Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening participatie Wmo-beleid gemeente Buren 2012

Geldend van 05-04-2012 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening participatie Wmo-beleid gemeente Buren 2012

Hoofdstuk 1 Verordening Participatie Wmo-beleid

Artikel 1 Begrippen

  • 1 De wet: de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

  • 2 Cliënten- en burgerparticipatie Wmo-beleid: de gestructureerde wijze waarop de gemeente belanghebbenden en belangstellenden betrekt en invloed laat uitoefenen in de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van de Wet maatschappelijke ondersteuning(Wmo) en het integrale gemeentelijke Wmo-beleid

  • 3 Integraal gemeentelijk Wmo-beleid: de samenhangende wijze waarop de gemeente in al haar beleid en verantwoordelijkheden, werkt aan de maatschappelijke ondersteuning

  • 4 Wmo-participatieraad: de door de gemeente benoemde deskundige of betrokken burgers die zich verantwoordelijk en betrokken voelen bij maatschappelijke ondesteuning in de gemeente Buren

  • 5 Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Buren

Artikel 2 Instellen participatieraad

Het college bevordert het instellen en het in stand houden van gemeentelijke Wmo-participatieraad op grond van art. 11 van de Wet maatschappelijke ondersteuning.

Artikel 3 Samenstelling, benoeming en zittingsduur

  • 1 De Wmo-participatieraad bestaat, inclusief de voorzitter, uit maximaal 13 leden. Bij de samenstelling wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met een representatieve vertegenwoordiging uit de onderscheidene woonkernen en doelgroepen in de gemeente

  • 2 het college benoemt en ontslaat de leden van de participatieraad

  • 3 in afwijking van artikel 3, lid 1 van deze verordening kunnen op verzoek van de participatieraad maximaal 2 vertegenwoordigers van erkende landelijke c.q. provinciale belangenverenigingen van de in dit artikel genoemde groepen in de raad worden opgenomen

  • 4 leden van de gemeenteraad Buren en medewerkers van de gemeente Buren kunnen geen lid zijn van de Wmo- participatieraad

  • 5 de Wmo-participatieraad kiest uit haar midden een voorzitter, secretaris en penningmeester

  • 6 de benoeming ter voorziening in tussentijds opengevallen plaatsen geschiedt bij voorkeur binnen drie maanden na het ontstaan van de vacature

  • 7 jaarlijks treedt een derde van de leden af en is eenmaal herbenoembaar

  • 8 in afwijking van lid 7 treedt 2 jaar na de instelling van de Wmo- participatieraad een derde van de leden af

  • 9 benoeming gebeurt op persoonlijke titel, zonder last of ruggespraak met de organisatie van waaruit het lid eventueel is voorgedragen

Artikel 4 Reikwijdte van de participatie

De Wmo-participatieraad bestrijkt de volle breedte en daarmee alle aspecten van het gemeentelijk Wmo-beleid. De participatieraad realiseert zich dat onderdelen van gemeentelijk Wmo-beleid op bovenlokale schaal worden ontwikkeld, uitgevoerd en beoordeeld.

Artikel 5 Werkwijze

  • 1 In het kader van de burgerparticipatie betrekt het college de

    Wmo- participatieraad in een zo vroeg mogelijk stadium bij het beleid. Dit kan gaan over beleidsontwikkeling, uitvoering of evaluatie van Wmo-beleid. Daarnaast kan het college de Wmo-participatieraad ook om advies vragen;

  • 2 De Wmo-participatieraad kan ook uit eigen beweging advies uitbrengen aan burgemeester en wethouders;

  • 3 De Wmo-participatieraad spant zich in om burgers en cliënten te betrekken bij participatie-activiteiten;

  • 4 Het college vraagt de Wmo-participatieraad in ieder geval om advies over het gemeentelijk beleid met betrekking tot de Wmo en de regelingen die daarop berusten.

    Het college maakt jaarlijks in overleg werkafspraken met de Wmo-participatieraad over de onderwerpen op andere beleidsterreinen in zoverre die invloed hebben op het Wmo-bele

  • 5 In het jaarlijks overleg als omschreven in lid 4 van dit artikel worden met betrekking tot alle beleidsterreinen werkafspraken gemaakt over de termijn waarin advies van de participatieraad wordt verwacht. Deze termijn is zodanig dat de raad zijn taak naar behoren kan vervullen;

  • 6 Het uitgebrachte advies wordt met een reactie van burgemeester en wethouders toegevoegd aan de stukken voor de gemeenteraad;

  • 7 De eerst aanspreekbare wethouder en de Wmo-participatieraad vindt minimaal 2 maal per jaar een structureel overleg plaats. Tussen de eerste contactambtenaar en de Wmo-participatieraad vindt minimaal 6 maal per jaar een structureel overleg plaats;

  • 8 het college zorgt er voor dat de gemeente  aan de participatieraad tijdig de nodige informatie verstrekt. Dat bevordert het goed functioneren van de Wmo-participatieraad;

  • 9 De Wmo-participatieraad stelt een huishoudelijk reglement op. Dit bevat in ieder geval

    • 1.

      de visie en missie van de Wmo-particiaptieraad,

    • 2.

      het rooster van aftreden,

    • 3.

      de vereiste competenties van de raad en haar leden,

    • 4.

      de na te streven samenstelling van de raad

    De Wmo-participatieraad legt het huishoudelijk reglement ter goed- keuring voor aan  het college.

Artikel 6 Faciliteiten

  • 1 De gemeenteraad neemt voor de Wmo-participatieraad een budget op in de jaarlijkse gemeentebegroting

  • 2 Dit budget is bedoeld voor de kosten van de Wmo-participatieraad, waaronder:

    • 1.

      vergoeding van onkosten en presentie van de leden,

    • 2.

      vergoeding voor deskundigheidsbevordering,

    • 3.

      aanschaf van documentatie, literatuur en vaktijdschriften,

    • 4.

      middelen voor de inschakeling van eigen (professionele) ondersteuning op inhoudelijk en organisatorisch gebied,

    • 5.

      middelen ter financiering van niet reguliere-, projectmatige activiteiten,

    • 6.

      middelen waarmee de Wmo-participatieraad de relatie met doelgroepen en belangstellenden kan onderhouden;

  • 3 Voor de besteding van dit budget legt de Wmo-participatieraad declaraties en aanvragen voor aan het college. Het college beslist over deze aanvragen;

  • 4 De gemeente stelt aan de Wmo-participatieraad vergaderruimte ter beschikking. De participatieraad verzoekt de gemeente minimaal 4 weken van te voren om het beschikbaar stellen van de benodigde vergaderruimte.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1 In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet met betrekking tot participatie in Wmo-beleid beslist het college, nadat zij de Wmo-participatieraad gehoord hebben;

  • 2 De Wmo-raad Zorg en Wonen en de Wmo-raad Welzijn en Leefbaarheid houden op te bestaan met het in werking treden van deze verordening;

  • 3 Op grond van deze verordening wordt de nieuwe Wmo-participatieraad Buren ingesteld en de leden benoemd;

  • 4 De twee raden uit lid 2 van dit artikel dragen de leden voor voor de nieuwe Wmo-participatieraad. Het college benoemt de leden op basis van deze voordracht volgens artikel 3 lid 2 van deze verordening;

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

Artikel 9 Intrekking

De Verordening participatie Wmo-beleid d.d. 30 januari 2007 is tegelijkertijd met de in werkingtreding van deze nieuwe verordening ingetrokken.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening participatie Wmo-beleid 2012” .