Aanwijzing plaatsvervangende klachtencoördinator gemeente Geertruidenberg

De algemeen directeur van de gemeente GEERTRUIDENBERG;

gelet op hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1, aanhef en onder i van de Klachtrenregeling Geertruidenberg 2012;

gelet op bijlage 2, onder deel a, onder C, nummer 2 van het Algemeen mandaatbesluit Geertruidenberg 2023;

overwegende:

dat vanwege een open communicatie en een laagdrempelige dienstverlening het gewenst c.q. noodzakelijk is te beschikken over een klachtencoördinator welke belast is met de procedurele bewaking van de administratieve afhandeling van klachten;

dat de continuïteit van de behandeling van schriftelijke klachten over gedragingen (in naam) van een bestuursorgaan moet worden gewaarborgd;

dat het college van burgemeester en wethouders op 11 juli 2017 hebben besloten om de beleidsmedewerkers A en B, werkzaam op het cluster Advies, onderdeel Juridische zaken, aan te wijzen als plaatsvervangend klachtencoördinator;

dat de functietitels van deze medewerkers zijn veranderd in het kader van de invoering van HR21, en er een nieuw aanwijzingsbesluit nodig is;

dat ingevolge het geldende mandaatbesluit de algemeen directeur bevoegd is tot het aanwijzen van een klachtencoördinator en zijn plaatsvervanger ingevolge de Klachtenregeling van de gemeente Geertruidenberg (zin van hoofdstuk 9 van de Awb);