Ondermandaatbesluit gemeentelijke belastingen

• 1.

  Onder de volgende begrippen wordt verstaan:

  • a.

    Aanslagoplegging: het door middel van een belastingaanslag schriftelijk kenbaar maken van het verschuldigde bedrag waaronder begrepen het door middel van een mondelinge of schriftelijke kennisgeving bekendmaken van het verschuldigde bedrag;

  • b.

    Gewone invordering: alle bevoegdheden rond het innen van belastinggelden tot de dwanginvordering.

• 2.

  Aan de functionarissen in de onderstaande tabel ondermandaat te verlenen de volgende handelingen te verrichten.

  Functionaris	Belastingsoort	Omschrijving Handeling
  Legesverordening
  Afdelingshoofd Dienstverlening én door deze aan te wijzen medewerkers	De in de Legesverordening aangewezen leges onder Hoofdstuk 1	Aanslagoplegging Gewone invordering
  Afdelingshoofd Financiën én door deze aan te wijzen medewerkers	Alle in de Legesverordening vastgestelde leges	Aanslagoplegging Gewone invordering
  Afdelingshoofd veiligheid en wijken én door deze aan te wijzen medewerkers	De in de Legesverordening aangewezen leges onder Hoofdstuk 1, paragraaf 1.9 artikel 1.31, paragraaf 1.10 artikel 1.34 lid 1a, artikel 1.35 lid 1, lid 3 t/m 7, lid 10. Hoofdstuk 2, paragraaf 2.34, artikel 3, artikel 4, a, b en c, artikel 5, a en b. Hoofdstuk 3	Aanslagoplegging Gewone invordering
  Afdelingshoofd CJA én door deze aan te wijzen medewerkers	De in de Legesverordening aangewezen leges onder Hoofdstuk 1, paragraaf 1.35 lid 1	Aanslagoplegging Gewone invordering
  Afdelingshoofd BOR én door deze aan te wijzen medewerkers	De in de Legesverordening aangewezen leges onder Hoofdstuk 1, paragraaf 1.35 lid 1 en 8.	Aanslagoplegging Gewone invordering
  Afdelingshoofd Dienstverlening én door deze aan te wijzen medewerkers	De in de Legesverordening aangewezen leges onder hoofdstuk 2, paragraaf 2.34 lid h 5 a en b	Aanslagoplegging Gewone invordering
  Afdelingshoofd BOR én door deze aan te wijzen medewerkers	De in de Legesverordening aangewezen leges onder Hoofdstuk 1, paragraaf 1.32.	Aanslagoplegging
  Afdelingshoofd RBA én door deze aan te wijzen medewerkers	De in de Legesverordening vastgestelde leges van Hoofdstuk 2, met uitzondering van de paragrafen: 2.34 lid 4a, b, c, h en lid 5 a, b en i.	Aanslagoplegging Gewone invordering
  Afdelingshoofd POR én door deze aan te wijzen medewerkers	De in de Legesverordening aangewezen leges onder hoofdstuk 1, paragraaf 1.35 lid 8.	Aanslagoplegging Gewone invordering
  Havengelden
  Afdelingshoofd Stadstoezicht Én door deze aan te wijzen medewerkers	De in de verordening Havengelden en de in de tarieventabel onder A aangewezen tarieven	Aanslagoplegging Gewone invordering
  Marktgelden
  Afdelingshoofd Stadstoezicht én de door deze aan te wijzen medewerkers	De onder sub A van het eerste lid artikel 4 van de verordening Marktgelden genoemde marktgelden (vaste standplaats)	Aanslagoplegging
  Afdelingshoofd Financiën én de door deze aan te wijzen medewerkers	De onder sub A van het eerste lid artikel 4 van de verordening Marktgelden genoemde marktgelden (vaste standplaats)	Gewone invordering
  Afdelingshoofd Stadstoezicht én de door deze aan te wijzen medewerkers	De onder sub B van het eerste lid artikel 4 van de verordening Marktgelden genoemde marktgelden (dagplaats)	Aanslagoplegging Gewone invordering
  Precario
  Afdelingshoofd Stadstoezicht én de door deze aan te wijzen medewerkers	De in de verordening Precariobelasting en de tarieventabel daarbij, voor structurele belastbare feiten, zoals bedoeld in de volgende hoofdstukken van de tarieventabel: 2, 3.01, 4, 5.02, 5.03, 5.04, 6, 7, 8 en 9	Aanslagoplegging, waaronder begrepen de controle van belastbare feiten
  Afdelingshoofd Financiën én de door deze aan te wijzen medewerkers	De in de verordening Precariobelasting en de tarieventabel daarbij, voor structurele belastbare feiten, zoals bedoeld in de volgende hoofdstukken van de tarieventabel: 2, 3.01, 4, 5.02, 5.03, 5.04, 6, 7, 8 en 9	Gewone invordering
  Afdelingshoofd Stadstoezicht én de door deze aan te wijzen medewerkers	De in de verordening Precariobelasting en de tarieventabel daarbij, voor incidentele belastbare feiten, zoals bedoeld in de volgende hoofdstukken van de tarieventabel: 1, 3.02, 3.03, 5.01, 11, 12 en 13	Aanslagoplegging, waaronder begrepen de controle van belastbare feiten Gewone invordering

• 3.

  Aan de directeur van het Streekarchief wordt ondergemandateerd:

  De bevoegdheid tot aanslagoplegging en de gewone invordering van leges zoals genoemd in hoofdstuk 1, paragraaf 1.10, artikel 1.34 van de legestarieventabel behorende bij de legesverordening

• 4.

  Aan de directeur van Woonpartners Midden-Holland én de door deze aan te wijzen medewerkers, wordt ondergemandateerd:

  De bevoegdheid tot aanslagoplegging en de gewone invordering van leges zoals genoemd in hoofdstuk 1, paragraaf 1.9, artikel 1.29 van de legestarieventabel behorende bij de legesverordening

• 5.

  Aan de directeur van Mozaiek wonen én de door deze aan te wijzen medewerkers, wordt ondergemandateerd:

  De bevoegdheid tot aanslagoplegging en de gewone invordering van leges zoals genoemd in hoofdstuk 1, paragraaf 1.9, artikel 1.29 van de legestarieventabel behorende bij de legesverordening

• 6.

  Aan de directeur van Cyclus N.V. én de door deze aan te wijzen medewerkers, wordt ondergemandateerd:

  De bevoegdheid tot aanslagoplegging en de gewone invordering van de afvalstoffenheffing zoals genoemd in het vijfde lid van artikel 5 van de verordening Reinigingsheffingen

• 7.

  Aan de directeur Dienstverlening van de gemeente Amsterdam én de door deze aan te wijzen medewerkers, wordt ondergemandateerd:

  De bevoegdheid tot aanslagoplegging en de gewone invordering van de leges zoals genoemd in Hoofdstuk 1, paragraaf 1.9, artikel 1.33 lid g tot en met lid k van de legestarieventabel behorende bij de legesverordening

• 8.

  Het ondermandaat gemeentesecretaris aan afdelingshoofd van 29 juni 2023 in te trekken.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2024, met dien verstande dat het ondermandaatbesluit van 29 juni 2023 van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor 1 januari 2024 hebben voorgedaan.