Instructie voor de leerplichtambtenaar

Geldend van 09-03-2006 t/m heden

Intitulé

Instructie voor de leerplichtambtenaar

INSTRUCTIE VOOR DE LEERPLICHTAMBTENAAR

Burgemeester en wethouders van de gemeente Hof van Twente;

gelet op artikel 16, lid 4 van de Leerplichtwet 1969;

besluiten vast te stellen de navolgende:

Instructie voor de leerplichtambtenaar.

Artikel 1 Begripsbepalingen.

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Ambtenaar: de leerplichtambtenaar, bedoeld in artikel 16 van de Leerplichtwet.

  • b.

    Directeur: degene die met de leiding van de school of de instelling is belast.

  • c.

    Jongere: de jongere als bedoel in de Leerplichtwet 1969.

  • d.

    School;

    • 1.

      een openbare of een uit de openbare kas bekostigde bijzondere dagschool voor basisonderwijs, speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet onderwijs;

    • 2.

      een ingevolge artikel 56 van de Wet op het voortgezet onderwijs aangewezen bijzondere dagschool voor voortgezet onderwijs;

    • 3.

      een andere dagschool die, wat de inrichting van het onderwijs en de bevoegdheden van de leraren betreft, overeenkomt met een van de onder 1. bedoelde scholen;

    • 4.

      een andere krachtens artikel 1a, sub a van de Leerplichtwet voor de toepassing van deze wet als school aangewezen onderwijsinstelling.

  • e.

    Instelling:

    • 1.

      een krachtens artikel 61 van de Wet op het voortgezet onderwijs uit ’s Rijks kas bekostigd vormingsinstituut voor jeugdigen;

    • 2.

      een school voor beroepsbegeleidend onderwijs in de zin van de Wet op het cursorisch beroepsonderwijs;

    • 3.

      een andere krachtens artikel 1a, sub b van de Leerplichtwet voor de toepassing van deze wet als instelling aangewezen cursus of instelling, waar onderwijs of vorming wordt gegeven.

  • f.

    Leerplichtwet: de Leerplichtwet 1969 zoals deze gewijzigd is bij Staatsblad 1994, 255 en inwerking is getreden per 1 augustus 1994, 469.

Artikel 2 Verlof voor meer dan 10 dagen per schooljaar

  • 1. Indien verlof als bedoeld in artikel 14 Leerplichtwet wordt gevraagd voor meer dan 10schooldagen per schooljaar, beslist de ambtenaar van de woongemeente van de jongere.

  • 2. Alvorens te beslissen stelt de ambtenaar de directeur van de school, waarbij de jongere staat ingeschreven, in de gelegenheid om zijn standpunt te motiveren.

  • 3. Alvorens te beslissen stelt de ambtenaar degene die de aanvraag heeft ingediend inde gelegenheid zijn standpunt te motiveren.

Artikel 3 Verlof voor 10 dagen per schooljaar of minder

Aanvragen voor verlof tot en met 10 schooldagen per jaar buiten de schoolvakanties, wordeningediend bij de directeur van de school. De directeur toetst de aanvraag aan de “derichtlijnen verlof buiten de schoolvakanties”, zoals opgesteld door de ambtenaar, rekeninghoudend met het individuele belang.

Artikel 4 Relatief schoolverzuim

  • 1. Indien een kennisgeving is ontvangen, als bedoeld in artikel 21 Leerplichtwet, stelt deambtenaar vanwege burgemeester en wethouders een onderzoek in en legt hiervaneen dossier aan. Hij stelt de in artikel 2, lid 1 Leerplichtwet bedoelde personen in degelegenheid hun gevoelens kenbaar te maken en tracht hen ertoe te bewegen hunverplichtingen na te komen. Van het onderhoud met de in artikel 2, lid 1 leerplichtwetbedoelde personen maakt de ambtenaar een verslag.

  • 2. Blijkt aan de ambtenaar dat de leerplichtige jongere die de leeftijd van 12 jaren heeftbereikt of de partieel leerplichtige jongere het onderwijs aan de school of de instellingniet geregeld volgt, zonder dat de jongere op grond van artikel 11 Leerplichtwet vandeze verplichting is vrijgesteld, dan stelt hij de jongere in de gelegenheid zijnstandpunt kenbaar te maken en tracht hem ertoe te bewegen zijn verplichtingen na tekomen. Van het onderhoud met de jongere maakt de ambtenaar een verslag.

  • 3. In de door hem te bepalen gevallen wordt door de ambtenaar huisbezoek afgelegd.

  • 4. Zo vaak als wenselijk is overlegt de ambtenaar met de school of met een of meeraangewezen diensten of instellingen zoals bedoeld in artikel 8 van deze instructie. Hijkan bemiddelen bij het zoeken naar een andere school of een andere leerroute.

  • 5. Blijkt aan de ambtenaar dat de in artikel 2, lid 1 Leerplichtwet bedoelde personen nietzorgen dat de leerplichtige jongere de school geregeld bezoekt, zonder dat dejongere op grond van artikel 11 Leerplichtwet van deze verplichting zijn vrijgesteld,dan zendt de ambtenaar proces-verbaal van zijn bevindingen aan de officier vanjustitie.

  • 6. Indien blijkt dat de leerplichtige jongere die de leeftijd van 12 jaren heeft bereikt of departieel leerplichtige jongere weigert de verplichting als bedoeld in artikel 22, lid 3Leerplichtwet na te komen, zendt de ambtenaar het proces-verbaal van zijnbevindingen aan de officier van justitie.

  • 7. Over de afwikkeling van de verzuimkwestie worden de ouders of verzorgers en debetrokken school of instelling door de ambtenaar geïnformeerd.

  • 8. In het kader van artikel 21 van de wet dient de directeur van de school de ambtenaarvan de woongemeente van de jongere in kennis te stellen in geval er sprake is vanverzuim van drie opeenvolgende schooldagen of indien dit verzuim gedurende eenperiode van vier opeenvolgende lesweken meer dan 1\8 deel van de les- ofpraktijktijd is geweest. Wanneer de mate van verzuim zorgwekkend lijkt te zijn/worden(bijv. onduidelijk, regelmatig ziekteverzuim) wordt dit eveneens gemeld aan deleerplichtambtenaar, dit in het kader van de maatschappelijke zorgtaak.

  • 9. In het kader van de Regionale Meld –en Coördinatiefunctie van de sub –regio Midden Twente kan een leerling, die vroegtijdig het onderwijs dreigt te verlaten, wordeningebracht in het vangnetoverleg, waarin de leerplichtambtenaar participeert. Eentoelichting over de werkwijze van het RMC is opgenomen in bijlage 1.

  • 10. Zodra de ambtenaar kennis neemt van schoolverzuim dat niet door de school isgemeld, stelt hij een onderzoek in naar de reden waarom de school het verzuim nietheeft vermeld.

Artikel 5 Absoluut schoolverzuim

  • 1. Indien blijkt dat een leerplichtige of partieel leerplichtige jongere niet als leerling isingeschreven, zonder dat een grond voor vrijstelling aanwezig is, stelt de ambtenaarvanwege burgemeester en wethouders een onderzoek in en legt hiervan een dossieraan. Hij hoort de in artikel 2, lid 1 Leerplichtwet bedoelde personen en tracht henertoe te bewegen hun verplichtingen na te komen. Van het onderhoud met de inartikel 2, lid 1 Leerplichtwet bedoelde personen maakt de ambtenaar een verslag.

  • 2. In door de ambtenaar te bepalen gevallen kan door hem huisbezoek wordenafgelegd.

  • 3. Zo nodig raadpleegt de ambtenaar een of meer aangewezen diensten of instellingenals bedoeld in artikel 8 van de instructie.

  • 4. Blijkt aan de ambtenaar dat de in artikel 2, lid 1 Leerplichtwet bedoelde personenweigeren de jongere als leerling van een school, onderscheidenlijk eenonderwijsinstituut te laten inschrijven, zonder dat de jongere op grond van artikel 5,5a of 15 Leerplichtwet van deze verplichting is vrijgesteld, dan zendt hij procesverbaalvan zijn bevindingen aan de officier van justitie.

Artikel 6 Kennisgeving aan Raad voor de kinderbescherming

  • 1. Indien de in artikel 2, lid 1 Leerplichtwet bedoelde personen reeds eerder zijnveroordeeld wegens het niet nakomen van de verplichtingen, opgelegd in artikel 2 lid1 of artikel 4a Leerplichtwet, zendt de ambtenaar een afschrift van het proces-verbaalaan de Raad voor de Kinderbescherming.

  • 2. Met de Raad voor de kinderbescherming wordt in voorkomende gevallen overleggevoerd over de aanpak van het verzuim en daarmee samenhangende problemen.

Artikel 7 Kennisgeving aan de Arbeidsinspectie

Indien aan de ambtenaar blijkt dat een jongere in strijd met de voorschriften van deArbeidswet 1919 arbeid verricht, geeft hij hiervan terstond kennis aan het districtshoofd vande Arbeidsinspectie (artikel 23 Leerplichtwet).

Artikel 8 Aanwijzingen van diensten en instellingen

De ambtenaar voert zo vaak als hij dit voor het uitoefenen van zijn taak nodig acht overlegmet:

  • -

    de Raad voor de Kinderbescherming;

  • -

    het Bureau Vertrouwensartsen;

  • -

    de Geneeskundige – en Gezondheidsdienst;

  • -

    de politie;

  • -

    de officier van justitie;

  • -

    de Arbeidsinspectie;

  • -

    de inspecteur van het onderwijs;

  • -

    instellingen voor jeugdhulpverlening;

  • -

    de scholingsvormen waar jongeren in het kader van de partiële leerplicht of devervangende leerplicht aan kunnen deelnemen;

  • -

    alle overige instellingen die zich op het terrein van onderwijs en jeugdzorgbewegen.

Artikel 9 Samenwerking met ambtgenoten

  • 1. De ambtenaar pleegt zo vaak als noodzakelijk is overleg met ambtgenoten uit anderegemeenten. In dit geval wordt in individuele gevallen overleg gevoerd over:

    • -

      het verlenen van verlof aan leerlingen die buiten hun woongemeente een schoolbezoeken;

    • -

      het behandelen van verzuimmeldingen betreffende leerlingen die buiten hunwoongemeente een school bezoeken.

  • 2. De ambtenaar werkt samen met zijn ambtgenoten in omliggende gemeenten. De samenwerking strekt zich in ieder geval uit tot het maken van afspraken over:

    • -

      de toepassing van artikel 14, lid 3 Leerplichtwet (verlof aanvragen voor meerdan 10 dagen);

    • -

      de wijze waarop contact wordt onderhouden met de Officier van Justitie in hetkader van de toepassing van artikel 22 Leerplichtwet;

    • -

      de toepassing van artikel 3a (vervangende leerplicht), 3b (vervangendeleerplicht laatste schooljaar);

    • -

      de toepassing van artikel 5a, b en c (gronden voor vrijstelling van deinschrijvingsverplichting);

    • -

      de toepassing van artikel 15 (vrijstelling wegens het volgen van ander onderwijs)

  • 3. De ambtenaar werkt samen in het kader van het Regionale Meld- en Coördinatiepuntin de subregio Midden Twente

    Het doel van de samenwerking in de regio is:

    • -

      te zorgen voor een sluitende regionale registratie van individuele voortijdigschoolverlaters;

    • -

      te realiseren dat er een dekkende en effectieve samenwerking komt, gericht opterug – of doorgeleiding van voortijdig schoolverlaters.

Artikel 10 Jaarverslag

  • 1. De leerplichtambtenaar levert de noodzakelijke gegevens aan burgemeester enwethouders in verband met het jaarlijks vóó r 1 oktober uit te brengen verslag aan degemeenteraad.

  • 2. De ambtenaar levert de noodzakelijke gegevens aan de burgemeester enwethouders in verband met het jaarlijks aan de minister uit te brengen verslag van hetschoolverzuim.

Artikel 11 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling zal in werking treden met ingang van de achtste dag na die waarop zijis bekendgemaakt.

  • 2. De regeling wordt aangehaald als instructie voor de leerplichtambtenaar.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de burgemeester en wethouders van Burgemeester en wethouders van Hof van Twente,
de secretaris, de burgemeester,
Mr. D. Markvoort, Drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten