Besluit van de algemeen directeur van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent bevoegdheden (Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging P&O van de Algemeen Directeur)

Artikel 2 Ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging

• 1. De algemeen directeur verleent ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging aan de concerndirecteuren, de concerncontroller, de directeur Veiligheid en het hoofd Concern Auditing om de in artikel 2 en artikel 10 van de Regeling mandaat, volmacht en machtiging P&O genoemde bevoegdheden uit te oefenen, met uitzondering van de in artikel 4, artikel 5 en artikel 7, tweede en derde lid, genoemde bevoegdheden.

• 2. De concerndirecteuren, de concerncontroller, de directeur Veiligheid en het hoofd Concern Auditing maken van dit ondermandaat, deze ondervolmacht en deze ondermachtiging slechts gebruik voor zover het aangelegenheden betreft die onder hen ressorterende organisatie-onderdelen aangaan.

• 3. De concerndirecteuren, de concerncontroller, de directeur Veiligheid en het hoofd Concern Auditing zijn bevoegd, tenzij anders aangegeven, de aan hen ondergemandateerde, ondergevolmachte en ondergemachtigde bevoegdheden verder onder te mandateren, respectievelijk verder onder te volmachten en onder te machtigen, aan in het onder hen ressorterende organisatie-onderdeel werkzame personen.

• 4. De in het vorige lid genoemde bevoegdheid geldt niet voor het opzeggen van de arbeidsovereenkomst wegens een dringende reden als bedoeld in artikel 7:677 van het Burgerlijk Wetboek.

• 5. De in het derde lid genoemde bevoegdheid geldt niet ten aanzien van het in het kader van een beëindigingsovereenkomst toekennen van een geldelijke vergoeding.