Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR722084
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR722084/1
Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijk Belastingkantoor Twente
Geldend van 09-07-2024 t/m heden
Intitulé
Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijk Belastingkantoor TwenteDe colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Losser, Oldenzaal en Twenterand;
overwegende dat:
- •
het huidige samenwerkingsverband Gemeentelijk Belastingkantoor Twente, hierna te noemen GBTwente, (bestaande uit de gemeente Almelo, Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Losser, Twenterand en Oldenzaal), bij de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en gemeentelijke belastingen, alsmede bij de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken vorm is gegeven op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
- •
vanwege de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen van 1 juli 2022, de gemeenschappelijke regeling GBTwente op onderdelen moet worden aangepast, teneinde deze in overeenstemming te brengen met deze wet;
- •
gelezen het voorstel van het algemeen bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente,
- •
gelet op de toestemming van de raden van de gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Losser, Oldenzaal en Twenterand ex artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Besluiten:
de gemeenschappelijke regeling GBTwente te wijzigen, zodanig dat de regeling als volgt komt te luiden:
Toelichting
Met voorliggende wijziging van de gemeenschappelijke regeling wordt de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) geïmplementeerd, worden onduidelijkheden in de huidige regeling weggenomen en worden ook overige tekstuele verbeteringen aangebracht.
Het belangrijkste wettelijke kader voor de regeling is de Wgr. De Wgr kent een aantal schakelbepalingen, waardoor bepalingen uit de Gemeentewet (Gemw) van overeenkomstige toepassing zijn op de regeling. Er is voor gekozen om in de nieuwe tekst niet datgene te regelen waarin de Wgr al voorziet. Een aantal artikelen zijn daarom geschrapt. Toch zijn er in de oude tekst nog wel een aantal bepalingen uit de Wgr te vinden, deze blijven opgenomen om zo de procesgang duidelijk zichtbaar te houden. In de hiernavolgende toelichting zijn verwijzingen naar die wet wel opgenomen.
Gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen
Op 1 juli 2022 is een wijziging van de Wgr (en de Gemw) in werking getreden. Deze wijziging beoogt een versterking van de democratische legitimatie van de gemeenschappelijke regelingen. Door de wijziging van de Wgr is een wijziging van een aantal onderdelen van de gemeenschappelijke regeling GBTwente noodzakelijk. Onderstaande tabel geeft hiervan een overzicht. Voor het wijzigen van de gemeenschappelijke regeling geldt een overgangstermijn van 2 jaar.
Hieronder een overzicht van de wijzigingen, type wijziging, en voor zover van toepassing de daarmee corresponderende artikelen in de regeling.
Duiding type wijziging:
V = Verplicht
F = Facultatief
U = unaniem besluit van alle raden vereist.
In Twents verband is met de raden, tijdens een gezamenlijke kennissessie op 11 januari 2023 georganiseerd door de regionale regiegroep (met daarin drie griffiers, twee gemeente secretarissen en de directeuren van Samen Twente en Omgevingsdienst Twente), van gedachten gewisseld over de thema’s gezamenlijk adviescommissie, inwonersparticipatie en zienswijzerecht. De opbrengst van deze bijeenkomst is meegenomen in deze regeling. De regionale werkgroep organisatierecht (met daarin 10 concern juristen van zowel gemeenten als GR-en) heeft tekstvoorstellen gedaan voor modelbepalingen in de te wijzigen GR. In deze regeling zijn deze zoveel mogelijk overgenomen.
Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
1 |
afvalstoffenheffing |
de belasting die wordt geheven op grond van artikel 15.33 van de Wet milieubeheer |
2 |
algemeen bestuur |
het algemeen bestuur van GBTwente |
3 |
ambtenaar van het GBTwente |
de door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar van GBTwente, als bedoeld in artikel 232, lid 4, sub c, van de Gemeentewet, bevoegd tot de heffing of de invordering van belastingen, en tot de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken |
4 |
belastingdeurwaarder |
de door het dagelijks bestuur aangewezen (onbezoldigd) ambtenaar van GBTwente als bedoeld in artikel 232, lid 4, sub d, van de Gemeentewet, dan wel een als belastingdeurwaarder aangewezen gerechtsdeurwaarder, bedoeld in de Gerechtsdeurwaarderswet |
5 |
belastingen |
de in dit artikel onder 1 en 16 genoemde belastingen |
6 |
belastingverordening |
de door de gemeenteraden van de deelnemers vastgestelde verordening tot heffing en invordering van belastingen |
7 |
college |
college van burgemeester en wethouders van een deelnemende gemeente |
8 |
dagelijks bestuur |
het dagelijks bestuur van GBTwente |
9 |
deelnemer |
een aan deze regeling deelnemend college |
10 |
deelnemende gemeente |
de gemeente van de deelnemer |
11 |
derde |
een niet aan deze gemeenschappelijke regeling deelnemende publiekrechtelijke organisatie waarvoor GBTwente op basis van een fiscale uitvoeringsovereenkomst werkzaamheden verricht |
12 |
dienstverleningsovereenkomst |
een overeenkomst tussen deelnemer (opdrachtgever) en GBTwente (opdrachtnemer) waarin de afspraken over de dienst en het dienstverleningsniveau zijn vastgelegd. Hierin wordt onder andere beschreven: de diensten, het kwaliteitsniveau, de soorten heffingen (indien van toepassing), en de termijnen |
13 |
directeur |
de door het dagelijks bestuur van GBTwente benoemde directeur |
14 |
fiscale uitvoeringsovereenkomst |
Een overeenkomst tussen een derde (opdrachtgever) en GBTwente (opdrachtnemer), waarin de afspraken over de dienst en het dienstverleningsniveau zijn vastgelegd. Hierin wordt onder andere beschreven: de diensten, het kwaliteitsniveau, de soorten heffingen (indien van toepassing), de tarieven en de termijnen |
15 |
GBTwente |
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente |
16 |
gemeentelijke belastingen |
de belastingen en rechten die de gemeente heft als bedoeld in de artikelen 220 e.v. van de Gemeentewet |
17 |
heffingen |
belastingen en rechten |
18 |
heffingsambtenaar |
de door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar van GBTwente, als bedoeld in artikel 232, lid 4, sub a, van de Gemeentewet, bevoegd tot het heffen van belastingen, en tot de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken |
19 |
invorderingsambtenaar |
de door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar van GBTwente, als bedoeld in artikel 232, lid 4, sub b, van de Gemeentewet, bevoegd tot invordering van belastingen |
20 |
kwijtscheldingsregels |
de door de gemeenteraden van de deelnemers vastgestelde kwijtscheldingsregels voor gemeentelijke belastingen en rechten |
21 |
nadere regels |
nadere regels ter uitvoering van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, van de Invorderingswet 1990 en van de belastingverordening |
22 |
raad |
de gemeenteraad van de deelnemende gemeente |
23 |
regeling |
de Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijk Belastingkantoor Twente |
24 |
twee derde meerderheid van de colleges van de deelnemers |
omvattende ten minste twee derde van het aantal inwoners, gebaseerd op de bevolkingscijfers, van de aan GBTwente deelnemende gemeenten, op 1 januari van het jaar van het collegebesluit |
25 |
wet |
Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) |
Hoofdstuk 2 Het Openbaar Lichaam
Artikel 2 Openbaar lichaam GBT
-
1. Er is een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam genaamd “Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijk Belastingkantoor Twente” hierna te noemen GBTwente.
Vestigingsplaats
-
2. GBTwente is gevestigd te Hengelo Ov.
Gebied
-
3. Het rechtsgebied waarvoor deze regeling geldt omvat het grondgebied van de deelnemende gemeenten.
Artikel 3 Bestuur
Het bestuur van het GBTwente bestaat uit:
- a.
het algemeen bestuur;
- b.
het dagelijks bestuur;
- c.
de voorzitter.
Hoofdstuk 3 Doelstelling, belangen, taken en bevoegdheden
Artikel 4 Doelstelling, te behartigen belangen en taken
-
1. De regeling heeft tot doel, met inachtneming van hetgeen in deze regeling is bepaald, om die gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten te behartigen, welke verband houden met een efficiënte en effectieve uitvoering van de onder artikel 4, tweede, derde en vierde lid, genoemde uitvoeringstaken.
-
2. In het kader van deze gemeenschappelijke regeling worden de belangen van de deelnemers elk voor zover het hun grondgebied en hun belangen betreft, welke nader zijn omschreven in de betreffende dienstverleningsovereenkomst, behartigd op het gebied van:
- a.
de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen en rechten;
- b.
de uitvoering van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en rechten;
- c.
de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken waaronder tevens wordt begrepen de administratie van vastgoedgegevens en het verstrekken van vastgoedgegevens aan de deelnemers en derden 1 ;
- a.
-
3. GBTwente voert uitsluitend taken uit voor de deelnemers genoemd onder lid 2. Uitvoering van andere taken is slechts toegestaan na een expliciet besluit daartoe van het algemeen bestuur.
-
4. GBTwente voert de taken en bevoegdheden voor derden uitsluitend uit na een besluit daartoe van het algemeen bestuur.
Artikel 5 Overdracht bevoegdheden
-
1. Ter uitvoering van de in artikel 4 genoemde belangen dragen de deelnemende gemeenten aan GBTwente de bevoegdheden over, welke benodigd zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden met betrekking tot:
- a.
de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen en rechten, en
- b.
de uitvoering van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en rechten;
- c.
de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken waaronder tevens wordt begrepen de administratie van vastgoedgegevens en het verstrekken van vastgoedgegevens aan de deelnemers en derden.
- a.
-
2. De deelnemers kunnen bij separaat besluit bevoegdheden overdragen met betrekking tot overige taken voor wat betreft de in artikel 4, lid 3 genoemde belangen.
-
3. Aan GBTwente worden geen verordenende bevoegdheden toegekend.
-
4. De uit te voeren taken, werkzaamheden en randvoorwaarden worden nader geduid in separate dienstverleningsovereenkomsten per deelnemer en fiscale uitvoeringsovereenkomsten per derde.
-
5. Het algemeen bestuur kan besluiten tot deelneming/toetreding in een belangenvereniging/werkgeversvereniging ter behartiging van één of meer belangen van GBTwente, onverminderd het bepaalde in artikel 31a van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Hoofdstuk 4 Algemeen bestuur
Artikel 6 Omvang en samenstelling algemeen bestuur
-
1. Aan het hoofd van GBTwente staat een algemeen bestuur, waarvan door elk van de colleges van de deelnemers één lid wordt aangewezen.
-
2. Ieder college van een deelnemer wijst uit zijn midden een plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur aan.
-
3. Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt op de dag waarop de zittingsperiode van de gemeenteraden afloopt. De aftredende leden blijven hun functie waarnemen tot het tijdstip waarop de raden der deelnemers de nieuwe wethouders hebben benoemd en de colleges de nieuwe leden vervolgens hebben aangewezen.
Stemverhouding
-
4. De stemverhouding van de gezamenlijke bestuursleden per deelnemer is verdeeld naar rato van het aantal inwoners van de deelnemers, met dien verstande dat iedere deelnemer met meer dan 100.000 inwoners 3 stemmen, iedere deelnemer met meer dan 50.000 inwoners 2 stemmen, en iedere deelnemer met 50.000 of minder inwoners 1 stem heeft.
De stemverhouding wordt jaarlijks vastgesteld op basis van de actuele inwoneraantallen op 1 januari van het betreffende kalenderjaar.
-
5. Het algemeen bestuur streeft naar unanieme besluitvorming. Bij een afwijkend standpunt van meer dan één gemeente wordt de besluitvorming doorgeschoven naar de eerstvolgende bestuursvergadering. Staken de stemmen in de eerstvolgende algemeen bestuursvergadering, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
Tussentijdse vacature
-
6. De colleges van de deelnemers beslissen binnen twee maanden na de benoeming als bedoeld in het derde lid over de aanwijzing van de nieuwe leden van het algemeen bestuur.
-
7. De voorziening in een tussentijdse vacature geschiedt binnen twee maanden.
-
8. De leden van het algemeen bestuur kunnen te allen tijde ontslag nemen. Van dit ontslag stellen zij de voorzitter, alsmede het college dat hen heeft aangewezen en de raad van de gemeente waaruit ze afkomstig zijn, schriftelijk in kennis.
-
9. Een deelnemer kan een door hem aangewezen (plaatsvervangend) lid ontslag verlenen indien deze het vertrouwen van de deelnemer niet meer bezit. Op het ontslag is artikel 49, laatste volzin en artikel 50 van de Gemw van overeenkomstige toepassing.
-
10. Het algemeen bestuur wordt bijgestaan door een secretaris.
Artikel 7 Reglement van orde
Het algemeen bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast. Dit reglement wordt ter kennis gebracht van de deelnemers.
Artikel 8 Gemeenschappelijke adviescommissie
-
1. Op voordracht van de raden van de deelnemende gemeenten stelt het algemeen bestuur een gemeenschappelijke adviescommissie in.
-
2. Het algemeen bestuur regelt de bevoegdheden, de taken en de werkwijze van de commissie.
Artikel 9 Inspraak
Bij de totstandkoming van beleid kan aan ingezetenen van de deelnemende gemeenten en belanghebbenden inspraak worden verleend. Hiertoe stelt het algemeen bestuur een verordening vast.
Artikel 10 Zienswijze
-
1. Bij besluiten met een aanzienlijk financieel belang, politiek gevoelige besluiten of beleidsmatige keuzes, besluit het algemeen bestuur hoe en wanneer de raden in het besluitvormingsproces betrokken worden.
-
2. Indien het algemeen bestuur besluit dat de raden in het besluitvormingsproces om zienswijzen zullen worden gevraagd, dan is op de zienswijzeprocedure artikel 35 eerste tot en met vierde lid van de wet van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de termijn acht weken bedraagt.
-
3. Indien de meerderheid van de raden van de deelnemende gemeenten hierom verzoekt, dan vindt er een zienswijzeprocedure plaats.
Artikel 11 Informatieplicht
-
1. Een verzoek om inlichtingen als bedoeld in artikel 16 en artikel 17 van de Wgr wordt schriftelijk ingediend bij het betreffende bestuursorgaan.
-
2. Het betreffende bestuursorgaan geeft de raden de door één of meer leden van die raden gevraagde inlichtingen binnen één maand na ontvangst van het verzoek voor zover dit niet in strijd is met het openbaar belang.
-
3. Een lid van het algemeen bestuur geeft het college dat hem heeft aangewezen en de raad van zijn gemeente, mondeling, schriftelijk of digitaal de door één of meer leden van het college, onderscheidenlijk de raad, gevraagde inlichtingen, op de in die gemeente gebruikelijke wijze.
-
4. Inlichtingen als bedoeld in artikel 17, tweede lid van de Wgr, worden mondeling, schriftelijk of digitaal verstrekt.
Artikel 12 Verantwoordingsplicht
-
1. Een lid van het algemeen bestuur is aan het college dat hem heeft aangewezen en aan de raad van zijn gemeente verantwoording verschuldigd over het door hem in het algemeen bestuur gevoerde bestuur.
-
2. Een raadslid heeft het recht de raad te verzoeken om het lid van het algemeen bestuur te interpelleren of vragen te stellen tijdens een raadsvergadering.
-
3. De interpellatie of vragenstelling als bedoeld in lid 2 vindt plaats op de wijze, geregeld in het reglement van orde voor de vergaderingen van de betreffende raad.
Hoofdstuk 5 Dagelijks bestuur
Artikel 13 Omvang en samenstelling
-
1. Het dagelijks bestuur bestaat uit drie leden, waaronder de voorzitter.
-
2. Met in achtneming van artikel 13, lid 3 van de wet worden uit de deelnemers met een inwonertal van meer dan 50.000 inwoners twee leden aangewezen. Het derde lid wordt aangewezen uit de deelnemers met een inwonertal van 50.000 of minder inwoners.
-
3. De zittingsduur van de leden van het dagelijks bestuur wordt vastgesteld op maximaal acht jaar, zijnde twee zittingsperiodes.
-
4. Van de deelnemers die niet in het dagelijks bestuur vertegenwoordigd zijn, kunnen desgewenst de aangewezen algemeen bestuursleden aanwezig zijn bij een vergadering van het dagelijks bestuur zonder deel te nemen aan de beraadslagingen.
-
5. De leden van het dagelijks bestuur worden benoemd door en uit het algemeen bestuur.
-
6. Het lidmaatschap van het dagelijks bestuur eindigt van rechtswege, zodra men ophoudt lid te zijn van het algemeen bestuur.
-
7. Indien tussentijds een plaats in het dagelijks bestuur vacant wordt, kiest het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk een nieuw lid van het dagelijks bestuur.
-
8. Gaat het openvallen van een plaats in het dagelijks bestuur gepaard met het openvallen van een plaats in het algemeen bestuur, dan wordt het kiezen van een nieuw lid van het dagelijks bestuur uitgesteld totdat de opengevallen plaats in het algemeen bestuur is bezet.
-
9. Een lid van het dagelijks bestuur kan door het algemeen bestuur worden ontslagen indien dit lid het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit.
-
10. Een lid van het dagelijks bestuur kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet hiervan mededeling aan het algemeen bestuur. Een lid dat ontslag heeft genomen blijft zijn functie waarnemen totdat zijn opvolger zijn benoeming heeft aanvaard.
-
11. Het dagelijks bestuur stelt voor haar vergaderingen een reglement van orde vast.
-
12. Het dagelijks bestuur brengt dit reglement en eventueel daarin aan te brengen wijzigingen zo spoedig mogelijk ter kennis van het algemeen bestuur.
-
13. Het dagelijks bestuur wordt bijgestaan door een secretaris.
-
14. Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter het nodig oordeelt of indien een lid de voorzitter hierom vraagt, schriftelijk met redenen omkleed.
Artikel 14 Specifieke taken van het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur is in ieder geval belast met:
- a.
de organisatorische inrichting en de bedrijfsvoering van GBTwente en de personele aangelegenheden;
- b.
het beheer van de inkomsten, uitgaven en het vermogen van GBTwente;
- c.
de zorg, voor zover niet aan anderen opgedragen, voor de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding;
- d.
het houden van toezicht op de uitoefening van de bevoegdheden door de heffingsambtenaar, de invorderingsambtenaar, de ambtenaar van GBTwente en de belastingdeurwaarder;
- e.
de behartiging van de belangen van GBTwente bij andere overheden, instellingen, diensten of personen, waarmee contact voor GBTwente van belang is;
- f.
het beheer van een register met de belastingverordeningen en de kwijtscheldingsregels die GBTwente voor de deelnemers uitvoert.
Artikel 15 Bevoegdheden van het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur is in ieder geval bevoegd tot:
- 1.
het nemen van conservatoire maatregelen zowel in als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming en verjaring en verlies van recht of bezit;
- 2.
het voeren van rechtsgedingen en het instellen van (hoger) beroep en beroep in cassatie;
- 3.
aanwijzing, schorsing en ontslag van de directeur en het personeel van GBTwente;
- 4.
de uitoefening van het lidmaatschap van en de afvaardiging namens GBTwente in de werkgeversvereniging en het regelen van de arbeidsvoorwaarden van de directeur en het personeel;
- 5.
uitoefening van de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Wet milieubeheer en de Wet waardering onroerende zaken zijn toegekend aan de Minister van Financiën, het bestuur van ’s Rijksbelastingdienst en de directeur, respectievelijk het college van burgemeester en wethouders of het dagelijks bestuur van de deelnemers;
- 6.
de aanwijzing van een of meer ambtenaren van GBTwente als heffingsambtenaar en als invorderingsambtenaar;
- 7.
de aanwijzing van een of meer (onbezoldigd) ambtenaren van GBTwente of een gerechtsdeurwaarder als belastingdeurwaarder;
- 8.
het aanwijzen van een of meer ambtenaren van GBTwente als ambtenaar van GBTwente als bedoeld in artikel 1 onder 3;
- 9.
het stellen van nadere regels met betrekking tot de heffing en invordering van belastingen en rechten;
- 10.
het vaststellen van instructies en beleids- en uitvoeringsregels voor de heffingsambtenaar, invorderingsambtenaar, de ambtenaar van GBTwente en de (onbezoldigd) belastingdeurwaarder voor de uitoefening van hun bevoegdheden;
- 11.
het geheel of gedeeltelijk oninbaar verklaren van de belasting;
- 12.
het besluiten tot het aanbesteden van leveringen en diensten;
- 13.
het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van GBTwente, met uitzondering van privaatrechtelijke rechtshandelingen als bedoeld in artikel 5, lid 5 van onderhavige regeling.;
- 14.
het doen van aangifte van strafbare feiten, waarvan het kennis heeft genomen;
- 15.
de voorbereiding op en het afhandelen van het administratief beroep van kwijtschelding.
Hoofdstuk 6 De voorzitter
Artikel 16 Aanwijzing voorzitter
-
1. Het algemeen bestuur wijst één van de in artikel 13 lid 2 bedoelde leden van het dagelijks bestuur aan als voorzitter.
-
2. De voorzitter van het algemeen bestuur is tevens voorzitter van het dagelijks bestuur.
Plaatsvervangend voorzitter
-
3. Het algemeen bestuur kiest uit de in artikel 13 lid 2 bedoelde leden van het dagelijks bestuur een plaatsvervangend voorzitter, die de voorzitter bij afwezigheid vervangt.
Artikel 17 Taken en bevoegdheden van de voorzitter
-
1. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen en het dagelijks bestuur.
-
2. De voorzitter ondertekent met de secretaris alle stukken welke van het algemeen en dagelijks bestuur uitgaan.
-
3. De voorzitter vertegenwoordigt GBTwente in en buiten rechte. Hij kan de vertegenwoordiging aan een door hem gemachtigde opdragen.
-
4. Indien de voorzitter behoort tot het bestuur van een deelnemer die partij is bij een geding waarbij GBTwente is betrokken oefent de plaatsvervangend voorzitter met betrekking tot dat geding de in lid 3 genoemde bevoegdheid uit.
-
5. Indien ook de deelnemer van welks bestuur de plaatsvervangend voorzitter deel uitmaakt bij het in lid 4 bedoelde geding betrokken is, wordt een ander lid van het dagelijks bestuur gemandateerd om GBTwente met betrekking tot dat geding te vertegenwoordigen.
Hoofdstuk 7 De directeur
Artikel 18
-
1. GBTwente heeft een ambtelijke organisatie, met aan het hoofd een directeur.
Instructie directeur
-
2. De directeur handelt in overeenstemming met de door het dagelijks bestuur vastgestelde instructie.
Taken directeur
-
3. De dagelijkse leiding van GBTwente berust bij de directeur.
-
4. De directeur is voor zijn beleid verantwoording verschuldigd aan het dagelijks bestuur.
Vervanging
-
5. Het dagelijks bestuur regelt de vervanging van de directeur.
Secretaris
-
6. De directeur is secretaris van het algemeen en het dagelijks bestuur en van de door het bestuur ingestelde commissies.
-
7. De secretaris woont de vergaderingen van het algemeen en het dagelijks bestuur bij en heeft in de vergadering een adviserende stem.
-
8. De secretaris staat het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter bij de uitoefening van hun taak met raad en daad terzijde.
-
9. De secretaris staat de voorzitters van de door het bestuur ingestelde commissies met raad en daad terzijde in alles wat de hun opgedragen taken aangaat.
-
10. Alle stukken die van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur uitgaan worden door de secretaris mede ondertekend.
Hoofdstuk 8 De heffingsambtenaar, de invorderingsambtenaar, de ambtenaar van GBTwente en de belastingdeurwaarder
Artikel 19
GBTwente heeft een of meer heffingsambtenaren, invorderingsambtenaren, ambtenaren van GBTwente en belastingdeurwaarders.
Artikel 20 Bevoegdheden heffingsambtenaar
-
1. De heffingsambtenaar is bevoegd tot heffing van de belastingen waarvoor door de gemeenteraden van de deelnemers een belastingverordening is vastgesteld en waarvan de heffing en invordering door de colleges is opgedragen aan GBTwente.
-
2. De heffingsambtenaar heeft de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Wet milieubeheer en de Wet waardering onroerende zaken zijn toegekend aan de inspecteur, respectievelijk ambtenaar belast met de heffing van de deelnemers.
-
3. Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in de leden 1 en 2 neemt de heffingsambtenaar de nadere regels van het dagelijks bestuur in acht en houdt hij rekening met de beleidsregels die het dagelijks bestuur heeft geformuleerd ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid.
Artikel 21 Bevoegdheden invorderingsambtenaar
-
1. De invorderingsambtenaar is bevoegd tot invordering van alle belastingen die door de heffingsambtenaar op grond van artikel 20, lid 1 van deze regeling worden geheven.
-
2. De invorderingsambtenaar heeft de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de Wet milieubeheer zijn toegekend aan de ontvanger, respectievelijk ambtenaar belast met de invordering van de deelnemers.
-
3. De invorderingsambtenaar beslist niet tot het voeren van een executieprocedure in eerste aanleg en tot hoger beroep dan nadat hij het dagelijks bestuur van zijn voornemen op de hoogte heeft gesteld.
-
4. Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in de leden 1 en 2 neemt de invorderingsambtenaar de kwijtscheldingsregels van de desbetreffende deelnemer en de nadere regels van het dagelijks bestuur in acht, alsmede houdt hij rekening met de beleidsregels van het dagelijks bestuur ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid.
-
5. De invorderingsambtenaar is bevoegd het dagelijks bestuur gemotiveerd te verzoeken tot het nemen van een besluit als bedoel in artikel 15 onder 11 van de regeling.
Artikel 22 Bevoegdheden ambtenaar van GBTwente
-
1. De ambtenaar van GBTwente oefent de bevoegdheden en verplichtingen uit die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Wet milieubeheer en de Wet waardering onroerende zaken zijn toegekend aan de ambtenaren van de Rijksbelastingdienst, respectievelijk ambtenaar belast met de heffing of invordering van de deelnemers als bedoeld in artikel 231, lid 2, sub d van de Gemeentewet.
-
2. Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in lid 1 neemt de ambtenaar van GBTwente de nadere regels van het dagelijks bestuur in acht, alsmede houdt hij rekening met de beleidsregels van het dagelijks bestuur ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid.
Artikel 23 Bevoegdheden belastingdeurwaarder
-
1. De belastingdeurwaarder oefent de bevoegdheden en verplichtingen uit die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet en de Wet milieubeheer zijn toegekend aan de belastingdeurwaarder.
-
2. Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in lid 1 neemt de belastingdeurwaarder de nadere regels van het dagelijks bestuur in acht en houdt hij rekening met de beleidsregels die het dagelijks bestuur heeft geformuleerd ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid.
Hoofdstuk 9 Personeel en organisatie
Artikel 24 Ambtelijke organisatie
-
1. GBTwente heeft een ambtelijke organisatie met aan het hoofd een directeur.
Benoeming medewerkers
-
2. De ambtenaren en de directeur, alsmede het overige personeel werkzaam op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht worden benoemd door het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur stelt de bezoldiging vast.
Ondernemingsraad
-
3. GBTwente heeft ten behoeve van de medezeggenschap van de werknemers een ondernemingsraad op basis van de Wet op de ondernemingsraden.
Hoofdstuk 10 Begroting, rekening administratie en controle
Artikel 25 Vaststelling begroting
-
1. Het algemeen bestuur stelt jaarlijks vóór 15 september voorafgaande aan het jaar waarvoor deze geldt de begroting vast.
Toezending ontwerp begroting aan deelnemers
-
2. Het dagelijks bestuur zendt de ontwerp begroting twaalf weken voordat zij aan het algemeen bestuur wordt aangeboden toe aan de gemeenteraden van de deelnemers. De ontwerp begroting wordt gelijktijdig toegezonden aan de leden van het algemeen bestuur.
Ter inzage legging en verkrijgbaar stelling
-
3. De ontwerpbegroting wordt door de zorg van ieder der deelnemers voor een ieder ter inzage gelegd en tegen betaling van kosten algemeen verkrijgbaar gesteld.
Zienswijzen deelnemers
-
4. De gemeenteraden van de deelnemers kunnen omtrent de ontwerp begroting aan het dagelijks bestuur hun zienswijzen naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin de zienswijze is vervat bij de ontwerp begroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Reactie op zienswijze
-
5. Het dagelijks bestuur stelt de gemeenteraden van de deelnemers voorafgaande aan het vaststellen van de begroting schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze bedoeld in het vierde lid, alsmede van de eventuele consequenties die het daaraan verbindt.
Vastgestelde begroting versturen naar raden van de deelnemende gemeenten
-
6. Het algemeen bestuur zendt nadat de begroting is vastgesteld, zo nodig, de begroting aan de raden van de deelnemende gemeenten, die ter zake bij gedeputeerde staten hun zienswijze naar voren kunnen brengen.
Vastgestelde begroting versturen naar Gedeputeerde Staten
-
7. Het algemeen bestuur zendt binnen twee weken na vaststelling van de begroting door het algemeen bestuur, doch uiterlijk vóór 15 september de begroting aan gedeputeerde staten.
Begrotingswijzigingen
-
8. Het bepaalde in het tweede, vierde, vijfde, zesde en zevende lid is mede van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting.
Uitzondering bij begrotingswijzigingen
-
9. Het bepaalde in het achtste lid is niet van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting waarbij in de bijdrage van de deelnemers geen wijziging wordt gebracht dan wel indien de wijziging een lagere bijdrage van de deelnemers als gevolg heeft.
Artikel 26 Vaststelling berekeningswijze bijdrage deelnemers
-
1. De berekeningswijze van de bijdrage van de deelnemers wordt door het algemeen bestuur vastgesteld met een meerderheid van tenminste twee derde van het aantal stemmen.
Bijdrage deelnemers
-
2. In de begroting wordt aangegeven de door elke deelnemer voor het jaar waarop de begroting betrekking heeft verschuldigde bijdrage.
Voorschotbetalingen
-
3. De deelnemers betalen bij wijze van voorschot jaarlijks vóór 16 januari, vóór 16 april, vóór 16 juli en vóór 16 oktober telkens een kwart van de in het tweede lid bedoelde verschuldigde bijdrage.
-
4. De deelnemers dragen er zorg voor dat GBTwente te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al haar verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.
Artikel 27 Jaarrekening
-
1. Van de inkomsten en uitgaven van GBTwente over het afgelopen jaar wordt vóór 30 april door het dagelijks bestuur verantwoording afgelegd aan het algemeen bestuur onder overlegging van de jaarrekening met de daarbij behorende bescheiden.
Toezending voorlopige jaarrekening aan deelnemers
-
2. Het dagelijks bestuur zendt vóór 30 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten.
Controleverklaring en verslag
-
3. Het dagelijks bestuur voegt bij de jaarrekening een controleverklaring en een verslag van bevindingen van de accountant.
Vaststelling
-
4. Het algemeen bestuur onderzoekt de jaarrekening over het afgelopen jaar en stelt haar vast vóór 15 juli volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft.
Inzending aan gedeputeerde staten
-
5. Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft aan gedeputeerde staten.
Mededeling aan de deelnemers
-
6. Van de vaststelling van de jaarrekening doet het dagelijks bestuur mededeling aan de algemeen besturen en de gemeenteraden van de deelnemers.
Décharge
- 7.
De vaststelling van de jaarrekening strekt het dagelijks bestuur tot décharge, behoudens later in rechte gebleken onregelmatigheden, ten aanzien van het daarin verwoorde financieel beheer.
Artikel 28 Definitieve bijdrage
-
1. In de jaarrekening wordt de door elk van de deelnemers over het betreffende dienstjaar werkelijk verschuldigde bijdrage opgenomen.
Verrekening definitieve bijdrage
-
2. Verrekening van het verschil tussen het op grond van artikel 26 lid 1 bepaalde bedrag en de werkelijk verschuldigde bijdrage vindt plaats terstond na de in artikel 27, lid 6 bedoelde mededeling.
Artikel 29 Regels met betrekking tot administratie
-
1. Het algemeen bestuur stelt regels vast met betrekking tot de organisatie van de administratie en het beheer van vermogenswaarden. Deze regels dienen te waarborgen dat aan de eisen van rechtmatigheid, doelmatigheid verantwoording en controle wordt voldaan.
Aanwijzing accountant
-
2. De regels, bedoeld in het eerste lid, voorzien onder meer in de aanwijzing van een registeraccountant als bedoeld in artikel 2:393 van het Burgerlijk Wetboek belast met het onderzoek van de jaarrekening alsmede het ter zake uitbrengen van een verslag, dat behalve de verklaring bij de rekening bevindingen bevat over de vraag of de administratie en het beheer voldoen aan de eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid.
Gescheiden administraties
-
3. GBTwente houdt de administratie van de opgelegde aanslagen en de ingevorderde belastingen gescheiden van de administratie voor de bedrijfsvoering van GBTwente.
Gescheiden rekeningen
-
4. De ingevorderde belastingen worden beheerd op een uitsluitend daartoe bestemde rekening.
Geen verrekening
-
5. Het is GBTwente niet toegestaan te ontvangen of ontvangen belastingen te verrekenen met de bijdragen van de deelnemers.
Overmakingstermijn belastingen
-
6. Ingevorderde belastingen worden periodiek overgemaakt naar de rekening van de betreffende deelnemer. Het algemeen bestuur bepaalt de duur van de periode.
Overzichten
-
7. Het dagelijks bestuur zendt periodiek aan de dagelijks besturen en colleges van de deelnemers een overzicht van de te heffen, geheven, in te vorderen en ingevorderde belastingen. Het algemeen bestuur bepaalt de duur van de periode.
Beleidsinformatie
-
8. GBTwente verstrekt aan de deelnemers de informatie die deze opvragen om hun beleid te kunnen vormen ten aanzien van de in artikel 4 bedoelde onderwerpen.
Artikel 30 Controleregels
-
1. Het algemeen bestuur stelt regels vast met betrekking tot de controle op de administratie en op het beheer van de vermogenswaarden. De regels dienen onder meer te waarborgen dat de rechtmatigheid en doelmatigheid van de administratie en het beheer worden getoetst.
Archief
-
2. Het dagelijks bestuur is belast met de zorg voor het archief;
-
3. Het algemeen bestuur stelt nadere regels vast betreffende de zorg voor en het beheer van de archiefbescheiden.
Hoofdstuk 11 Toetreding en uittreding
Artikel 31 Toetreding
-
1. Het college van een gemeente respectievelijk het dagelijks bestuur van een gemeenschappelijke regeling dat wenst toe te treden dient het verzoek tot toetreding, met inbegrip van de verkregen toestemming van de gemeenteraad of het algemeen bestuur, in bij het dagelijks bestuur.
-
2. Het dagelijks bestuur legt het verzoek tot toetreding ter advisering voor aan het algemeen bestuur. Vervolgens zendt het dagelijks bestuur het verzoek tot toetreding met het advies van het algemeen bestuur aan de colleges en dagelijks besturen van de deelnemers.
-
3. Het college van een gemeente respectievelijk het dagelijks bestuur van een gemeenschappelijke regeling treedt toe tot de regeling, indien tenminste twee derde meerderheid van de colleges van de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling, na verkregen toestemming van hun gemeenteraden, hebben ingestemd met de verzochte toetreding.
-
4. De toetreding gaat in op de eerste dag van het jaar volgende op het jaar waarin de in lid 3 vermelde instemming tot de toetreding is verleend.
-
5. Bij besluit van het algemeen bestuur kan worden afgeweken van het toetredingsmoment genoemd in het vorige lid, met dien verstande dat toetreding geschiedt op de eerste van een maand.
-
6. Het college van een nieuw toetredende gemeente of het dagelijks bestuur van een gemeenschappelijke regeling doet na instemming van de deelnemers zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een maand na toetredingsdatum, de nodige benoemingen overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 van deze regeling.
-
7. Het algemeen bestuur kan aan de toetreding (nadere) voorwaarden verbinden.
Artikel 32 Uittreding
-
1. Een deelnemer kan uittreden uit de regeling.
-
2. Gedurende vier jaren na de datum van toetreding tot de regeling is het niet mogelijk om uit de regeling te treden.
-
3. Voor uittreding uit de regeling wordt een opzegtermijn van tenminste twee jaar in acht genomen.
-
4. Uittreding uit de regeling vindt plaats per 1 januari van enig jaar.
-
5. Een deelnemer die uit de regeling wenst te treden maakt, na verkregen toestemming van de gemeenteraad, zijn voornemen tot uittreding bij aangetekend schrijven kenbaar aan het algemeen bestuur van GBTwente en aan de overige deelnemers.
-
6. Na ontvangst van het besluit tot uittreding worden door de gemeenten een, in overleg met de uittredende gemeente, aan te wijzen onafhankelijke externe deskundigen, waarvan minimaal één financieel deskundige en één juridisch deskundige, opdracht verleend een plan op te stellen dat ten minste inzicht geeft in alle kosten, die direct of indirect - gedurende een periode van maximaal vijf jaar - samenhangen met de uittreding. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de uittredende gemeente naar redelijkheid en billijkheid:
- a.
De (frictie)kosten draagt die het rechtstreekse gevolg zijn van de uittreding inclusief overheadkosten die daarvan het gevolg zijn.
- b.
Aansprakelijk blijft voor alle schulden en overige verplichtingen van het openbaar lichaam op het tijdstip van uittreden, zulks in verhouding van de verdeling van de gemeenschappelijke bijdragen als bedoeld in artikel 29 van deze regeling, in het laatste jaar van deelname, mits dit niet is verdisconteerd in het plan.
- a.
-
7. Het (uittredings)plan bevat de uittreedsom die betaald moet worden door de uittredende deelnemer.
-
8. Het algemeen bestuur stelt het hierboven genoemde plan vast. De in het plan vastgelegde afspraken zijn voor alle partijen bindend.
Hoofdstuk 12 Wijziging en opheffing
Artikel 33 Wijziging van de regeling
-
1. De regeling kan door de deelnemers worden gewijzigd op voorstel van het algemeen bestuur. Het dagelijks bestuur van de regeling en de colleges van de deelnemers kunnen het algemeen bestuur oproepen om een wijzigingsvoorstel vast te stellen.
-
2. Het dagelijks bestuur zendt de deelnemers het voorstel tot wijziging alsmede het advies van het algemeen bestuur en verzoekt de deelnemers, met inachtneming van artikel 1, tweede tot en met vierde lid van de wet, tot het nemen van een besluit omtrent de voorgestelde wijziging.
-
3. De colleges van de deelnemers besluiten omtrent de voorgestelde wijziging nadat zij daartoe toestemming hebben verkregen van hun gemeenteraden. Van hun besluit stellen zij het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling schriftelijk in kennis.
-
4. Een wijziging van de regeling is tot stand gekomen wanneer de colleges van alle deelnemers zich op de wijze als vermeld in lid 3 daarvoor hebben verklaard voor zover de wijziging (mede) een uitbreiding van de overgedragen bevoegdheden betreft zoals genoemd in artikel 10 lid 2, tweede volzin van de wet. Een wijziging van de regeling waarbij geen van de aanpassingen betrekking heeft op artikel 10 lid 2 van de wet komt tot stand wanneer een twee derde meerderheid van de colleges van de deelnemers zich op de wijze als vermeld in lid 3 daarvoor hebben verklaard.
-
5. Tenzij in een daartoe strekkend besluit anders is bepaald treedt een wijziging van de regeling in werking op de dag volgende op die waarop is voldaan aan het bepaalde in lid 4.
-
6. In afwijking van de vorige leden van dit artikel kan een wijziging of intrekking van artikel 26, lid 1 en van dit lid slechts plaats vinden bij een unaniem besluit van alle deelnemers aan de regeling.
Artikel 34 Opheffing en liquidatie
-
1. De regeling kan worden opgeheven als minimaal twee derde van de deelnemers daartoe besluiten.
-
2. De stemverhouding is overeenkomstig artikel 6, vierde lid van deze regeling.
-
3. Een besluit als bedoeld in het eerste lid, kan niet eerder worden genomen dan nadat het algemeen bestuur daarover zijn mening kenbaar heeft gemaakt.
-
4. In geval van een opheffing, zoals vermeld in het voorgaande lid, wordt het dagelijks bestuur belast met het opstellen van een liquidatieplan. Bij het opstellen van dit plan kan zo nodig worden afgeweken van de bepalingen in deze regeling. In het plan wordt voorzien in de personele gevolgen van de opheffing.
-
5. Het algemeen bestuur stelt het liquidatieplan vast nadat de colleges en raden van de gemeenten hun zienswijzen daarop hebben kunnen inbrengen. Artikel 35, eerste tot en met vierde lid van de wet is hierop van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de termijn acht weken bedraagt.
-
6. Het dagelijks bestuur wordt belast met de uitvoering van het liquidatieplan.
-
7. Het openbaar lichaam blijft voortbestaan zolang dit voor de liquidatie van het vermogen nodig is. De bestuursorganen blijven zolang functioneren.
Hoofdstuk 13 Klachten en geschillen
Artikel 35 Klachtenregeling
-
1. Het algemeen bestuur stelt, met inachtneming van hoofdstuk 9, titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht, een interne klachtenregeling vast.
-
2. Het dagelijks bestuur sluit, teneinde te voldoen aan de bepalingen in hoofdstuk 9, titel 9.2 van de Algemene wet bestuursrecht, een overeenkomst met de Nationale ombudsman.
Artikel 36 Geschillen
-
1. Over geschillen tussen de deelnemers onderling of tussen een of meer deelnemers en het bestuur van GBTwente omtrent de toepassing, in de ruimste zin, van deze regeling wordt beslist door gedeputeerde staten.
-
2. Het verzoek aan gedeputeerde staten vindt niet plaats dan nadat partijen zich tot het uiterste hebben inspannen het geschil in onderling overleg op te lossen.
-
3. Mocht een voor partijen bevredigende oplossing niet binnen drie maanden na aanvang van het in het tweede lid bedoelde overleg zijn gevonden, dan wordt voorafgaande aan het nemen van een besluit omtrent het geschil, het geschil ter advisering voorgelegd aan een door het algemeen bestuur samengestelde geschillencommissie. Nadat advies is uitgebracht neemt het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk een besluit.
Hoofdstuk 14 Slotbepalingen
Artikel 37 Evaluatie
-
1. Het algemeen bestuur zal tenminste eens in de 6 jaar de regeling met de deelnemers evalueren en daarvan verslag uitbrengen aan de colleges en de raden van de gemeenten, vergezeld van conclusies en aanbevelingen.
-
2. De onderzoeksvraagstelling voor de uit te voeren evaluatie wordt door het dagelijks bestuur aan de deelnemers aan deze gemeenschappelijke regeling voor advies voorgelegd. Het algemeen bestuur stelt aansluitend de onderzoeksvraagstelling vast.
Artikel 38 Citeerwijze en inwerkingtreding
-
1. De regeling kan worden aangehaald als “Gemeenschappelijke regeling GBTwente”.
-
2. Het college van de gemeente Hengelo maakt de regeling tijdig in alle deelnemende gemeenten bekend in het door dat gemeentebestuur uitgegeven gemeenteblad.
-
3. De gewijzigde regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
-
4. Na de inwerkingtreding van deze regeling berusten de op grond van de voorgaande versies van deze regeling genomen besluiten op deze regeling.
Ondertekening
Aldus besloten door:
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo
in de vergadering van
de secretaris,
de burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borne
in de vergadering van
de secretaris,
de burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede
in de vergadering van
de secretaris,
de burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haaksbergen
in de vergadering van
de secretaris,
de burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo
in de vergadering van
de secretaris,
de burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser
in de vergadering van
de secretaris,
de burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldenzaal
in de vergadering van
de secretaris,
de burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Twenterand
in de vergadering van
de secretaris,
de burgemeester,
Besluit
Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Gemeentelijk Belastingkantoor Twente heeft de gewijzigde gemeenschappelijke regeling GBTwente conform voorstel vastgesteld.
Secretaris
De heer J.A.G. Cloosterman
Voorzitter
Mevrouw E. Zinkweg-Ankone
Toelichting
Toelichting artikel 1
In dit artikel zijn enkele termen die in de regeling regelmatig terugkomen, uiteen gezet. De begripsomschrijvingen spreken voor zich.
Toelichting artikel 2
In dit artikel wordt het openbaar lichaam geïntroduceerd. Ingevolge artikel 8 van de Wgr is het openbaar lichaam een rechtspersoon. Hierdoor beschikt GBTwente van rechtswege over de privaatrechtelijke bevoegdheden die nodig zijn om deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk verkeer (bijv. het sluiten van overeenkomsten, huren van kantoorruimte, lenen van geld).
Een rechtspersoon dient op grond van artikel 10, derde lid van de Wgr een vestigingsplaats te hebben. Deze vestigingsplaats staat los van de kantoor-/werklocaties.
Toelichting artikel 3
Dit artikel is conform artikel 12 van de Wgr.
Toelichting artikel 4
Deze bepaling vloeit voort uit artikel 10, eerste lid van de Wgr, dat verplicht het belang/de belangen te vermelden waarvoor de regeling is getroffen.
De wijziging is slechts technisch van aard gezien de leesbaarheid van het artikel en beoogt verder geen wijziging met zich mee te brengen.
Toelichting artikel 5
Het is van belang de verschillende bevoegdheden te onderscheiden, te weten: eigen bevoegdheden, overgedragen bevoegdheden en afgeleide bevoegdheden.
Eigen bevoegdheden zijn bevoegdheden die het bestuur heeft op basis van de Wgr, zoals het vaststellen van de begroting en het sluiten van overeenkomsten. In de Wgr is beschreven welke (eigen) bevoegdheden welk orgaan heeft: het algemeen bestuur (artikel 33), het dagelijks bestuur (artikel 33b) en de voorzitter (artikel 33d).
Overgedragen (gedelegeerde) bevoegdheden zijn de bevoegdheden die de deelnemers bij de gemeenschappelijke regeling neerleggen. Artikel 30 van de Wgr vormt de wettelijke basis hiervoor.
Afgeleide bevoegdheden zijn bevoegdheden die niet expliciet bij de gemeenschappelijk regeling zijn gelegd maar impliciet zijn meegegaan. Te denken valt aan bijvoorbeeld het afhandelen van klachten, Woo verzoeken en bezwaarschriften.
Lid 1
Deze bepaling vloeit voort uit artikel 10, tweede lid van de Wgr, dat verplicht in de regeling op te nemen welke bevoegdheden de deelnemers op grond van artikel 30, tweede lid van de Wgr, aan het openbaar lichaam overdragen (delegeren). Het openbaar lichaam oefent deze bevoegdheden onder eigen verantwoordelijkheid uit. Overdracht van bevoegdheden is rand voorwaardelijk voor een effectieve en doelmatige taakuitvoering en een slagvaardig bestuur.
De wijziging is slechts technisch van aard gezien de leesbaarheid van het artikel en beoogt verder geen wijziging met zich mee te brengen.
Lid 3
De raden van de deelnemers stellen de belastingverordeningen van de gemeenten vast.
Toelichting artikel 6
- -
De bestuursorganen van een gemeenschappelijke regeling zoals van GBTwente zijn geregeld in artikel 12 van de Wgr.
- -
Het eerste en vierde lid zijn weer gewijzigd naar de oorspronkelijke tekst van de regeling van voor 2015. Het reglement van orde van het algemeen bestuur is overeenkomstig aangepast en wel in artikel 8 en 10.
- -
Het negende lid geeft invulling aan artikel 16 lid 4 van de Wgr.
Toelichting artikel 8
Artikel 24a van de Wgr bepaald dat de instelling van een raadsadviescommissie geschiedt door het algemeen bestuur, op verzoek van de betrokken gemeenteraden. Alle raden moeten instemmen met de instelling van de raadsadviescommissie, maar als ze dat doen, dan is het voor het algemeen bestuur ook een verplichting om tot instelling over te gaan. Het kiezen van de leden van de commissie is dan weer aan de raden, waarbij een raad er ook voor kan kiezen niet actief te participeren. Alleen raadsleden kunnen lid zijn.
Toelichting artikel 9
Hiermee is invulling gegeven aan het bepaalde in artikel 10, zevende lid van de Wgr. Dit artikel is overeenkomstig het model van de werkgroep organisatierecht.
Toelichting artikel 10
Hiermee is invulling gegeven aan het bepaalde in artikel 10, vijfde lid van de Wgr. Dit artikel is overeenkomstig het model van de werkgroep organisatierecht.
Toelichting artikel 11
- -
Hiermee wordt invulling gegeven aan het bepaalde in de artikelen 16, tweede lid en artikel 17, derde lid van de Wgr.
- -
De bepaling is overeenkomstig het model van de werkgroep organisatierecht.
Toelichting artikel 12
Hiermee is invulling gegeven aan het bepaalde in artikel 16, eerste lid van de Wgr.
Toelichting artikel 16
Door vernummering van de artikelen is de verwijzing eveneens gecorrigeerd naar het juiste artikelnummer.
Toelichting artikel 21
Door vernummering van de artikelen diende de verwijzing ook gewijzigd te worden naar het juiste artikel.
Toelichting artikel 25
De regels over de begroting staan in artikel 34 en artikel 35 van de Wgr. Aan de begroting gaat de kadernota (of hoofdlijnenbrief/ontwikkelingenbrief genaamd) vooraf.
Overeenkomstig de op Twents niveau afgesproken werkwijze ziet de P&C cyclus van GBTwente er als volgt uit:
Kadernota
- •
GBTwente stuurt voor 15 januari (t-1) (dus ruim voor vóór 30 april ingevolge artikel 34b van de Wgr) een kadernota aan de deelnemers. De nota gaat informatief naar de gemeenteraden.
- •
In de kadernota worden de algemene financiële en beleidsmatige kaders opgenomen. De kadernota is in compacte vorm en op hoofdlijn.
- •
Het dagelijks bestuur biedt de kadernota informatief aan de gemeenteraden aan. Op de kadernota worden geen zienswijzen ingediend.
- •
De werkwijze m.b.t. de kadernota (hoofdlijnenbrief/ontwikkelingenbrief) wordt begin 2024 voor het eerst opgestart voor de werkzaamheden van de begroting 2025.
Ontwerpbegroting
- •
GBTwente stuurt vóór 8 april (in de eerste week van april) (dus ruim twaalf weken voordat zij aan het algemeen bestuur wordt aangeboden ingevolge artikel 35 van de Wgr) de ontwerpbegroting aan de gemeenteraden.
- •
Gemeenteraden hebben vervolgens 12 weken na de 1ste week van april de gelegenheid een zienswijze over de ontwerpbegroting in te dienen bij het dagelijks bestuur.
- •
Het dagelijks bestuur geeft de gemeenteraden medio juni – medio juli een schriftelijke reactie op de ingekomen zienswijzen en legt vervolgens de begroting incl. zienswijzen aan het algemeen bestuur voor om definitief vast te stellen vóór uiterlijk 15 september.
- •
Het dagelijks bestuur zendt vervolgens de vastgestelde begroting vóór 15 september naar gedeputeerde staten.
- -
Lid 5 is toegevoegd om het gehele proces inzichtelijk te maken.
- -
Lid 9 regelt dat op (technische) begrotingswijzigingen die de gemeentelijke bijdrage niet verhogen, de zienswijzeprocedure niet van toepassing is.
- -
De overige wijzigingen hebben te maken met de wettelijk bepaalde data in 34, 34b en 35 van de Wgr en twee wijzigingen in de verwijzing i.v.m. het toevoegen van lid 5.
Toelichting artikel 27
Ingevolge artikel 34b is de datum van inzending naar de raden verlengd tot formeel vóór 30 april. Op Twents niveau is echter afgesproken dat ook de jaarrekening voor 8 april wordt aangeleverd.
Toelichting artikel 28
Door vernummering van de artikelen diende de verwijzing ook gewijzigd te worden naar het juiste artikel.
Toelichting artikel 32
De wijzigingen in artikel 32 van deze regeling zijn bepalingen naar het model van de werkgroep organisatierecht. Deze bepalingen hebben alleen betrekking op de uittreding uit deze regeling.
Voor nieuwe toetreders kunnen over de eventuele kosten bij beëindiging met de betrokken gemeenten of het samenwerkingsverband specifieke afspraken worden gemaakt. Deze worden in de bestuursovereenkomst/dienstverleningsovereenkomst vastgelegd.
Te denken valt bijvoorbeeld aan een verplichting om tenminste vijf jaar deelnemer te blijven voordat er uitgetreden kan worden. Dan wel een verplichting om overgenomen gemeentelijke medewerkers wederom in dienst te nemen indien binnen vijf jaar wordt opgezegd. Wordt hierover vooraf geen consensus bereikt dan wordt er geen overeenkomst gesloten en kan GBTwente geen werkzaamheden voor de betreffende gemeente of het samenwerkingsverband uitvoeren.
Toelichting artikel 33
Deze wijziging is naar het model van de werkgroep organisatierecht.
Door vernummering van de artikelen diende de verwijzing in het zesde lid ook gewijzigd te worden naar het juiste artikel.
Toelichting artikel 34
Deze bepaling is naar het model van de werkgroep organisatierecht.
Toelichting artikel 37
Deze bepaling geeft uitvoering aan artikel 11a van de wet en is gelijk aan de modelbepaling (variant 3) van de werkgroep organisatierecht.
Toelichting artikel 38
De oude artikelen 36 t/m 38 van de gemeenschappelijke regeling Gemeentelijk Belastingkantoor Twente met ingangsdatum 1 december 2019 zijn in de nieuwe regeling geactualiseerd en samengebracht in een artikel.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl