijd op de markt in Maaspoort vervroegd naar 9:00 uur. Voor De Rompert geldt hetzelfde, maar dan voor de begintijd van 7:00 uur.

  • 3.

    Markt Nuland

    Deze markt was nog niet opgenomen sinds Nuland tot de gemeente 's-Hertogenbosch behoort.

Juridisch gezien is op dinsdag sprake van een markt op de Markt in het centrum van 's-Hertogenbosch. Deze markt bestaat echter uit twee standplaatsen. Feitelijk is daarom nauwelijks sprake van een markt. Tevens doet zich op de Markt de situatie voor dat er op de betreffende dag tegelijkertijd vier standplaatsen staan, met een standplaatsvergunning op grond van de Algemene plaatselijke verordening (APV). Dit leidt tot de bijzondere situatie dat op één plein, voor eenzelfde activiteit (ambulante handel) twee verschillende regimes gelden. Als gevolg daarvan worden verschillende kosten berekend, gelden andere regels, andere tijden, zijn andere toezichthouders bevoegd en gelden andere sancties bij overtredingen. Op termijn is dit een ongewenste situatie en daarom wordt de markt op dinsdag opgeheven. Voor de huidige vergunninghouders geldt wel een overgangsrecht van één vergunningsduur. Het opheffen van de markten is geregeld in het tweede lid.

Het vierde lid regelt dat de marktterreinen en de inrichting daarvan worden vastgelegd op de tekeningen in de bijlage bij dit reglement. Het besluit tot het vaststellen van zo'n inrichtingstekening wordt op grond van de uitspraak AWB 10 / 6055 aangemerkt als een algemeen verbindend voorschrift.

Lid 3 en 5 spreken voor zich en behoeven geen nadere toelichting.

Artikel 3. Inrichtingsbepalingen en branchering

De branchering in dit artikel is een uitwerking van artikel 3 van de verordening. In de toelichting op dat aritkel is reeds benoemd dat het doel van de branchering is om erop te sturen dat op de markten een gevarieerd aanbod van producten verkocht wordt zodat de markten aantrekkelijk zijn voor de consument. Tevens staat in die toelichting benoemd dat het doel van de op te stellen branchering nadrukkelijk niet het reguleren van concurrentieverhoudingen mag zijn. Met dat als uitgangspunt en om ondernemers meer ruimte te bieden voor het aanbieden van een breder assortiment (stimuleren ondernemerschap), is ervoor gekozen om zo min mogelijk verschillende branches te hanteren, maar wel genoeg om te sturen op een gevarieerd aanbod aan producten. Dit heeft geleid tot de branchering die is opgenomen in het eerste lid, waarbij ten opzichte van de vorige branchering het aantal branches is teruggebracht van 52 naar 31. Hieronder wordt beschreven wat er onder de betreffende branches wordt verstaan.

  • a.

    Eet- en drinkwaren, bestemd om ter plaatse te consumeren: alle etenswaren die hoofdzakelijk worden verkocht om direct en/of ter plaatse te consumeren zoals friet, snacks, broodje hamburger, churros, poffertjes, oliebollen, loempia's, gekoelde dranken, ijs, smoothies, warme koffie, etc.

  • b.

    Aardappelen, groente en fruit, inclusief schimmels zoals champignons en paddenstoelen.

  • c.

    Poelierswaren en gegrilde kipproducten: alle soorten gevogelte.

  • d.

    Vlees: alle soorten vlees.

  • e.

    Vis en visproducten, inclusief schaaldieren.

  • f.

    Brood, banket en koek, inclusief worstenbrood, stroopwafels als deze hoofdzakelijk verpakt worden verkocht.

  • g.

    Snoep en chocolade: spreekt voor zich.

  • h.

    Zuivelproducten en eieren: spreekt voor zich.

  • i.

    Olijven, kruiden, specerijen, noten en verduurzaamde zuidvruchten (ook wel bekend als verduurzaamde vruchtenproducten).

  • j.

    Biologische en/of ecologische levensmiddelen kunnen producten zijn die in principe ook verkocht kunnen worden in de branches a tot en met i en k. We spreken echter van de branche "biologische en/of ecologische producten", wanneer een ondernemer een overwegend aanbod aan biologische en ecologische producten aanbiedt. Of producten biologisch of ecologisch zijn, is na te gaan via verschillende keurmerken.

  • k.

    Overige levensmiddelen zijn alle levensmiddelen die niet tot een van bovenstaande branches horen, waaronder bijvoorbeeld begrepen de volgende producten die volgens het vorige reglement als branche waren benoemd: traiteur, reformartikelen, rijsttafelartikelen, specifieke internationale artikelen, koffie en thee.

  • l.

    Bovenkleding volwassenen: spreekt voor zich.

  • m.

    Baby-, kleuter- en kinderkleding: spreekt voor zich.

  • n.

    Onder-, nachtkleding en lingerie: spreekt voor zich.

  • o.

    Beenmode: panty's, sokken, etc.

  • p.

    Modestoffen: stoffen bestemd om kleding van te maken.

  • q.

    Kleinvakartikelen: spreekt voor zich.

  • r.

    Huishoudtextiel: Alle textiel die niet is bestemd als kleding zoals beddengoed, handdoeken, vaatdoeken etc.

  • s.

    Lederwaren: riemen, tassen, portefeuilles, etc. (lederen schoenen uitgezonderd).

  • t.

    Schoeisel: spreekt voor zich.

  • u.

    Mode accessoires: horloges en sieraden, petten, hoeden en sjaals, etc.

  • v.

    Snijbloemen: verse bloemen die meestal enkele dagen of weken goed blijven.

  • w.

    Kamerplanten, perkgoed en bloembollen: alle overige bloemen en planten.

  • x.

    Bezigheidsartikelen: Hieronder worden onder andere de volgende branches uit het vorige reglement verstaan: speelgoed, lectuur, wenskaarten en hobbyartikelen voor handwerk en sportartikelen.

  • y.

    Huishoudelijke artikelen: hieronder worden onder andere de volgende branches uit het vorige reglement verstaan: glas, porcelein, aardewerk, koperwerk, reinigingsartikelen, meubelen, kleinmeubelen, pannen, keukengereedschappen en verlichtingsartikelen.

  • z.

    Telefoon, elektronische en PC artikelen: hieronder worden onder andere de volgende branches uit het vorige reglement verstaan: geluid- en beeldapparatuur en geluid en beelddragers, kantoorartikelen, elektronica, telefoonaccessoires, computers en accessoires.

  • aa.

    Gereedschappen en fietsonderdelen, waaronder motortechnische onderdelen en fietsen.

  • bb.

    Dierenbenodigdheden: spreekt voor zich.

  • cc.

    Drogisterij, cosmetica en kappersbenodigdheden: spreekt voor zich.

  • dd.

    Biologische en/of ecologische artikelen non-food kunnen artikelen zijn die in principe ook verkocht kunnen worden in de branches l tot en met dd en ee. We spreken echter van de branche "biologische en/of ecologische artikelen", wanneer een ondernemer een overwegend aanbod aan biologische en ecologische artikelen aanbiedt. Of artikelen biologisch of ecologisch zijn, is na te gaan via verschillende keurmerken.

  • ee.

    Overige artikelen non-food: alle artikelen die niet tot de eerder genoemde branches horen.

Het tweede lid regelt het aantal standplaatsen per branche per markt. Hierbij moet worden opgemerkt dat het aantal toegestane ondernemers nooit of zelden exact past bij de omvang van het marktterrein. Wanneer er relatief veel kleine standplaatsen zijn, zal het marktterrein groter zijn dan nodig om invulling te geven aan de branchering. Wanneer daarentegen de standplaatsen groter zijn, dan kan het zijn dat de markt fysiek vol is, terwijl er nog ruimte is in de branchering. Dit is geen probleem. De branchering is er immers niet op gericht om een exact vooraf bepaald aanbod van producten te plaatsen, maar om enigszins te sturen op diversiteit.

De maximum aantallen standplaatsen per branche gelden slechts voor de markten op woensdag, vrijdag en zaterdag in het centrum. Op de overige markten, met uitzondering van zondag, gold geen branchering. Ondanks het ontbreken van een branchering, was er op die markten geen branche oververtegenwoordigd. Omdat is gebleken dat de samenstelling van die markten daar tot stand komt door vraag en aanbod, is het instellen van een branchering op die markten niet nodig.

Voor de markt op zondag gold wel een branchering. De animo voor deze markt is beperkt. Om toch een markt van enige omvang te plaatsen en daarmee kostendekkend te zijn, worden op de markt op zondag geen ondernemers geweerd vanwege branchering. Hierbij is tevens overwogen dat de samenstelling van branches zich op deze markt ook wezenlijk onderscheidt van de overige markten in 's-Hertogenbosch.

De branchering wordt jaarlijks met de marktadviescommissie bekeken en waar nodig herijkt, zodat deze blijft voorzien in de actuele vraag en het aanbod.

Vrijdag vindt er een biologische/ecologische levensmiddelenmarkt plaats. Op deze markt staan naast de verkopers van biologische/ecologische levensmiddelen, ook ondernemers met 'reguliere' (niet biologische/ecologische) levensmiddelen. Het doel is om enerzijds het biologische/ecologische karakter van deze markt te versterken en tegelijkertijd te borgen dat de huidige ondernemers met niet biologische/ecologische levensmiddelen hun plaats kunnen behouden. Daarvoor worden de volgende drie zaken geregeld in de branchering:

  • -

    In de nieuwe branchering wordt extra ruimte geboden voor verkopers van biologische/ecologische producten. Het aantal plaatsen daarvoor is verhoogd van 9 naar 20.

  • -

    De branchering voorziet in het huidige aanbod niet biologische/ecologische producten, zodat de bestaande ondernemers hun standplaats kunnen behouden. Tegelijkertijd is er geen uitbreiding mogelijk binnen de niet biologische/ecologische branches.

  • -

    Er wordt ruimte geboden voor een beperkt aantal standplaatsen met biologische/ecologische artikelen non-food (4 plaatsen).

Het derde lid regelt dat binnen de branches met levensmiddelen, ook producten mogen worden verkocht die bestemd zijn om ter plaatse genuttigd te worden. Daarbij valt te denken aan een broodje haring bij een standplaats in de branche vis of kipnuggets bij de poelier. Met de bepaling uit dit lid is geregeld dat het verstrekken van eet- en drinkwaren voor consumptie ter plaatse, niet uitsluitend is toegestaan voor de ondernemers in de branche "eet- en drinkwaren, bestemd om ter plaatse te consumeren".

Het vierde lid regelt dat het niet is toegestaan om andere producten te verkopen dan vanuit de branche die in de vergunning is vermeld. Zonder een dergelijke verbodsbepaling heeft het opnemen van een branche immers geen toegevoegde waarde. In dit lid wordt gesproken over "branche" en niet over "branches". Hiermee is geregeld dat in een vergunning slechts één branche kan worden opgenomen.

In het vijfde lid is direct een nuance aangebracht ten aanzien van lid 4 en is geregeld dat de verkoop van aanverwante producten, passend bij de branche waarvoor vergunning is verleend, wel is toegestaan. Deze nuance wordt gemaakt om het mogelijk te maken dat ondernemers hun assortiment verbreden, zonder dat dat direct tot een overtreding van de branchering leidt. De verkoop van aanverwante artikelen doet geen afbreuk aan het sturen op een gevarieerd aanbod aan producten op de markt. Er is immers geregeld dat het moet gaan om een ondergeschikt karakter en aanverwante producten. Hieronder enkele voorbeelden ter verduidelijking van wat hieronder wordt verstaan:

  • -

    Een verkoper van kaas (branche: "zuivelproducten en eieren") die een borrelplankje gevuld met kazen, worst en olijven verkoopt;

  • -

    Een verkoper van kleding die een bijpassend modeaccessoire verkoopt;

  • -

    Een verkoper van koffie die tevens een koek of croissant verkoopt;

  • -

    Een verkoper van AGF, die pizzabodems verkoopt en die laat beleggen met verse groenten, maar ook kaas, vlees en olijven.

Het ondergeschikte karakter is ter beoordeling aan de marktmeester. In deze bepaling is bewust geen percentage opgenomen of is anderszins gepoogd de ondergeschiktheid te definiëren. De regeling is hoofdzakelijk bedoeld om excessen aan te pakken.

Voor een divers aanbod aan producten is het tevens van belang dat de omvang van standplaatsen wordt beperkt. Wanneer de omvang niet wordt beperkt, kan vanuit een bepaalde branche een groot beslag worden gelegd op de beschikbare ruimte op een marktterrein. Naast dat daardoor kansen voor andere ondernemers op beschikbare meters worden ontnomen, ontstaat daardoor een eenzijdig aanbod aan producten. De maximale standplaatsgrootte is bepaald op 64 vierkante meter. Deze grootte is bepaald op basis van de standplaatsgroottes ten tijde van vaststelling van dit marktreglement. Met uitzondering van vijf standplaatsen op zaterdag, kunnen alle vergunninghouders daaraan voldoen. Het gaat hier om standplaatsen van 69, 72 (3x) en 94 vierkante meter in de branches bloemen, AGF en gereedschap. Om deze ondernemers niet onevenredig in hun bedrijfsvoering aan te tasten kunnen zij een ontheffing krijgen op grond van lid 7. De ontheffingsmogelijkheid uit lid 7 is er tevens voor toekomstige gevallen, waarbij in bijzondere omstandigheden kan worden afgeweken van de 64 vierkante meter. Deze maximale afmeting, wordt samen met de branchering jaarlijks opnieuw bekeken. Ontwikkelingen in het gebruik van verkoopmateriaal en vraag en aanbod van producten, kunnen onder andere leiden tot andere inzichten over de maximale afmeting.

Het achtste lid regelt dat bepaalde plaatsen op de markt kunnen worden bestemd voor een bepaalde branche of activiteit. Ook kunnen bepaalde plaatsen juist specifiek als "niet geschikt voor een bepaalde branche of activiteit" worden aangeduid. Onder een bepaalde activiteit wordt bijvoorbeeld verstaan: standwerken of bakken en braden. in de legenda op de tekening wordt aangegeven welke plaatsen het betreft. Een plaats kan bijvoorbeeld worden aangewezen omdat er bepaalde voorzieningen aanwezig zijn die voor de verkoop van bepaalde producten vereist zijn of om te sturen op een mix van food en non-food. Het aanwijzen van plaatsen die niet geschikt zijn, kan bijvoorbeeld als een plaats niet geschikt is voor bakken en braden in verband met de brandveiligheid.

Artikel 4. Inhoud vaste standplaatsvergunning

Dit artikel regelt welke onderdelen ten minste zijn opgenomen in de vergunning. De meeste onderdelen spreken voor zich en behoeven geen nadere toelichting. Een uitzondering geldt voor de volgende punten:

  • d.

    De woordkeuze "en/of" bij dit onderdeel geeft aan dat er meerdere typen verkoopmateriaal op de vergunning vermeld kunnen worden. Daardoor kan de standplaatshouder per marktdag kiezen met welk verkoopmateriaal hij/zij komt (bijvoorbeeld afhankelijk van het weer). Als een vergunninghouder ervoor kiest om meerdere verkoopmiddelen in de vergunning op te laten nemen, moet de standplaatslocatie de verschillende typen verkoopmiddel wel toestaan.

  • g.

    Op grond van de verordening of dit reglement, kunnen verschillende ontheffingen worden verleend. Om de toestemmingen voor zowel de standplaatshouder als het toezicht overzichtelijk te houden, worden alle ontheffingen opgenomen in de vergunning. De ontheffingen die hier worden bedoeld, zijn de volgende:

    - ontheffing om zich te laten waarnemen (artikel 9 verordening);

    - ontheffing tijden innemen standplaats (artikel 8 reglement);

    - ontheffing voertuig op marktterrein (artikel 9 reglement);

    - ontheffing gebruik geluidsapparatuur (artikel 12 reglement);

    - ontheffing gebruik verwarmingstoestellen (artikel 13 reglement);

    - ontheffing om te venten (artikel 15 reglement);

    - ontheffing regels verkoopmateriaal (artikel 17 reglement).

Artikel 5. Toewijzen schaarse vergunningen

Dit artikel beschrijft het toewijzingsbeleid van de schaarse vergunningen en is een nadere uitwekring van artikel 8 uit de verordening. In het kader van een transparant vergunningenstelsel is in het eerste lid bepaald dat beschikbare vergunningen bekend worden gemaakt en de wijze waarop dit gebeurt. Na de bekendmaking kunnen ondernemers binnen vier weken een aanvraag indienen. Deze termijn is gekozen om enerzijds ondernemers een ruime tijd te geven voor het aanvragen van de vergunning. Tegelijkertijd is de termijn niet onnodig lang omdat iedere week dat de procedure loopt, een week leegstand op de markt is.

Het tweede lid beschijft de indieningsvereisten voor het verkrijgen van een vergunning.

De verplichting om een aanvrager in de gelegenheid te stellen om aanvullende gegevens aan te laten leveren bij een onvolledige aanvraag, vloeit rechtstreeks voort uit artikel 4:5 van de Awb. Met lid 3 van dit artikel is voornamelijk beoogd om vooraf duidelijkheid te scheppen over de termijn die daarvoor wordt geboden.

Het vierde lid spreekt voor zich en behoeft geen toelichting. De maximale beslistermijn voor de beoordeling is geregeld in de verordening.

De beoordelingscriteria voor het verdelen van schaarse vergunningen, zijn uitgewerkt in het vijfde lid. Allereerst wordt opgemerkt dat het hier gaat om criteria die bepalend zijn bij de keuze als er meerdere gegadigden zijn voor een vergunning en niet om weigeringsgronden. De selectiecriteria zijn ook pas van toepassing op aanvragen waarop geen andere weigeringsgronden van toepassing zijn. Als men voldoet aan het criterium, krijgt men het volledig aantal bijbehorende punten. Voldoet men niet, dan worden op dat criterium geen punten toegekend. Punten worden dus niet gedeeltelijk toegekend, tenzij dit expliciet in de tabel is vermeld.

Bij het samenstellen van de beoordelingscriteria zijn twee uitgangspunten gehanteerd.

  • 1.

    Met de criteria wordt hoofdzakelijk gestuurd op de toegevoegde waarde voor de weekmarkt. Dat wordt gedaan door het opnemen van criteria over onderscheidend assortiment, service (klantenbinding) en het naleefgedrag.

  • 2.

    Daarnaast wordt met de criteria beoogd om ook bij te dragen aan andere beleidsdoelen zoals duurzaamheid of social return.

Jurisprudentie rondom selectiecriteria voor schaarse vergunningen is zelf nog schaars; ten aanzien van markten zelfs onbekend. Nieuwe jurisprudentie kan leiden tot wijzigingen in de selectiecriteria.

Toelichting per criterium:

  • A.

    Toegevoegde waarde voor de markt

    De kwaliteit van de markt wordt mede bepaald door de toegevoegde waarde van de waarde van de standplaatshouders. Voor een divers aanbod van producten op de markt, worden punten toegekend aan ondernemers met unieke producten of diensten.

    Een markt beschouwen wij niet als een op zichzelf staand fenomeen. De permanente detailhandel en markten kunnen elkaar versterken. Dat versterken gebeurt hoofdzakelijk als ze elkaar aanvullen qua aanbod van producten. Eenzelfde aanbod van producten vanuit de markt dan vanuit de naastgelegen detailhandel wordt niet uitgesloten; dat is niet wenselijk en juridisch niet mogelijk. Wel worden extra punten toegekend aan een marktondernemer die (geheel of gedeeltelijk) producten aanbiedt welke in het naastgelegen winkelcentrum niet te verkrijgen zijn. Om praktische redenen geldt dit criterium niet voor het centrum van 's-Hertogenbosch. Het aanbod vanuit de permanente detailhandel is daar zo groot, dat dit nauwelijks na te gaan is.

    Op de markt willen we de verkoop van streekproducten stimuleren. Enerzijds draagt dit bij aan duurzaamheid omdat producten die dichtbij worden geproduceerd minder belastend zijn voor het milieu vanwege minder transportbewegingen. Daarnaast draagt dit bij aan de ambitie uit het bestuursakkoord om een sterke lokale economie te realiseren.

    De laagdrempeligheid van een standplaats op de markt, leidt er tevens toe dat het soms een komen en gaan van ondernemers is. Omdat de standplaatsen op de markt schaars zijn, wordt het belangrijk geacht dat deze bij voorkeur worden vergeven aan ondernemers die weloverwogen de stap maken om op de markt (in 's-Hertogenbosch) te gaan ondernemen. Om die reden wordt een punt toegekend als de ondernemer een marktverkenning heeft gedaan. De marktverkenning moet op papier zijn uitgewerkt en tenminste de volgende onderdelen bevatten:

    - doelgroep van de verkoper;

    - beschrijving publiek van de markt;

    - inventarisatie van de concurrentie.

    De kwaliteit van de marktverkenning wordt niet beoordeeld. Dat is een eigen verantwoordelijkheid van de ondernemer.

    Klantenbinding wordt door de marktondernemers belangrijk gevonden. Een goede klantenbinding draagt bij aan herhaalbezoeken aan de markt, wat de markt in zijn totaal succesvoller maakt. Om deze reden wordt klantenbinding opgenomen als criterium. Onder "aantoonbare klantenbinding" kan onder andere worden verstaan: klanten informeren via een mailing of social media of het gebruik van een klantenkaart.

  • B.

    Presentatie

    De presentatie van de ondernemers is belangrijk voor de uitstraling van de markt. Hiervoor worden punten toegekend aan het verzorgd uiterlijk van het verkoopmateriaal, een uitzonderlijke wijze van presenteren van de producten, online diensten en het dragen van personeelskleding. Met name bij de eerste twee criteria binnen deze categorie, is enige mate van beoordelingsruimte. Ten aanzien van het verzorgd uiterlijk van het verkoopmiddel, toetst de gemeente terughoudend. Deze bepaling dient vooral om bij excessen te sturen door de punten niet toe te kennen. Wanneer de gemeente het nodig acht, kan voor het beoordelen van de criteria met beoordelingsruimte, een onafhankelijk advies worden ingewonnen.

  • C.

    Dienstverlening

    De service is ook een belangrijke pijler in de visie op de markt (zoals geformuleerd door de marktadviescommissie). Deze service/dienstverlening kenmerkt zich volgens de commissie door garantie, reparatie, thuisbezorgen, bestelservice en digitaal betalen.

  • D.

    Maatschappelijk betrokken

    Zowel de marktadviescommissie (blijkt uit de visie op de markt) als de gemeente, hechten waarde aan de maatschappelijke betrokkenheid van ondernemers. Sociale kwaliteit is immers een speerpunt uit het bestuursakkoord. Die maatschappelijke betrokkenheid kan zich op verschillende manieren uiten. Deels gaat het daarbij om duurzaamheid en afvalreductie. Daarnaast gaat het om sociaal maatschappelijke betrokkenheid, zoals het bieden van stageplaatsen of het steunen van goede doelen. Duurzaamheid is een van de speerpunten uit het bestuursakkoord. Om die reden worden punten toegekend voor het treffen van aantoonbare duurzaamheidsmaatregelen. "Duurzaamheid" is een veelzijdig begrip waaronder per gemeente verschillende aspecten worden verstaan. Voor de beoordeling van de duurzaamheidsmaatregelen wordt aangesloten bij wat er volgens het gemeentelijk beleid in 's-Hertogenbosch onder duurzaamheid wordt verstaan. De thema's, ten tijde van het opstellen van dit reglement, zijn:

    - Gezonde, groene en klimaatbestendige leefomgeving,

    - CO2 neutrale gemeente,

    - Waardebehoud van grondstoffen,

    - Duurzame mobiliteit.

    Punten worden slechts toegekend aan maatregelen die worden getroffen bovenop hetgeen wettelijk verplicht is. Wanneer iemand bijvoorbeeld met een verkoopwagen komt, die voldoet aan de norm om de milieuzone te mogen betreden, is dat geen duurzaamheidsregel.

  • E.

    Ervaring

    Door de marktadviescommissie wordt ook grote waarde gehecht aan ervaring van de marktkooplieden. In deze categorie zijn punten te verdienen voor werkervaring en diploma's. Ten aanzien van het criterium "werkervaring", wordt één kanttekening geplaatst. Deze kanttekening is dat jonge nieuwe ondernemers hierin in het nadeel zijn. Dit nadeel is afgewogen tegen het voordeel dat hiermee wordt gestuurd op ervaring (die doorgaans is terug te zien in kwaliteit).

  • F.

    Gedrag

    Ondernemers hechten grote waarde aan de aanwezigheidsplicht. Samen zorgen ze immers voor een succesvolle markt. Ondernemers die regelmatig afwezig zijn, krijgen op dit criterium minder punten. Het moet daarbij uiteraard gaan om aantoonbare afwezigheid. Dit moet blijken uit opgelegde waarschuwingen of andere sancties. Dit criterium wordt beperkt tot de aanwezigheidsplicht op markten in de gemeente 's-Hertogenbosch. Ook is hier opgenomen dat het om overtredingen van de afgelopen vijf jaar geldt. Overtredingen van de aanwezigheidsplicht uit het verleden, hoeven een ondernemer immers niet zijn/ haar hele loopbaan te blijven achtervolgen. Dit criterium geldt eveneens voor het betalen van het marktgeld.

  • G.

    Binding

    Om ondernemers te stimuleren om ook op de wijkmarkten te ondernemen, wordt er één punt toegekend aan de ondernemers die op een of meerdere wijkmarkten een standplaats innemen. Deze wijkmarkten zijn veelal minder goed bezet dan de markt in het centrum. Een stimulans kan het aantrekkelijker maken voor ondernemers om ook op die markt een standplaats in te nemen.

Het college beoordeelt de aanvragen op bovenstaande criteria. In het vorige marktreglement was nog bepaald dat hiervoor een sollicitatiecommissie zou worden ingesteld, bestaande uit de marktmeester en drie leden van de marktadviescommissie. Artikel 14 lid 6 van de Europese Dienstenrichtlijn maakt het echter niet langer mogelijk om concurrerende marktdeelnemers directe of indirecte betrokkenheid te geven bij het verlenen van vergunningen, door bijvoorbeeld deelname in een sollicitatiecommissie.

Het zesde lid regelt dat de ondernemer met het hoogst aantal punten de schaarse vergunning krijgt. In het zevende en achtste lid wordt beschreven hoe wordt omgegaan bij gelijke scores.

De eerste acht leden van dit artikel zien vooral op perioden waarin de daadwerkelijke vraag naar een vergunning voor een standplaats in een bepaalde branche groter is dan het aanbod. Vergunningen kunnen echter ook op andere momenten worden aangevraagd. Het negende lid regelt dat de vergunningen op dat moment op volgorde van binnenkomst worden behandeld. Voor deze andere wijze van het verdelen van de vergunningen is gekozen omdat een procedure met een vergelijkende toets dan onnodig veel tijd kost voor een vergunning waarvoor kennelijk weinig interesse is. Het verdelen van de vergunningen op volgorde van binnenkomst, is dan praktischer en voldoet eveneens aan de richtlijnen uit hoofdstuk III van de Europese Dienstenrichtlijn. Hierbij geldt uiteraard dat er voor iedere beschikbare vergunning tenminste eenmaal de procedure uit lid 2 van dit artikel moet zijn doorlopen.

Artikel 6. Afmelden bij afwezigheid

Voor het dagelijks beheer van de markt is het wenselijk dat de marktmeester weet welke ondernemers hun standplaats wel en niet innemen. Om die reden is een meldingsplicht voor afwezigheid opgenomen. Dit gebeurt bij voorkeur schriftelijk, maar het artikel biedt ook de mogelijkheid om dit telefonisch te doen als men plotseling verhinderd is.

Wanneer een standplaatshouder zich afmeldt binnen de gestelde termijn, blijft de intrekkingsgrond voor de vergunning, zoals bedoeld in artikel 11 lid 2 van de verordening, van kracht. Met andere woorden: als een ondernemer zich afmeldt en minder dan 46 weken per kalenderjaar de standplaats inneemt, kan de vergunning nog steeds worden ingetrokken. Of de vergunning ook daadwerkelijk wordt ingetrokken, zal mede afhankelijk zijn van de reden van afwezigheid en tijdige afmelding.

Artikel 7. Standwerkers

Dit artikel bevat de regels die gelden voor standwerkers. De locaties waar deze mogen staan, worden aangeduid op de tekeningen van de markt. Dit is geregeld in lid 1. Het tweede lid regelt het aantal standwerkersplaatsen per markt. Het aantal standwerkersplaatsen is verlaagd (ten opzichte van het vorige marktreglement) omdat de vraag naar standwerkersplaatsen is afgenomen. Omdat standwerkers doorgaans alleen interesse hebben in markten van enige omvang, wordt op de kleine markten niet voorzien in standwerkersplaatsen.

Standwerkers melden zich op de ochtend van de marktdag bij de marktmeester (lid 4). Ook plaatsen voor standwerkersplaatsen zijn zogenaamde schaarse rechten, waarvoor een vooraf duidelijke en transparante verdelingsmethodiek moet worden bepaald. Het verdelen van standwerkersplaatsen gaat via loting. Voor deze methode wordt gekozen omdat deze eenvoudig en snel is uit te voeren op de betreffende marktdag.

Lid 6 regelt dat voor de standwerkers dezelfde vereisten gelden als voor standplaatshouders van een vaste standplaats op de markt. In het zevende lid is geregeld wie zijn uitgesloten om een standwerkersplaats in te mogen nemen. Dat zijn twee groepen personen, namelijk:

  • -

    Vergunninghouders van een vaste standplaats omdat zij in beginsel hun eigen standplaats persoonlijk horen in te nemen. Zij kunnen zich op die standplaats wel laten waarnemen voor als zij niet aanwezig kunnen zijn, maar de waarneming is niet bedoeld zodat men een standwerkersplaats kan innemen op dezelfde markt.

  • -

    Personen die verse consumptieartikelen aanbieden. Een standwerker verzamelt publiek om zich heen en presenteert daar zijn product. Verse consumptiegoederen lenen zich doorgaans niet voor die wijze van verkoop. De ervaring met standwerkers met verse consumptieartikelen is ook dat zij niet als standwerker optreden, maar meer het karakter hebben van een reguliere standplaats. Daarmee bezetten zij onnodig standwerkersplaatsen.

Omdat standwerkers zich kort voor aanvang van de markt melden en vrijwel direct worden geplaatst, is het praktisch gezien nauwelijks mogelijk om daarvoor een vergunning op te stellen. Toewijzing van standwerkersplaatsen gebeurt daarom mondeling.

Om te sturen op een gevarieerd aanbod producten op de standwerkersplaatsen, is in lid 9 geregeld dat per markt slechts één ondernemer met een bepaald artikel mag staan. Wanneer een eerste ondernemer met het betreffende product is ingeloot, kunnen anderen met hetzelfde product niet meer worden ingeloot.

Standwerkers verkopen van oudsher slechts één artikel. Bij de verkoop van meerdere artikelen kan het immers het karakter krijgen van een reguliere standplaats. het begrip "één artikel" wordt niet zo strikt uitgelegd dat het artikel bijvoorbeeld niet in verschillende kleuren of afmetingen mag worden verkocht of dat de verkoop een optionele accessoire niet is toegestaan. Of sprake is van de verkoop van één artikel en varianten daarvan of de verkoop van meerdere artikelen, is ter beoordeling aan de marktmeester. Dit is geregeld in lid 11.

In lid 13 is geregeld dat de standwerkers een half uur vóór het eind van de markt hun standplaats opgeruimd en verlaten hebben. Deze afwijkende tijd geldt in verband met het veilig afbouwen van de markt.

In de begripsbepaling is beschreven dat een standwerker publiek om zich heen verzamelt door over het te verkopen artikel te vertellen. Standwerkers verrijken de markt en zorgen voor extra levendigheid. Om die reden is er ook een aantal plaatsen voor hen gereserveerd. Het is niet gewenst als die plaatsen worden ingenomen door ondernemers die niet daadwerkelijk als standwerker optreden, maar als reguliere standplaatshouder. Tegelijkertijd geldt voor de reguliere standplaatsen een branchering en zijn de standwerkersplaatsen niet bedoeld om buiten de branchering om een plaats te bemachtigen. Het is daarom van belang dat de standwerkersplaatsen ook uitsluitend door échte' standwerkers worden ingenomen. Dit is geregeld in lid 14. In lid 15 is hier op een aantal punten nader invulling aan gegeven. Het gebruik van prijskaarten en aanduidingsborden is niet toegestaan omdat het de bedoeling is dat een standwerker met zijn verhaal/presentatie het product verkoopt. Omdat verse consumptiegoederen niet zijn toegestaan, zijn ook meet- en weegtoestellen niet toegestaan voor een standwerker. Audiovisuele middelen zijn in zijn geheel niet toegestaan op de markt en daarom ook niet op standwerkersplaatsen.

Lid 10 en 12 spreken voor zich en zijn daarom hierboven niet nader toegelicht.

Artikel 8. Tijdstippen bezetten standplaats, op- en afbouwen

Voor een ordelijk verloop van de markt en de op- en afbouw daarvan, zijn in dit artikel tijdstippen voor op- en afbouw en bezetten standplaats geregeld. Dit is een aanvulling op artikel 2, waarin reeds de verkooptijden zijn geregeld.

Het eerste lid regelt het tijdstip waarop mag worden begonnen met de opbouw. Het hanteren van een begintijd is wenselijk in verband met het beperken van (geluids)hinder voor omwonenden. Daarnaast weten andere gebruikers van de openbare ruimte, wanneer het marktterrein in gebruik is, zodat zij hun activiteiten en werkzaamheden daarop kunnen afstemmen. Het tijdstip waarop mag worden gestart met opbouwen verschilt per markt en ligt ongeveer op drie uur voorafgaand aan de markt. Voor de grote markten op woensdag en zaterdag in het centrum, is de opbouwtijd bijna vier uur vanwege het grotere aantal standplaatshouders. Deze tijden zijn enerzijds lang genoeg om de markt op te bouwen en verkoopklaar te maken. Anderzijds is die periode beperkt om de hinder te beperken. Voor de opbouw in Rosmalen geldt dat dit in twee tijdsblokken is toegestaan (zie toelichting bij artikel 2).

Het tweede lid regelt wanneer de standplaats moet worden ingenomen. Om verkeersbewegingen tijdens de openingstijden te voorkomen en ervoor te zorgen dat iedereen op tijd 'verkoopklaar' is, is geregeld dat iedereen een uur van te voren op de standplaats aanwezig moet zijn. In incidentele gevallen kan het voorkomen dat een standplaatshouder niet op tijd op de markt kan zijn. In die gevallen kan de marktmeester toestemming geven. De standplaatshouder moet dan een geldige reden opgeven waarom hij/zij te laat is. Dit lid voorziet in incidentele gevallen. Wanneer het gaat om structureel later de standplaats bezetten, is een ontheffing zoals bedoeld in lid 8 noodzaeklijk. Ook hier geldt voor de markt in Rosmalen een apart regime.

Het vierde lid regelt dat het uitsluitend is toegestaan om vanaf één uur vóór de opening van de markt tot uiterlijk sluitingstijd te verkopen. Voor het voortbestaan van de markt, is collectiviteit belangrijk. Het is bijvoorbeeld niet gewenst dat een aantal ondernemers (dat snel kan op- of afbouwen) een aantal uur eerder start of langer doorverkoopt en daarmee consumenten bedient die niet terugkomen als de markt volledig in bedrijf is. Daarnaast is het in het kader van de veiligheid, niet gewenst om tijdens de op- en afbouw van de markt extra publiek aan te trekken door verkoop toe te staan. Voor de verkoop in het uur vóór de opening van de markt geldt een uitzondering. Deze uitzondering is opgenomen op advies van de marktadviescommissie en sluit aan bij de praktijk. Omdat een markt niet is af te sluiten zoals een winkel, lopen tijdens de opbouw consumenten over de markt. De incidentele verkoop aan hen, wordt door de commissie niet als een probleem ervaren.

Lid 5 en 6 regelen dat ondernemers tot het eind van de markt moeten blijven staan. Hier gelden dezelfde argumenten als bij lid 4: collectiviteit en veiligheid.

Voor de eindtijd van de afbouw, zoals bepaald in lid 7, gelden dezelfde overwegingen als voor het opnemen van een begintijd van de opbouw (lid 1).

Het achtste lid regelt dat ontheffing kan worden verleend van een of meer van de tijden zoals in dit artikel geregeld. Daarbij is bepaald dat het om een bijzonder geval moet gaan. Bij het beoordelen of een ontheffing wordt verleend, wordt het algemeen belang van de markt (dat is gebaat bij collectiviteit en een ordelijk en veilig verloop) afgewogen tegen het belang dat de ondernemer heeft bij het afwijken van de tijden en de noodzaak daartoe. Hier volgen enkele voorbeelden:

  • -

    Een ontheffing kan worden verleend aan een verkoper van verse bloemen als deze vooraf inkopen moet doen op een veiling en als blijkt dat meerdere ondernemers in de branche daar tegenaan lopen (anders is sprake van inkoopbeleid dat is af te stemmen op de markttijden);

  • -

    Als iemand vanwege een privé aangelegenheid een keer eerder weg moet, kan ontheffing worden verleend.

  • -

    Wanneer een ondernemer op meerdere markten op één dag staat is dat geen bijzondere gelegenheid om af te wijken van bijvoorbeeld de begintijd. De bedrijfsvoering van de ondernemer (het al-dan-niet kiezen voor meerdere markten op één dag) weegt niet zwaarder dan het algemeen belang van de markt. Des te meer omdat sprake is van een schaarse vergunning en er tegelijkertijd wellicht ondernemers zijn die wel 100 % voor de markten in de gemeente 's-Hertogenbosch kiezen.

Ondernemers die een kraam innemen, laten deze vaak zetten door een kramenzetter. Een kramenzetter zet per markt vaak kramen voor meerdere marktkooplieden. Het is wenselijk dat de kramen klaar staan op het moment dat de kooplieden mogen opbouwen. Om die reden mag de kramenzetter eerder starten met opbouwen. De kramenzetter heeft ook meer af te bouwen en kan pas starten als de ondernemers hun kramen hebben verlaten. Daarom geldt er voor het afbouwen van de kramen ook een ruimere eindtijd. In de nachten dat het drukker is in de horeca mag pas om 2:30 uur worden gestart met de opbouw van kramen. Dit is vanwege de veiligheid en om vandalisme tegen te gaan.

Artikel 9. Voertuigen en koelwagens

Voor een zorgvuldig aanzicht van het marktterrein zijn voertuigen niet toegestaan. In verband met de veiligheid van de consument is geregeld dat voertuigen gedurende de hele verkooptijden van het marktterrein verwijderd moeten zijn. Zo wordt voorkomen dat men tijdens de verkooptijden door het publiek rijdt met de voertuigen.

Het tweede lid regelt dat een voertuig dat tevens is ingericht om vanuit te verkopen - op de markt beter bekend als 'verkoopwagen' of 'markavan' - wel is toegestaan. Daarbij geldt wel dat het voertuig ook moet zijn ingericht om vanuit te verkopen. Een busje dat een deur open schuift en van daaruit artikelen verkoopt, is bijvoorbeeld niet ingericht om vanuit te verkopen.

Het derde lid regelt dat ontheffing kan worden verleend. Omdat het tweede lid al regelt welke voertuigen wel zijn toegestaan, wordt heel terughoudend omgegaan met het verlenen van deze ontheffingen.

Artikel 10. Afvalverwijdering en verzorging standplaats

In het eerste lid is geregeld dat de standplaatshouder of diens waarnemer afval moet inzamelen.

  • -

    sub a bepaalt dat de standplaats steeds een goed verzorgd aanzien moet bieden. Deze bepaling geeft nog ruime mate van beoordelingsruimte. De bepaling is hoofdzakelijk bedoeld om excessen aan te pakken. In een handhavingsbesluit ten aanzien van dit 'verzorgd aanzien', moet worden gemotiveerd waarom geen sprake is van een verzorgd aanzien.

  • -

    sub b en c spreken voor zich en worden hier niet toegelicht.

  • -

    sub d regelt dat de standplaats en onmiddellijke omgeving veegschoon achtergelaten moeten worden. Wat onder de "onmiddellijke omgeving" wordt verstaan, is niet nader gedefinieerd omdat dit per markt en standplaats kan verschillen. De afstand tot overige standplaatsen is daarbij mede bepalend. Bovendien doet het niet ter zake hoe ver van de standplaats afval wordt aangetroffen als het aantoonbaar en verwijtbaar is te herleiden naar een bepaalde standhouder.

Lid 2 regelt dat de standplaatshouder de ondergrond schoon moet houden en achterlaten.

Artikel 11. Elektriciteit

In verband met de nadelige gevolgen voor het milieu wordt stroom door middel van aggregaten en generatoren niet toegestaan. Daarnaast komt het de uitstraling van de markt niet ten goede als iedereen aggregaat bij zich heeft. De gemeente zorgt daarom voor de stroomvoorzieningen. Het gebruik van die voorzieningen is in beginsel verplicht, als men stroom gebruikt. Naast het gebruik van die gemeentelijke stroomvoorzieningen is het zelf opwekken van duurzame stroom wel toegestaan. Dergelijke innovaties passen bij de duurzaamheidsambities die de gemeente heeft.

Voor het gebruik van gemeentelijke stroom is toestemming nodig. Deze toestemming wordt opgenomen in de vergunning. Het stroomgebruik wordt doorbelast aan de gebruiker op basis van werkelijk gemaakte kosten of een reële schatting daarvan op basis van gemiddeld stroomgebruik voor het type standplaats.

Het vierde lid regelt de verantwoordelijkheidsverdeling voor het veilig gebruik van stroom. Lid 5 en 6 regelen de veiligheidseisen voor het gebruik van stroom. De eisen uit lid 6 zijn gebaseerd op de brochure "Elektriciteit en brandgevaar" van het verbond van verzekeraars.

Artikel 12. Geluidsapparatuur

Om geluidshinder voor de omgeving maar ook op het marktterrein zelf te voorkomen, is het gebruik van geluidsapparatuur niet toegestaan. Dat geldt zowel voor versterkte als onversterkte geluidsapparatuur.

In uitzonderlijke gevallen, kan het college daarvan ontheffing verlenen. Een eventuele ontheffing wordt opgenomen in de vergunning. Op grond van artikel 5 van de verordening kunnen aan de ontheffing voorschriften worden verbonden.

Het tweede lid regelt dat achtergrond wel is toegestaan, zolang andere ondernemers of consumenten daar geen hinder van ondervinden. Dit lid is op verzoek van de marktadviescommissie toegevoegd. De commissie stelt dat consumenten achtergrondmuziek op prijs stellen. Het ten gehore brengen van achtergrondmuziek is beperkt tot de openingstijden van de markt. Omdat de markt soms vroeg wordt opgebouwd (te vroeg om muziek toe te staan) en de bepaling volgens het advies ten behoeve van de consument is, is dit beperkt tot de openingstijden van de markt. Onder de andere ondernemers, die hiervan geen hinder mogen ondervinden, worden niet alleen marktondernemers verstaan, maar ook naastgelegen horecaondernemers, winkeliers en andere ondernemers verstaan.

Het derde lid is eveneens toegevoegd op advies van de marktadviescommissie. In het advies stelt de commissie het volgende: "individuele of kleine groepen muzikanten kunnen de sfeer op de markt zeker vergroten. Maar grotere muziekgezelschappen kosten ondernemers in de directe omgeving zeker een halfuur omzet". De voorwaarden waaronder mag worden opgetreden, zijn opgenomen om de hinder te beperken.

Artikel 13. Koken, bakken, braden en frituren

Wanneer een vergunninghouder vanaf de standplaats wil koken, bakken, braden of frituren is daarvoor een ontheffing nodig. Deze ontheffing wordt opgenomen in de vergunning.

In het tweede en derde lid is bepaald dat de ontheffing wordt geweigerd wanneer niet kan worden voldaan aan paragraaf 5.2 van het Besluit bgbop. Deze paragraaf regelt het veilig gebruik van bakkramen en bakwagens. De paragraaf regelt voornamelijk de afstanden van bakwagens of bakkramen met een gasinstallatie of waar wordt gefrituurd. Het regelt de afstand tot de naastgelegen gebouwen en de afstand tot andere bakwagens en bakkramen.

Lid 2 regelt dat de vergunninghouder moet aantonen (bewijslast) dat kan worden voldaan aan de eisen uit het Besluit bgbop. Het derde lid regelt dat de ontheffing voor bakken/braden kan worden geweigerd als de ondernemer niet kan aantonen aan het besluit te voldoen.

Aan de overige regels uit het Besluit bgbop moet eveneens worden voldaan, echter zijn deze niet opgenomen als weigeringsgrond voor het verlenen van de ontheffing voor koken, bakken, braden en frituren. Een dergelijke toets vooraf zou immers zwaarder zijn, dan het Besluit bgbop voor soortgelijke activiteiten voorschrijft. Daarnaast kan met het koken, bakken, braden of frituren op de standplaats aan de meeste overige bepalingen nog wel worden voldaan, al-dan-niet na enkele investeringen of wijzigingen in de bedrijfsvoering. Voor het voldoen aan de afstandscriteria is dat anders. Als men op een bepaalde standplaatslocatie niet voldoet, kan men niet zomaar op diezelfde locatie later wel voldoen. Het gevolg zou dan zijn dat de standplaats niet kan worden ingenomen vanwege strijd met het Besluit bgbop (ondanks een verleende marktstandplaatsvergunning). Om die reden wordt vooraf getoetst op de afstandscriteria uit paragraaf 5.2.

Aan de ontheffing kunnen op grond van artikel 5 van de verordening voorschriften worden verbonden. Hierbij moet worden opgemerkt dat het niet is toegestaan om bepalingen uit het Besluit bgbop als voorschrift aan de vergunning te verbinden. Het is juridisch gezien niet toegestaan om iets wat in 'hogere wetgeving' is geregeld (een koninklijk besluit in dit geval), lokaal te regelen (in bijvoorbeeld voorschriften). Bovendien is het overbodig omdat de bepalingen rechtstreeks uit het besluit gelden.

Artikel 14. Uitstallingen en objecten van derden

Om een 'wildgroei' aan uitstallingen te voorkomen, is in dit artikel een verbod opgenomen op het plaatsen van uitstallingen buiten de vergunde standplaatas. Binnen de vergunde standplaats is de ondernemer vrij om uitstallingen te plaatsen.

Het tweede lid van dit artikel regelt de afstemming van objecten van derden. In verband met bijvoorbeeld bouwwerkzaamheden op of rondom het marktterrein, kan het voorkomen dat er steigers, containers of andere objecten moeten worden geplaatst. De gemeente spant zich in dergelijke gevallen in om de hinder voor kooplieden te beperken.

Artikel 15.Venten

In verband met een ordelijk verloop van de warenmarkten is het niet toegestaan dat ondernemers rondlopend of rijdend hun producten aanbieden (venten).

Hierop geldt een uitzondering, namelijk voor de verkoop van eet- en drinkwaren bestemd om ter plaatse te consumeren ten behoeve van de standplaatshouders. Het is gebruikelijk dat er op warenmarkten een ondernemer eet- en drinkwaren voor de andere marktkooplieden verzorgt.

De venter maakt doorgaans gebruik van een karretje voor het vervoeren van de verkoopwaren. Om de verkeersbewegingen met karretjes te beperken, is in het belang van het ordelijk verloop van de markt een maximum gesteld voor het aantal te verlenen ontheffingen voor venten. Dit maximum is vastgesteld op één ontheffing per markt.

Een ontheffing kan worden aangevraagd door een van de vaste standplaatshouders of een persoon die niet op de markt staat (bijvoorbeeld een naastgelegen horecabedrijf).

Lid 4 van dit artikel regelt de duur van de ontheffing. De ontheffing voor venten wordt doorgaans verleend aan een vaste standplaatshouder. In die gevallen wordt de ontheffing voor dezelfde duur als de vergunning verleend. Wanneer een ontheffing voor venten wordt verleend aan een ondernemer die geen vaste standplaats op de markt inneemt, wordt de ontheffing verleend voor de periode van vijf jaar. Deze periode is korter dan voor een vaste standplaats. Voor deze kortere periode is gekozen omdat:

  • -

    De investeringen voor deze activiteit lager zijn dan voor het innemen van een vaste standplaats en daardoor de terugverdientijd korter;

  • -

    Daardoor gegadigden meer kans maken om voor de ontheffing in aanmerking te komen.

Omdat het aantal te verlenen ontheffingen aan een maximum is gebonden, is ook hier sprake van een schaars recht. De procedure uit artikel 5 is daarom overeenkomstig van toepassing. In het vijfde lid zijn de beoordelingscriteria bepaald voor wanneer er meerdere gegadigden zijn voor één ontheffing. Dit zijn dezelfde criteria als in artikel 5, min de criteria die gericht zijn op de consument. Die criteria zijn overbodig omdat de venter zich niet op de consument richt.

Artikel 16. Verspreiden gedrukte stukken

In het belang van de bescherming van het milieu is het niet toegestaan om op de markt gedrukte stukken (folders/flyers) te verspreiden. Onder verspreiden wordt verstaan het uitreiken aan willekeurige voorbijgangers op de markt. Hieronder wordt niet verstaan het uitreiken aan klanten op de betreffende standplaats. Dit maakt het mogelijk om klanten wel een folder, flyer of bestellijst mee te geven.

In het Marktreglement 2014 gemeente 's-Hertogenbosch was opgenomen dat het op de markt eveneens niet was toegestaan om godsdienstige, politiek of andere propaganda te voeren. Die bepaling was in strijd met artikel 6 en 9 van de Grondwet en de Wet openbare manifestaties. Om die reden is de betreffende passage vervangen door lid 2, waarin expliciet is vermeld dat de activiteiten die grondrechtelijk zijn beschermd wel mogen plaatsvinden.

Artikel 17. Regels verkoopmateriaal

In het vorige marktreglement was bepaald dat er op de inrichtingstekening plaatsen aangewezen zouden worden voor voertuigen (verkoopwagens) en kramen. Op de tekeningen werden echter weinig plaatsen voor een van beide aangewezen. Daar waar op de tekening dat onderscheid wel werd gemaakt, werd er vaak van afgeweken. Omdat in beginsel iedere standplaats geschikt is voor het innemen daarvan met een voertuig of kraam en om de ondernemers vrij te laten in de keuze voor het verkoopmiddel, wordt er minimaal gestuurd op de toegestane type verkoopmiddelen In uitzonderlijke gevallen, wordt op de inrichtingstekening bepaald dat standplaatsen slechts geschikt zijn voor bepaalde verkoopmiddelen. Daarvan kan bijvoorbeeld sprake zijn:

  • -

    In verband met de logistiek tijdens op- en afbouw;

  • -

    Om technische redenen zoals de aanwezigheid van ankers; of

  • -

    Vanwege de zichtbaarheid van naastgelegen winkels, horecabedrijven en terrassen (die vaak beter zichtbaar zijn als er een kraam staat dan een verkoopwagen).

In lid 3 worden enkele type verkoopmateriaal uitgesloten in verband met het uiterlijk aanzien van de markt. Hier wordt gesproken over het verkoopmateriaal wat in ieder geval niet mag worden gebruikt. Deze opsomming is daarmee niet uitputtend, maar bevat de meest voorkomende ongewenste verkoopmaterialen.

In het vierde lid is geregeld dat een standplaats qua oppervlakte moet passen binnen de kaders die daarvoor op de tekening zijn gesteld. De tekening regelt immers veilige doorgangen en een ordelijke opstelling van de markt. Afwijking van die inrichtingstekening is daarom niet gewenst. Het vijfde lid regelt hoe de oppervlaktes worden gemeten. Daarbij wordt uitgegaan van alle benodigde ruimte, ongeacht de hoogte daarvan. De omtrek wordt bepaald alsof je een lijn trekt rondom de ingenomen ruimte vanaf een luchtfoto. Zowel luifels die boven de grond hangen en waaronder men doorloopt, als objecten op de grond worden meegenomen. Hierbij enkele voorbeelden ter verduidelijking.

zie bijlage Toelichting inrichtingstekening

Lid 9 regelt dat verkoopmaterialen zoals kramen en tenten verankerd moeten zijn. Voor de verankering op de marktterreinen brengt de gemeente ankers aan waarvan de ondernemers gebruik kunnen maken. Dit is geregeld in lid 10. De gemeente brengt ankers aan voor 'standaardkramen'. Wanneer het verkoopmateriaal niet op de aangebrachte ankers verankerd kan worden, is de ondernemer verantwoordeljk voor een alternatief zodat hij de standplaats veilig kan innemen.

Lid 13 regelt dat door het innemen van de standplaatsen het zicht op andere ondernemingen (marktondernemingen, vaste winkels of horecabedrijven) wordt ontnomen. Bij verkoopwagens is het vaak technisch onmogelijk om een transparant karakter te hebben aangezien de verkoopwagen aan één of meerdere zijden gesloten blijft. Om deze reden kan het plaatsen van verkoopwagens op bepaalde locaties ook worden uitgesloten (zie lid 2).

Lid 15 regelt dat ontheffing kan worden verleend van de bepalingen in dit artikel. Voor een aantal te verlenen ontheffingen zijn regels opgenomen die in ieder geval gelden. Over deze onderwerpen is duidelijkheid aan de voorkant noodzakelijk. Bij het verlenen van ontheffingen worden tenminste de volgende belangen tegen elkaar afgewogen:

  • -

    Veiligheid;

  • -

    Doorgang voor publiek en hulpdiensten;

  • -

    Belang van de ondernemer om met zijn/haar verkoopmateriaal te kunnen staan;

  • -

    De bijdrage die het afwijken van de regels heeft aan een verhoging van de beleving op de markt. De marktadviescommissie heeft hierover geadviseerd om ontheffing te verlenen om iets speciaals te doen (bijvoorbeeld directe consumptie, aan recepten weggeven of een te raadplegen specialist).

Lid 6, 7, 11, 12 en 14 spreken voor zich en worden hier niet toegelicht.

In het vorige marktreglement was opgenomen dat het in de binnenstad alleen was toegestaan om gebruik te maken van door het college aangewezen kramen. Een aanwijzingsbesluit daarover is echter nooit genomen. Deze bepaling is daarom komen te vervallen.

Tevens was bepaald dat nadere eisen konden worden gesteld over het gebruik van overig materiaal. Deze nadere eisen zijn nooit vastgesteld. Bovendien wordt er nu gekozen om de regels zoveel mogelijk gecentreerd in dit marktreglement te houden. De mogelijkheid om nadere regels op te stellen, is daarom komen te vervallen.

Artikel 18

Artikel 13 van de verordening regelt dat het college een marktadviescommissie instelt en in het marktreglement regels opstelt over de samenstelling en werkwijze van die commissie. De uitwerking van dat artikel is terug te vinden in de artikelen 18 tot en met 20. Vóór inwerkingtreding van dit marktreglement, waren regels over samenstelling en werkwijze marktadviescommissie geregeld in een apart "Reglement voor de Markt Advies Commissie 2018" (hierna: reglement marktadviescommissie). Om zoveel mogelijk regels bij elkaar te houden, is ervoor gekozen om deze regels op te nemen in het marktreglement.

In het eerste lid is de primaire taak van de marktadviescommissie benoemd, namelijk het gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan het college. Het college neemt een dergelijk advies in overweging en kan eventueel ook adviezen van derden inwinnen. Met alle adviezen weegt het college alle belangen af en neemt zij uiteindelijk besluiten. In het reglement marktadviescommissie werd gesproken over het 'stemmen' door de leden van de marktadviescommissie. De term 'stemmen' kan de indruk wekken dat de uitkomst bepalend is voor de besluitvorming van het college. In de nieuwe regels is daarom nadrukkelijker aangegeven dat het om een adviesrol gaat en dat niet wordt gestemd.

De adviesrol van de marktadviescommissie heeft betrekking op algemene zaken over de markt. De adviesrol heeft geen betrekking op individuele casussen of personen. Individuele casuïstiek is aan het college om af te doen met beschikkingen (vergunningen, ontheffingen, intrekkingen daarvan, waarschuwingen en handhavingbesluiten).

Vanzelfsprekend is de marktadviescommissie er om het functioneren van de markt te bevorderen. Tegelijkertijd wordt van hen verwacht dat daarbij tevens rekening wordt gehouden met de omgeving. Daaronder worden ook de andere functies op en rondom het marktterrein verstaan zoals horeca, detailhandel en evenementen. De markt is immers geen op zichzelf staande activiteit, maar maakt onderdeel uit van centra van stad en dorpskernen met meerdere voorzieningen.

In het derde lid is expliciet geregeld waarover de marktadviescommissie tenminste adviseert. Dit sluit advisering op andere onderwerpen niet uit, maar regelt dat het college de marktadviescommissie over de genoemde onderwerpen in ieder geval raadpleegt.

Artikel 19. Samenstelling marktadviescommissie

In dit artikel is de samenstelling van de marktadviescommissie geregeld. De samenstelling is op de volgende punten gewijzigd ten opacithe van het reglement marktadviescommissie:

  • -

    De voorzittend wethouder wordt niet als één van de leden van de marktadviescommissie benoemd. De marktadviescommissie adviseert immers het college en het is niet logisch als de wethouder onderdeel uitmaakt van de marktadviescommissie en daardoor advies aan zichzelf uitbrengt.

  • -

    Aan de commissie worden twee leden toegevoegd, zijnde kooplieden die op een markt buiten de binnenstad staan. De marktadviescommissie adviseert immers over regels uit de verordening en het marktreglement, die ook betrekking hebben op de andere markten. Deze markten waren tot op heden niet vertegenwoordigd in de marktadviesocmmissie. Vanwege de omvang van de markt Rosmalen, is tenminste één van deze twee plekken gereserveerd voor een standplaatshouder van die markt. Afhankelijk van de uitkomst van de verkiezingen voor de marktadviescommissie, kunnen dat ook twee kooplieden van de markt Rosmalen zijn.

  • -

    Het aantal leden, voorgedragen door de CVAH, wordt teruggebracht van twee naar één. Volgens het reglement marktadviescommissie vaardigde de CVAH twee vertegenwoordigers af, namelijk een regiomanager en een door de CVAH aangewezen marktkoopman of -vrouw. Aangezien de marktkooplieden hun eigen vertegenwoordigers kiezen, is het niet logisch en minder democratisch dat de CVAH in aanvulling daarop een marktkoopman of -vrouw aanwijst om in de marktadviescommissie plaats te nemen.

  • -

    Afgevaardigden van het centrummanagement (wat later wordt opgevolgd door het binnenstadmanagement) worden niet langer als lid van de marktadviescommissie benoemd, maar sluiten als gesprekspartner aan. De aanwezigheid van hen tijdens de vergadering is belangrijk voor een goede dialoog over alle belangen (ook die van de ondernemers rondom de markt). Omdat zij soms andere belangen kunnen hebben, is ervoor gekozen om hen niet als lid van de commissie aan te merken, maar een apart advies te laten uitbrengen. Het is uiteindelijk aan het college om de verschillende adviezen en belangen tegen elkaar af te wegen.

Zeven van de acht leden in de marktadviescommissie zijn kooplieden die worden gekozen door de kooplieden zelf als vertegenwoordigers van hen. Van deze vertegenwoordigers mag de gemeente verwachten dat zij hun achterban raadplegen waar nodig en een representatieve gesprekspartner zijn namens de achterban.

Standwerkers hebben geen vaste plaats op de markt en hun belangen worden daarom mogelijk in mindere mate vertegenwoordigd door de leden in de marktadviescommissie, zijnde marktkooplieden. In het reglement marktadviescommissie stond dat er een afgevaardigde van de afdeling standwerken van de CVAH aanschuift als daarover onderwerpen op de agenda staan. De belangen van de standwerkers kunnen ook ter sprake komen als dat onderwerp niet expliciet op de agenda staat. Daarom mag van de afgevaardigde van de CVAH worden verwacht dat deze de belangen van de standwerkers altijd meeneemt. Dit is nu geregeld in lid 2.

Zitting in de marktadviescommissie is niet voor onbepaalde tijd. In verband met het democratische proces, waarbij de marktkooplieden hun vertegenwoordigers kiezen, is het legitiem om die verkiezingen periodiek te houden. Voor de periode is de termijn gekozen van vier jaar.

In het vierde lid is bepaald dat het college de verkiezingen organiseert voor de commissieleden die door de kooplieden uit hun midden worden gekozen. Het college tuigt daarvoor een transparante en eerlijke procedure op.

Hierboven is toegelicht waarom afgevaardigden van het centrummanagement geen lid meer zijn van de commissie. Lid 5 regelt dat zij aanschuiven waar nodig en separaat advies uitbrengen.

Lid 6 en 7 spreken voor zich en behoeven geen nadere toelichting.

In het achtste lid is geregeld dat een commissielid binnen twee maanden na vertrek wordt vervangen. Als het om een marktkooplid gaat, schrijft de gemeente daarvoor een nieuwe verkiezing uit.

Artikel 20. Vergadering en agenda

In het eerste lid is bepaald dat de voorzitter bepaalt wanneer de marktadviescommissie vergader. De frequentie is afhankelijk van de actuele onderwerpen waarover de marktadviescommissie advies uitbrengt.

In verband met de transparantie zijn de vergaderingen openbaar. Dit is des te meer van belang omdat zeven van de acht leden een achterban vertegenwoordigen en de achterban vertegenwoordigen en de achterban dan kan volgen hoe zij worden vertegenwoordigd. Er kunnen echter onderwerpen op de agenda staan, waarbij een besloten bespreking nodig is. In die gevallen kan de marktadviescommissie besluiten om de bespreking besloten te houden.

Voor een goede voorbereiding op het overleg, is geregeld dat de uitnodiging en bijbehorende stukken tien dagen voorafgaand aan de vergadering worden toegezonden aan de leden.

Het vierde lid regelt de afbakening van waarover de marktadviescommissie vergadert. De zinsnede "het beleid en de ontwikkeling van de warenmarkt" geeft aan dat niet wordt vergaderd over individuele gevallen.

In lid 5 is de adviesrol benadrukt. Deze bepaling vervangt bepalingen over het stemmen over onderwerpen. Door een schriftelijk advies te laten uitbrengen, wordt benadrukt dat wat tijdens de vergadering wordt gezegd, niet als advies wordt aangemerkt.

Het zesde lid regelt de afmeldingsplicht bij afwezigheid. Zitting in de marktadviescommissie brengt ook enige verplichting met zich mee. Mede omdat de leden een achterban vertegenwoordigen, mag aanwezigheid in beginsel worden verwacht. Omdat aanwezigheid niet in alle gevallen mogelijk is, bijvoorbeeld door ziekte of vakantie, wordt die niet afgedwongen. Wel wordt tenminste verwacht dat men zich afmeldt.

Artikel 21. Sanctiematrix

Bij de nieuwe sanctiematrix is aansluiting gezocht bij de Landelijke handhavingsstrategie (LHS). Deze LHS wordt in 's-Hertogenbosch ook toegepast in het beleid voor de handhaving in de fysieke leefomgeving. Bij de LHS wordt de eerste sanctie na een overtreding bepaald op basis van de gevolgen van een overtreding en het gedrag van de overtreder (mate waarin de overtreding wordt begaan uit onverschilligheid, calculerend gedrag of bewust).

De verschillende overtredingen die men kan begaan op grond van de verordening en het marktreglement zijn, aan de hand van de gevolgen van de overtreding en het gedrag van de overtreder, ingeschaald in drie categorieën. Hierdoor is vooraf duidelijk hoe zwaar de overtreding wordt ingeschaald en welk stappenplan gevolgd gaat worden bij een bepaalde overtreding.

In uitzonderlijke gevallen kan van de sanctiematrix worden afgeweken. Lid 2 van dit artikel regelt immers dat de sanctiematrix "in beginsel" wordt toegepast. Wanneer de openbare orde of veiligheid in gevaar komt, kan worden overgegaan tot directe verwijdering voor overtredingen als bedoeld in artikel 16 van de verordening.

Artikel 22. Intrekken oude regeling

Dit artikel regelt de intrekking van de oude regeling "Marktreglement 2014 gemeente 's-Hertogenbosch". Regels over de marktadviescommissie, die nu zijn geregeld in dit marktreglement, waren geregeld in een aparte regeling. Dat "Reglement Markt Advies Commissie gemeente 's-Hertogenbosch 2018" wordt ook ingetrokken.

Artikel 23. Overgangsbepalingen

In het overgangsrecht van de verordening is geregeld dat ondernemers binnen een bepaalde periode een nieuwe vergunning ontvangen. Omdat de verordening geen overgangsbepalingen voor ontheffingen op grond van dit reglement kent, is dit hier geregeld.

Artikel 19 regelt dat er een nieuwe samenstelling van de marktadviescommissie komt. Dit betekent dat er ook nieuwe verkiezingen moeten komen voor de leden van de marktadviescommissie.

Artikel 24. Inwerkingtreding

Dit artikel regelt de inwerkingtreding en regelt dat het marktreglement tegelijkertijd met de verordening in werking treedt. Een aantal bepalingen is namelijk onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Artikel 25. Citeertitel

Dit artikel regelt de naamgeving van de regeling.