Nadere regels subsidie stedelijke vernieuwing Helmond 2009

Geldend van 06-02-2010 t/m heden

Intitulé

Nadere regels subsidie stedelijke vernieuwing Helmond 2009

Het college van burgemeester en wethouders van Helmond;

gelet op de bepalingen in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1.5, tweede lid van de Algemene Subsidieverordening Helmond 2009;

b e s l u i t :

Vast te stellen de Nadere regels subsidie stedelijke vernieuwing Helmond 2009.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV Helmond 2009: Algemene Subsidieverordening Helmond 2009;

  • b.

    buurtbudget: een budget dat wordt verstrekt ter bevordering van de zelfwerkzaamheid van bewoners bij het wijk- en buurtbeheer en dat is bestemd is voor activiteiten van fysiek-technische of sociaal-maatschappelijke aard die gericht zijn op verbetering van de leefbaarheid in woonwijken;

  • c.

    buurtpreventie: het verrichten van activiteiten door burgers en instanties, gericht op het veiliger maken of veilig houden van de woon- en leefomgeving;

  • d.

    centrumgebied: de Ameidestraat, Kerkstraat, Lambertushof, Markt, Ketsegangske, het Hool, Beursplein, Veestraat, Kamstraat, Smalle Haven, Oude AA, Parkweg, Kegelbaan, Kasteellaan, Havenweg, Watermolenwal, Ameidewal, Noord-Koninginnewal en Zuid-Koninginnewal tot aan de Kasteel Traverse, Steenweg tot aan Wilhelminalaan, Kromme Steenweg tot aan de Kasteel Traverse, Marktstraat tot aan Zuidende en Molenstraat tot aan Zuidende.

  • e.

    eigenaar: degene die de eigendom heeft van een woning of in het bezit is van een voorlopig koopcontract;

  • f.

    knelpunt in de woonomgeving: een knelpunt in de fysieke woonomgeving, dat in het kader van het wijk- en buurtbeheer om een oplossing vraagt.

  • g.

    stedelijke vernieuwing: op stedelijk gebied gerichte inspanningen die strekken tot verbetering van de leefbaarheid en veiligheid, bevordering van een duurzame ontwikkeling en verbetering van de woon- en milieukwaliteit, versterking van het economisch draagvlak, bevordering van de sociale samenhang, verbetering van de bereikbaarheid, verhoging van de kwaliteit van de openbare ruimte of anderszins tot structurele kwaliteitsverhoging van dat stedelijk gebied;

  • h.

    verdeelbesluit: het Verdeelbesluit subsidiëring stedelijke vernieuwing dat jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld;

  • i.

    wet: de Wet stedelijke vernieuwing;

  • j.

    wijk: één van de met 10 t/m 29 genummerde gebieden volgens de gemeentelijke wijk- en buurtindeling d.d. december 2002 (Adviesnota Herziening gebiedsindeling 3-12-2002).

    De wijken Warande en Stiphout worden in het kader van hoofdstuk 5 van deze regeling als één wijk beschouwd. De Binnenstad (wijk 10) wordt in het kader van deze regeling opgesplitst in twee delen, te weten Binnenstad-Oost (buurten 1002,1003 en 1005) en Centrum (buurten 1000, 1004, 1006 en 1007).

  • k.

    woonruimte: zelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 7:234 Burgerlijk Wetboek en niet-zelfstandige woonruimte.

  • l.

    woning: een woongebouw, en een afzonderlijk gedeelte van een gebouw, welk gedeelte tot bewoning is bestemd.

  • m.

    wijkplan: en door instellingen op te stellen plan van activiteiten in het kader van wijk- en buurtbeheer.

Artikel 1.2 Doelstelling stedelijke vernieuwing en reikwijdte

  • 1. Met deze regeling wordt beoogd het stimuleren van op stedelijk gebied gerichte inspanningen die strekken tot verbetering van de leefbaarheid en veiligheid, bevordering van een duurzame ontwikkeling en verbetering van de woon- en milieukwaliteit, versterking van het economisch draagvlak, bevordering van de sociale samenhang, verbetering van de bereikbaarheid, verhoging van de kwaliteit van de openbare ruimte of anderszins tot structurele kwaliteitsverhoging van dat stedelijk gebied.

  • 2. Het college kan in het belang van de stedelijke vernieuwing subsidie verstrekken aan natuurlijke personen of rechtspersonen.

Artikel 1.3 Verhouding tot ASV Helmond 2009

  • 1. De ASV Helmond 2009 is van toepassing op deze regeling.

  • 2. Onderdelen van de ASV Helmond 2009 zijn niet van toepassing voor zover dit in dit hoofdstuk of in één van de vervolghoofdstukken expliciet is aangegeven.

Artikel 1.4 Aangewezen gebieden

  • 1. Het college kan besluiten dat deze regeling of een deel daarvan slechts van toepassing is in door het college aangewezen gebieden.

  • 2. Het college stelt de termijn vast waarvoor de aanwijzing geldt.

Artikel 1.5 Aandachtsgebieden stedelijke vernieuwing en verdeling budget

  • 1. In het kader van stedelijke vernieuwing worden de volgende aandachtgebieden onderscheiden:

    • a.

      stimuleren van wonen boven winkels;

    • b.

      aanpak van knelpunten in de woonomgeving;

    • c.

      het bevorderen van buurtpreventie;

    • d.

      het bevorderen van wijk- en buurtbeheer.

  • 2. Het beschikbare budget (subsidieplafond) wordt door het college via een verdeelbesluit jaarlijks verdeeld over de aandachtgebieden als vermeld in het vorige lid.

Artikel 1.6 Weigering subsidieverlening

In aanvulling op het bepaalde in de ASV Helmond 2009 kan op basis van deze regeling subsidieverlening worden geweigerd indien:

  • a.

    De aanvraag niet in het belang dan wel in strijd is met de doelstelling van deze regeling als geformuleerd in artikel 1.2;

  • b.

    de werkzaamheden of activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd niet plaatsvinden in een gebied als bedoeld in artikel 1.4;

  • c.

    de werkzaamheden of activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd niet kunnen worden gerangschikt onder de in artikel 1.5, eerste lid genoemde aandachtsgebieden;

  • d.

    met de werkzaamheden of activiteiten vóór de aanvraag van de subsidie al is begonnen tenzij elders in deze regeling expliciet anders is bepaald;

  • e.

    de kosten van de werkzaamheden of activiteiten naar het oordeel van het college niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat.

Hoofdstuk 2 Stimuleren van wonen boven winkels

Artikel 2.1 Subsidiedoel

Met dit hoofdstuk wordt beoogd eigenaren van bestaande panden in het centrumgebied, waarin op de begane grond winkels, ondernemingen voor commerciële dienstverlening of horeca zijn gevestigd, te stimuleren de bovenliggende ruimte(n) die niet voor woondoeleinden geschikt is (zijn) hiervoor geschikt te maken.

Artikel 2.2 Verhouding tot ASV Helmond 2009

Van de ASV Helmond 2009 zijn de volgende onderdelen niet van toepassing:

  • -

    artikel 2.1, eerste en tweede lid van hoofdstuk 2;

  • -

    artikel 3.2 van hoofdstuk 3.

Artikel 2.3 Hoogte subsidiebedrag

Subsidie op grond van dit hoofdstuk bedraagt maximaal € 5.000,-- per toegevoegde zelfstandige woonruimte of groep zelfstandige woonruimten.

Artikel 2.4 Subsidieaanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag moet worden ingediend bij het college voor het einde van de looptijd van deze regeling.

  • 2. Volledige subsidieaanvragen worden naar volgorde van ontvangst behandeld.

Artikel 2.5 Criteria voor subsidieverlening

  • 1. Om in aanmerking te komen voor subsidie dient te worden voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      het moet gaan om een ruimte boven een winkel, horecaonderneming of een onderneming voor commerciële dienstverlening, gelegen in het centrumgebied;

    • b.

      de ruimte dient minimaal twee jaar feitelijk niet bewoond te zijn geweest;

    • c.

      de ruimte moet, om deze (weer) bewoonbaar te maken, worden verbouwd of aangepast voor een bedrag van minimaal € 20.000,-- inclusief BTW;

    • d.

      de verbouwde woonruimte moet voldoen aan het vigerende Bouwbesluit en het vigerende bestemmingsplan;

    • e.

      de uit te voeren maatregelen mogen de mogelijkheden om woonruimten te realiseren in de naast gelegen panden niet beperken, dit ter beoordeling van het college;

    • f.

      het moet gaan om zelfstandige woonruimte of niet zelfstandige meervoudige woonruimte. Solitaire niet zelfstandige woonruimte komt niet voor subsidiëring in aanmerking.

    • g.

      voor de woonruimte mag niet reeds via een andere regeling een soortgelijke subsidie zijn toegezegd of verkregen.

Artikel 2.6 Weigering subsidieverlening

In aanvulling op het bepaalde in artikel 1.6 van deze regeling kan de subsidieverlening worden geweigerd indien:

  • a.

    de aanvraag niet in het belang dan wel in strijd is met de subsidiedoelstelling als bedoeld in artikel 2.1;

  • b.

    niet wordt voldaan aan de criteria voor subsidieverlening als bedoeld in artikel 2.5;

  • c.

    de activiteiten die verband houden met verbouw of aanpassing tot onaanvaardbare overlast zal leiden, dit ter beoordeling van het college;

  • d.

    geen vergunning voor kamerbewoning zal worden verleend overeenkomstig de vigerende Huisvestingsverordening (alleen bij niet-zelfstandige woonruimte).

Artikel 2.7 Aanvraag en besluit tot subsidievaststelling

  • 1. Het college stelt de subsidie (definitief) vast op basis van een door de aanvrager in te dienen gereedmeldingsformulier.

  • 2. De beslissing omtrent definitieve vaststelling en uitbetaling van de subsidie wordt binnen zes weken na ontvangst van het gereedmeldingsformulier en na controle van de werkzaamheden genomen.

  • 3. De beslissing als bedoeld in het vorige lid kan eenmaal met ten hoogste drie weken worden verdaagd.

Artikel 2.8 Gereedmelding

  • 1. De gereedmelding bevat:

    • a.

      een volledig ingevuld gereedmeldingsformulier;

    • b.

      een kostenoverzicht en een overzicht van meer- en minderwerk;

    • c.

      alle op naam gestelde rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden;

  • 2. In geval van zelfwerkzaamheid dienen alle rekeningen en betalingsbewijzen op datum geordend te worden aangeleverd met verwijzing naar de betreffende voorziening.

Hoofdstuk 3 Aanpak van knelpunten in de woonomgeving

Artikel 3.1 Subsidiedoel

Met dit hoofdstuk wordt beoogd instellingen éénmalig subsidie te verstrekken die activiteiten ontwikkelen of voornemens zijn deze te ontwikkelen ter verbetering van de fysieke woonomgeving.

Artikel 3.2 Verhouding tot ASV Helmond 2009

Van de ASV Helmond 2009 zijn de volgende onderdelen niet van toepassing:

  • -

    artikel 2.1, eerste en tweede lid van hoofdstuk 2;

  • -

    artikel 3.2 van hoofdstuk 3.

Artikel 3.3 Hoogte subsidiebedrag

Subsidie op grond van dit hoofdstuk bedraagt per activiteit maximaal 50 % van de werkelijk gemaakte kosten tot een (maximum)bedrag van € 4.500,--.

Artikel 3.4 Subsidieaanvraag

  • 1. Subsidieaanvragen kunnen gedurende het gehele subsidiejaar bij het college worden ingediend.

  • 2. Volledige subsidieaanvragen worden naar volgorde van ontvangst behandeld.

Artikel 3.5 Criteria voor subsidieverlening

Om in aanmerking te komen voor subsidie dient te worden voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    het moet gaan om het oplossen van een aantoonbaar knelpunt in de fysieke woonomgeving;

  • b.

    de activiteit dient ten goede te komen van een buurt of wijk in Helmond;

Artikel 3.6 Weigering subsidieverlening

In aanvulling op het bepaalde in artikel 1.6 van deze regeling kan de subsidieverlening worden geweigerd indien:

  • a.

    de aanvraag niet in het belang dan wel in strijd is met de subsidiedoelstelling als bedoeld in artikel 3.1;

  • b.

    niet wordt voldaan aan de criteria voor subsidieverlening als bedoeld in artikel 3.5.

Artikel 3.7 Aanvraag en besluit tot subsidievaststelling

  • 1. Het college stelt de subsidie (definitief) vast op basis van een door de aanvrager in te dienen declaratieformulier.

  • 2. De declaratie als bedoeld in het vorige lid vindt uiterlijk plaats op 31 december van het jaar waarvoor de subsidie is verleend.

  • 3. De beslissing omtrent definitieve vaststelling en uitbetaling van de subsidie wordt binnen twaalf weken na ontvangst van het gereedmeldingsformulier en na controle van de activiteit genomen.

  • 4. De beslissing als bedoeld in het vorige lid kan eenmaal met ten hoogste zes weken worden verdaagd.

Hoofdstuk 4 Het bevorderen van buurtpreventie

Artikel 4.1 Subsidiedoel

Met dit hoofdstuk wordt beoogd instellingen die activiteiten ontwikkelen of voornemens zijn deze te ontwikkelen op het terrein van buurtpreventie eenmalig subsidie (startsubsidie) te verstrekken.

Artikel 4.2 Verhouding tot ASV Helmond 2009

Van de ASV Helmond 2009 zijn de volgende onderdelen niet van toepassing:

  • -

    artikel 2.1, eerste en tweede lid van hoofdstuk 2;

  • -

    artikel 3.2 van hoofdstuk 3.

Artikel 4.3 Hoogte subsidiebedrag

Subsidie op grond van dit hoofdstuk bedraagt in enig jaar maximaal € 500,--.

Artikel 4.4 Subsidieaanvraag

  • 1. Subsidieaanvragen kunnen gedurende het gehele subsidiejaar bij het college worden ingediend.

  • 2. Volledige subsidieaanvragen worden naar volgorde van ontvangst behandeld.

Artikel 4.5 Criteria voor subsidieverlening

Om in aanmerking te komen voor subsidie dient te worden voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    de activiteit dient te zijn gericht op buurtpreventie;

  • b.

    de activiteit dient ten goede te komen van een buurt of wijk in Helmond;

  • c.

    de activiteit dient kenbaar te worden ondersteund door de Regiopolitie Brabant-Zuidoost en een instelling als omschreven in artikel 5.2 van deze regeling.

Artikel 4.6 Weigering subsidieverlening

In aanvulling op het bepaalde in artikel 1.6 van deze regeling kan de subsidieverlening worden geweigerd indien:

  • a.

    de aanvraag niet in het belang dan wel in strijd is met de subsidiedoelstelling als bedoeld in artikel 4.1;

  • b.

    niet wordt voldaan aan de criteria voor subsidieverlening als bedoeld in artikel 4.5.

Artikel 4.7 Aanvraag en besluit tot subsidievaststelling

  • 1. Het college stelt de subsidie (definitief) vast op basis van een door de aanvrager in te dienen vaststellingsformulier.

  • 2. De beslissing omtrent definitieve vaststelling en uitbetaling van de subsidie wordt binnen twaalf weken na ontvangst van het gereedmeldingsformulier en na controle van de activiteiten genomen.

  • 3. De beslissing als bedoeld in het vorige lid kan eenmaal met ten hoogste zes weken worden verdaagd.

Hoofdstuk 5 Het bevorderen van wijk- en buurtbeheer (buurtbudgetten)

Artikel 5.1 Subsidiedoel

Met dit hoofdstuk wordt beoogd om per wijk één instelling die daar werkzaam is te subsidiëren middels het verstrekken van een buurtbudget om in de wijk of op buurtniveau activiteiten te ontwikkelen van fysiek-technische of sociaal-maatschappelijke aard ter verbetering van de leefbaarheid.

Artikel 5.2 Categorieën van instellingen

Als instellingen als bedoeld in artikel 5.1 worden in elk geval aangemerkt organisatorische eenheden die zich bezig houden met activiteiten op het gebied van wijk- en buurtbeheer zoals: projectgroepen dagelijks beheer, wijkraden, verenigingen en stichtingen voor wijk- en / of buurtbeheer.

Artikel 5.3 Verhouding tot ASV Helmond 2009

Van de ASV Helmond 2009 zijn de volgende onderdelen uit hoofdstuk 2 niet van toepassing: artikel 2.1, tweede en derde lid, artikel 2.2, artikel 2.3 en artikel 2.10.

Artikel 5.4 Hoogte subsidie (buurtbudget)

De hoogte van het buurtbudget wordt jaarlijks bepaald op basis van een verdeelbesluit.

Artikel 5.5 Subsidieaanvraag

Een aanvraag om subsidie wordt uiterlijk 1 juni voorafgaande aan het subsidiejaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft ingediend bij het college.

Artikel 5.6 Algemene criteria voor subsidieverlening

Om in aanmerking te komen voor subsidie (buurtbudget) dient de instelling:

  • a.

    werkzaamheden op wijk- of buurtniveau te ontplooien;

  • b.

    te beschikken over een wijkplan, waarin de voorgenomen activiteiten met bijbehorende begroting voor tenminste de eerstkomende twee jaar staan beschreven. Het wijkplan dient samen met de jaarrekening over het afgelopen jaar aan het college te worden aangeboden;

  • c.

    te zijn opgenomen in het verdeelbesluit.

Artikel 5.7 Weigering subsidieverlening

In aanvulling op het bepaalde in artikel 1.6 van deze regeling kan de subsidieverlening worden geweigerd indien:

  • a.

    de aanvraag niet in het belang dan wel in strijd is met de subsidiedoelstelling als bedoeld in artikel 5.1;

  • b.

    niet wordt voldaan aan de criteria voor subsidieverlening als bedoeld in artikel 5.6.

Artikel 5.8 Besluit tot subsidievaststelling en uitbetaling

  • 1. Het college stelt de subsidie jaarlijks na vaststelling van het verdeelbesluit doch uiterlijk 1 januari van het jaar waarop de subsidieverlening betreft (definitief) vast.

  • 2. Het college gaat over tot uitbetaling van het subsidiebedrag (buurtbudget) uiterlijk op 1 april van het jaar waarop het vaststellingsbesluit als bedoeld in het eerste lid betrekking

    heeft.

Hoofdstuk 6 Slotbepaling

Artikel 6.1 Inwerkingtreding en expiratie regeling

  • 1. Deze regeling treedt na bekendmaking in werking op 1 januari 2009.

  • 2. Op de dag van inwerkingtreding als vermeld in het eerste lid worden de volgende uitvoeringsregelingen ingetrokken:

    • a.

      Uitvoeringsregeling stimuleren wonen boven winkels in het centrum van Helmond 2005;

    • b.

      Uitvoeringsregeling aanpak knelpunten in de woonomgeving 2000;

    • c.

      Uitvoeringsregeling subsidieverlening ter bevordering van buurtpreventie 2000;

    • d.

      Uitvoeringsregeling subsidieverlening ter bevordering van het wijk- en buurtbeheer 2000 (buurtbudgetten).

Ondertekening

Besloten in de vergadering van 16 december 2008.
Burgemeester en wethouders van Helmond,
de burgemeester,
Drs. A.A.M. Jacobs
de gemeentesecretaris,
Mr. A.C.J.M. de Kroon
Bekend gemaakt op:
18 december 2008
De gemeentesecretaris,
Mr. A.C.J.M. de Kroon

Toelichting nadere regels subsidie stedelijke vernieuwing Helmond 2009

A. Algemeen

Inleiding

Op 14 november 2000 is de ‘Subsidieverordening stedelijke vernieuwing 2000’ in werking getreden. Nadere uitwerking van de daarin vermelde aandachtsgebieden vond daarna plaats via diverse uit-voeringsregelingen. De thans voorliggende regeling is inhoudelijk gezien min of meer dezelfde re-geling als voornoemde subsidieverordening, met dien verstande dat het niet langer een verordening betreft maar nadere regels (gedelegeerde regelgeving). Voorts zijn de uitvoeringsregelingen vertaald naar hoofdstukken en ondergebracht onder de Nadere regels subsidie stedelijke vernieuwing Helmond 2009. De reden om de verordening om te vormen tot nadere regels en de uitvoeringsrege-lingen in één regeling houdt verband met een algehele herziening van het gemeentelijk subsidiestelsel per 1 januari 2009.

Herziening gemeentelijk subsidiestelsel en consequenties

Voor de herziening als voornoemd werd het gemeentelijke subsidiestelsel in Helmond gekenmerkt door een lappendeken van vele regelingen die qua opbouw en systematiek sterk uiteenliepen. De voor 1 januari 2009 geldende Algemene subsidieverordening (ASV 2005) bleek geen echte algemene regeling en was feitelijk toegeschreven op de beleidsvelden welzijn, sport en cultuur. Verder fungeerde deze in de praktijk als restverordening, voor zover een bijzondere verordening niet voorhanden was. Anno 2008 kende de gemeente Helmond dus een ASV met daarnaast tal van bijzondere en uiteenlopende verordeningen.

Medio 2007 is een projectopdracht verstrekt om het huidige gemeentelijke subsidiestelsel te bezien, te ontvlechten en om te vormen tot een meer samenhangend geheel. Dit alles heeft geresulteerd in de nieuwe Algemene subsidieverordening Helmond 2009.

De Algemene Subsidieverordening Helmond 2009 (hierna te noemen: ASV 2009) is een subsidieregeling die alle gemeentelijke beleidsterreinen bestrijkt. Zij kan tevens worden beschouwd als ”moederverordening” met tal van algemene regels en voorschriften die in beginsel universeel gelden. Onderdeel van de (herzienings)operatie was het omvormen van alle bestaande bijzondere subsidieregelingen tot nadere regels. De nadere regels komen daarmee onder de paraplu van de ASV te hangen.

De nieuwe regeling valt nu hiërarchische gezien onder de reikwijdte van de (nieuwe) ASV. In de nieuwe regeling zijn - in vergelijking met de oude regeling - (procedure)bepalingen die ook voorkomen in de subsidietitel van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de ASV weggesneden om doublures te voorkomen en om de uniformiteit te bevorderen. Voorts ligt de bevoegdheid om nadere regels vast te stellen bij het college. De oude regeling betrof nog een bevoegdheid van de gemeenteraad. De reden om te kiezen voor nadere regels (gedelegeerde regelgeving) heeft te maken met het feit dat een onderwerp als subsidiëring veelvuldig in beweging is en optimale flexibiliteit gewenst is om zo sneller en beter te kunnen inspelen op veranderende behoeften en wensen.

Wat is er veranderd ?

In de nieuwe regeling is er op de eerste plaats een aantal structuurwijzigingen doorgevoerd; een aantal artikelen is verplaatst om zo beter aan te sluiten bij de structuur en opzet van de ASV 2009. Verder is er een aantal nieuwe artikelen ingevoegd en is er een aantal artikelen geschrapt. Het laatste houdt verband met de gelaagde c.q. hiërarchische structuur van de regelgeving (Awb - ASV - nadere regels) en het voorkomen van doublures (zie boven). Anders gesteld: de bepalingen die voorkomen in de Awb of de nieuwe ASV zijn leidend en behoeven geen regulering in deze voorliggende regeling. Enkele voorbeelden:

  • -

    Begripsbepalingen als “subsidie”, “instelling” en “activiteit” zijn omschreven in de ASV (zie artikel 1.1);

  • -

    Het intrekken of wijzigen van de subsidie is afdoende geregeld in de Awb (artikel 4:48 en 4:49);

  • -

    Terugvordering van onverschuldigd betaalde subsidie is afdoende geregeld in de Awb (afdeling 4.2.7);

  • -

    De hardheidsclausule en overgangsregeling (zie artikelen 4.4 en 4.7 ASV).

De subsidieverordening stedelijke vernieuwing 2000 was aanvankelijk breed opgezet met dien verstande dat er ruimte was gecreëerd om verschillende aandachtsgebieden verder uit te werken. Uiteindelijk heeft het college in de afgelopen periode 4 aandachtsgebieden uitgewerkt en daarvoor uitvoeringsregelingen in het leven geroepen. De nieuwe regeling haakt aan bij de praktijk en is ontdaan van bepalingen en onderdelen die destijds zijn opgenomen om de brede opzet te benadrukken.

B. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

De begripsbepalingen in artikel 1.1 spreken voor zich en behoeven geen nadere toelichting. Artikel 1 onder g omschrijft het begrip stedelijke vernieuwing. Hoewel deze begripsomschrijving gelijk is aan die uit de Wet stedelijke vernieuwing (artikel 1, eerste lid onder a) is omwille van de duidelijkheid en leesbaarheid van deze regeling toch gekozen om deze begripsomschrijving hier integraal op te nemen en niet te volstaan met een verwijzing.

Artikel 1.1 onder k omschrijft het begrip woonruimte. Hierbij wordt verwezen naar de omschrijving in artikel 7:234 van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 7:234 luidt: Onder zelfstandige woonruimte wordt verstaan de woning welke een eigen toegang heeft en welke de bewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten de woning. Anders geformuleerd: zelfstandige woonruimte beschikt over een eigen huisnummer, eigen keuken en eigen natte cel. Onzelfstandige woonruimte daarentegen is een woonruimte zonder eigen huisnummer en waarbij gebruik wordt ge-maakt van gemeenschappelijke voorzieningen zoals keuken en natte cel (men spreekt ook wel van kamerbewoning).

Artikel 1.2 (nieuw) spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 1.3 is nieuw en regelt de verhouding tot de ASV Helmond 2009. De ASV is in beginsel in volle omvang van toepassing op de onderhavige regeling. Omdat sommige onderwerpen in de vervolghoofdstukken (lees: hoofdstukken 2, 3, 4 en 5) dan wel betrekking hebben op het subsidiëren van natuurlijke personen, dan wel qua regime relatief licht van karakter zijn, gaat het te ver om onder die omstandigheden vast te houden aan het uitgangspunt dat de ASV in volle omvang van toepassing is. Met gebruikmaking van de artikelen 2.2, 3.2, 4.2 en 5.3 ASV wordt een aantal onderdelen / bepalingen uit de ASV buiten toepassing gelaten.

Artikel 1.4 biedt het college de mogelijkheid om subsidie in het kader van stedelijke vernieuwing te beperken tot bepaalde door haar aangewezen gebieden. In feite is dan sprake van gebiedsdifferentiatie. Het tweede lid spreekt voor zich.

Artikel 1.5 onderscheid in het eerste lid de vier specifieke Helmondse aandachtsgebieden in het kader van stedelijke vernieuwing. In de Subsidieverordening stedelijke vernieuwing 2000 werden in het verleden nog twaalf potentiële aandachtsgebieden genoemd. Aangezien de overige acht aandachtsgebieden tot op heden niet tot uitwerking zijn gekomen en naar verwachting ook niet meer tot uitwerking zullen komen, keren deze dan ook niet terug in de onderhavige regeling.

Het tweede lid van artikel 1.5 betreft het beschikbare budget dat voor stedelijke vernieuwing beschikbaar is. Het budget wordt jaarlijks over de hiervoor bedoelde aandachtsgebieden verdeeld via een afzonderlijk verdeelbesluit. Voor die deelgebieden gelden de daaraan gekoppelde (dee)budgetten als subsidieplafond. In deze regeling zijn bewust geen concrete bedragen genoemd omdat de budgetten en dus de subsidieplafonds jaarlijks (kunnen) fluctueren. Dit laat onverlet de mogelijkheid van het college om subsidie te weigeren op het moment dat het subsidieplafond is bereikt (artikel 4:25 Awb).

Artikel 1.6 biedt het college de mogelijkheid om aangevraagde subsidie te weigeren. Het betreft hier aanvullende weigeringsgronden ten opzichte van het bepaalde in artikel 2.5 ASV Helmond 2009. In de vervolghoofdstukken van deze regelingen treffen we nog meer specifieke weigeringsgronden aan die verband houden met het betreffende aandachtsgebied. Men dient zich dus bewust te zijn van het feit dat weigeringsgronden van algemeen naar zeer specifiek zijn terug te vinden in de Awb, de ASV Helmond 2009, hoofdstuk 1 en ten slotte de vervolghoofdstukken van deze regeling.

Hoofdstuk 2 Stimuleren van wonen boven winkels

Artikel 2.1 is in feite een uitwerking van het bepaalde in artikel 1.4. Slechts eigenaren van panden in het centrumgebied vallen onder de werking van dit hoofdstuk en komen derhalve voor subsidie in aanmerking. Het centrumgebied is omschreven in de begripsbepalingen in artikel 1.1 onder d.

Artikel 2.2 behoeft geen nadere toelichting. Kortheidshalve zij verwezen naar de (artikelsgewijze) toelichting bij artikel 1.3.

Artikel 2.3 betreft de hoogte van de subsidie. Of een aanvrager daadwerkelijk in aanmerking komt voor subsidie is afhankelijk van een aantal factoren. Bij de beoordeling speelt ook het door de gemeenteraad vastgestelde subsidieplafond een rol. Vermelding van het subsidieplafond (in 2008 nog vastgesteld op € 65.000,--) is hier achterwege gelaten, vanwege het feit dat dergelijke bedragen kunnen fluctueren en als gevolg daarvan jaarlijks de onderhavige regeling zou moeten worden aangepast. De juridische basis voor het subsidieplafond treft men overigens aan in artikel 1.3 van de ASV Helmond 2009.

Artikel 2.4 bepaalt dat een aanvraag moet worden ingediend voor het einde van de looptijd van deze regeling (1 januari 2010). Voorts dient de aanvrager op grond van artikel 2.1, derde lid ASV Helmond 2009 verplicht gebruik te maken van een door het college vastgesteld aanvraagformulier. Artikel 2.1, vierde lid ASV Helmond 2009 geeft aan dat op het aanvraagformulier staat vermeld welke gegevens moeten worden vermeld en welke stukken moeten worden overgelegd. Om deze reden keert in deze regeling een inhoudelijk bepaling (artikel 3 oud) omtrent over te leggen gegevens en stukken niet meer terug. Een aanvraag die anders dan via het voorgeschreven aanvraagformulier is ingediend, kan onder omstandigheden op grond van het bepaalde in artikel 4:5 Awb buiten behandeling worden gelaten. Meer hierover in de toelichting bij artikel 2.1, derde lid ASV Helmond 2009.

Artikel 2.5 komt voor een deel overeen met het oude artikel 5 van de Uitvoeringsregeling stimuleren wonen boven winkels in het centrum van Helmond 2005. In plaats van voorwaarden wordt hier gesproken van (subsidie)criteria hetgeen beter aansluit bij de nieuwe systematiek van het gemeentelijke subsidiestelsel en ook juridisch zuiverder is. Het oude artikel bevatte enkele voorwaarden die niet noodzakelijkerwijs in de regeling zelf thuishoren en beter aan de subsidiebeschikking kunnen worden gekoppeld. Om deze reden keren de onderdelen f tot en met i van het oude artikel 5 niet terug in artikel 2.5 nieuw.

Artikel 2.6 spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting. Zie ook toelichting bij artikel 1.6.

Artikel 2.7 betreft de aanvraag en besluit tot subsidievaststelling. Nieuw is dat de aanvrager verplicht is om gebruik te maken van een door het college vastgesteld gereedmeldingsformulier dat gelijktijdig dient als aanvraagformulier tot subsidievaststelling. Het systeem van aanvraagformulieren sluit aan bij de systematiek in de ASV Helmond 2009. Het feit dat in dit hoofdstuk hier een artikel aan is gewijd houdt verband met de afwijkende (lees:kortere) beslistermijnen ten opzichte van de ASV (artikel 3.2).

Artikel 2.8 spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.

Hoofdstuk 3 Aanpak van knelpunten in de woonomgeving

Artikel 3.1 is een vertaalslag van het oude artikel 2 onder a van de Uitvoeringsregeling subsidieverlening aanpak knelpunten in de woonomgeving 2000.

Artikel 3.2 behoeft geen nadere toelichting. Kortheidshalve zij verwezen naar de (artikelsgewijze) toelichting bij artikel 1.3.

Artikel 3.3 spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 3.4 schrijft voor dat subsidieaanvragen gedurende het gehele subsidiejaar kunnen worden ingediend. Omdat de indieningstermijn afwijkt van de hoofdregel in artikel 2.1 ASV Helmond 2009 is hieraan in dit hoofdstuk een bepaling gewijd.

Voorts dient de aanvrager op grond van artikel 2.1, derde lid ASV Helmond 2009 verplicht gebruik te maken van een door het college vastgesteld aanvraagformulier. Artikel 2.1, vierde lid ASV Helmond 2009 geeft aan dat op het aanvraagformulier staat vermeld welke gegevens moeten worden vermeld en welke stukken moeten worden overgelegd. Om deze reden keert in deze regeling een inhoudelijk bepaling (artikel 3 oud) omtrent over te leggen gegevens en stukken niet meer terug. Een aanvraag die anders dan via het voorgeschreven aanvraagformulier is ingediend, kan onder omstandigheden op grond van het bepaalde in artikel 4:5 Awb buiten behandeling worden gelaten. Meer hierover in de toelichting bij artikel 2.1, derde lid ASV Helmond 2009.

In artikel 3.5 zijn de subsidiecriteria neergelegd. In de oude regeling was hieraan geen afzonderlijke bepaling gewijd; de criteria stonden verspreid in diverse artikelen. Het voordeel van de onderhavige bepaling is niet alleen dat door groepering de regeling aan duidelijkheid wint, maar vooral ook dat een duidelijke relatie wordt gelegd met artikel 3.6 (zie weigeringsgrond onder b). Onderdeel c schrijft voor dat het om een instelling moet gaan. Het begrip instelling is gedefinieerd in artikel 1.1 onder f van de ASV Helmond 2009. Onder instellingen worden ook verstaan organisatorische eenheden. Hierbij moet op de eerste plaats worden gedacht aan organen die zich bezig houden met activiteiten op het gebied van wijk- en buurtbeheer (zie artikel 5.2 van deze regeling).

Artikel 3.6 spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting. Zie ook toelichting bij artikel 1.6.

Artikel 3.7 komt grotendeels overeen met het bepaalde in artikel 2.7. Kortheidshalve zij naar de toelichting bij dat artikel verwezen.

Hoofdstuk 4 Het bevorderen van buurtpreventie

Artikel 4.1 is een vertaalslag van het oude artikel 2 onder a van de Uitvoeringsregeling subsidieverlening ter bevordering van buurtpreventie 2000.

Artikel 4.2 behoeft geen nadere toelichting. Kortheidshalve zij verwezen naar de (artikelsgewijze) toelichting bij artikel 1.3.

De artikelen 4.3 en 4.4 spreken voor zich en behoeven geen nadere toelichting.

In artikel 4.5 zijn de subsidiecriteria neergelegd. In de oude regeling was hieraan geen afzonderlijke bepaling gewijd; de criteria stonden verspreid in diverse artikelen. Het voordeel van de onderhavige bepaling is niet alleen dat door groepering de regeling aan duidelijkheid wint, maar vooral ook dat een duidelijke relatie wordt gelegd met artikel 4.6 (zie weigeringsgrond onder b). Nieuw in deze regeling is dat de activiteit naast de politie ook wordt ondersteund door een organisatie die actief is op het gebeid van wijk- of buurtbeheer. Vanzelfsprekend moet het dan gaan om een orgaan uit de wijk of buurt waarop de te subsidiëren activiteit betrekking heeft.

Artikel 4.6 spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting. Zie ook toelichting bij artikel 1.6.

Artikel 4.7 komt grotendeels overeen met het bepaalde in artikel 2.7 met dien verstande dat hier sprake is van een subsidievaststellingsformulier in plaats van een gereedmeldingsformulier. Voor het overige zij kortheidshalve naar de toelichting van artikel 2.7 verwezen.

Hoofdstuk 5 Het bevorderen van wijk- en buurtbeheer (buurtbudgetten)

Artikel 5.1 is een vertaalslag van het oude artikel 2 onder a van de Uitvoeringsregeling subsidieverlening ter bevordering van wijk- en buurtbeheer 2000 (buurtbudgetten).

Artikel 5.2 geeft een nadere omschrijving van het begrip instellingen zoals genoemd in artikel 5.1 van deze regeling. Artikel 5.2 moet worden gezien als een bijzondere begripsbepaling ten opzichte van de algemene begripsbepaling van artikel 1.1 onder f van de ASV Helmond 2009.

Artikel 5.3 behoeft geen nadere toelichting. Kortheidshalve zij verwezen naar de (artikelsgewijze) toelichting bij artikel 1.3.

Artikel 5.4 verwijst naar het verdeelbesluit dat jaarlijks wordt vastgesteld. Met deze bepaling wordt invulling gegeven aan het bepaalde in de artikelen 1.5 van de onderhavige regeling. Laatstgenoemde bepaling is op zijn beurt weer een uitwerking van het bepaalde in artikel 1.3 ASV Helmond 2009.

Artikel 5.5 wijkt qua indieningstermijn af van de hoofdregel zoals neergelegd in de ASV Helmond 2009. Om die reden is in dit hoofdstuk een aparte bepaling aan de subsidieaanvraag gewijd.

In artikel 5.6 zijn de subsidiecriteria neergelegd. In de oude (uitvoerings)regeling stonden de criteria nog her en der verspreid in diverse artikelen. Het voordeel van de onderhavige bepaling is niet alleen dat door groepering van de criteria de regeling aan duidelijkheid wint, maar vooral ook dat een duidelijke relatie wordt gelegd met artikel 5.7 (zie weigeringsgrond onder c).

Artikel 5.7 spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting. Zie ook toelichting bij artikel 1.6.

Artikel 5.8 spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.

Hoofdstuk 6 Slotbepaling

Artikel 6.1 regelt de datum van inwerkingtreding van deze regeling. Een regeling treedt niet in werking alvorens zij bekend is gemaakt (zie artikel 139, eerste lid van de Gemeentwet). De regels omtrent de bekendmaking treft men voorts aan in artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De huidige regeling vervangt de Subsidieverordening stedelijke vernieuwing 2000 en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen. Aangezien de intrekking van de verordening een bevoegdheid is van de gemeenteraad, worden in het tweede lid van artikel 6.1 enkel de uitvoeringsregelingen genoemd. De intrekking van de verordening is geborgd via artikel 4.6 ASV Helmond 2009.

In het verleden is bepaald dat de uitvoeringsregelingen i.v.m. stedelijke vernieuwing gelden tot 1 januari 2010. In het derde lid van artikel 6.1 is dit uitgangspunt onverminderd gehandhaafd.