Regeling van de gemeentelijke bijdrage voor het geven van godsdienst- en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs op de openbare basisscholen in de gemeente Middelburg

Geldend van 01-01-1986 t/m heden

Intitulé

REGELING VAN DE GEMEENTELIJKE BIJDRAGE VOOR HET GEVEN VAN GODSDIENST- EN LEVENS-BESCHOUWELIJK VORMINGSONDERWIJS OP DE OPENBARE BASISSCHOLEN IN DE GEMEENTE MIDDELBURG

De raad van de gemeente Middelburg;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 oktober 1985, volgnr. 85-353;

gelet op de artikelen 30, 31 en 37 van de Wet op het Basisonderwijs;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende

REGELING VAN DE GEMEENTELIJKE BIJDRAGE VOOR HET GEVEN VAN GODSDIENST- EN LE- VENSBESCHOUWELIJK VORMINGSONDERWIJS OP DE OPENBARE BASISSCHOLEN IN DE GEMEENTE MIDDELBURG.

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder

  • a)

    de wet : de Wet op het Basisonderwijs;

  • b)

    godsdienstonderwijs : het onderricht in cultuurgeschiedenis van het Christendom, Bijbelkennis, Bijbelse geschiedenis en godsdienstgeschiedenis;

  • c)

    levensbeschouwelijk

    vormingsonderwijs : het leveren van een bijdrage aan de geestelijke en zedelijke vorming, welke niet godsdienstig is gefundeerd;

  • d)

    gemiddeld aantal

    leerlingen : het gemiddelde van het aantal aan respectievelijk godsdienst- en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs deelnemend aantal leerlingen per 16 januari, 1 april en 16 oktober van elk kalenderjaar;

  • e)

    bedrag per leerling : de bijdrage die per aan godsdienst- of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs deelnemende leerling wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van deze regeling;

  • f)

    instellingen : kerkelijke gemeenten, plaatselijke kerken of rechtspersonen als bedoeld in artikel 30 van de wet;

Artikel 2

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen aan instellingen een bijdrage toekennen voor het geven van godsdienst- of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van de openbare basisscholen in de gemeente Middelburg.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen aan instellingen met uitzondering van protestants christelijke kerken en kerkgenootschappen een bijdrage toekennen voor het geven van godsdienst- en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan de samenwerkingsschool De Lonneboot in Nieuw- en Sint Joosland.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen aan instellingen een bijdrage toekennen voor het geven van godsdienst- of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van de algemene basisschool (ABS) indien de vrije toegankelijk-heid van deze school is gewaarborgd en geen materiële belemmeringen voor inschrijving van leerlingen, naar het oordeel van het college, aanwezig zijn.

Artikel 3

  • 1. De bijdrage wordt uitgedrukt in een bedrag per leerling. Voor 1986 wordt het bedrag per leerling vastgesteld door het bedrag per leerling vastgesteld op f 50,--. De bijdrage wordt vastgesteld door het bedrag per leerling te vermenigvuldigen met het gemiddeld aantal leerlingen, gedifferentieerd naar instelling.

  • 2. Het bedrag per leerling wordt jaarlijks door burgemeester en wethouders na- der vastgesteld aan de hand van de indexcijfers van de lonen per uur van volwassen werknemers in de overheidssector, zoals deze worden gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen aan instellingen een bijdrage toekennen voor het geven van godsdienst- of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van de algemene basisschool (ABS) indien de vrije toegankelijkheid van deze school is gewaarborgd en geen materiële belemmeringen voor inschrijving van leerlingen, naar het oordeel van het college, aanwezig zijn.

Artikel 4

  • 1. De instellingen dienen binnen twee maanden na 16 oktober van elk kalender- jaar een verzoek in ter verkrijging van een bijdrage op grond van deze rege- ling.

  • 2. Bij het in het eerste lid genoemde verzoek dienen tevens bescheiden te wor- den overgelegd, waaruit het gemiddeld aantal leerlingen blijkt.

  • 3. Voor elk kalenderjaar kunnen de instellingen het college van burgemeester en wethouders verzoeken om een voorschot op de te verwachten bijdrage beschik- baar te stellen. Het toegekende voorschot wordt uitbetaald in vier gelijke termijnen. De instellingen dienen een eventueel te veel ontvangen voorschot in de gemeentekas terug te storten.

Artikel 5

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen waarin deze regeling niet voorziet in positieve zin beschikken.

Artikel 6

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1986.

  • 2. Door inwerkingtreding van deze regeling vervalt de "Verordening tot regeling van de vergoeding voor het geven van godsdienst- en vormingsonderwijs op de gemeentelijke scholen voor gewoon lager onderwijs in de gemeente Middelburg" per gelijke datum.

  • 3. Gedurende de periode 1 augustus tot en met 31 december 1985 is de "Verorde- ning tot regeling van de vergoeding voor het geven van godsdienst- en vor- mingsonderwijs op de gemeentelijke scholen voor gewoon lager onderwijs in de gemeente Middelburg" van toepassing met dien verstande dat de "leerlingen" alle leerlingen van de basisscholen betreffen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad in zijn
openbare vergadering van 21 oktober 1985.
Gewijzigd: 29 mei 2000
Inwerkingtreding: 1 augustus 2000
Publicatie: